Home

Besluit (EU) 2023/2856 van de Raad van 7 december 2023 betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Samenwerkingscomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, opgericht krachtens de Versterkte partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kazachstan, anderzijds, over de opstelling van een lijst van 15 personen die bereid en in staat zijn om als arbiter in geschillenbeslechtingsprocedures op te treden

Besluit (EU) 2023/2856 van de Raad van 7 december 2023 betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Samenwerkingscomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, opgericht krachtens de Versterkte partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kazachstan, anderzijds, over de opstelling van een lijst van 15 personen die bereid en in staat zijn om als arbiter in geschillenbeslechtingsprocedures op te treden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De Versterkte partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kazachstan, anderzijds(1) (de “overeenkomst”) werd door de Unie bij Besluit (EU) 2020/244 van de Raad(2) gesloten en is op 1 maart 2020 in werking getreden.

  2. Op grond van artikel 196, lid 1, van de overeenkomst dient het in artikel 269, lid 5, van de overeenkomst bedoelde Samenwerkingscomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken (het “Samenwerkingscomité”) uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst een lijst op te stellen van ten minste 15 personen die bereid en in staat zijn om als arbiter in geschillenbeslechtingsprocedures op te treden (de “lijst van arbiters”). De lijst van arbiters dient te bestaan uit drie sublijsten die elk ten minste vijf personen bevatten: één sublijst voor elke partij en een sublijst van personen die geen onderdaan van een van beide partijen zijn en als voorzitter van het arbitragepanel kunnen optreden.

  3. Op basis van voorstellen van de partijen zal het Samenwerkingcomité naar verwachting op zijn volgende vergadering een besluit vaststellen tot opstelling van de lijst van arbiters.

  4. Het is passend het namens de Unie in het Samenwerkingscomité in te nemen standpunt vast te stellen over de opstelling van de lijst van arbiters, aangezien het beoogde besluit van het Samenwerkingscomité bindend zal zijn voor de Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Samenwerkingscomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken (het “Samenwerkingscomité”), dat is opgericht bij de Versterkte partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kazachstan, anderzijds, over de opstelling van een lijst van personen die bereid en in staat zijn om, overeenkomstig artikel 196, lid 1, van de overeenkomst, als arbiter in geschillenbeslechtingsprocedures op te treden, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Samenwerkingscomité.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 7 december 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

J. Hereu Boher

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De Versterkte partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kazachstan, anderzijds(1) (de “overeenkomst”) werd door de Unie bij Besluit (EU) 2020/244 van de Raad(2) gesloten en is op 1 maart 2020 in werking getreden.

  2. Op grond van artikel 196, lid 1, van de overeenkomst dient het in artikel 269, lid 5, van de overeenkomst bedoelde Samenwerkingscomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken (het “Samenwerkingscomité”) uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van de overeenkomst een lijst op te stellen van ten minste 15 personen die bereid en in staat zijn om als arbiter in geschillenbeslechtingsprocedures op te treden (de “lijst van arbiters”). De lijst van arbiters dient te bestaan uit drie sublijsten die elk ten minste vijf personen bevatten: één sublijst voor elke partij en een sublijst van personen die geen onderdaan van een van beide partijen zijn en als voorzitter van het arbitragepanel kunnen optreden.

  3. Op basis van voorstellen van de partijen zal het Samenwerkingcomité naar verwachting op zijn volgende vergadering een besluit vaststellen tot opstelling van de lijst van arbiters.

  4. Het is passend het namens de Unie in het Samenwerkingscomité in te nemen standpunt vast te stellen over de opstelling van de lijst van arbiters, aangezien het beoogde besluit van het Samenwerkingscomité bindend zal zijn voor de Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 2

BIJLAGE