Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/118 wordt als volgt gewijzigd:
-
Artikel 1 wordt vervangen door:
.1.Bij deze verordening worden visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen ingesteld die nodig zijn voor de naleving van de verplichtingen op grond van artikel 6 van Richtlijn 92/43/EEG, artikel 4 van Richtlijn 2009/147/EG en artikel 13, lid 4, van Richtlijn 2008/56/EG.
2.Deze verordening is van toepassing op vissersvaartuigen in de Noordzee.”
-
Artikel 2 wordt vervangen door:
Voor de toepassing van deze verordening zijn naast de definities van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad, artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1224/2009, artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie(*) en bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1379/2013 van het Europees Parlement en de Raad(**) de volgende definities van toepassing:
-
“mobiel bodemberoerend vistuig”: elk hierna genoemd vistuig: bodemtrawl (TB), boomkor (TBB), bodemottertrawl (OTB), dubbelebordentrawl (OTT), bodemspantrawl (PTB), nephropstrawl (TBN), garnalentrawl (TBS), zegennet (SX), Deense zegen (SDN), Schotse zegen (SSC), Schotse spanzegen (SPR), bootzegen (SV), strandzegen (SB), door een vaartuig gesleepte dreg (DRB), aan boord van een vaartuig gebruikte handdreg (DRH) en motordreg met inbegrip van zuigdreg (HMD);
-
“kieuwnetten en warrelnetten”: elk hierna genoemd vistuig: kieuwnet (GN), geankerd kieuwnet (GNS), drijfnet (GND), omringend kieuwnet (GNC), schakelnet (GTR) en gecombineerde schakel- en kieuwnetten (GTN);
-
“gebieden 1”: de geografische gebieden die worden begrensd door de loxodromen die achtereenvolgens de in bijlage I bij deze verordening vermelde punten, gemeten volgens het WGS84-coördinatenstelsel, met elkaar verbinden, of door de scheidingslijnen tussen twee exclusieve economische zones of de grenslijn van de territoriale zee zoals opgenomen in bijlage I;
-
“gebieden 2”: de geografische gebieden die worden begrensd door de loxodromen die achtereenvolgens de in bijlage II bij deze verordening vermelde punten, gemeten volgens het WGS84-coördinatenstelsel, met elkaar verbinden, of door de grenslijn van de territoriale zee zoals opgenomen in bijlage II;
-
“gebieden 3”: de geografische gebieden die worden begrensd door de loxodromen die achtereenvolgens de in bijlage IV bij deze verordening vermelde punten, gemeten volgens het WGS84-coördinatenstelsel, met elkaar verbinden;
-
“gebieden 4”: de geografische gebieden die worden begrensd door de loxodromen die achtereenvolgens de in bijlage VI bij deze verordening vermelde punten, gemeten volgens het WGS84-coördinatenstelsel, met elkaar verbinden, of door de scheidingslijnen tussen twee exclusieve economische zones of de grenslijn van de territoriale zee zoals opgenomen in bijlage VI;
-
“Bratten”: het geografische gebied dat wordt begrensd door de loxodromen die achtereenvolgens de in bijlage III bij deze verordening vermelde punten, gemeten volgens het WGS84-coördinatenstelsel, met elkaar verbinden;
-
“AIS-zones”: de geografische gebieden die worden begrensd door de loxodromen die achtereenvolgens de in bijlage V bij deze verordening vermelde punten, gemeten volgens het WGS84-coördinatenstelsel, met elkaar verbinden;
-
“waarschuwingszones”: de geografische gebieden die in de bijlagen I, II en VI bij deze verordening als waarschuwingszone zijn vermeld, zich uitstrekken over vier zeemijl rond elke beheerszone, uitsluitend zijn ingesteld om de bevoegde autoriteiten te waarschuwen voor vissersvaartuigen die bepaalde beschermde gebieden naderen, en waar visserijactiviteiten niet verboden zijn;
-
“betrokken lidstaten”: België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zweden.
-
-
Artikel 3 wordt vervangen door:
.1.Het is verboden om enige visserijactiviteit met mobiel bodemberoerend vistuig te verrichten in de volgende overeenkomstige delen van de gebieden 1 als bedoeld in bijlage I:
-
in de gebieden 1(1) tot en met 1(13), met uitzondering van de overeenkomstige waarschuwingszones 1(10.az), 1(11.az), 1(12.az) en 1(13.az), is het volgende vistuig verboden: bodemtrawl (TB), boomkor (TBB), bodemottertrawl (OTB), dubbelebordentrawl (OTT), bodemspantrawl (PTB), nephropstrawl (TBN), garnalentrawl (TBS), zegennet (SX), Deense zegen (SDN), Schotse zegen (SSC), Schotse spanzegen (SPR), bootzegen (SV), behalve voor visserijactiviteiten met boomkorren en rollenpezen met een maaswijdte tussen 16 en 31 mm (TBB_CRU_16-31) in de traditionele visserij op bruine garnaal (Crangon spp.) in gebied 1(10)(b);
-
voorts is in de gebieden 1(10) tot en met 1(13), met uitzondering van de overeenkomstige waarschuwingszones 1(10.az), 1(11.az), 1(12.az) en 1(13.az), het volgende vistuig verboden: door een vaartuig gesleepte dreg (DRB) en motordreg met inbegrip van zuigdreg (HMD);
-
voorts is in de gebieden 1(10) en 1(11), met uitzondering van de overeenkomstige waarschuwingszones 1(10.az) en 1(11.az), het volgende vistuig verboden: strandzegen (SB) en aan boord van een vaartuig gebruikte handdreg (DRH).
2.Verboden zijn:
-
visserijactiviteiten in de gebieden 2(1) tot en met 2(24) en gebied 2(28) van de gebieden 2, met uitzondering van de overeenkomstige waarschuwingszone 2(28.az);
-
visserijverrichtingen in de gebieden 2(25) tot en met 2(27) van de gebieden 2.
3.In de gebieden 3 is visserij uitsluitend met het volgende vistuig en onder de volgende voorwaarden toegestaan:
-
handvistuig zoals hengel en vislijn (LHP),
-
pelagische trawls (OTM en PTM),
-
korven en vallen (FPO en FIX) bij de visserij op schaaldieren,
-
kieuwnetten en schakelnetten (GTN), mits de vissersvaartuigen deelnemen aan een nationaal monitoring- en beoordelingsprogramma dat door of namens de nationale autoriteiten wordt uitgevoerd om de bijvangst van bruinvissen en zeevogels te evalueren door middel van elektronische monitoring op afstand (“REM”), met inbegrip van het gebruik van boordcamera’s in een gesloten televisiecircuit (CCTV) en positiegegevens.
Met betrekking tot de eerste alinea van dit lid, punt d), evalueren de betrokken lidstaten de gegevens over incidentele vangsten van bruinvissen en zeevogels jaarlijks en verrichten zij uiterlijk op 31 december 2024 een beoordeling ervan. Die gegevens of eventuele nieuwe relevante gegevens worden gebruikt om de toepassing van de netvisserij in die gebieden aan te passen volgens de procedure van de artikelen 11 en 18 van Verordening (EU) nr. 1380/2013.
4.Lid 2, punt b), en lid 3 zijn ook van toepassing op de recreatievisserij.
5.Het is verboden om enige visserijactiviteit met kieuwnetten (GN, GNS, GND en GNC) of warrelnetten (GTR en GTN) te verrichten in de volgende overeenkomstige delen van de gebieden 4 als bedoeld in bijlage VI:
-
in gebied 4(1), met uitzondering van de overeenkomstige waarschuwingszone 4(1.az), zijn alle visserijactiviteiten met kieuwnetten en warrelnetten het hele jaar verboden;
-
in gebied 4(2), met uitzondering van de overeenkomstige waarschuwingszone 4(2.az), zijn alle visserijactiviteiten met kieuwnetten en warrelnetten verboden tijdens de seizoenssluiting van 1 maart tot en met 31 oktober;
-
in gebied 4(3), met uitzondering van de overeenkomstige waarschuwingszone 4(3.az), mag het jaarlijkse totale aantal dagen visserijactiviteiten met kieuwnetten en warrelnetten niet groter zijn dan het jaarlijkse gemiddelde aantal visdagen waarop dergelijk vistuig in de laatste zes jaar vóór 8 maart 2023 in dat gebied is gebruikt;
-
in gebied 4(4) mag tijdens de seizoenssluiting van 1 juni tot en met 30 november het jaarlijkse totale aantal dagen visserijactiviteiten met kieuwnetten en warrelnetten niet groter zijn dan het jaarlijkse gemiddelde aantal visdagen waarop dergelijk vistuig tussen 1 juni en 30 november in de periode 2012-2016 in dat gebied is gebruikt.
6.Wanneer visserijactiviteiten met andere dan de krachtens de leden 1, 3 en 5 verboden vistuigen zijn toegestaan, wordt het verboden vistuig vastgemaakt en opgeborgen overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.”
-
-
Artikel 4 wordt vervangen door:
.1.Vissersvaartuigen die mobiel bodemberoerend vistuig aan boord hebben en niet gemachtigd zijn om te vissen in de gebieden 1(1) tot en met 1(13), met inbegrip van de overeenkomstige waarschuwingszones 1(12.az) en 1(13.az), en vissersvaartuigen die kieuwnetten en warrelnetten aan boord hebben en niet gemachtigd zijn om in de gebieden 4(1) tot en met 4(4) te vissen, mogen door de desbetreffende gebieden varen mits dat vistuig tijdens de doorvaart is vastgemaakt en opgeborgen overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
2.Vissersvaartuigen mogen door de gebieden 2(1) tot en met 2(28) varen als het vistuig dat zij aan boord hebben, is vastgemaakt en opgeborgen overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
3.Voor alle vissersvaartuigen die niet gemachtigd zijn om te vissen in de gebieden 1(10) tot en met 1(13), met inbegrip van de overeenkomstige waarschuwingszones 1(12.az) en 1(13.az), gebied 2(28) en de gebieden 4(1) tot en met 4(3), mag de snelheid tijdens de doorvaart niet minder dan zes knopen bedragen, behalve in geval van overmacht of ongunstige omstandigheden, overeenkomstig artikel 50, lid 4, punt b), van Verordening (EG) nr. 1224/2009. In dergelijke gevallen waarschuwt de kapitein onmiddellijk het visserijcontrolecentrum van de vlaggenlidstaat, dat vervolgens de bevoegde autoriteiten van de kustlidstaat op de hoogte brengt.”
-
Artikel 5 wordt vervangen door:
.1.De volgende vissersvaartuigen zijn uitgerust met een automatisch identificatiesysteem (AIS) dat beantwoordt aan de in artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 vermelde prestatienormen, en zorgen ervoor dat het systeem operationeel blijft:
-
alle vissersvaartuigen die aanwezig zijn in het beschermde mariene gebied Bratten;
-
alle vissersvaartuigen die werken met mobiel bodemberoerend vistuig in de AIS-zones zoals aangegeven in punt 1 van bijlage V bij deze verordening;
-
alle vissersvaartuigen die aanwezig zijn in de AIS-zones zoals aangegeven in punt 2 van bijlage V bij deze verordening.
2.Vissersvaartuigen met een lengte over alles van 12 m of meer verhogen de zendfrequentie van het volgsysteem voor vissersvaartuigen (VMS) tot eenmaal per tien minuten wanneer:
-
zij van plan zijn de gebieden 1(10) tot en met 1(13) (bijlage I), gebied 2(28) (bijlage II) of de gebieden 4(1) tot en met 4(4) (bijlage VI), met inbegrip van de overeenkomstige waarschuwingszones 1(10.az) tot en met 1(13.az), 2(28.az) of 4(1.az) tot en met 4(3.az), binnen te varen of door die gebieden te varen;
-
zij tijdens de sluitingsperiode (1 juni tot en met 30 november) verboden vistuig aan boord hebben in gebied 4(4) (bijlage VI);
-
zij verboden vistuig aan boord hebben en trager dan zes knopen varen in de gebieden 1(12) en 1(13) (bijlage I), met inbegrip van de overeenkomstige waarschuwingszones 1(12.az) en 1(13.az).
3.Vissersvaartuigen met een lengte over alles van 12 m of meer die een waarschuwingszone binnenvaren, registreren zowel het aan boord gehouden vistuig als het gebruikte vistuig in het elektronische logboek, overeenkomstig artikel 14, lid 2, en artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009.”
-
-
Artikel 6 wordt vervangen door:
.Vanaf 8 maart 2023 monitoren en beoordelen de betrokken lidstaten de uitvoering van de in de artikelen 3, 4 en 5 vastgestelde maatregelen en rapporteren zij daarover, en wel om de drie jaar voor de maatregelen in de gebieden 4(1) en 4(4) (bijlage VI) krachtens de vogelrichtlijn, en om de zes jaar voor de maatregelen in de gebieden 1(10) tot en met 1(13) (bijlage I), gebied 2(28) (bijlage II) en de gebieden 4(2) en 4(3) (bijlage VI) krachtens de habitatrichtlijn en de kaderrichtlijn mariene strategie.”
-
Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig punt 1 van de bijlage bij deze verordening.
-
Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig punt 2 van de bijlage bij deze verordening.
-
Bijlage VI wordt toegevoegd overeenkomstig punt 3 van de bijlage bij deze verordening.