DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening)(1), en met name artikel 83, eerste alinea, punten a), b) en c),
Na alle belanghebbenden te hebben uitgenodigd hun opmerkingen te maken,
Na raadpleging van het Comité inzake digitale diensten,
Overwegende hetgeen volgt:
Verordening (EU) 2022/2065 verleent de Commissie de bevoegdheid om uitvoeringshandelingen vast te stellen met betrekking tot de praktische regelingen voor bepaalde aspecten van procedures in het kader van die verordening. Overeenkomstig het beginsel van behoorlijk bestuur en het rechtszekerheidsbeginsel moeten regels worden vastgesteld betreffende de bevoegdheden van de Commissie om inspecties uit te voeren op grond van artikel 69 van Verordening (EU) 2022/2065 en om de nodige toezichtsmaatregelen te nemen overeenkomstig artikel 72 van die verordening. Ook moeten regels worden vastgesteld voor de uitoefening, van het recht om te worden gehoord, door de adressaten van de voorlopige bevindingen van de Commissie, en voor de toegang tot het dossier van de Commissie als bedoeld in artikel 79 van Verordening (EU) 2022/2065.
In het kader van inspecties machtigt artikel 69, lid 2, punten f) en g), van Verordening (EU) 2022/2065 ambtenaren van de Commissie en andere door de Commissie gemachtigde begeleidende personen om een inspectie uit te voeren, een vertegenwoordiger of personeelslid van de aanbieder van het betrokken zeer grote onlineplatform of zeer grote onlinezoekmachine of, indien van toepassing, de andere betrokkenen als bedoeld in artikel 67, lid 1, van die verordening te verzoeken om toelichting bij feiten of documenten die verband houden met het voorwerp en het doel van de inspectie, en hun antwoorden vast te leggen. In dezelfde context van inspecties machtigt artikel 69, lid 2, punt g), van Verordening (EU) 2022/2065 ambtenaren van de Commissie en andere door de Commissie gemachtigde begeleidende personen om tot die vertegenwoordigers of personeelsleden vragen te richten over het onderwerp en het doel van de inspectie en om hun antwoorden vast te leggen. Overeenkomstig artikel 74, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2022/2065 kunnen geldboeten worden opgelegd aan deze aanbieders of deze personen wanneer zij nalaten binnen de door de Commissie gestelde termijn een door een vertegenwoordiger of personeelslid tijdens een inspectie gegeven onjuist, onvolledig of misleidend antwoord te corrigeren. Daarom moet aan deze aanbieders of deze personen een geregistreerde verklaring worden verstrekt van de gegeven toelichting en moet een procedure worden vastgesteld die hun de mogelijkheid biedt de gegeven toelichting te corrigeren, te wijzigen of aan te vullen, ook wanneer het gaat om vertegenwoordigers of personeelsleden die niet gemachtigd waren om de toelichting te verstrekken. Toelichtingen van een vertegenwoordiger of een personeelslid moeten in het dossier van de Commissie worden opgenomen zoals tijdens de inspectie is vastgelegd.
Overeenkomstig artikel 72 van Verordening (EU) 2022/2065 kan de Commissie de nodige maatregelen nemen om toezicht te houden op de doeltreffende uitvoering en naleving van die verordening. Daartoe moet de Commissie aanbieders van zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines kunnen gelasten toegang te verlenen tot en uitleg te geven over hun databanken en algoritmen, indien dit nodig is om de doeltreffende naleving van Verordening (EU) 2022/2065 te waarborgen. De toegang tot dergelijke databanken kan erin bestaan dat de Commissie dergelijke databanken kan doorzoeken door middel van zoekopdrachten, voor zover dat nodig is om toezicht te houden op de doeltreffende uitvoering en naleving van Verordening (EU) 2022/2065. Voor de toepassing van deze verordening moet de term databank worden geïnterpreteerd als relevante gegevensactiva waarover de aanbieder van het betrokken zeer grote onlineplatform of de betrokken zeer grote onlinezoekmachine beschikt, ongeacht of deze in één enkele databank toegankelijk zijn. Wanneer de Commissie deze toegang gelast met het oog op monitoring, moet zij ook technische interfaces kunnen specificeren die de toegang tot databanken en algoritmen kunnen vergemakkelijken, zoals applicatieprogramma-interfaces (API’s) of andere technische toegangsmiddelen, met inbegrip van realtimetoegang en/of middelen om toegang te krijgen tot grote hoeveelheden gegevens. In dit verband moet de Commissie van deze aanbieders ook kunnen verlangen dat zij de nodige documenten bewaren, onder de door de Commissie vastgestelde voorwaarden. Om ervoor te zorgen dat zij beschikt over de nodige kennis en deskundigheid bij de uitvoering van haar taken uit hoofde van Verordening (EU) 2022/2065, moet de Commissie externe deskundigen en controleurs kunnen benoemen die haar bijstaan bij de uitoefening van haar toezichthoudende taken. Deze deskundigen en controleurs moeten onafhankelijk zijn van de betrokken aanbieder en over de nodige deskundigheid en kennis beschikken om de Commissie bij te staan. Daartoe moeten voorschriften worden vastgesteld inzake de onafhankelijkheid en deskundigheid van deze deskundigen en controleurs.
Krachtens artikel 79, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2065 moet de Commissie, alvorens een besluit overeenkomstig artikel 73, lid 1, artikel 74 of artikel 76 van die verordening vast te stellen, een aanbieder van een zeer groot onlineplatform of een zeer grote onlinezoekmachine of een andere persoon als bedoeld in artikel 67, lid 1, van Verordening 2022/2065 aan wie zij voorlopige bevindingen heeft meegedeeld, in de gelegenheid stellen te worden gehoord over die bevindingen en over de maatregelen die zij voornemens is te nemen in het licht van die bevindingen. Deze aanbieders en personen moeten hun standpunt schriftelijk kenbaar maken binnen een door de Commissie gestelde termijn, teneinde de efficiëntie en doeltreffendheid van de procedures enerzijds en de mogelijkheid om het recht om te worden gehoord uit te oefenen anderzijds met elkaar te verzoenen. De adressaat van de voorlopige bevindingen moet het recht hebben de relevante feiten beknopt uiteen te zetten en bewijsstukken aan te reiken. Om te zorgen voor eerlijke en efficiënte procedures, een doeltreffende en volledige handhaving van Verordening (EU) 2022/2065 en rechtszekerheid voor alle betrokkenen, moeten regels worden vastgesteld met betrekking tot het formaat en de maximale lengte van schriftelijke opmerkingen en het gebruik van talen.
Krachtens artikel 79, lid 4, van Verordening (EU) 2022/2065 moet de Commissie de bij haar procedure betrokken partijen toegang tot haar dossier verlenen. Terwijl de adressaat van de voorlopige bevindingen van de Commissie altijd de niet-vertrouwelijke versies van alle in de voorlopige bevindingen genoemde documenten moet verkrijgen, moet de Commissie per geval een besluit kunnen nemen over de passende procedure voor toegang tot verdere informatie in het dossier. Bij het verlenen van toegang tot het dossier moet zij de bescherming van bedrijfsgeheimen en andere vertrouwelijke informatie waarborgen. Zij moet personen die in de loop van de procedure informatie of documenten indienen of hebben ingediend, kunnen verzoeken zakengeheimen of andere vertrouwelijke informatie aan te wijzen. Alvorens deze informatie ter beschikking te stellen van de adressaat van haar voorlopige bevindingen, moet zij voor elk afzonderlijk document beoordelen of, met het oog op een doeltreffende uitoefening van het recht om te worden gehoord, de noodzaak om inzage te verlenen zwaarwegender is dan de schade die een dergelijke inzageverlening zou kunnen berokkenen aan de persoon die de informatie of documenten heeft ingediend,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Bij deze verordening worden voorschriften vastgesteld met betrekking tot de praktische regelingen voor:
inspecties uit hoofde van artikel 69 van Verordening (EU) 2022/2065 en toezichtsmaatregelen uit hoofde van artikel 72 van die verordening;
de uitoefening van het recht om te worden gehoord en de voorwaarden van openbaarmaking als bedoeld in artikel 79 van Verordening (EU) 2022/2065.
De overeenkomstig artikel 69, lid 2, punten f) en g), van Verordening (EU) 2022/2065 door de Commissie of de begeleidende personen gevraagde toelichting wordt alleen gegeven door gemachtigde vertegenwoordigers of personeelsleden van een aanbieder van een zeer groot onlineplatform, een aanbieder van zeer grote onlinezoekmachine of, indien van toepassing, andere personen als bedoeld in artikel 67, lid 1, van die verordening. De verstrekte toelichting kan door ambtenaren van de Commissie of begeleidende personen in welke vorm dan ook worden geregistreerd.
Na de inspectie wordt een kopie van een overeenkomstig lid 1 verrichte registratie ter beschikking gesteld van de aanbieder van een zeer groot onlineplatform, de aanbieder van een zeer grote onlinezoekmachine of een andere bij die inspectie betrokken persoon als bedoeld in artikel 67, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2065.
In gevallen waarin een vertegenwoordiger of een personeelslid als bedoeld in lid 1 om toelichting is verzocht en deze heeft gegeven, maar die vertegenwoordiger of dat personeelslid niet gemachtigd was om namens de aanbieder of de betrokken persoon toelichting te geven, stelt de Commissie vast binnen welke termijn de betrokken dienstverlener of persoon de Commissie in kennis kan stellen van eventuele correcties, wijzigingen of aanvullingen op de toelichtingen van die vertegenwoordiger of dat personeelslid. De correctie, wijziging of aanvulling wordt bij de overeenkomstig lid 1 van dit artikel geregistreerde toelichting gevoegd.
De mogelijkheid voor de aanbieder van een zeer groot onlineplatform, de aanbieder van een zeer grote onlinezoekmachine of, in voorkomend geval, andere personen als bedoeld in artikel 67, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2065 om de Commissie in kennis te stellen van correcties, wijzigingen of aanvullende informatie met betrekking tot overeenkomstig lid 3 gegeven toelichtingen doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de Commissie om geldboeten en dwangsommen op te leggen overeenkomstig respectievelijk de artikelen 74 en 76 van Verordening (EU) 2022/2065.