Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1219 van de Commissie van 17 mei 2023 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 wat betreft de toevoeging van Nigeria en Zuid-Afrika aan de tabel in punt I van de bijlage en de schrapping van Cambodja en Marokko uit die tabel (Voor de EER relevante tekst)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1219 van de Commissie van 17 mei 2023 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 wat betreft de toevoeging van Nigeria en Zuid-Afrika aan de tabel in punt I van de bijlage en de schrapping van Cambodja en Marokko uit die tabel (Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie(1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De Unie moet zorgen voor doeltreffende bescherming van de integriteit en de goede werking van haar financiële stelsel en van de interne markt tegen witwaspraktijken en terrorismefinanciering. Richtlijn (EU) 2015/849 bepaalt daarom dat de Commissie derde landen met een hoog risico moet identificeren die in hun regelgeving inzake de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (AML/CFT) strategische tekortkomingen vertonen die een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de Unie.

  2. In Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 van de Commissie(2) worden derde landen met een hoog risico geïdentificeerd die strategische tekortkomingen vertonen.

  3. Rekening houdend met de hoge mate van integratie van het internationale financiële stelsel, de nauwe banden tussen marktdeelnemers, het hoge aantal grensoverschrijdende transacties naar/vanuit de Unie en de mate waarin de markt is opengesteld, wordt ervan uitgegaan dat elke AML/CFT-bedreiging voor het internationale financiële stelsel ook een bedreiging vormt voor het financiële stelsel van de Unie.

  4. Overeenkomstig artikel 9, lid 4, van Richtlijn (EU) 2015/849 houdt de Commissie rekening met recent beschikbare informatie, met name de recente publieke verklaringen van de Financial Action Task Force (FATF), de FATF-lijst van rechtsgebieden onder verscherpt toezicht en de FATF-verslagen van de International Cooperation Review Group met betrekking tot de risico’s die uitgaan van afzonderlijke derde landen.

  5. Sinds de meest recente wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 heeft de FATF haar lijst van “rechtsgebieden onder verscherpt toezicht” geactualiseerd. Tijdens haar plenaire vergadering in februari 2023 heeft de FATF Nigeria en Zuid-Afrika aan die lijst toegevoegd en Cambodja en Marokko van die lijst geschrapt. Gezien deze wijzigingen heeft de Commissie een beoordeling uitgevoerd voor de identificatie van derde landen met een hoog risico overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn (EU) 2015/849.

  6. In februari 2023 heeft Nigeria een politieke toezegging op hoog niveau gedaan om samen te werken met de FATF en de Groupe Intergouvernemental d’Action contre le Blanchiment d’Argent en Afrique de l’Ouest (GIABA), de regionale tegenhanger van de FATF, om de doeltreffendheid van zijn AML/CFT-regelgeving te versterken. Sinds de goedkeuring van zijn wederzijdse evaluatierapport in augustus 2021 heeft Nigeria vooruitgang geboekt met een aantal van de in dat rapport aanbevolen maatregelen om zijn systeem te verbeteren, onder meer door zijn AML/CFT-wetgevingskader te verbeteren en zijn beoordeling van de inherente risico’s van witwassen/terrorismefinanciering/financiering van proliferatie te actualiseren, en heeft het zijn uitvoering van gerichte financiële sancties versterkt. Nigeria zal werken aan de uitvoering van zijn FATF-actieplan door het volgende te doen: 1) voltooien van zijn risicobeoordeling van resterende witwaspraktijken/terrorismefinanciering en actualisering van zijn nationale AML/CFT-strategie om te zorgen voor afstemming op andere nationale strategieën die relevant zijn voor basisdelicten met een hoog risico; 2) versterken van de formele en informele internationale samenwerking in overeenstemming met de risico’s van witwassen en terrorismefinanciering; 3) verbeteren van het op risico’s gebaseerde AML/CFT-toezicht op financiële instellingen en aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen, en verbeteren van de uitvoering van preventieve maatregelen voor sectoren met een hoog risico; 4) ervoor zorgen dat de bevoegde autoriteiten tijdig toegang hebben tot nauwkeurige en actuele informatie over uiteindelijk begunstigden met betrekking tot rechtspersonen, en toepassen van sancties voor inbreuken op verplichtingen inzake uiteindelijk begunstigden; 5) aantonen dat financiële inlichtingen beter worden verspreid door de financiële-inlichtingeneenheid en dat rechtshandhavingsinstanties er meer gebruik van maken; 6) aantonen dat het aantal onderzoeken en vervolgingen in verband met witwaspraktijken gestaag is toegenomen in overeenstemming met witwasrisico’s; 7) proactief opsporen van schendingen van de verplichtingen inzake de aangifte van valuta, opleggen van passende sancties en verzamelen van uitgebreide gegevens over bevroren, in beslag genomen, geconfisqueerde en afgestoten vermogensbestanddelen; 8) aantonen van een toename van het aantal onderzoeken en vervolgingen van verschillende soorten activiteiten ter financiering van terrorisme, in overeenstemming met de risico’s, en versterken van de samenwerking tussen instanties op het gebied van onderzoeken naar terrorismefinanciering; en 9) risicogebaseerde en gerichte voorlichting geven aan non-profitorganisaties over het risico van misbruik voor terrorismefinanciering en uitvoeren van risicogebaseerde monitoring voor de subgroep van non-profitorganisaties die het risico lopen te worden misbruikt voor terrorismefinanciering, zonder de legitieme activiteiten van non-profitorganisaties te verstoren of te ontmoedigen.

  7. In februari 2023 heeft Zuid-Afrika een politieke toezegging op hoog niveau gedaan om samen te werken met de FATF en de Groep witwasbestrijding van Zuidelijk en Oostelijk Afrika (ESAAMLG), de regionale tegenhanger van de FATF, om de doeltreffendheid van zijn AML/CFT-regelgeving te versterken. Sinds de vaststelling van zijn wederzijdse evaluatierapport in juni 2021 heeft Zuid-Afrika aanzienlijke vooruitgang geboekt met betrekking tot veel van de in dat rapport aanbevolen maatregelen om zijn systeem te verbeteren, onder meer door nationale AML/CFT-beleidsmaatregelen te ontwikkelen om grotere risico’s aan te pakken en het rechtskader voor terrorismefinanciering en gerichte financiële sancties onlangs te wijzigen. Zuid-Afrika zal werken aan de uitvoering van zijn FATF-actieplan door het volgende te doen: 1) aantonen van een gestage toename van het aantal uitgaande verzoeken om wederzijdse rechtshulp die onderzoeken naar witwassen/terrorismefinanciering en confiscatie van verschillende soorten activa helpen te vergemakkelijken, in overeenstemming met zijn risicoprofiel; 2) verbeteren van het risicogebaseerde toezicht op aangewezen niet-financiële ondernemingen en beroepen en aantonen dat alle AML/CFT-toezichthouders evenredige en doeltreffende sancties toepassen bij niet-naleving; 3) ervoor zorgen dat de bevoegde autoriteiten tijdig toegang hebben tot nauwkeurige en actuele informatie over uiteindelijk begunstigden met betrekking tot rechtspersonen en regelingen, en toepassen van sancties voor inbreuken door rechtspersonen op verplichtingen inzake uiteindelijk begunstigden; 4) aantonen van een gestage toename van het aantal verzoeken van rechtshandhavingsinstanties om financiële inlichtingen van het financiële-inlichtingencentrum voor zijn onderzoeken naar het witwassen van geld/terrorismefinanciering; 5) aantonen van een gestage toename van het aantal onderzoeken en vervolgingen van ernstige en complexe witwasactiviteiten over het volledige spectrum van activiteiten ter financiering van terrorisme, in overeenstemming met zijn risicoprofiel; 6) verbeteren van de identificatie, inbeslagneming en confiscatie van opbrengsten en hulpmiddelen over een breder spectrum van basismisdrijven, in overeenstemming met zijn risicoprofiel; 7) actualiseren van zijn risicobeoordeling inzake terrorismefinanciering om als input te dienen voor de uitvoering van een alomvattende nationale strategie ter bestrijding van terrorismefinanciering; en 8) waarborgen van de doeltreffende uitvoering van gerichte financiële sancties en aantonen van een doeltreffend mechanisme voor het identificeren van personen en entiteiten die voldoen aan de criteria voor binnenlandse aanwijzing.

  8. In haar beoordeling concludeert de Commissie derhalve dat Nigeria en Zuid-Afrika moeten worden beschouwd als derde landen die strategische tekortkomingen vertonen in hun AML/CFT-regelgeving die een aanzienlijke bedreiging vormen voor het financiële stelsel van de EU. Daarom moeten Nigeria en Zuid-Afrika worden toegevoegd aan de tabel in punt I van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 van de Commissie.

  9. De Commissie heeft de vooruitgang bij het aanpakken van de strategische tekortkomingen van Cambodja en Marokko geëvalueerd. Dit zijn landen die zijn opgenomen in Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675, maar in februari 2023 geschrapt uit de FATF-lijst van “rechtsgebieden onder verscherpt toezicht”.

  10. De FATF toonde zich verheugd over de aanzienlijke vooruitgang die Cambodja en Marokko hebben geboekt bij de verbetering van hun AML/CFT-regelgeving en constateerde dat deze landen wet- en regelgevingskaders hebben vastgesteld om de toezeggingen in hun respectieve actieplannen inzake de door de FATF vastgestelde strategische tekortkomingen na te komen. Cambodja en Marokko zijn daarom niet langer onderworpen aan het monitoringproces van de FATF in het kader van haar lopende wereldwijde AML/CFT-nalevingsproces en zij zullen met de vergelijkbare regionale organen blijven samenwerken om hun AML/CFT-regelgeving verder te versterken.

  11. Aangezien Cambodja en Marokko de doeltreffendheid van hun AML/CFT-regelgeving hebben versterkt en technische tekortkomingen hebben aangepakt om de toezeggingen in hun actieplannen inzake de door de FATF vastgestelde strategische tekortkomingen na te komen, leidt de beoordeling door de Commissie van de beschikbare informatie tot de conclusie dat Cambodja en Marokko niet langer strategische tekortkomingen vertonen in hun AML/CFT-regelgeving. Daarom moeten Cambodja en Marokko worden geschrapt uit de tabel in punt I van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675.

  12. Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De tabel in punt I van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 wordt vervangen door de tabel in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 mei 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula von der Leyen

BIJLAGE

„Nr.

Derde land met een hoog risico(1)

1

Afghanistan

2

Barbados

3

Burkina Faso

4

Kaaimaneilanden

5

Democratische Republiek Congo

6

Gibraltar

7

Haïti

8

Jamaica

9

Jordanië

10

Mali

11

Mozambique

12

Birma/Myanmar

13

Nigeria

14

Panama

15

Filipijnen

16

Senegal

17

Zuid-Afrika

18

Zuid-Sudan

19

Syrië

20

Tanzania

21

Trinidad en Tobago

22

Uganda

23

Verenigde Arabische Emiraten

24

Vanuatu

25

Jemen