Gezien Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012(1), en met name artikel 7, lid 15,
Overeenkomstig artikel 7, lid 11, van Verordening (EU) nr. 909/2014 is de regeling inzake geldboeten niet van toepassing op nalatige deelnemers die CTP’s zijn.
Artikel 19 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1229 van de Commissie(2), zoals thans van toepassing, voorziet in een specifiek mechanisme voor het innen en uitkeren door CTP’s van geldboeten (“sanctiemechanisme”) om ervoor te zorgen dat, met betrekking tot mislukte afwikkelingsoperaties bij geclearde transacties, wanneer CTP’s zichzelf tussen tegenpartijen stellen, aan CTP’s geen geldboeten worden opgelegd.
Door de veelheid aan betrokken partijen leidt de toepassing van het sanctiemechanisme door CTP’s echter tot operationele risico’s, technische complexiteit en kosten voor het innen en uitkeren van geldboeten voor mislukte afwikkelingsoperaties met betrekking tot geclearde transacties. Boeten voor mislukte afwikkelingsoperaties met betrekking tot geclearde transacties kunnen volledig worden berekend, toegepast, geïnd en uitgekeerd door CSD’s van en aan alle deelnemers die zijn geïdentificeerd in de door CTP’s ingediende afwikkelingsinstructies, overeenkomstig de artikelen 16, 17 en 18 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1229, net als alle andere geldboeten voor mislukte afwikkelingsoperaties met betrekking tot ongeclearde transacties.
Overeenkomstig artikel 2, punt 19, van Verordening (EU) nr. 909/2014 kan elke instelling, centrale tegenpartij, afwikkelende instantie, clearinginstelling, systeemexploitant, of clearinglid van een CTP als deelnemer worden aangemerkt.
Om de berekening, inning en uitkering van de geldboeten voor mislukte afwikkelingsinstructies met betrekking tot geclearde transacties die door CTP’s zijn ingediend te vergemakkelijken en tegelijkertijd de risico’s en de kosten in verband met die procedure te verminderen, moeten CSD’s overeenkomstig de artikelen 16, 17 en 18 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1229 de geldboeten in verband met afwikkelingsinstructies die CTP’s voor geclearde transacties indienen, berekenen, innen en onder hun relevante deelnemers uitkeren.
Wanneer CTP’s zich tussen tegenpartijen stellen, zou het nettobedrag van de geldboeten die CSD’s met betrekking tot door een CTP ingediende afwikkelingsinstructies moeten innen en uitkeren, normaliter gelijk zijn aan nul, aangezien de door de CTP ingediende afwikkelingsinstructies beide delen van de geclearde transacties vertegenwoordigen. In bepaalde gevallen, zoals een laattijdige levering van effecten aan een CTP op de voorgenomen afwikkelingsdatum waardoor de afwikkeling van de leveringsinstructies van de CTP onmogelijk wordt, of in geval van verschillen in de door verschillende CSD’s berekende geldboeten, kunnen onevenwichtige posities met betrekking tot geclearde transacties in de boeken van de CTP’s blijven en kan het nettobedrag van de bij CTP’s te innen of aan CTP’s uit te keren geldboeten verschillen van nul. In dergelijke gevallen moeten de CTP’s het resterende nettobedrag van geldboeten, in credit of debet, aan hun clearingleden kunnen toewijzen. CTP’s moeten daartoe in hun regels een passend mechanisme opnemen.
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1229 moet dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Om ervoor te zorgen dat de berekening van boeten voor mislukte afwikkelingsoperaties die plaatsvinden vóór de datum van toepassing van deze verordening, niet met terugwerkende kracht wordt beïnvloed, is het passend overgangsbepalingen op te nemen.
Om CTP’s en CSD’s in staat te stellen de nodige technologische aanpassingen door te voeren om naleving van het gewijzigde sanctiemechanisme te waarborgen, is het passend de toepassing van deze verordening uit te stellen.
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die in nauwe samenwerking met de leden van het Europees Stelsel van centrale banken zijn opgesteld en door de Europese Autoriteit voor effecten en markten bij de Commissie zijn ingediend.
De Europese Autoriteit voor effecten en markten heeft openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de potentiële hieraan gerelateerde kosten en baten geanalyseerd en het advies ingewonnen van de Stakeholdergroep effecten en markten, die overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad(3)is opgericht,