Verordening (EU) 2023/1782 van de Raad van 25 juli 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/2085 voor de oprichting van Gemeenschappelijke Ondernemingen in het kader van Horizon Europa wat de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” betreft (Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 187 en artikel 188, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement⁽¹⁾,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité⁽²⁾,

Overwegende hetgeen volgt:

Bij Verordening (EU) 2021/2085 van de Raad⁽³⁾ worden de Gemeenschappelijke Ondernemingen in het kader van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie dat is vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad⁽⁴⁾ (“Horizon Europa”), opgericht waaronder ook de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën”.
De Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” is gericht op duidelijk gedefinieerde thema’s, die de gehele Europese industrie in staat stellen de meest innovatieve technologieën voor elektronische componenten en systemen te ontwerpen, fabriceren en gebruiken.
Bij Verordening (EU) 2023/1781 van het Europees Parlement en de Raad⁽⁵⁾ wordt een kader vastgesteld om de veerkracht van de Unie op het gebied van halfgeleidertechnologie te vergroten, waarbij het halfgeleiderecosysteem van de Unie wordt versterkt door afhankelijkheden te verminderen, de digitale soevereiniteit te vergroten, investeringen te stimuleren, het vermogen, de beveiliging, het aanpassingsvermogen en de veerkracht van de toeleveringsketen van de Unie voor halfgeleiders te versterken en de samenwerking tussen de lidstaten, de Commissie en internationale strategische partners te intensiveren. Om de voorwaarden te scheppen die nodig zijn om de industriële innovatiecapaciteit van de Unie te versterken, wordt bij die verordening het initiatief Chips voor Europa (“het initiatief”) opgericht. Met het oog op de consistente uitvoering van het initiatief moet de bij artikel 28 van die verordening ingestelde Europese Raad voor halfgeleiders advies verstrekken aan de bij artikel 131 van Verordening (EU) 2021/2085 ingestelde raad van overheidsinstanties.
De in het kader van het initiatief ondersteunde werkzaamheden moeten worden gefinancierd uit Horizon Europa en uit het bij Verordening (EU) 2021/694 van het Europees Parlement en de Raad⁽⁶⁾ opgerichte programma Digitaal Europa en moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de regels van die programma’s.
Het initiatief heeft tot doel het concurrentievermogen en de veerkracht van de technologische en industriële basis van halfgeleiders te vergroten en tegelijkertijd de innovatiecapaciteit van het halfgeleiderecosysteem te versterken in de hele Unie, de afhankelijkheid van een beperkt aantal ondernemingen en geografische gebieden in derde landen te verminderen en haar capaciteit voor het ontwerpen en produceren, en het verpakken, hergebruiken en recyclen van geavanceerde halfgeleiders te versterken. Het initiatief moet die doelstellingen ondersteunen door de kloof tussen het geavanceerde onderzoeks- en innovatievermogen van de Unie en de duurzame industriële exploitatie daarvan te overbruggen. Het initiatief moet capaciteitsopbouw bevorderen om ontwerp, productie en systeemintegratie op het gebied van halfgeleidertechnologieën van de volgende generatie mogelijk te maken en moet de samenwerking tussen belangrijke spelers in de hele Unie te verbeteren, en zo de toeleverings- en waardeketens voor halfgeleiders in de Unie te versterken, belangrijke industriële sectoren te bedienen en nieuwe markten te creëren.
De in artikel 4, lid 2, punten a) tot en met d), van Verordening (EU) 2023/1781 bedoelde operationele doelstellingen van het initiatief (“operationele doelstellingen 1 tot en met 4”) moeten worden uitgevoerd aan de hand van werkzaamheden waarvoor wordt geput uit de sterke kennisbasis die is verworven met de bij Verordening (EU) nr. 561/2014 van de Raad⁽⁷⁾ opgerichte Gemeenschappelijke Onderneming Ecsel, die is vervangen door de Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën”. De Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën” moet worden hernoemd tot de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips”, via een instrument of procedure waarin Horizon Europa of het programma Digitaal Europa voorziet, en moet worden belast met het verlenen van financiële steun aan werkzaamheden die in het kader van het initiatief worden gefinancierd. Gedurende de looptijd van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” moet maximaal 2,875 miljard EUR worden besteed aan het initiatief. Van dat bedrag moet 1,450 miljard EUR bestemd zijn voor werkzaamheden voor capaciteitsopbouw voor de operationele doelstellingen 1 tot en met 4 en 1,425 miljard EUR voor onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden met betrekking tot de operationele doelstellingen 1 tot en met 4. Voorts moet 1,3 miljard EUR worden besteed aan onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden die niet onder het initiatief vallen.
De werkzaamheden die door de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” worden gefinancierd, moeten onder één enkel werkprogramma vallen, dat door de raad van bestuur van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips”, die is opgericht overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2021/2085 (“de raad van bestuur”), moet worden goedgekeurd. Het werkprogramma moet twee specifieke delen omvatten. Het eerste specifieke deel moet een onderafdeling bevatten over werkzaamheden voor capaciteitsopbouw voor de operationele doelstellingen 1 tot en met 4 en een onderafdeling over onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden met betrekking tot de operationele doelstellingen 1 tot en met 4. Het tweede specifieke deel moet worden gewijd aan onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden die niet onder het initiatief vallen.
Alle onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden, met inbegrip van die welke verband houden met het initiatief, moeten via Horizon Europa worden gefinancierd om de in artikel 2, punt 12, van Verordening (EU) 2021/2085 gedefinieerde strategische agenda voor onderzoek en innovatie uit te voeren. De onderafdeling die gewijd is aan werkzaamheden voor capaciteitsopbouw moet worden gefinancierd via het programma Digitaal Europa.
Het werkprogramma moet de voorwaarden voor toegang tot door de overheid gefinancierde infrastructuur, zoals proef- en testfaciliteiten en de kenniscentra, omvatten, ervoor zorgen dat deze openstaan voor een breed scala aan gebruikers en op transparante en niet-discriminerende basis en tegen marktvoorwaarden, of kosten plus een redelijke marge, toegang verlenen aan grote ondernemingen, terwijl kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en academische instellingen kunnen profiteren van een bevoorrechte toegang of lagere prijzen.
Voordat het werkprogramma wordt opgesteld, moet de raad van overheidsinstanties, rekening houdend met het advies van de particuliere leden teneinde de industriële relevantie van de in het werkprogramma beschreven activiteiten te waarborgen, en, in voorkomend geval, met het advies van de Europese Raad voor halfgeleiders en de input van andere relevante belanghebbenden, een overzicht geven van de specifieke delen en betrokken onderafdelingen, met inbegrip van de bijbehorende uitgavenramingen. Daartoe mogen in de raad van overheidsinstanties uitsluitend de Commissie en de lidstaten zitting hebben. Vervolgens moet de uitvoerend directeur van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” op basis van dit overzicht en de strategische agenda voor onderzoek en innovatie het werkprogramma opstellen voor beide specifieke delen en de betrokken onderafdelingen en de bijbehorende uitgavenramingen.
Alle vertegenwoordigers van de raad van bestuur moeten aan de opstelling van het werkprogramma en de desbetreffende besprekingen deelnemen, en moeten de nodige informatie ontvangen. Bij de goedkeuring van het werkprogramma door de raad van bestuur geldt dat het stemrecht voor de onderafdeling over werkzaamheden voor capaciteitsopbouw van het specifieke deel van het werkprogramma dat gewijd is aan de uitvoering van het initiatief, beperkt moet blijven tot de Commissie en de lidstaten. Voor de onderafdeling over onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden van het specifieke deel van het werkprogramma dat gewijd is aan de uitvoering van het initiatief moeten de Commissie en de lidstaten elk 45 % van de stemmen en de particuliere leden 10 % bezitten. De stemmen voor het specifieke deel van het werkprogramma dat gewijd is aan werkzaamheden met betrekking tot onderzoek en innovatie die niet onder het initiatief vallen, moeten gelijkelijk worden verdeeld tussen de Commissie, de deelnemende staten en de particuliere leden. Indien over een van de twee delen van het werkprogramma geen beslissing kan worden genomen, mag alleen het deel van het werkprogramma waarover positief is beslist worden goedgekeurd.
De raad van overheidsinstanties moet verantwoordelijk zijn voor de selectie van de voorstellen. Voor de selectie van voorstellen in verband met de uitvoering van het initiatief mogen in de raad van overheidsinstanties alleen de Commissie en de lidstaten zitting hebben.
De oproepen tot het indienen van voorstellen in het kader van het initiatief moeten openstaan voor verschillende juridische samenwerkingsvormen en andere deelnemers, en bij de selectie van financieringsvoorstellen mag geen specifieke juridische samenwerkingsvorm worden voorgeschreven. Om de uitvoering van de specifieke werkzaamheden van het initiatief, zoals het ontwerpplatform of de proeflijnen, te vergemakkelijken, kan overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) 2023/1781 een Europees consortium voor chipinfrastructuur (European chips infrastructure consortium — ECIC) worden ingesteld. Aan een ECIC moeten ten minste drie leden deelnemen, namelijk lidstaten of publieke of private juridische entiteiten uit ten minste drie lidstaten, of een combinatie daarvan, waarmee een zo Uniebreed mogelijke vertegenwoordiging wordt nagestreefd.
Aangezien de in het kader van het initiatief ondersteunde en door de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” uitgevoerde werkzaamheden worden gefinancierd uit de programma’s Horizon Europa en Digitaal Europa, moet de financiële bijdrage van de Unie aan de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” dienovereenkomstig worden verhoogd. De administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” moeten daarnaast in overeenstemming met de uitbreiding van de operationele taken worden verhoogd. De deelnemende staten hoeven niet bij te dragen in de administratieve kosten. De particuliere leden hoeven niet bij te dragen in de aanvullende administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips”, aangezien hun stemrecht voor het deel van het werkprogramma dat bestemd is voor het initiatief beperkt is tot de onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden.
Deelnemende staten moeten bij uitzondering de sinds 8 februari 2022 geleverde financiële bijdragen kunnen rapporteren, op voorwaarde dat de overeenkomstige nationale activiteiten voldoen aan met name deze verordening en aan de doelstelling om in de hele Unie bestaande proeflijnen te verbeteren en nieuwe geavanceerde proeflijnen te ontwikkelen; sommige deelnemende staten zijn immers begonnen met de uitvoering van deze werkzaamheden voor capaciteitsopbouw nadat de Commissie, vanwege de politieke urgentie om te reageren op de ernst van de chipcrisis, het voorstel voor Verordening (EU) 2023/1781 had ingediend. De onderliggende kosten van deze activiteiten moeten onder bepaalde voorwaarden subsidiabel zijn, met name de voorwaarde dat de voorstellen door de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” zijn beoordeeld en geselecteerd.
Financiële steun voor activiteiten in het kader van het programma Digitaal Europa moet voldoen aan Verordening (EU) 2021/694.
Aangezien de doelstelling van deze verordening, namelijk de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips”, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.
Verordening (EU) 2021/2085 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Opdat, ter verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening, zo snel mogelijk met de uitvoering ervan kan worden begonnen, moet deze verordening met spoed in werking treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) 2021/2085 wordt als volgt gewijzigd:

In de gehele verordening worden de woorden “Gemeenschappelijke Onderneming “Digitale sleuteltechnologieën”” vervangen door “Gemeenschappelijke Onderneming “Chips””.
In artikel 2 worden de punten 2, 3 en 4 worden vervangen door:
1. “oprichtend lid”: een juridische entiteit die gevestigd is in een lidstaat of in een land dat met Horizon Europa of, indien van toepassing, met het programma Digitaal Europa is geassocieerd, dan wel een internationale organisatie die volgens deze verordening of volgens de bijlagen bij deze verordening lid is van een Gemeenschappelijke Onderneming;
2. “geassocieerd lid”: een juridische entiteit die gevestigd is in een lidstaat of in een land dat met Horizon Europa, of, indien van toepassing, met het programma Digitaal Europa is geassocieerd, dan wel een internationale organisatie die toetreedt tot een gemeenschappelijke onderneming door ondertekening van een verbintenisbrief als bedoeld in artikel 6, lid 3, en het lidmaatschap moet worden goedgekeurd overeenkomstig artikel 7;
3. “deelnemende staat”: een lidstaat die of een met Horizon Europa of, indien van toepassing, met het programma Digitaal Europa geassocieerd land dat toetreedt tot een Gemeenschappelijke Onderneming na kennisgeving van deelname aan de werkzaamheden van een Gemeenschappelijke Onderneming door middel van een verbintenisbrief;”.
In artikel 3 wordt lid 3 vervangen door:
“3.
Gelet op de looptijd van Horizon Europa en, indien van toepassing, het programma Digitaal Europa, worden oproepen tot het indienen van voorstellen in het kader van een Gemeenschappelijke Onderneming uiterlijk op 31 december 2027 bekendgemaakt. In goed gemotiveerde gevallen kunnen oproepen tot het indienen van voorstellen uiterlijk op 31 december 2028 bekendgemaakt worden.”
.
Aan artikel 4, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:
“De Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” draagt ook bij tot het bereiken van de algemene doelstelling bedoeld in artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) 2023/1781 van het Europees Parlement en de Raad^(*), de operationele doelstellingen bedoeld in artikel 4, lid 2, punten a) tot en met d), van Verordening (EU) 2023/1781 (“operationele doelstellingen 1 tot en met 4”), alsook tot het bereiken van de algemene doelstellingen van het programma Digitaal Europa, zoals vastgesteld in artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2021/694.
In artikel 10 worden de leden 2 en 3 vervangen door:
“2.
De in deel II bepaalde bijdrage van de Unie kan worden verhoogd met bijdragen van derde landen die zijn geassocieerd met Horizon Europa, in overeenstemming met artikel 16, lid 5, van de verordening Horizon Europa en, indien van toepassing, met het programma Digitaal Europa, overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt d), van Verordening (EU) 2021/694, op voorwaarde dat het totale bedrag waarmee de bijdrage van de Unie wordt verhoogd, wordt aangevuld met een minstens even hoge bijdrage van de andere leden dan de Unie of van de samenstellende of verbonden entiteiten van deze leden.
3.
De bijdrage van de Unie wordt betaald uit de kredieten in de algemene begroting van de Unie die zijn toegewezen aan het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa en, indien van toepassing, aan het programma Digitaal Europa, zulks overeenkomstig artikel 62, lid 1, punt c), iv), en artikel 154 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 als het gaat om organen als bedoeld in artikel 71 van die verordening.”
.
In artikel 12, lid 1, worden de tweede en derde alinea vervangen door:
“Behalve de criteria in artikel 22 van de verordening Horizon Europa of in het geval van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips”, in artikel 18 van Verordening (EU) 2021/694, kan het werkprogramma in een bijlage criteria bevatten voor het wel of niet in aanmerking nemen van aanvragen voor lidmaatschap van nationale juridische entiteiten.
De Gemeenschappelijke Onderneming beoordeelt de voorstellen van elke deelnemende staat overeenkomstig de verordening Horizon Europa, en indien van toepassing, Verordening (EU) 2021/694.”.
In artikel 29 wordt lid 2 vervangen door:
“2.
De vastleggingen in de begroting van de in artikel 3, lid 1, punten b), d), g) en h), genoemde Gemeenschappelijke Ondernemingen mogen in jaarlijkse termijnbedragen worden verdeeld. Tot en met 31 december 2024 mag het totale bedrag van deze vastleggingen in termijnbedragen niet hoger liggen dan 50 % van de maximale bijdrage van de Unie die is bepaald in artikel 10. Vanaf januari 2025 wordt ten minste 20 % van de totale begroting voor de resterende jaren niet langer gedekt door jaarlijkse termijnbedragen.”
.
Artikel 126 wordt als volgt gewijzigd:
1. lid 1 wordt gewijzigd als volgt:
  1. punt b) wordt vervangen door:
    1. leiderschap van de Unie tot stand brengen op het gebied van wetenschappelijke excellentie en innovatie ten aanzien van opkomende componenten en systeemtechnologieën, waaronder werkzaamheden met een laag niveau van technologische gereedheid (Technology Readiness Level — TRL), actieve deelname van kleine en middelgrote ondernemingen stimuleren, die, voor alle onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden, met inbegrip van die met betrekking tot het bij Verordening (EU) 2023/1781 ingestelde initiatief Chips voor Europa, ten minste een derde van het totale aantal deelnemers aan werkzaamheden onder contract moeten vertegenwoordigen en ten minste 20 % van de overheidsfinanciering moeten ontvangen;”;
  2. het volgende punt wordt toegevoegd:
    1. grootschalige technologische capaciteitsopbouw verwezenlijken en daarmee verband houdende onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden in de gehele waardeketen voor halfgeleiders van de Unie ondersteunen, ten behoeve van de ontwikkeling en toepassing van ultramoderne halfgeleidertechnologieën, halfgeleidertechnologieën van de volgende generatie en ultramoderne kwantumtechnologieën, en ter innovatie van bestaande technologieën, waarmee dan de geavanceerde ontwerp-, systeemintegratie- en chipproductiecapaciteit in de Unie wordt versterkt, waardoor het concurrentievermogen van de Unie wordt vergroot en er wordt bijgedragen tot de verwezenlijking van de groene en de digitale transitie, met name door de klimaateffecten van elektronische systemen te verminderen, de duurzaamheid van chips van de volgende generatie te verbeteren en de processen van de circulaire economie te versterken, bij te dragen aan hoogwaardige banen binnen het halfgeleiderecosysteem, en “beveiliging door ontwerp”-beginselen in acht te nemen die bescherming bieden tegen cyberdreigingen.”;
2. aan lid 2 worden de volgende punten toegevoegd:
  1. het opbouwen van geavanceerde ontwerpcapaciteit voor geïntegreerde halfgeleidertechnologieën;
  2. het ontwikkelen van nieuwe en het versterken van bestaande geavanceerde proeflijnen in de hele EU verbeteren, zodat ultramoderne halfgeleidertechnologieën, halfgeleidertechnologieën van de volgende generatie en ultramoderne kwantumtechnologieën kunnen worden ontwikkeld en uitgerold;
  3. het opbouwen van geavanceerde technologische en technische capaciteit om de innovatieve ontwikkeling van geavanceerde kwantumchips en bijbehorende halfgeleidertechnologieën te versnellen;
  4. het oprichten van een netwerk van kenniscentra in de hele Unie door bestaande faciliteiten te versterken of nieuwe op te richten.”.
Artikel 128 wordt vervangen door:
1.
De financiële bijdrage van de Unie aan de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips”, met inbegrip van EER-kredieten, bedraagt tot 4 175 000 000 EUR, waarvan ten hoogste 62 287 000 EUR bestemd is voor administratieve kosten, en is als volgt verdeeld:

tot 2 725 000 000 EUR uit Horizon Europa;

tot 1 450 000 000 EUR uit het programma Digitaal Europa.
2.
De in lid 1, punt a), van dit artikel genoemde financiële bijdrage van de Unie wordt gebruikt voor de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” om financiële steun te verlenen aan werkzaamheden onder contract of indirecte acties als omschreven in artikel 2, punt 43, van de verordening Horizon Europa, overeenkomstig de onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips”, met inbegrip van onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden met betrekking tot de operationele doelstellingen 1 tot en met 4.

3.
De in lid 1, punt b), bedoelde financiële bijdrage van de Unie wordt gebruikt voor werkzaamheden voor capaciteitsopbouw voor de operationele doelstellingen 1 tot en met 4.

4.
De in lid 1, punt b), bedoelde financiële bijdrage van de Unie bedraagt niet meer dan 50 % van de totale kosten van de werkzaamheden voor capaciteitsopbouw.

5.
De toegang tot capaciteiten die voortvloeien uit de uitvoering door de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” van de operationele doelstellingen 1 tot en met 4, staat open voor een breed scala aan gebruikers in de hele Unie en wordt verleend op transparante en niet-discriminerende basis die rechtstreeks evenredig is met de financiële bijdrage van de Unie aan de totale kosten van die activiteiten.”
.
In artikel 129 worden de leden 3 en 4 vervangen door:
“3.
In afwijking van artikel 28, lid 4, leveren de particuliere leden een financiële bijdrage tot 26 331 000 EUR aan de administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips”, of zorgen zij ervoor dat hun samenstellende en verbonden entiteiten een dergelijke bijdrage leveren. Het aandeel van de particuliere leden in de collectieve bijdrage op jaarbasis voor administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” bedraagt 30 %.
4.
De in lid 1 van dit artikel bedoelde bijdragen bestaan uit de bijdragen die zijn vastgelegd in artikel 11, lid 3. Bij uitzondering mogen de deelnemende staten in afwijking van artikel 11, lid 3, financiële bijdragen rapporteren die sinds 8 februari 2022 zijn geleverd. De onderliggende kosten van de daarmee verband houdende werkzaamheden kunnen vanaf die datum als subsidiabel worden beschouwd, zelfs indien ze zijn gemaakt vóór de indiening van de subsidieaanvraag, mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
1. de werkzaamheden voldoen aan deze verordening;
2. de werkzaamheden dragen bij tot de verwezenlijking van de in artikel 126, lid 2, punt h), genoemde doelstelling, en de daarmee verband houdende gemaakte kosten bestaan uit kapitaaluitgaven;
3. de subsidieaanvragen worden beoordeeld en geselecteerd door de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” overeenkomstig artikel 12, lid 1;
4. de werkzaamheden worden nog steeds uitgevoerd op het moment dat de subsidie wordt toegekend;
5. de bijdrage van de deelnemende staat in deze kosten wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van de in artikel 133, leden 2 en 3, en in artikel 136, lid 1, bedoelde stemrechten van de deelnemende staten;
6. de bijdrage van de deelnemende staat in die kosten bedraagt niet meer dan 25 % van de totale financiële bijdrage van die deelnemende staat voor de activiteiten die bijdragen tot de in artikel 126, lid 2, punt h), bedoelde doelstelling.
5.
De in lid 2 van dit artikel bedoelde bijdragen bestaan uit de bijdragen die zijn vastgelegd in artikel 11, lid 1, met inbegrip van ten minste 90 % aan bijdragen als vastgelegd in artikel 11, lid 1, punt a).”
.
In artikel 133 wordt het volgende lid ingevoegd:
“3 bis.
In afwijking van lid 1 betrekt de raad van bestuur alleen de Commissie en de lidstaten bij de stemming over de onderafdeling over werkzaamheden voor capaciteitsopbouw van het specifieke deel van het werkprogramma dat gewijd is aan de uitvoering van het initiatief Chips voor Europa. De Commissie heeft 50 % van de stemmen. Voor de onderafdeling over onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden van het specifieke deel van het werkprogramma dat gewijd is aan de uitvoering van het initiatief Chips voor Europa bezitten de Commissie en de lidstaten elk 45 % van de stemrechten en de particuliere leden 10 %. De leden 2 en 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de stemrechten van de lidstaten. Alle vertegenwoordigers van de raad van bestuur nemen deel aan de opstelling van dat specifieke deel van het werkprogramma.”
.
Het volgende artikel wordt ingevoegd:

1.
Naast artikel 24, lid 2, is Verordening (EU) 2021/694 van toepassing op de werkzaamheden die door de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” in het kader van de het programma Digitaal Europa worden gefinancierd.

2.
Het werkprogramma en de oproepen tot het indienen van voorstellen van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” worden gepubliceerd op de website van het programma Digitaal Europa.

3.
Ex-postaudits van uitgaven voor uit de begroting van het programma Digitaal Europa gefinancierde activiteiten worden door de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” uitgevoerd overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) 2021/694.”

.
Artikel 134 wordt vervangen door:

1.
Voor uit Horizon Europa gefinancierde werkzaamheden kan in afwijking van artikel 17, lid 2, punt l), van deze verordening op verzoek van de Commissie en na goedkeuring door de raad van overheidsinstanties de deelname aan specifieke werkzaamheden worden beperkt overeenkomstig artikel 22, lid 5, van de verordening Horizon Europa.

2.
Voor uit het programma Digitaal Europa gefinancierde werkzaamheden kan op verzoek van de Commissie en na goedkeuring door de raad van overheidsinstanties de deelname aan specifieke werkzaamheden worden beperkt overeenkomstig artikel 12, lid 6, en artikel 18 van Verordening (EU) 2021/694.

3.
De oproepen tot het indienen van voorstellen in het specifieke deel van het werkprogramma dat gewijd is aan het initiatief Chips voor Europa staan open voor verschillende juridische vormen van samenwerking en voor andere deelnemers. Bij de selectie van financieringsvoorstellen wordt geen specifieke juridische samenwerkingsvorm voorgeschreven. Werkzaamheden kunnen ook worden uitgevoerd door juridische entiteiten die samenwerken binnen een consortium dat is gestructureerd als een Europees consortium voor chipinfrastructuur (European chip infrastructure consortium — ECIC) overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) 2023/1781. In het specifieke deel van het werkprogramma dat gewijd is aan het initiatief Chips voor Europa is bepaald dat, wanneer een ECIC financiering aanvraagt voor specifieke werkzaamheden, het ECIC zelf, en niet de individuele entiteiten die het ECIC vormen, de aanvrager is.”

.
het volgende artikel wordt ingevoegd:

In afwijking van artikel 19, lid 4, punt c), stelt de uitvoerend directeur van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” het werkprogramma van de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” op, op basis van het in artikel 137, punt a bis), bedoelde, door de raad van overheidsinstanties opgestelde overzicht en van de strategische agenda voor onderzoek en innovatie, en legt hij dat werkprogramma ter goedkeuring voor aan de raad van bestuur.”

.
Artikel 136 wordt als volgt gewijzigd:
1. lid 2 wordt vervangen door:
  “2.
  Voor de toepassing van artikel 134, leden 1 en 2, hebben in de raad van overheidsinstanties uitsluitend de lidstaten zitting. Lid 1 van dit artikel is van overeenkomstige toepassing.”
  ;
2. het volgende lid wordt ingevoegd:
  “2 bis.
  Voor de toepassing van artikel 137, punt a bis), en voor de selectie van voorstellen die betrekking hebben op de uitvoering van het initiatief Chips voor Europa overeenkomstig artikel 137, punt d), hebben in de raad van overheidsinstanties alleen de Commissie en de lidstaten zitting. Lid 1 van dit artikel is van overeenkomstige toepassing.”
  .
Artikel 137 wordt als volgt gewijzigd:
1. het volgende punt wordt ingevoegd:
  - geeft, voordat elk werkprogramma wordt opgesteld, rekening houdend met het advies van de particuliere leden en, indien passend, van de bij artikel 28 van Verordening (EU) 2023/1781 opgerichte Europese Raad voor halfgeleiders en met de input van andere relevante belanghebbenden, een overzicht van twee specifieke delen van het werkprogramma waaronder de bijbehorende uitgavenramingen, waarvan het eerste een onderafdeling over werkzaamheden voor capaciteitsopbouw voor de operationele doelstellingen 1 tot en met 4 omvat, alsook een onderafdeling over onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden met betrekking tot de operationele doelstellingen 1 tot en met 4, met inbegrip van voorwaarden voor toegang tot door de overheid gefinancierde infrastructuur, en waarvan het tweede gewijd is aan onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden die niet onder het initiatief Chips voor Europa vallen;”;
2. punt d) wordt vervangen door:
  1. selecteert voorstellen overeenkomstig artikel 12, lid 1, en artikel 17, lid 2, punt u);”;
3. het volgende punt wordt toegevoegd:
  1. beveelt indien nodig aan dat een ECIC corrigerende maatregelen neemt, zoals een wijziging van zijn statuten, wanneer het ECIC een nieuw lidmaatschap weigert zonder daarvoor voldoende redenen te geven op basis van de eerlijke en redelijke voorwaarden die in de statuten zijn vastgelegd, wanneer een lidstaat deze zaak onder de aandacht van de raad van overheidsinstanties brengt.”.
Artikel 141 wordt vervangen door:

1.
de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” kan voor werkzaamheden onder contract die in het kader van Horizon Europa worden gefinancierd overeenkomstig artikel 17, lid 2, van de verordening Horizon Europa en in afwijking van artikel 34 van diezelfde verordening, en voor werkzaamheden die in het kader van het programma Digitaal Europa worden gefinancierd, binnen werkzaamheden verschillende financieringspercentages toepassen wat de financiering van de Unie betreft, afhankelijk van het soort deelnemer, met name kleine en middelgrote ondernemingen en juridische entiteiten zonder winstoogmerk, en het soort werkzaamheden. De financieringspercentages worden in het werkprogramma genoemd.

2.
In afwijking van lid 1 van dit artikel en artikel 34 van de verordening Horizon Europa worden onderzoeks- en innovatiewerkzaamheden tot en met TRL 4 door de Unie gefinancierd voor 100 % van de totale subsidiabele kosten.

3.
In afwijking van artikel 22, lid 2, van de verordening Horizon Europa of artikel 18 van Verordening (EU) 2021/694 komt een kenniscentrum of een zelfstandig optredende entiteit bestaande uit ten minste drie onafhankelijke juridische entiteiten die gevestigd zijn in ten minste drie verschillende deelnemende staten, waarvan ten minste één een lidstaat is, in aanmerking voor deelname aan oproepen tot het indienen van voorstellen die uit hoofde van artikel 134, lid 4, van deze verordening door de Gemeenschappelijke Onderneming “Chips” worden gefinancierd, mits deze afwijking naar behoren wordt gemotiveerd in de beschrijving van relevante onderwerpen in het werkprogramma.”

.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 juli 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

L. Planas Puchades