Deze verordening is van toepassing op de verkopen en overdrachten door in de Unie gevestigde kredietinstellingen van overeenkomstig artikel 47 bis van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad(11) als niet-renderende blootstellingen aangemerkte kredietovereenkomsten die door die kredietinstellingen worden aangehouden in hun bankportefeuille en niet in hun handelsportefeuille zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 86, van Verordening (EU) nr. 575/2013 en die voldoen aan de tijdscriteria van artikel 16, lid 7, van Richtlijn (EU) 2021/2167.
Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2083 van de Commissie van 26 september 2023 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van artikel 16, lid 1, van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de templates die kredietinstellingen moeten gebruiken voor het aan kopers verstrekken van informatie over hun kredietblootstellingen in de bankportefeuille (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2083 van de Commissie van 26 september 2023 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van artikel 16, lid 1, van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de templates die kredietinstellingen moeten gebruiken voor het aan kopers verstrekken van informatie over hun kredietblootstellingen in de bankportefeuille (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU(1), en met name artikel 16, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
Voordat zij een niet-renderende kredietovereenkomst kopen, moeten potentiële kopers per kredietovereenkomst toegang krijgen tot gedetailleerde informatie over de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, de tegenpartij, de zekerheid, de garanties, de juridische en uitwinningsprocedures en de invorderings- en aflossingsgeschiedenis. Standaardisering van die informatie door middel van gemeenschappelijke templates, gegevensvelden, definities en kenmerken moet de verkoop van niet-renderende kredietovereenkomsten op secundaire markten vergemakkelijken en moet zorgen voor lagere toetredingsdrempels voor kleine kredietinstellingen en kleinere beleggers die transacties met betrekking tot niet-renderende kredietovereenkomsten willen aangaan.
Kredietinstellingen moeten bij de verkoop of overdracht van niet-renderende kredietovereenkomsten die in een te verkopen of over te dragen portefeuille zijn opgenomen, gebruikmaken van transactiegegevenstemplates voor niet-renderende kredietovereenkomsten om potentiële kopers van alle nodige informatie te voorzien en hen zo in staat te stellen de waarde van de rechten van de kredietgever krachtens de niet-renderende kredietovereenkomst, of van de niet-renderende kredietovereenkomst zelf, en de kans op inning van de waarde ervan naar behoren te beoordelen. Tevens zou het gebruik van zulke gegevenstemplates bij kredietovereenkomsten de informatieasymmetrieën tussen potentiële kopers en verkopers van kredietovereenkomsten verminderen en zo bijdragen tot de ontwikkeling van een goed werkende secundaire markt in de Unie. Kredietinstellingen moeten de templates gebruiken wanneer bij de verkoop of overdracht van dergelijke kredietovereenkomsten de in het kader van de betrokken kredietovereenkomst geregistreerde kredietverlener wordt gewijzigd.
Om potentiële kopers alle informatie te verstrekken die zij nodig hebben om een weloverwogen besluit te nemen, moeten kredietinstellingen transactiegegevenstemplates gebruiken voor overdrachten van niet-renderende kredietovereenkomsten, met inbegrip van overdrachten aan andere kredietinstellingen. De gegevenstemplates moeten in verhouding staan tot de aard en de omvang van de kredieten en kredietportefeuilles. Om die reden moet die verplichting alleen gelden voor overdrachten van niet-renderende kredietovereenkomsten en niet voor complexe transacties die een niet-renderende kredietovereenkomst omvatten. Kredietinstellingen hoeven die templates niet te gebruiken in het geval van complexe transacties, bij de verkoop of overdracht van andere soorten contracten, waaronder kredietverzuimswaps, total-returnswaps en andere derivatencontracten, verzekeringscontracten en subparticipatiecontracten met betrekking tot niet-renderende kredietovereenkomsten, en bij de overdracht van niet-renderende kredietovereenkomsten op grond van dergelijke contracten.
Om dezelfde reden hoeven kredietinstellingen de transactiegegevenstemplates voor kredietovereenkomsten niet te gebruiken bij de verkoop of overdracht van effecten, derivaten of andere financiële instrumenten die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad(2) vallen, bij effectenfinancieringstransacties, met uitzondering van margeleningstransacties, zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 10, van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad(3), bij financiële of andere leases van roerende of onroerende goederen die niet onder Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad(4) vallen, en bij de verkoop of overdracht van rechten uit hoofde van dergelijke instrumenten, transacties of leases.
Om de verwerkingskosten overeenkomstig artikel 16, lid 4, punt d), van Richtlijn (EU) 2021/2167 voor kredietinstellingen en kredietkopers tot een minimum te beperken, hoeven kredietinstellingen de transactiegegevenstemplates niet te gebruiken bij het vervreemden van niet-renderende kredietovereenkomsten door middel van securitisatie, waarbij Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad(5) van toepassing is en de desbetreffende informatie moet worden verstrekt overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1224 van de Commissie(6) en Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1225 van de Commissie(7).
Om dezelfde reden hoeven kredietinstellingen de transactiegegevenstemplates voor niet-renderende leningen niet te gebruiken wanneer de verkoop van dergelijke leningen deel uitmaakt van de verkoop van bijkantoren, de verkoop van bedrijfsonderdelen of de verkoop van portefeuilles van cliënten die niet alleen bestaan uit niet-renderende leningen, of voor overdrachten van dergelijke leningen in het kader van een lopende herstructureringsoperatie van de verkopende kredietinstelling in het kader van een insolventie-, afwikkelings- of liquidatieprocedure.
Om het evenredigheidsbeginsel in acht te nemen, moet de in de transactiegegevenstemplates voor niet-renderende kredietovereenkomsten op te nemen informatie verschillen naargelang de aard en de omvang van de niet-renderende kredietovereenkomsten, en moet worden gespecificeerd welke gegevensvelden moeten worden ingevuld en in welke omstandigheden het niet verplicht is bepaalde gegevensvelden in te vullen. Om dezelfde reden mogen kredietinstellingen niet verplicht worden om voor bepaalde transacties alle gegevensvelden in de transactiegegevenstemplates in te vullen. Tot dergelijke transacties moeten behoren de verkoop of overdracht van: 1) één enkele niet-renderende kredietovereenkomst, 2) meerdere niet-renderende kredietovereenkomsten met één enkele kredietnemer, 3) niet-renderende kredietovereenkomsten die deel uitmaken van overeenkomsten inzake gesyndiceerde kredietfaciliteiten, 4) niet-renderende kredietovereenkomsten met een buiten de Unie gevestigde kredietnemer, 5) niet-renderende kredietovereenkomsten die zijn verworven van een entiteit die geen kredietinstelling is, aangezien kredietinstellingen in dergelijke situaties mogelijk niet over alle informatie beschikken die nodig is om alle gegevensvelden in te vullen, 6) niet-renderende kredietovereenkomsten aan natuurlijke personen, wanneer die transacties betrekking hebben op kleine ongedekte kredietovereenkomsten die buiten het toepassingsgebied van Richtlijn 2008/48/EG vallen. Die benadering moet ook worden gevolgd in het geval van een verkoop of overdracht van niet-renderende kredietovereenkomsten tussen kredietinstellingen die tot dezelfde groep behoren.
Om potentiële kopers van niet-renderende kredietovereenkomsten in staat te stellen een financieel boekenonderzoek (due diligence) uit te voeren en niet-renderende kredietovereenkomsten te waarderen voordat zij een koop-verkooptransactie aangaan en voordat zij zich tot een specifieke prijs verbinden, moeten kredietinstellingen die potentiële kopers vroeg genoeg in het verkoopproces alle nodige informatie verstrekken. Gezien de mate van gedetailleerdheid van dergelijke informatie en de daaraan verbonden gevolgen voor de vertrouwelijkheid, mogen kredietinstellingen dergelijke informatie echter alleen verstrekken aan potentiële kopers met een oprechte belangstelling in de aankoop van de betrokken niet-renderende kredietovereenkomsten. Om redenen van gegevensbescherming mag het kredietinstellingen alleen worden toegestaan persoonsgegevens te verstrekken wanneer personen met een niet-renderende kredietovereenkomst moeten worden geïdentificeerd. Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad(8) is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van deze uitvoeringsverordening.
Informatie die potentiële kopers van niet-renderende kredietovereenkomsten nodig hebben met het oog op financieel boekenonderzoek (due diligence) en op de waardering van die kredietovereenkomsten, kan elementen bevatten die de kredietinstellingen op basis van wettelijke vertrouwelijkheidsvereisten of commerciële overwegingen vertrouwelijk achten. Kredietinstellingen moeten daarom bepalen welke gegevensvelden als vertrouwelijk moeten worden beschouwd en moeten ervoor zorgen dat alle vertrouwelijke informatie via veilige kanalen wordt gedeeld en pas nadat door de kredietinstelling en de potentiële koper passende vertrouwelijkheidsregelingen zijn getroffen. Dergelijke veilige kanalen kunnen elektronische virtuele datarooms zijn die door de kredietinstellingen zijn opgezet om potentiële kopers toegang te verlenen tot de nodige informatie. Kredietinstellingen moeten ervoor zorgen dat dergelijke virtuele datarooms voldoen aan de toepasselijke sectorale normen voor vertrouwelijkheid en gegevensbeveiliging.
Om de uitwisseling van informatie te vergemakkelijken, moeten kredietinstellingen de informatie in een elektronisch en machineleesbaar formaat verstrekken, tenzij de kredietinstelling en de potentiële koper anders overeenkomen. Wanneer kredietinstellingen ter wille van het verkoop- of overdrachtsproces van niet-renderende kredietovereenkomsten gebruikmaken van elektronische veilingplatforms of elektronische transactieplatforms, kunnen die platforms specifieke eisen stellen aan het elektronische en machineleesbare formaat.
Kredietinstellingen kunnen bij de onderhandelingen over een verkoop- of overdrachtstransactie met potentiële kopers overeenkomen om aanvullende informatie over niet-renderende kredietovereenkomsten te verstrekken die verder gaat dan wat op grond van gegevenstemplates vereist is. Daarom moeten de templates zo worden ontworpen dat zij dergelijke aanvullende gegevensvelden kunnen omvatten. Dergelijke aanvullende informatie mag in de regel geen aanvullende persoonsgegevens bevatten, in overeenstemming met de beginselen van minimale gegevensverwerking en gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen.
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de Europese Bankautoriteit (EBA) bij de Commissie heeft ingediend. De EBA heeft open publieke raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de mogelijke kosten en baten geanalyseerd en heeft het advies van de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad(9) opgerichte Stakeholdergroep bankwezen ingewonnen.
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad(10) over deze uitvoeringsverordening geraadpleegd en heeft op 25 juli 2023 advies uitgebracht,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Toepassingsgebied
Deze verordening is niet van toepassing op:
-
verkopen van niet-renderende kredietovereenkomsten in het kader van de verkoop van bijkantoren, de verkoop van bedrijfsonderdelen of de verkoop van portefeuilles van cliënten die niet alleen bestaan uit niet-renderende kredietovereenkomsten, en overdrachten van niet-renderende kredietovereenkomsten in het kader van een lopende herstructurering van de verkopende kredietinstelling binnen een insolventie-, afwikkelings- of liquidatieprocedure;
-
verkopen of overdrachten van niet-renderende kredietovereenkomsten door middel van securitisatie, waarbij Verordening (EU) 2017/2402 van toepassing is en de desbetreffende informatie moet worden verstrekt overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1224 en Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1225;
-
verkopen of overdrachten van niet-renderende kredietovereenkomsten uit hoofde van kredietverzuimswaps, total-returnswaps en andere derivatencontracten, verzekeringscontracten en subparticipatiecontracten;
-
verkopen of overdrachten van niet-renderende kredietovereenkomsten krachtens een financiëlezekerheidsovereenkomst zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt a), van Richtlijn 2002/47/EG van het Europees Parlement en de Raad(12) of een transactie die een effectenfinancieringstransactie zou zijn zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 139, van Verordening (EU) nr. 575/2013.
Artikel 2 Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
-
“koper”: een kredietkoper, of een kredietinstelling die een niet-renderende kredietovereenkomst ontvangt bij een transactie met een andere kredietinstelling;
-
“tegenpartij”: een kredietnemer of een protectiegever uit hoofde van de niet-renderende kredietovereenkomst die wordt verkocht of overgedragen;
-
“protectiegever”: protectiegever zoals gedefinieerd in artikel 1, punt 13, van Verordening (EU) 2016/867 van de Europese Centrale Bank(13);
-
“afsluitdatum”: de referentiedatum voor het verstrekken van informatie door kredietinstellingen;
-
“niet-renderende kredietovereenkomst”: een kredietovereenkomst zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 13, van Richtlijn (EU) 2021/2167 die is aangemerkt als een niet-renderende blootstelling overeenkomstig artikel 47 bis, lid 3, punten a), b) en c), van Verordening (EU) nr. 575/2013.
Artikel 3 Door kredietinstellingen te verstrekken informatie
Voor elke kredietovereenkomst verstrekken kredietinstellingen potentiële kopers informatie over:
-
de tegenpartij, overeenkomstig template 1 van bijlage I;
-
de kredietovereenkomst, overeenkomstig template 3 van bijlage I;
-
de zekerheid, de garantie en de uitwinning daarvan, overeenkomstig template 4.1 van bijlage I;
-
de hypotheekgarantie, overeenkomstig template 4.2 van bijlage I;
-
het historisch overzicht van aflossingen, overeenkomstig template 5 van bijlage I.
Kredietinstellingen verstrekken de in lid 1 bedoelde informatie overeenkomstig de criteria en definities van het glossarium voor gegevens in bijlage II en de instructies in bijlage III.
Bij het verstrekken van de in lid 1 bedoelde informatie gebruiken kredietinstellingen de relatietabel in template 2 van bijlage I, waarin de relaties tussen de gegevensvelden worden weergegeven.
Artikel 4 Granulariteit van de informatie, volledigheid en nauwkeurigheid
Kredietinstellingen verstrekken informatie voor alle gegevensvelden die in het glossarium voor gegevens in bijlage II als verplicht zijn aangemerkt, behalve wanneer die gegevensvelden niet van toepassing zijn op grond van de criteria in de instructies in bijlage III, en met uitzondering van informatie over alle volgende transacties:
-
verkopen of overdrachten van één enkele niet-renderende kredietovereenkomst of van niet-renderende kredietovereenkomsten met één enkele kredietnemer;
-
verkopen of overdrachten van niet-renderende kredietovereenkomsten in het kader van of als onderdeel van overeenkomsten inzake gesyndiceerde kredietfaciliteiten;
-
verkopen of overdrachten van niet-renderende kredietovereenkomsten waarbij de kredietnemer niet in de Unie is gevestigd of geen statutaire zetel in de Unie heeft;
-
verkopen of overdrachten van niet-renderende kredietovereenkomsten door een kredietinstelling aan een onderneming die deel uitmaakt van dezelfde groep zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 138, van Verordening (EU) nr. 575/2013;
-
verkopen of overdrachten van niet-renderende kredietovereenkomsten die de kredietinstelling eerder heeft verworven van een andere entiteit dan een in de Unie gevestigde kredietinstelling met inachtneming van de vereisten van Verordening (EU) nr. 575/2013;
-
verkopen of overdrachten van ongedekte niet-renderende kredietovereenkomsten waarbij de kredietnemer een natuurlijke persoon is en die niet onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2008/48/EG vallen.
Behalve voor de in lid 1, punten a) tot en met f), gespecificeerde transacties, leveren de kredietinstellingen redelijke inspanningen om informatie te verstrekken voor de gegevensvelden die in het glossarium voor gegevens in bijlage II niet als verplicht zijn aangemerkt.