Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gemakkelijke en gestructureerde toegang tot data is belangrijk om besluitvormers, professionele en kleine beleggers, niet-gouvernementele organisaties, maatschappelijke organisaties, sociale en milieuorganisaties en andere belanghebbenden in de economie en de samenleving doordachte, geïnformeerde en ecologisch en maatschappelijk verantwoorde beleggingsbeslissingen te laten nemen die het efficiënte functioneren van de markt ten goede komen. De beschikbaarheid van betrouwbare en gesystematiseerde informatiebronnen is evenzeer bijzonder relevant voor onderzoekers en academici die empirisch of theoretisch onderzoek naar financiële markten verrichten. Het zorgen voor gemakkelijkere toegang tot openbare informatie, met inbegrip van informatie die vrijwillig wordt verstrekt, is ook noodzakelijk om kleine en middelgrote ondernemingen (in Nederland ook wel midden- en kleinbedrijf genoemd) meer mogelijkheden te bieden om te groeien, zichtbaarheid te verwerven en te innoveren. De uitrol van gemeenschappelijke Uniedataruimten in cruciale sectoren, waaronder de financiële sector, dient om gemakkelijke toegang te bieden tot betrouwbare informatiebronnen in die sectoren.
In haar mededeling van 24 september 2020 getiteld “Een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen — Een nieuw actieplan” (het “KMU-actieplan”) heeft de Commissie voorgesteld om de publieke toegang tot financiële en niet-financiële informatie van entiteiten te verbeteren door een Europees centraal toegangspunt (European Single Access Point — ESAP) te bouwen. In de mededeling van de Commissie van 24 september 2020 getiteld “Een EU-strategie voor het digitale geldwezen” (de “strategie voor het digitale geldwezen”) wordt in grote lijnen uiteengezet hoe de Unie de digitale transformatie van het geldwezen de komende jaren kan bevorderen, en met name hoe een datagedreven geldwezen kan worden bevorderd. In haar mededeling van 6 juli 2021 getiteld “Strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie” maakte de Commissie vervolgens van het duurzame geldwezen de hoeksteen van het financiële stelsel als een essentieel middel om de groene transitie van de economie van de Unie te verwezenlijken, als onderdeel van de Europese Green Deal die de Commissie in haar mededeling van 11 december 2019 heeft uiteengezet.
Wil de groene transitie van de economie van de Unie via het duurzame geldwezen slagen, dan is het van essentieel belang dat informatie over de duurzaamheid van bedrijven gemakkelijk toegankelijk is voor beleggers, zodat zij beter geïnformeerd zijn wanneer zij beleggingsbeslissingen nemen. Daartoe moet financiële en niet-financiële informatie van entiteiten zoals vennootschappen, bedrijven en financiële instellingen beter publiek toegankelijk worden. Een efficiënt middel om dat op Unieniveau te doen is de oprichting van een gecentraliseerd platform — het ESAP — dat elektronische publieke toegang geeft tot alle relevante informatie.
Het ESAP moet het publiek gemakkelijk gecentraliseerd toegang geven tot informatie over entiteiten en hun producten die openbaar wordt gemaakt en relevant is voor financiële diensten, kapitaalmarkten, duurzaamheid en diversiteit, met uitzondering van marketinginformatie. Een dergelijke toegang is nodig om te voldoen aan de stijgende vraag naar gediversifieerde financiële producten waarin kan worden belegd en die vallen onder het ecologische, sociale en governancekader, en om kapitaal naar die producten toe te leiden. Het ESAP is bedoeld als een toekomstgericht platform dat de opname mogelijk moet maken van openbare informatie die relevant is voor financiële diensten, kapitaalmarkten, duurzaamheid en diversiteit en die voortvloeit uit toekomstige wetgevingshandelingen van de Unie, zoals een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937.
Beleggers, marktdeelnemers, adviseurs, de academische wereld en het brede publiek kunnen er belang bij hebben om andere informatie te verkrijgen die relevant is voor financiële diensten, kapitaalmarkten, duurzaamheid en diversiteit dan de informatie die uit hoofde van het Unierecht openbaar moet worden gemaakt, wanneer een entiteit die informatie openbaar toegankelijk maakt. Met name kleine en middelgrote ondernemingen willen misschien meer informatie openbaar toegankelijk maken om beter zichtbaar te worden voor potentiële investeerders en zo hun financieringsmogelijkheden te verruimen en te diversifiëren. Ook kan het zijn dat marktdeelnemers meer informatie willen verschaffen dan door het Unierecht vereist is. Het ESAP moet dan ook toegang geven tot informatie die relevant is voor financiële diensten en kapitaalmarkten, duurzaamheid en diversiteit die op vrijwillige basis openbaar wordt gemaakt door een onder het recht van een lidstaat vallende entiteit, indien die entiteit ervoor kiest om die informatie op het ESAP toegankelijk te maken. Dergelijke informatie kan op vrijwillige basis worden ingediend zodra de operationele deugdelijkheid en efficiëntie van het ESAP zijn gewaarborgd, in elk geval na de indiening van het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitrol, het functioneren en de doeltreffendheid van het ESAP. Informatie die op vrijwillige basis wordt ingediend, moet duidelijk als zodanig worden aangemerkt.
De op vrijwillige basis verstrekte informatie moet worden gepresenteerd in een formaat dat overeenstemt met dat van de informatie die verplicht wordt ingediend en moet qua inhoud, waarde, bruikbaarheid en betrouwbaarheid vergelijkbaar zijn met die verplichte informatie. Om ervoor te zorgen dat de informatie die op vrijwillige basis op het ESAP toegankelijk wordt gemaakt, beter vergelijkbaar en bruikbaar is, moeten de bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad(3) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (EBA), de bij Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad(4) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) (Eiopa), en de bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad(5) opgerichte Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (ESMA) (samen bekend als de “Europese toezichthoudende autoriteiten” of “ETA’s”), via het Gemengd Comité ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen waarin de metadata worden gespecificeerd die die informatie moeten vergezellen en, indien van toepassing, de formaten of sjablonen die moeten worden gebruikt voor het opstellen van dergelijke informatie. Het Gemengd Comité moet ook rekening houden met bestaande normen in de overeenkomstige sectorale wetgevingshandelingen van de Unie en met name met de normen die specifiek zijn ontworpen voor kleine en middelgrote ondernemingen.
Het ESAP mag geen nieuwe openbaarmakingsvereisten creëren wat inhoud betreft, maar moet voortbouwen op bestaande vereisten van de in de bijlage bij deze verordening vermelde wetgevingshandelingen van de Unie. Het is belangrijk dubbele rapportage te vermijden, om extra administratieve en financiële lasten voor entiteiten te voorkomen, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen.
Ook historische informatie moet kunnen worden opgenomen in het ESAP om de beschikbaarheid en vergelijkbaarheid van informatie te verbeteren. De historische informatie moet betrekking hebben op informatie die niet eerder openbaar is gemaakt dan vijf jaar voordat die bij het ESAP moest worden ingediend. Om te zorgen voor consistente en volledige reeksen historische informatie, moet de mogelijkheid om historische informatie op het ESAP toegankelijk te maken voorbehouden blijven aan verzamelende instanties die organen of instanties van de Unie zijn.
Het opzetten van het ESAP moet verlopen volgens een ambitieus tijdschema en met tussentijdse etappes waarmee de operationele soliditeit en efficiëntie ervan wordt gewaarborgd. In het bijzonder moet er voldoende tijd worden uitgetrokken voor de technische uitrol van het ESAP en voor de organisatie van de verzameling van informatie in de lidstaten. De beginfase van de ontwikkeling van het ESAP moet twaalf maanden duren, zodat de lidstaten en de ESMA voldoende tijd hebben om de IT-infrastructuur op te zetten en te testen aan de hand van de verzameling van een beperkt aantal informatiestromen. Vervolgens moeten er geleidelijk meer informatiestromen en functionaliteiten in de ontwikkelingsprocedure worden opgenomen, in een tempo dat een degelijke en efficiënte ontwikkeling van het ESAP toelaat. Het functioneren van het ESAP moet in de loop van de uitrol en het gebruik ervan regelmatig worden geëvalueerd zodat er indien nodig wijzigingen kunnen worden aangebracht om in te spelen op de behoeften van de gebruikers en om de technische efficiëntie van het ESAP te waarborgen.
De informatie die op het ESAP openbaar toegankelijk moet worden gemaakt, moet worden verzameld door verzamelende instanties die worden aangewezen voor het verzamelen van de informatie die entiteiten openbaar moeten maken of door verzamelende instanties die worden aangewezen voor het verzamelen van de informatie die vrijwillig wordt ingediend door entiteiten. Om het volledige en kostenefficiënte functioneren van het ESAP te waarborgen, moeten de verzamelende instanties de informatie op geautomatiseerde wijze op het ESAP beschikbaar stellen via één application programming interface (API). Om de informatie zonder onnodige vertraging door te geven aan het ESAP, moeten de verzamelende instanties zo veel mogelijk gebruikmaken van procedures en infrastructuur voor het verzamelen van informatie die reeds bestaan op Unie- en nationaal niveau. Er mag geen verplichting bestaan om de informatie op het ESAP toegankelijk te maken voordat die informatie openbaar wordt gemaakt op grond van de toepasselijke sectorale wetgevingshandelingen van de Unie. Met het oog op het toegankelijk maken van informatie op het ESAP moeten de verzamelende instanties de informatie die door de entiteiten is ingediend of door de verzamelende instanties zelf is gegenereerd, opslaan, tenzij uit hoofde van het Unierecht al in passende alternatieve opslagmechanismen is voorzien. Van de verzamelende instanties mag niet worden verlangd dat zij nieuwe opslagmechanismen opzetten wanneer voor de opslag van informatie een beroep kan worden gedaan op bestaande Unie- of nationale mechanismen. De lidstaten moeten ten minste één verzamelende instantie aanwijzen voor het verzamelen van informatie die vrijwillig door entiteiten wordt ingediend, die dezelfde kan zijn als die welke informatie verzamelt die verplicht door entiteiten wordt ingediend.
Om kostenefficiënt te kunnen werken, moeten de verzamelende instanties hun taken aan derden kunnen delegeren. Een dergelijke delegatie moet onderworpen zijn aan passende waarborgen en mag niet in die mate worden uitgeoefend dat de verzamelende instantie louter een “brievenbusmaatschappij” wordt. Discretionaire besluiten om informatie af te wijzen of te verwijderen die duidelijk ongepast of misleidend is of buiten het toepassingsgebied van deze verordening valt, mogen niet worden gedelegeerd. Dat belet een gedelegeerde echter niet om een dergelijke afwijzing of verwijdering uit te voeren in overeenstemming met een dergelijk discretionair besluit van de verzamelende instantie.
Om ervoor te zorgen dat de informatie die op het ESAP openbaar toegankelijk wordt gemaakt digitaal bruikbaar is, moeten entiteiten die informatie beschikbaar stellen in een voor data-extractie geschikt formaat of, wanneer dat Unierechtelijk is vereist, in een machinaal leesbaar formaat. Voor data-extractie geschikte formaten vereisen niet noodzakelijk dat informatie zodanig is gestructureerd dat die machinaal leesbaar is, terwijl machinaal leesbare formaten bestandsformaten zijn die zodanig zijn gestructureerd dat softwaretoepassingen specifieke data, met inbegrip van individuele feitelijke beschrijvingen, en de interne structuur van die data gemakkelijk kunnen identificeren, herkennen en extraheren. Beide formaten moeten open formaten zijn om een zo breed mogelijk gebruik mogelijk te maken. Onder open formaten moet worden verstaan dat ze platformonafhankelijk zijn en voor het publiek beschikbaar worden gesteld zonder enige beperking die het hergebruik van de daarin vervatte informatie in de weg staat. De ETA’s moeten via het Gemengd Comité ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen die aan de Commissie moeten worden voorgelegd en waarin de kenmerken van machinaal leesbare formaten en voor data-extractie geschikte formaten worden gespecificeerd en rekening wordt gehouden met eventuele veranderende tendensen of normen op het vlak van technologie. Om ervoor te zorgen dat entiteiten de informatie in het correcte formaat indienen en om eventuele technische problemen tegen te gaan waarmee entiteiten te maken krijgen, moeten de verzamelende instanties geautomatiseerde validaties in overeenstemming met deze verordening uitvoeren en de entiteiten die informatie indienen waar nodig bijstand verlenen.
Entiteiten die informatie en metadata bij de verzamelende instanties indienen, moeten aansprakelijk blijven voor de nauwkeurigheid en volledigheid van de informatie in de taal waarin die is ingediend en voor de betrouwbaarheid van die informatie en metadata. Op grond van de beginselen van minimale gegevensverwerking en van gegevensbescherming moeten entiteiten ervoor zorgen dat de ingediende informatie geen persoonsgegevens bevat, behalve wanneer die gegevens een noodzakelijk onderdeel zijn van de informatie over de economische activiteiten van de entiteiten, onder meer wanneer de naam van de entiteit overeenstemt met de naam van de eigenaar. Indien de ingediende informatie persoonsgegevens bevat, moeten de entiteiten erop toezien dat zij voor de openbaarmaking van die persoonsgegevens kunnen steunen op een van de gronden voor de rechtmatigheid van de verwerking van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad(6).
De doelstelling van de ESMA is het beschermen van het algemeen belang door bij te dragen aan de stabiliteit en doeltreffendheid van het financiële systeem — ten behoeve van de economie van de Unie, haar burgers en bedrijven. In dat verband draagt de ESMA met name bij tot het waarborgen van de integriteit, transparantie, efficiëntie en het ordelijk functioneren van financiële markten. Een van haar taken is het verbeteren van de bescherming van beleggers. Dienovereenkomstig moet de ESMA de taak krijgen om het ESAP op te richten en te exploiteren.
Opdat entiteiten en het publiek zouden kunnen weten welke verzamelende instanties informatie bij het ESAP indienen, moet de ESMA op haar website een lijst van de verzamelende instanties publiceren en die lijst actueel houden. Indien het nodig is wijzigingen aan die lijst aan te brengen, moeten die wijzigingen zo spoedig mogelijk worden aangebracht.
Het ESAP kan worden getroffen door schendingen van de vertrouwelijkheid, integriteitsrisico’s en risico’s in verband met de eigen beschikbaarheid en de beschikbaarheid van de daarin verwerkte informatie. Die risico’s, die onder meer ongevallen, fouten, opzettelijke aanvallen en natuurverschijnselen omvatten, moeten als operationele risico’s worden erkend. De ESMA en de verzamelende instanties moeten een passend en evenredig beleid toepassen, dat regelmatige evaluaties omvat, dat ervoor zorgt dat het ESAP de verwerkte informatie en de functies ervan in overeenstemming met de hoogst mogelijke toepasselijke normen beschermt.
Om data gemakkelijker te kunnen opzoeken, te vinden, op te halen en te gebruiken, moet de ESMA erop toezien dat het ESAP een reeks functionaliteiten aanbiedt, zoals een zoekfunctie, een machinevertalingsdienst en de mogelijkheid om de informatie te extraheren, alsook elektronische toegankelijkheidsfuncties die zijn ontworpen voor personen met een visuele beperking en personen met een handicap en speciale toegangsbehoeften. De zoekfunctie moet in alle officiële talen van de Unie worden aangeboden en moet ten minste voortbouwen op de metadata die op grond van de in de bijlage bij deze verordening opgenomen wetgevingshandelingen van de Unie worden verstrekt. De gebruikersinterface en de zoekfunctie in het ESAP moeten zodanig worden ontworpen dat ze zo gebruikersvriendelijk mogelijk zijn, met een vergaande vergelijkbaarheidsgraad van data, en dat rekening wordt gehouden met een breed scala aan potentiële gebruikers, zoals professionele en kleine beleggers, academische instellingen en maatschappelijke organisaties.
Gebruik en hergebruik van openbaar toegankelijke informatie op het ESAP kan de interne markt beter laten functioneren en kan de ontwikkeling stimuleren van nieuwe diensten die dergelijke informatie combineren en daarvan gebruikmaken. Daarom moet, wanneer zulks op grond van een doel van algemeen belang gerechtvaardigd is, het gebruik en hergebruik van de op het ESAP toegankelijke informatie worden toegestaan voor andere doeleinden dan die waarvoor de informatie is opgesteld. Dergelijk gebruik en hergebruik van informatie moet niettemin aan objectieve en niet-discriminerende voorwaarden worden onderworpen. Bovendien moeten waar nodig voorwaarden gelden die overeenstemmen met die uit open standaardlicenties in de zin van Richtlijn (EU) 2019/1024 van het Europees Parlement en de Raad(7), waarbij het toegestaan moet zijn dat data en inhoud door iedereen voor alle doeleinden kosteloos kunnen worden geraadpleegd, gebruikt, gewijzigd en gedeeld. Entiteiten die hun informatie indienen bij een verzamelende instantie om die toegankelijk te maken op het ESAP, mogen het gebruik en hergebruik van die informatie voor regelgevende en niet-commerciële doeleinden niet beperken op basis van een sui-generis-recht, onverminderd het Unierecht inzake auteursrechten en andere daarmee verband houdende rechten. Noch de ESMA noch de verzamelende instanties mogen enige aansprakelijkheid dragen voor de toegang tot, het gebruik van of het hergebruik van informatie die via het ESAP toegankelijk is, onverminderd de in artikel 340 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) neergelegde beginselen van niet-contractuele aansprakelijkheid.
De op het ESAP beschikbare informatie moet tijdig voor het publiek toegankelijk worden gemaakt. Daarom moet de door de verzamelende instanties aan het ESAP verstrekte informatie onverwijld en in elk geval binnen een zo kort mogelijk tijdsbestek op het ESAP toegankelijk worden gemaakt. Om de eenvormige kwaliteit van de informatie te waarborgen, moeten de verzamelende instanties geautomatiseerde validaties uitvoeren en ingediende informatie afwijzen die niet aan de noodzakelijkheidsvereisten voldoet. De geautomatiseerde validaties mogen geen betrekking hebben op de inhoud van de informatie. Naast geautomatiseerde validaties moeten de verzamelende instanties informatie afwijzen of verwijderen indien zij, bijvoorbeeld na ontvangst van informatie van een belanghebbende, vaststellen dat die buiten het toepassingsgebied van deze verordening valt, of dat die inhoud bevat die duidelijk ongepast of misleidend is. De verzamelende instanties zijn niet verplicht manueel of automatisch na te gaan of informatie buiten het toepassingsgebied van deze verordening valt en of de informatie duidelijk ongepast of misleidend is. De entiteiten moeten verantwoordelijk blijven voor de inhoud. Deze verordening doet geen afbreuk aan andere verplichtingen die de verzamelende instanties uit hoofde van andere Unie- of nationaalrechtelijke bepalingen kunnen hebben.
Het ESAP moet gebruikers kosteloos en op niet-discriminerende wijze toegang geven tot informatie en moet het gebruikers mogelijk maken om de informatie op het ESAP op te zoeken, daartoe toegang te krijgen en die te downloaden. Om de ESMA echter te beschermen tegen buitensporige lasten in verband met kosten die het gevolg zijn van het voorzien in de behoeften van eventuele intensieve gebruikers, moet de ESMA de mogelijkheid krijgen om inkomsten te genereren. Daarom moet de ESMA, in afwijking van het algemene beginsel dat informatie kosteloos toegankelijk moet zijn, de mogelijkheid krijgen om voor specifieke diensten vergoedingen in rekening te brengen, onder meer voor diensten met hoge onderhouds- of ondersteuningskosten als gevolg van zoekopdrachten voor en downloads van zeer grote volumes informatie of een hoge frequentie van toegang tot informatie die op het ESAP toegankelijk wordt gemaakt, met name als het gebruik van die informatie commerciële belangen dient. Opgelegde vergoedingen mogen echter niet meer bedragen dan de kosten die de ESMA maakt voor het verlenen van die specifieke diensten. Geïnde vergoedingen moeten worden toegewezen aan het algemene functioneren van het ESAP. Sommige gebruikers, met inbegrip van academici en organisaties uit het maatschappelijk middenveld, mogen geen vergoedingen in rekening worden gebracht. De vergoedingen moeten op transparante wijze en op basis van duidelijke beginselen worden berekend.
Om datagedreven innovatie in het geldwezen te bevorderen, de kapitaalmarkten in de Unie te helpen integreren, investeringen te kanaliseren naar duurzame activiteiten en efficiëntiewinsten te creëren voor consumenten en bedrijven, moet het ESAP de toegang verbeteren tot openbare informatie die persoonsgegevens kan bevatten. Het ESAP moet echter alleen de toegang verbeteren tot de persoonsgegevens in informatie die op grond van een wettelijke verplichting openbaar is gemaakt of, indien de informatie vrijwillig openbaar is gemaakt, tot de persoonsgegevens die op grond van Verordening (EU) 2016/679 op rechtmatige wijze verwerkt zijn. Voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het toegankelijk maken van informatie op het ESAP, moeten de ESMA, in haar hoedanigheid van verwerkingsverantwoordelijke voor het ESAP, en de verzamelende instanties toezien op de naleving van Verordening (EU) 2016/679 en Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad(8). De indienende entiteiten moeten verantwoordelijk zijn voor het vaststellen van de aanwezigheid van persoonsgegevens in de ingediende informatie en voor de verwerking van die persoonsgegevens op basis van een van de gronden voor de rechtmatigheid van de verwerking op grond van Verordening (EU) 2016/679. Informatie die vergezeld gaat van metadata die aangeven dat de informatie persoonsgegevens bevat, mag door verzamelende instanties of het ESAP niet langer dan noodzakelijk worden bewaard, en in elk geval niet langer dan vijf jaar, tenzij anders vermeld in de in de bijlage bij deze verordening opgenomen wetgevingshandelingen van de Unie.
Overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 is de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd, en op 19 januari 2022 heeft hij formeel commentaar uitgebracht.
De Europese Centrale Bank heeft op 7 juni 2022 haar advies gegeven(9).
Om het vertrouwen van het publiek in het ESAP op te bouwen en in stand te houden en om elke entiteit te beschermen tegen ongeoorloofde aanpassing van haar informatie, moeten de verzamelende instanties de integriteit van de data en de geloofwaardigheid van de bron van de door entiteiten ingediende informatie verzekeren. Meer in het bijzonder moeten de verzamelende instanties zorgen voor een passend niveau van authenticiteit, beschikbaarheid, integriteit en niet-afwijzing van de door de entiteiten ingediende informatie die beschikbaar en toegankelijk moet worden gemaakt op het ESAP. Niet-afwijzing van informatie betekent dat de entiteit een redelijke zekerheid moet worden geboden dat haar inzending is afgeleverd en dat de ontvanger bewijs heeft van de identiteit van de entiteit. Een gekwalificeerd elektronisch zegel zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad(10) kan worden gebruikt om die doelstellingen te verwezenlijken. Indien beschikbaar moet een specifieke identificatiecode voor juridische entiteiten een verplicht attribuut van de ingediende informatie zijn.
Wil de informatie op het ESAP in de tijd vergelijkbaar zijn, dan moeten gebruikers ook toegang hebben tot informatie uit het verleden, met inbegrip van historische informatie. Tenzij anders is bepaald in de in de bijlage bij deze verordening opgenomen wetgevingshandelingen van de Unie, moet het ESAP voor een redelijke termijn toegang bieden tot informatie, tenzij anders is bepaald in de in de bijlage bij deze verordening opgenomen wetgevingshandelingen van de Unie. Daartoe moet de ESMA erop toezien dat persoonsgegevens niet langer worden bewaard of toegankelijk worden gemaakt op het ESAP dan volgens het Unierecht is voorgeschreven en in elk geval niet langer dan vijf jaar, tenzij anders vermeld in de binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende wetgevingshandelingen van de Unie.
De verzamelende instanties moeten de ESMA in kennis stellen van eventuele aanzienlijke praktische moeilijkheden die in verband met de uitvoering van hun taken zijn vastgesteld. De ESMA moet in nauwe samenwerking met de EBA en Eiopa toezicht houden op het functioneren van het ESAP en daarover een jaarverslag publiceren, met als doel ervoor te zorgen dat potentiële problemen transparant worden gemaakt en dat waar nodig passende maatregelen kunnen worden genomen. Het opstellen van het jaarverslag over het functioneren van het ESAP door de ESMA, in nauwe samenwerking met de EBA en Eiopa, zal er ook toe bijdragen dat de bevoegde autoriteiten worden betrokken en dat andere belanghebbenden worden geraadpleegd via de door de ESMA op te richten ad-hoctaskforce, ad-hocgroep of ad-hoccommissie, naargelang het geval.
Gezien de relevantie van het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitrol, het functioneren en de doeltreffendheid van het ESAP voor de mogelijke vaststelling van een gedelegeerde handeling tot uitstel van de opneming in het ESAP van informatie waarvoor de indiening bij de verzamelende instanties nog niet vereist is op grond van deze verordening in het kader van de toepassing van Richtlijn (EU) 2023/2864 van het Europees Parlement en de Raad(11) en Verordening (EU) 2023/2869 van het Europees Parlement en de Raad(12), is het belangrijk dat de Commissie gebruikmaakt van de door de ESMA opgestelde jaarverslagen over het functioneren van het ESAP en passende raadplegingen houdt van de verzamelende instanties en de relevante deskundigengroepen, met name de deskundigengroep van het Europees Comité voor het effectenbedrijf. Het Europees Parlement en de Raad moeten, indien zij dat passend achten, ruimschoots de gelegenheid krijgen om het verslag van de Commissie te bespreken.
Teneinde de opneming in het ESAP van bepaalde op het ESAP toegankelijk te maken informatie waar nodig uit te stellen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van de datum waarop die informatie moet worden ingediend voor toegankelijkheid op het ESAP. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven(13). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.
Om te zorgen voor de soepele verwerking van de informatie die is ontvangen of opgesteld door de verzamelende instanties en die aan het ESAP beschikbaar wordt gesteld, moeten bepaalde duidelijke en gedetailleerde vereisten worden vastgesteld tot specificatie van het formaat en de metadata van die informatie en de vraag welke verzamelende instanties die informatie moeten verzamelen. Om de kwaliteit van de door de verzamelende instanties bij het ESAP ingediende informatie te waarborgen, moeten ook de kenmerken worden bepaald van de geautomatiseerde validaties met betrekking tot elk onderdeel van de bij de verzamelende instanties door de entiteiten ingediende informatie, met inbegrip van de kenmerken van het gekwalificeerde elektronische zegel dat, indien zulks wordt vereist door de verzamelende instanties, aan die informatie moet worden gehecht. Om te zorgen voor het gebruik en hergebruik van data op het ESAP, moet een lijst van de aangewezen open standaardlicenties worden vastgesteld. Om data snel te kunnen zoeken, vinden en ophalen, moeten ook de kenmerken van de te hanteren API en de metadata worden vastgesteld. Aanvullende vereisten wat betreft een efficiënte zoekfunctie moeten ook worden toegepast, zoals de specifieke identificatiecode voor juridische entiteiten van de entiteit, de indeling van het type informatie die is ingediend door de entiteit en de grootte van de entiteit per categorie. Daartoe moeten de ETA’s via het Gemengd Comité ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen. Bij het opstellen van de technische uitvoeringsnormen moeten de ETA’s via het Gemengd Comité vooraf overleg plegen met de verzamelende instanties en met name de potentiële kosten en baten analyseren. Daarnaast moet de ESMA in staat worden gesteld om ontwerpen van technische uitvoeringsnormen te ontwikkelen om de aard en de omvang te bepalen van de specifieke diensten waarvoor vergoedingen kunnen worden berekend, en van de daarmee samenhangende vergoedingsstructuur. Dergelijke ontwerpen van technische uitvoeringsnormen zouden wereldwijde en interoperabele toegang tot de informatie van entiteiten mogelijk maken. Wat betreft de ontwikkeling van die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen inzake duurzaamheidsinformatie, moeten de ETA’s via het Gemengd Comité nauw samenwerken met de EFRAG. Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden toegekend om die technische uitvoeringsnormen vast te stellen door middel van uitvoeringshandelingen op grond van artikel 291 VWEU en in overeenstemming met artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010, artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk bijdragen tot de integratie van de financiële diensten en kapitaalmarkten van de Unie door een gemakkelijke gecentraliseerde toegang te bieden tot publieke informatie over entiteiten en hun producten, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het optreden beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.
Het ESAP is de eerste actie in het nieuwe KMU-actieplan en een concrete verwezenlijking van de strategie voor het digitale geldwezen. Het ESAP is derhalve een groot project van gemeenschappelijk Europees belang op het gebied van het digitale geldwezen. Daarom moet zo veel mogelijk financiering worden gezocht uit het bij Verordening (EU) 2021/694 van het Europees Parlement en de Raad(14) opgerichte programma Digitaal Europa, met name tijdens de vroege ontwikkelingsfasen van het ESAP, in overeenstemming met de bedragen die zijn gepresenteerd in het werkdocument van de diensten van de Commissie van 25 november 2021. Die middelen worden aan de Commissie toegewezen tijdens de vroege ontwikkeling van het ESAP, om ervoor te zorgen dat de ESMA de uiteindelijke eigenaar is van alle resulterende activa. Nadat de bijdrage uit het programma Digitaal Europa is opgebruikt, moet de financiering van het ESAP tot 31 december 2027 het model volgen dat voor de financiering van de ESMA is voorzien. De bijdragen van de bevoegde autoriteiten in het kader van dat financieringsmodel mogen in totaal niet meer bedragen dan 6 968 000 EUR. De financieringstoewijzing door de lidstaten is echter niet afhankelijk van een mogelijke overschrijding van de kostenramingen in het werkdocument van de diensten van de Commissie van 25 november 2021. De financiering van het ESAP na december 2027 moet worden besproken in de passende begrotingsprocedure in het kader van het volgende meerjarig financieel kader, wanneer wordt beoordeeld of een grotere bijdrage uit de begroting van de Unie passend zou zijn,