Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/263 van de Commissie van 11 januari 2024 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2725 tot vaststelling van bepaalde noodmaatregelen in verband met schapen- en geitenpokken in bepaalde lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2024) 252)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”)⁽¹⁾, en met name artikel 259, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

1. Schapen-en geitenpokken is een infectieuze virale ziekte bij geiten en schapen en kan ernstige gevolgen hebben voor de betrokken dierpopulatie en de rentabiliteit van de landbouw, waardoor de verplaatsingen van zendingen van die dieren en producten daarvan binnen de Unie en de uitvoer naar derde landen worden verstoord. Bij een uitbraak van die ziekte bij geiten en schapen bestaat een ernstig risico dat zij zich verspreidt naar andere inrichtingen waar die dieren worden gehouden.

2. In Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie⁽²⁾ is schapenpokken en geitenpokken (hier “schapen- en geitenpokken” genoemd) gedefinieerd als een ziekte van categorie A. Daarnaast vormt Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie⁽³⁾ een aanvulling op de regels voor de bestrijding van de in de lijst opgenomen ziekten als bedoeld in artikel 9, lid 1, punten a), b) en c), van Verordening (EU) 2016/429 en gedefinieerd als ziekten van categorie A, B en C in Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882. Met name voorzien de artikelen 21 en 22 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 in de instelling van een beperkingszone in geval van een uitbraak van een ziekte van categorie A, waaronder schapen- en geitenpokken, en in de instelling van bepaalde ziektebestrijdingsmaatregelen die in die beperkingszone moeten worden toegepast. Bovendien bepaalt artikel 21, lid 1, van die gedelegeerde verordening dat de beperkingszone een beschermingszone, een bewakingszone en, indien nodig, extra beperkingszones rond of naast de beschermings- en bewakingszones omvat.

3. Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2725 van de Commissie⁽⁴⁾ bevat bepaalde noodmaatregelen naar aanleiding van bevestigde uitbraken van schapen- en geitenpokken in Bulgarije en Griekenland.

4. Meer in het bijzonder is in Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2725 bepaald dat de naar aanleiding van uitbraken van schapen- en geitenpokken door Bulgarije en Griekenland overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 in te stellen beperkingszones ten minste de gebieden moeten omvatten die in de lijst van de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit zijn opgenomen. Daarnaast zijn in Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2725 bepaalde maatregelen vastgesteld die naast de ziektebestrijdingsmaatregelen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 in de extra beperkingszones moeten worden toegepast.

5. In Bulgarije zijn geen nieuwe uitbraken van schapen- en geitenpokken meer gemeld sinds de bevestiging op 16 september 2023 van één enkele uitbraak in de provincie Burgas. Als gevolg daarvan zijn alle beperkingszones in die lidstaat sinds 30 november 2023 opgeheven.

6. Na de vaststelling van Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2725 heeft Griekenland de Commissie in kennis gesteld van twee bijkomende uitbraken van schapen- en geitenpokken in inrichtingen waar schapen werden gehouden in de regionale eenheid Phthiotis, in de regio Centraal-Griekenland. Als gevolg daarvan zijn de gebieden die in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2725 voor Griekenland als beschermings- en bewakingszones en de gebieden die als extra beperkingszones zijn opgenomen, gewijzigd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2892 van de Commissie⁽⁵⁾.

7. Sinds de vaststelling van Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2892 heeft Griekenland de Commissie in kennis gesteld van twee bijkomende uitbraken van schapen- en geitenpokken in inrichtingen waar schapen werden gehouden, in de regionale eenheid Phthiotis, in de regio Centraal-Griekenland, nabij de grens die de afscheiding vormt tussen de beschermings- en bewakingszones die reeds in die regio waren vastgesteld.

8. Naar aanleiding van de recente uitbraken van schapen- en geitenpokken in de regionale eenheid Phthiotis heeft de bevoegde autoriteit van Griekenland de Commissie in kennis gesteld van de huidige situatie op haar grondgebied wat die ziekte betreft, en heeft de nodige ziektebestrijdingsmaatregelen genomen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687.

9. Om te voorkomen dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en om te vermijden dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, moeten de beperkingszones voor schapen- en geitenpokken in Griekenland, die beschermings- en bewakingszones alsmede de extra beperkingszones omvatten, in samenwerking met die lidstaat spoedig op het niveau van de Unie worden omschreven. Gezien de huidige epidemiologische situatie is het voorts noodzakelijk de omvang van deze zones te vergroten en de duur van de daarin geldende maatregelen te verlengen, met inbegrip van de eerder ingestelde extra beperkingszone op het eiland Lesbos.

10. Daarom moeten de gebieden die in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2725 voor Griekenland als beschermings-, bewakings- en extra beperkingszones zijn opgenomen, worden aangepast wat de locatie en de geldigheidsduur betreft, rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie ten aanzien van schapen- en geitenpokken in de regio Centraal-Griekenland.

11. Gezien de huidige epidemiologische situatie in de Unie wat schapen- en geitenpokken betreft, moet de toepassingsperiode van Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2725 worden verlengd en moet dat besluit tot en met 30 april 2024 van toepassing zijn. Dit besluit mag geen afbreuk doen aan de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2892 bedoelde data van toepassing.

12. De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: