Home

Besluit (EU) 2024/947 van de Raad van 4 maart 2024 houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen met IJsland over een overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland inzake de doorgifte van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) van de Europese Unie aan IJsland met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit

Besluit (EU) 2024/947 van de Raad van 4 maart 2024 houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen met IJsland over een overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland inzake de doorgifte van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) van de Europese Unie aan IJsland met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 16, lid 2, en artikel 87, lid 2, punt a), in samenhang met artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Er moeten onderhandelingen worden geopend met het oog op de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland inzake de doorgifte van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) van de Europese Unie aan IJsland met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit (de “overeenkomst”).

  2. De overeenkomst moet de grondrechten eerbiedigen en de beginselen in acht nemen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn neergelegd (het “Handvest”), zoals uitgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Unie, met name het in artikel 7 van het Handvest erkende recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, het in artikel 8 van het Handvest erkende recht op de bescherming van persoonsgegevens en het in artikel 47 van het Handvest erkende recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht. De overeenkomst moet worden toegepast overeenkomstig die rechten en beginselen en met passende inachtneming van het evenredigheidsbeginsel overeenkomstig artikel 52, lid 1, van het Handvest.

  3. De bepalingen van de overeenkomst moeten verder worden uiteengezet in de toepasselijke internationale normen inzake PNR-gegevens, zoals opgenomen in het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, met name in hoofdstuk 9 (systeem voor de uitwisseling van passagiersgegevens), afdeling D (persoonsgegevens van passagiers), van bijlage 9 (facilitering) daarbij.

  4. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad(1) geraadpleegd en heeft op 30 oktober 2023 een advies uitgebracht.

  5. Overeenkomstig artikel 3 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), heeft Ierland, bij brief van 15 februari 2024, te kennen gegeven dat het aan de vaststelling en toepassing van dit besluit wenst deel te nemen.

  6. Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VEU en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.

De Commissie wordt gemachtigd om onderhandelingen te openen met IJsland voor een overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland inzake de doorgifte van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) van de Europese Unie aan IJsland met het oog op het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit.

2.

De onderhandelingen worden gevoerd op basis van de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad in het addendum bij dit besluit.

Artikel 2

De Commissie wordt aangewezen als onderhandelaar van de Unie.

Artikel 3

1.

De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met de Groep informatie-uitwisseling JBZ (IXIM) van de Raad, behoudens eventuele richtsnoeren die de Raad later aan de Commissie kan verstrekken.

2.

De Commissie brengt, op gezette tijdstippen en telkens wanneer de Raad daarom verzoekt, verslag uit aan de Raad over het verloop en het resultaat van de onderhandelingen, en zendt hem de documenten ter zake zo spoedig mogelijk toe zodat de leden van de Raad voldoende tijd hebben om zich terdege voor te bereiden op de komende onderhandelingen.

Waar passend of op verzoek van de Raad stelt de Commissie een schriftelijk verslag op.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de Commissie.