Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de 58e zitting van de commissie van RID-deskundigen van de Intergouvernementele organisatie voor het internationale spoorwegvervoer in het kader van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer van 9 mei 1980, zoals gewijzigd door het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999, is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Besluit (EU) 2024/1315 van de Raad van 22 april 2024 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt op de 58e zitting van de commissie van deskundigen betreffende het spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer met betrekking tot de wijziging van aanhangsel C van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer
Besluit (EU) 2024/1315 van de Raad van 22 april 2024 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt op de 58e zitting van de commissie van deskundigen betreffende het spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer met betrekking tot de wijziging van aanhangsel C van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
De Unie is bij Besluit 2013/103/EU van de Raad(1) toegetreden tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (“Cotif”) van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999.
Overeenkomstig artikel 6 van het Cotif worden het internationale spoorverkeer en de toelating van spoorwegmaterieel tot gebruik in het internationale verkeer geregeld door de in dat artikel genoemde regels, met name het reglement betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen (“RID”), dat Aanhangsel C van het Cotif vormt.
Bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad(2) zijn vereisten vastgesteld voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, het spoor en de binnenwateren in of tussen de lidstaten, met verwijzing naar het RID.
Overeenkomstig artikel 18 van het Cotif kan de in artikel 13, lid 1, punt d), van het Cotif bedoelde commissie van deskundigen voor het vervoer van gevaarlijke goederen (“commissie van RID-deskundigen”) van de Intergouvernementele organisatie voor het internationale spoorwegvervoer wijzigingen van onder meer de bijlage bij het RID vaststellen.
De commissie van RID-deskundigen is voornemens tijdens haar 58e zitting op 23 mei 2024 wijzigingen vast te stellen om de bijlage bij het RID aan te passen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang.
Het is passend om het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de commissie van RID-deskundigen, aangezien de wijzigingen voor de Unie bindend zullen zijn.
De geplande wijzigingen hebben tot doel veilig en efficiënt spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen te waarborgen, rekening houdend met de technische en wetenschappelijke vooruitgang in de sector en de ontwikkeling van nieuwe stoffen en goederen die tijdens het vervoer gevaar kunnen opleveren.
De voorgestelde wijzigingen worden geschikt geacht voor het veilig vervoer van gevaarlijke goederen op een kosteneffectieve wijze en kunnen daarom worden ondersteund.
Kleine wijzigingen van de in de bijlage bij dit besluit bedoelde documenten kunnen op technisch niveau worden overeengekomen tijdens de 17e zitting van de permanente werkgroep van de commissie van RID-deskundigen van 22 mei 2024, onder meer op basis van aanbevelingen van de gezamenlijke vergadering van de commissie van RID-deskundigen en de werkgroep vervoer van gevaarlijke goederen van de Economische Commissie van de Verenigde Naties voor Europa,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Kleine wijzigingen van de in de bijlage bij dit besluit bedoelde documenten kunnen in de commissie van RID-deskundigen worden goedgekeurd zonder nader besluit van de Raad.
Artikel 2
De besluiten van de commissie van RID-deskundigen worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, met vermelding van de datum van inwerkingtreding.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Luxemburg, 22 april 2024.
Voor de Raad
De voorzitter
J. Borrell Fontelles