Home

Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1316 van de Commissie van 13 mei 2024 inzake het verzoek tot registratie van het Europees burgerinitiatief Red de planeet door een belastingverschuiving van arbeid naar broeikasgasemissies op grond van Verordening (EU) 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2024) 2938)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1316 van de Commissie van 13 mei 2024 inzake het verzoek tot registratie van het Europees burgerinitiatief Red de planeet door een belastingverschuiving van arbeid naar broeikasgasemissies op grond van Verordening (EU) 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2024) 2938)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2019/788 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende het Europees burgerinitiatief(1), en met name artikel 6, leden 2 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Op 13 maart 2024 is bij de Commissie een verzoek tot registratie van het Europees burgerinitiatief “Red de planeet door een belastingverschuiving van arbeid naar broeikasgasemissies” ingediend.

  2. De organisatoren hebben de doelstellingen van het initiatief gepresenteerd als vier maatregelen die de Commissie volgens hen zou moeten nemen: i) het Fit for 55-pakket versterken om tegen 2045 koolstofneutraliteit te bereiken; ii) het koolstofbeprijzingssysteem (ETS) van de EU versterken door een snellere uitfasering (2030) van de toewijzing van gratis emissierechten vast te stellen en een koolstofprijs zonder prijsplafond toe te staan, indien nodig ook voor de verwarmings- of vervoersectoren, om de emissiereductiedoelstellingen te halen; iii) een aanzienlijk deel van de inkomsten uit koolstofbeprijzing herverdelen onder huishoudens met een laag inkomen, de belastingdruk verschuiven van arbeid naar het verbruik van niet-hernieuwbare hulpbronnen en het Sociaal Klimaatfonds van de EU versterken, en iv) ijveren voor een wereldwijde “klimaatclub” waarbij alle deelnemende landen robuuste koolstofbeprijzing hanteren, met de nodige aandacht voor de herverdeling van de inkomsten uit koolstofbeprijzing onder huishoudens met een laag inkomen.

  3. Nadere details over het onderwerp, de doelstellingen en de achtergrond van het initiatief zijn in een bijlage opgenomen. Daarin staat dat “de opwarming van de aarde een uitdaging en een ecologische en economische noodsituatie is” en dat koolstofbeprijzing “de meest efficiënte en doeltreffende manier is om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen”. De organisatoren zijn daarom van mening dat een “robuuster koolstofbeprijzingssysteem” nodig is en dat de inkomsten uit koolstofbeprijzing moeten worden herverdeeld onder huishoudens met een laag inkomen. In de bijlage wordt ook verwezen naar de klimaatclub en het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM).

  4. Bij haar registratieverzoek heeft de groep organisatoren ook een document met daarin nogmaals de tekst van het initiatief ingediend.

  5. Wat de doelstellingen van het initiatief betreft, zou de Commissie met betrekking tot de eerste drie maatregelen een voorstel voor een rechtshandeling kunnen aannemen op basis van artikelen 191, 192 en 193 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Wat de derde maatregel betreft, zou de Commissie in het bijzonder milieubelastingmaatregelen kunnen voorstellen op grond van artikel 192, lid 2, punt a), VWEU.

  6. Wat de vierde maatregel betreft, zou de Commissie op grond van artikel 218, lid 3, VWEU een aanbeveling kunnen doen voor een besluit van de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over bindende internationale samenwerking in de vorm van een “klimaatclub”.

  7. Derhalve vallen volgens de Commissie geen van de onderdelen van het initiatief duidelijk buiten het kader van haar bevoegdheden om een voorstel in te dienen voor een rechtshandeling van de Unie ter uitvoering van de Verdragen.

  8. Deze conclusie doet geen afbreuk aan de beoordeling of in dit geval voldaan is aan de concrete materiële voorwaarden voor optreden van de Commissie, met inbegrip van naleving van het evenredigheidsbeginsel en het subsidiariteitsbeginsel en de verenigbaarheid met de grondrechten.

  9. De groep organisatoren heeft het nodige bewijs verstrekt dat zij aan de vereisten van artikel 5, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2019/788 voldoet en heeft de contactpersonen aangewezen overeenkomstig artikel 5, lid 3, eerste alinea, van die verordening.

  10. Het initiatief is niet kennelijk beledigend, lichtzinnig of ergerlijk en druist niet kennelijk in tegen de in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie vastgelegde waarden van de Unie, noch tegen de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie vervatte rechten.

  11. Het initiatief “De planeet redden door een belastingverschuiving van arbeid naar broeikasgasemissies” moet daarom worden geregistreerd.

  12. De conclusie dat aan de voorwaarden voor registratie krachtens artikel 6, lid 3, van Verordening (EU) 2019/788 is voldaan, impliceert geenszins dat de Commissie de feitelijke juistheid van de inhoud van het initiatief bevestigt; deze is de uitsluitende verantwoordelijkheid van de groep organisatoren van het initiatief. De inhoud van het initiatief geeft alleen de standpunten weer van de groep organisatoren en kan in geen geval worden opgevat als een weergave van de standpunten van de Commissie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het Europees burgerinitiatief “De planeet redden door een belastingverschuiving van arbeid naar broeikasgasemissies” wordt geregistreerd.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de groep organisatoren van het burgerinitiatief “Red de planeet door een belastingverschuiving van arbeid naar broeikasgasemissies”, vertegenwoordigd door Lorenzo Mineo en Clara Panella Gomez, die als contactpersonen optreden.

Gedaan te Brussel, 13 mei 2024.

Voor de Commissie

Věra Jourová

Vicevoorzitter