Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1836 van de Raad van 25 juni 2024 tot verlenging van de tijdelijke bescherming zoals ingevoerd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382
Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1836 van de Raad van 25 juni 2024 tot verlenging van de tijdelijke bescherming zoals ingevoerd bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen(1), en met name artikel 4, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
Op 4 maart 2022 heeft de Raad, overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382(2) vastgesteld waarbij het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG werd vastgesteld ten gevolge waarvan tijdelijke bescherming is ingevoerd.
Overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2001/55/EG was de tijdelijke bescherming eerst van toepassing voor een initiële periode van één jaar, tot en met 4 maart 2023, en werd deze vervolgens automatisch met één jaar verlengd tot en met 4 maart 2024.
Op 19 oktober 2023 heeft de Raad, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Richtlijn 2001/55/EG, Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2409(3) vastgesteld, waarbij de bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 ingevoerde tijdelijke bescherming tot en met 4 maart 2025 werd verlengd.
In het kader van de activering van Richtlijn 2001/55/EG zijn de lidstaten op 4 maart 2022 in een verklaring unaniem overeengekomen artikel 11 van Richtlijn 2001/55/EG niet toe te passen op personen die in een bepaalde lidstaat tijdelijke bescherming genieten overeenkomstig Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 en die zonder toestemming naar een andere lidstaat verhuizen, tenzij de lidstaten op bilaterale basis anders overeenkomen.
Aangezien de rechten die verbonden zijn aan tijdelijke bescherming, slechts in één lidstaat tegelijk kunnen worden uitgeoefend, mogen personen die tijdelijke bescherming genieten en zich naar een andere lidstaat begeven om tijdelijke bescherming te genieten, niet tegelijkertijd in twee lidstaten aanspraak maken op sociale bijstand.
Er zijn momenteel ongeveer 4,19 miljoen ontheemden uit de Oekraïne die tijdelijke bescherming genieten in de Unie. Het totale aantal registraties van personen die tijdelijke bescherming genieten, is stabiel gebleven op ongeveer 4,19 miljoen, maar blijft licht stijgen en slechts enkele personen hebben gemeld permanent naar Oekraïne terug te keren. In de huidige situatie in Oekraïne is de terugkeer van de ontheemden naar Oekraïne in veilige en duurzame omstandigheden niet mogelijk. Volgens schattingen van de Internationale Organisatie voor Migratie waren in maart 2024 3,6 miljoen mensen intern ontheemd in Oekraïne. Tachtig procent van alle intern ontheemden gaf aan een jaar of langer ontheemd te zijn geweest. Het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties schatte dat in 2024 meer dan 14,6 miljoen mensen in Oekraïne dringend humanitaire hulp nodig hebben.
Bovendien kunnen verdere grootschalige aankomsten niet worden uitgesloten vanwege de moeilijke humanitaire omstandigheden, de algemenere volatiliteit en de onzekerheid van de situatie in Oekraïne als gevolg van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne, waaronder intensievere, herhaalde luchtaanvallen op burgers in het hele land. Het risico op escalatie blijft bestaan. Evenzo zou een risico voor de efficiënte werking van de nationale asielstelsels blijven bestaan; als de tijdelijke bescherming op korte termijn zou worden stopgezet, zouden alle personen die die bescherming genoten, onmiddellijk om internationale bescherming verzoeken.
Aangezien het grote aantal ontheemden in de Unie dat tijdelijke bescherming geniet, waarschijnlijk niet zal afnemen zolang de oorlog tegen Oekraïne voortduurt, is een verlenging van de tijdelijke bescherming noodzakelijk om de situatie aan te pakken van personen die momenteel tijdelijke bescherming genieten in de Unie, of die vanaf 5 maart 2025 dergelijke bescherming nodig zullen hebben. Tijdelijke bescherming biedt onmiddellijke bescherming en toegang tot een geharmoniseerd pakket rechten, terwijl de formaliteiten bij een massale toestroom naar de Unie tot een minimum worden beperkt. De verlenging van de tijdelijke bescherming zal er ook toe bijdragen dat de asielstelsels van de lidstaten niet worden overstelpt door de aanzienlijke toename van het aantal verzoeken om internationale bescherming die personen die tijdelijke bescherming genieten, zouden kunnen indienen tot en met 4 maart 2025, indien de tijdelijke bescherming tegen die tijd zou worden stopgezet, of die personen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten en na die datum en op of vóór 4 maart 2026 in de Unie aankomen, zouden kunnen indienen.
Aangezien de redenen voor tijdelijke bescherming blijven bestaan, moet de tijdelijke bescherming voor de in Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 bedoelde categorieën ontheemden worden verlengd tot en met 4 maart 2026.
Dit besluit eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die worden erkend door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
Ierland is gebonden door Richtlijn 2001/55/EG en neemt derhalve deel aan de vaststelling van dit uitvoeringsbesluit.
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit uitvoeringsbesluit; dit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De tijdelijke bescherming die wordt verleend aan ontheemden uit Oekraïne als bedoeld in artikel 2 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382, en die verlengd is bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2409, wordt opnieuw met één jaar verlengd, tot en met 4 maart 2026.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Luxemburg, 25 juni 2024.
Voor de Raad
De voorzitter
H. Lahbib