Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/2149 van de Raad van 6 augustus 2024 tot vaststelling dat op bevredigende wijze is voldaan aan de voorwaarden voor de betaling van de eerste tranche van de niet-terugbetaalbare financiële steun en de steun via leningen uit hoofde van het Oekraïneplan in het kader van de faciliteit voor Oekraïne
Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/2149 van de Raad van 6 augustus 2024 tot vaststelling dat op bevredigende wijze is voldaan aan de voorwaarden voor de betaling van de eerste tranche van de niet-terugbetaalbare financiële steun en de steun via leningen uit hoofde van het Oekraïneplan in het kader van de faciliteit voor Oekraïne
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2024/792 van het Europees Parlement en de Raad van 29 februari 2024 tot instelling van de faciliteit voor Oekraïne(1), en met name artikel 26, lid 4,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
Pijler I van de faciliteit voor Oekraïne (“de faciliteit”) stelt Oekraïne financiële steun tot 38 270 000 000 EUR beschikbaar voor de periode 2024-2027 in de vorm van niet-terugbetaalbare steun en van leningen. De financiering in het kader van pijler I wordt voornamelijk toegewezen op basis van het Oekraïneplan (“het plan”). Het plan bevat de hervormings- en investeringsagenda voor Oekraïne en de kwalitatieve en kwantitatieve stappen die verband houden met de financiering in het kader van pijler I van de faciliteit.
Op grond van artikel 19 van Verordening (EU) 2024/792 heeft de Raad Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447(2) betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het plan vastgesteld. Het tijdschema voor de monitoring en uitvoering van het plan, met inbegrip van de kwalitatieve en kwantitatieve stappen die verband houden met de financiering in het kader van pijler I van de faciliteit, is opgenomen in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447.
Het totale bedrag aan financiële middelen dat bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447 beschikbaar wordt gesteld voor het plan beloopt 32 270 000 000 EUR, waarvan 5 270 000 000 EUR in de vorm van niet-terugvorderbare financiële steun en maximaal 27 000 000 000 EUR in de vorm van leningen.
Overeenkomstig de artikelen 24 en 25 van Verordening (EU) 2024/792 is 6 000 000 000 EUR beschikbaar gesteld aan Oekraïne als uitzonderlijke overbruggingsfinanciering en 1 890 000 000 EUR in de vorm van een voorfinanciering die overeenkomt met een voorschot van 7 % van de steun via leningen waarvoor Oekraïne in het kader van het plan in aanmerking komt.
Overeenkomstig artikel 26, lid 2, van Verordening (EU) 2024/792 heeft Oekraïne op 9 juli 2024 een naar behoren gemotiveerd verzoek ingediend tot betaling van de eerste tranche van de niet-terugbetaalbare financiële steun en van de steun via leningen, ten bedrage van 4 365 691 244 EUR, zoals vastgesteld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447. Het verzoek ging vergezeld van de documenten die vereist zijn uit hoofde van artikel 12 van de kaderovereenkomst, artikel 5 van de financieringsovereenkomst en artikel 6 van de leningsovereenkomst tussen de Unie en Oekraïne op grond van de artikelen 9, 10 en 22 van Verordening (EU) 2024/792.
Oekraïne heeft samen met zijn betalingsverzoek naar behoren aangetoond dat de negen stappen die overeenkomstig Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447 uiterlijk in het tweede kwartaal van 2024 moesten worden gezet op bevredigende wijze zijn uitgevoerd. De negen op bevredigende wijze uitgevoerde stappen hebben betrekking op diverse hervormingen die in het plan zijn uiteengezet, in het kader van de hoofdstukken over het beheer van de overheidsfinanciën, de bestrijding van corruptie en witwaspraktijken, het beheer van overheidsactiva, het ondernemingsklimaat, de energiesector en de agrovoedingssector. De begrotingsverklaring 2025-2027, het strategische plan voor de digitalisering van de nationale douanedienst, het strategische document inzake mijnbestrijding voor de periode tot 2033, de strategie en het actieplan voor de thermische modernisering van gebouwen tot 2050 en het geïntegreerde nationale energie- en klimaatplan zijn aangenomen, er is een nieuw hoofd van het nationale agentschap voor corruptiebestrijding benoemd en de wetgeving inzake corporate governance van staatsbedrijven en inzake de herziene rechtsgrondslag van het bureau voor economische zekerheid van Oekraïne is in werking getreden.
Overeenkomstig artikel 26, lid 4, van Verordening (EU) 2024/792 heeft de Commissie het door Oekraïne ingediende betalingsverzoek in detail onderzocht en heeft zij een positieve beoordeling afgegeven over de bevredigende uitvoering van de negen kwalitatieve en kwantitatieve stappen voor de eerste tranche, zoals gespecificeerd in de bijlage bij dit besluit.
De Commissie heeft geoordeeld dat Oekraïne nog steeds voldoet aan de in artikel 5 van Verordening (EU) 2024/792 vastgestelde voorwaarde voor steun van de Unie. Oekraïne blijft met name doeltreffende democratische mechanismen in stand houden en eerbiedigen, waaronder een parlementair meerpartijenstelsel en de rechtsstaat en blijft de eerbiediging van de mensenrechten garanderen, met inbegrip van de rechten van personen die tot minderheden behoren.
Daarom moet in dit besluit worden vastgesteld dat op bevredigende wijze is voldaan aan de relevante voorwaarden voor de betaling van de eerste tranche.
Gezien de moeilijke begrotingssituatie van Oekraïne is het van het grootste belang dat de middelen zo snel mogelijk worden uitgekeerd. Gezien de urgentie van de situatie en ter bespoediging van het proces moet dit besluit in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie en moet het van toepassing zijn vanaf de datum waarop het wordt vastgesteld,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Hierbij wordt vastgesteld dat op bevredigende wijze is voldaan aan de relevante voorwaarden voor de betaling van de eerste tranche van 4 365 691 244 EUR, als vastgesteld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447, conform met de door de Commissie overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EU) 2024/792 verstrekte beoordeling, die aan dit besluit is gehecht.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Het is van toepassing vanaf de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 6 augustus 2024.
Voor de Raad
De voorzitter
Bóka J.
BIJLAGE
SAMENVATTING
Overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EU) 2024/792 van 29 februari 2024 tot instelling van de faciliteit voor Oekraïne heeft Oekraïne op 9 juli 2024 een verzoek om betaling van de eerste tranche van het Oekraïneplan ingediend. Ter staving van het betalingsverzoek heeft Oekraïne naar behoren aangetoond dat het op bevredigende wijze heeft voldaan aan de negen stappen van de eerste tranche, zoals uiteengezet in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447 van 14 mei 2024 betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het Oekraïneplan.
Op basis van de door Oekraïne verstrekte informatie wordt aangenomen dat er op bevredigende wijze is voldaan aan alle negen stappen. Als onderdeel van het hoofdstuk over het beheer van de overheidsfinanciën werden de volgende handelingen vastgesteld: i) het strategische plan voor de digitalisering van de nationale douanedienst; ii) de begrotingsverklaring 2025-2027, en iii) het actieplan voor de uitvoering van de routekaart voor de hervorming van het beheer van de overheidsinvesteringen. Als onderdeel van het hoofdstuk over de bestrijding van corruptie en witwaspraktijken was er de benoeming van een nieuw hoofd van het nationale agentschap voor corruptiebestrijding. In het kader van het hoofdstuk over het beheer van overheidsactiva is de wetgeving inzake corporate governance van staatsbedrijven in werking getreden. Binnen het onderdeel ondernemings-klimaat is de wet tot herziening van de rechtsgrondslag van het bureau voor economische zekerheid van Oekraïne in werking getreden. Als onderdeel van het hoofdstuk over de energiesector zijn het geïntegreerde nationale energie- en klimaatplan, de strategie voor thermische modernisering van gebouwen tot 2050 en het actieplan vastgesteld. In het kader van het hoofdstuk over de agrovoedingssector is het strategische document inzake mijnbestrijding voor de periode tot 2033 vastgesteld.
Stap 2.2
Naam van de stap: vaststelling van het strategische plan voor de digitalisering van de nationale douanedienst |
Gerelateerde hervorming/investering: hervorming 1. Verbeterd beheer van de inkomsten |
Gefinancierd uit: leningen |
Het vereiste voor stap 2.2 in de beschrijving van de stap in de bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad: “Vaststelling van het nationale strategisch langetermijnplan voor digitale ontwikkeling, digitale transformatie en digitalisering van de nationale douanedienst.” Stap 2.2 is de eerste stap van hervorming 1 van hoofdstuk 2 (Beheer van overheidsfinanciën). Tegen het vierde kwartaal 2024 voorziet hervorming 1 in een extra stap 2.1, namelijk de vaststelling van het strategische plan voor de digitalisering van de nationale belastingdienst. |
Samenvattend document waarin naar behoren wordt gemotiveerd hoe op bevredigende wijze aan de stap is voldaan overeenkomstig de vereisten van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447; kopie van besluit nr. 63 van het Ministerie van Financiën van 9 februari 2024“betreffende de uitvoering van het besluit van het comité voor het beheer van informatietechnologie in het systeem voor het beheer van de overheidsfinanciën”; kopie van de bijlage bij besluit nr. 63 van het Ministerie van Financiën van 9 februari 2024 betreffende het nationale strategisch langetermijnplan voor digitale ontwikkeling, digitale transformatie en digitalisering van de nationale douanedienst van Oekraïne. |
De door de Oekraïense autoriteiten verstrekte motivering en materiële bewijzen hebben betrekking op alle constitutieve elementen van stap 2.2. De strategie is op 9 februari 2024 door het Ministerie van Financiën vastgesteld bij besluit nr. 63. De strategie omvat het langetermijnplan voor de digitale ontwikkeling, digitale transformatie en digitalisering van de nationale douanedienst van Oekraïne op basis van het EU-werkprogramma voor het douanewetboek en het strategische meerjarenplan voor de elektronische douane (MASP-C), het belangrijkste initiatief van de Europese Unie voor de digitalisering van het EU-douanesysteem. In deel 1 van de strategie wordt de algemene doelstelling van digitalisering en afstemming op de EU-normen uiteengezet. In deel 2 worden de specifieke benchmarks beschreven die moeten worden gehaald om deze doelstelling te bereiken, en in deel 3 worden de beginselen uiteengezet die als leidraad zullen dienen voor de uitvoering van de relevante maatregelen. In deel 4 wordt de volgorde geschetst van de stappen die moeten worden ondernomen om deze doelstellingen te bereiken en worden de groepen projecten gedefinieerd op basis van de mate van betrokkenheid van de EU-instellingen en de lidstaten. In deel 5 wordt de aanpak voor de herstructurering van de relevante IT-infrastructuur geschetst, met inbegrip van de afstemming ervan op de EU-aanpak. Tot slot worden in deel 6 de processen beschreven die de nationale douanedienst en het ministerie van Financiën zullen volgen om het veranderings- en hervormingsproces te beheren. |
Beoordeling door de Commissie: op bevredigende wijze uitgevoerd |
Stap 2.3
Naam van de stap: goedkeuring van de begrotingsverklaring 2025-2027 |
Gerelateerde hervorming/investering: hervorming 2. Verbeterd beheer van de overheidsfinanciën |
Gefinancierd uit: leningen |
Het vereiste voor stap 2.3 in de beschrijving van de stap in de bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad: “De begrotingsverklaring 2025-2027 is goedgekeurd en ingediend bij het Parlement. De verklaring is gericht op deze belangrijke gebieden: i) de belangrijkste macro-economische prognoses van de economische en sociale ontwikkeling van het land; ii) de belangrijkste begrotingsindicatoren (inkomsten, uitgaven, begrotingstekort, overheidsschuld); iii) prioriteiten van het overheidsbeleid per domein en uitgavenplafonds voor elke belangrijke uitgavenpost; iv) de verhoudingen tussen de nationale begroting en lokale begrotingen, met inbegrip van de richtsnoeren die nodig zijn om de prognoses van lokale begrotingen op middellange termijn op te stellen; v) fiscale risicobeoordeling.” Stap 2.3 is de eerste stap van hervorming 2 van hoofdstuk 2 (Beheer van overheidsfinanciën). Tegen het vierde kwartaal 2026 voorziet hervorming 2 in twee extra stappen: stap 2.4 is gericht op de invoering van een uitgaventoetsing van de nationale begroting, en stap 2.5 betreft een wijziging van de begrotingswet om de procedure voor het beheer van budgettaire risico’s voor lokale begrotingen vast te stellen. |
Samenvattend document waarin naar behoren wordt gemotiveerd hoe op bevredigende wijze aan de stap is voldaan overeenkomstig de vereisten van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447; resolutie nr. 751 van het kabinet van ministers van 28 juni 2024 tot vaststelling van de begrotingsverklaring voor de periode 2025-2027; kopie van de begrotingsverklaring 2025-2027, zoals goedgekeurd op 28 juni 2024; kennisgeving van de indiening van de begrotingsverklaring bij de Verchovna Rada op 28 juni 2024; kopie van de Oekraïense begrotingswet. |
De door de Oekraïense autoriteiten verstrekte motivering en materiële bewijzen hebben betrekking op alle constitutieve elementen van stap 2.3. De begrotingsverklaring voor de periode 2025-2027 is op 28 juni 2024 goedgekeurd en op dezelfde dag ingediend bij het parlement. Zij bevat een raming van de belangrijkste macro-economische prognoses van de economische en sociale ontwikkeling van het land, alsmede indicatoren zoals economische groei, inflatie-indexen, werkloosheid en wisselkoersen voor de periode 2025-2027. De begrotingsverklaring bevat ook een raming van de belangrijkste begrotingsindicatoren met betrekking tot inkomsten (zoals belastinginkomsten of dividenden van staatsbedrijven), uitgaven (uitgesplitst en ingedeeld naar beleidsterrein), begrotingstekort en overheidsschuld. Zij bevat ook een gedetailleerde beschrijving van de prioriteiten van het overheidsbeleid per domein en de uitgavenplafonds voor elke belangrijke uitgavenpost. De belangrijkste prioriteiten van het overheidsbeleid hebben betrekking op gebieden als sociale bescherming, onderwijs, gezondheidszorg, ondernemingsklimaat/ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen, landbouw en energie. In het document wordt ook de relatie tussen de nationale begroting en de lokale begroting in kaart gebracht en beschreven. Van het nationale begrotingsbeleid voor lokale begrotingen wordt onder meer verwacht dat het de begrotingsplanning op middellange termijn verder zal ontwikkelen en de financiële capaciteit op lokaal niveau zal versterken. Door een prognose te maken van de inkomsten van de lokale begrotingen voor de periode 2025-2027 biedt de nationale begroting lokale begrotingen richtsnoeren voor het opstellen van prognoses op middellange termijn. Tot slot bevat de begrotingsverklaring 2025-2027 een beoordeling van de budgettaire risico’s en de gevolgen daarvan voor de indicatoren van de nationale begroting gedurende de verslagperiode van drie jaar. De budgettaire risico’s omvatten oorlogsgerelateerde onzekerheden, de gevolgen van de vernietiging van energie-infrastructuur, belemmeringen voor handel en goederenvervoer en de stabiliteit van de internationale financiële bijstand. |
Beoordeling door de Commissie: op bevredigende wijze uitgevoerd |
Stap 2.7
Naam van de stap: vaststelling van het actieplan voor de uitvoering van de routekaart voor de hervorming van het beheer van de overheidsinvesteringen |
Gerelateerde hervorming/investering: hervorming 4. Verbeterd beheer van de overheidsinvesteringen |
Gefinancierd uit: leningen |
Het vereiste voor stap 2.7 in de beschrijving van de stap in de bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad: Vaststelling van het actieplan voor de uitvoering van de routekaart voor de hervorming van het beheer van de overheidsinvesteringen. Het actieplan richt zich op deze belangrijke gebieden en voorziet in volgorde en tijdschema: invoeren van een strategische planning voor overheidsinvesteringen in nauwe samenhang met de begrotingsplanning; bepalen van de rollen van alle deelnemers in alle fasen van de investeringsprojectcyclus; vaststellen van uniforme benaderingen voor de selectie, evaluatie en monitoring van investeringsprojecten, ongeacht de financieringsbronnen (begrotingsinkomsten, internationale donoren, (lokale) overheidsgaranties, concessies, publiek-private partnerschappen), om de uitwerking van individuele projecttrajecten mogelijk te maken; bepalen van prioriteitscriteria die duidelijk omschreven behoeften, de maturiteit van projecten, en de afstemming op sectorale en/of regionale strategieën in het kader van het beheer van overheidsinvesteringen omvatten; invoeren van een onafhankelijke beoordeling voor grootschalige projecten inzake overheidsinvesteringen. Stap 2.7 is de eerste stap in de uitvoering van hervorming 4 van hoofdstuk 2 (Beheer van overheidsfinanciën). Hervorming 4 omvat een extra stap 2.8, die is gepland voor het derde kwartaal van 2025 en gericht is op de ontwikkeling en toepassing van het digitale beheersinstrument voor de wederopbouw van Oekraïne. |
Samenvattend document waarin naar behoren wordt gemotiveerd hoe op bevredigende wijze aan de stap is voldaan overeenkomstig de vereisten van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447; kopie van resolutie nr. 588-p van het kabinet van ministers van 18 juni 2024 waarbij het actieplan werd vastgesteld; kopie van het vastgestelde “actieplan voor de uitvoering van de routekaart voor de hervorming van het beheer van de overheidsinvesteringen 2024-2028”. |
De door de Oekraïense autoriteiten verstrekte motivering en materiële bewijzen hebben betrekking op alle constitutieve elementen van stap 2.7. Het actieplan voor de uitvoering van de routekaart voor de hervorming van het beheer van de overheidsinvesteringen is op 18 juni vastgesteld door de regering. Het bevat een overzicht van de acties die moeten worden ondernomen en de entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de “routekaart voor de hervorming van het beheer van de overheidsinvesteringen”. Het actieplan voorziet in de invoering van een strategische planning voor overheidsinvesteringen in nauwe samenhang met de begrotingsplanning. In dit verband worden onder doelstelling 1 de volgorde en het tijdschema voor hervormingen van het begrotingsplanningsproces vastgesteld, onder meer door middel van wijzigingen van de begrotingswet, die zullen worden doorgevoerd om te zorgen voor afstemming op de strategische planning voor overheidsinvesteringen. Het gaat onder meer om wijzigingen in verband met de actualisering van de definitie van projecten voor overheidsinvesteringen en de bijbehorende uitgaven; de vaststelling van het bedrag aan begrotingsmiddelen dat beschikbaar is voor overheidsinvesteringen; de invoering van de planning van investeringsuitgaven op middellange termijn, en het ervoor zorgen dat uit de begroting alleen projecten worden gefinancierd die zijn geselecteerd via het bestaande systeem voor strategische planning. Onder doelstelling 2 worden de volgorde en het tijdschema voor de invoering van de strategische planning voor overheidsinvesteringen vastgesteld. Dit omvat de oprichting van de raad voor strategische investeringen; de ontwikkeling van een nationaal systeem voor strategische planning, dat de belangrijkste planningsprocessen en -documenten bestrijkt; de ontwikkeling van nationale, sectorale en regionale strategieën en bijbehorende methoden en processen, en de ontwikkeling van een middellangetermijnplan voor prioritaire overheidsinvesteringen. Onder doelstelling 2 wordt voorts gespecificeerd dat een essentieel kenmerk van het nationale systeem voor strategische planning de inachtneming van het macrobudgettaire kader zal zijn. Onder doelstelling 4 worden de volgorde en het tijdschema voor het verbeteren van het begrotingsplanningsproces op middellange termijn voor overheidsinvesteringen vastgesteld. Dit omvat het beheer en de controle van meerjarige begrotingsvastleggingen gedurende de gehele investeringscyclus; de selectie van te financieren overheidsinvesteringen, en de beoordeling en het beheer van begrotingsrisico’s en voorwaardelijke verplichtingen. In het actieplan worden de rollen van alle deelnemers in alle fasen van de investeringsprojectcyclus omschreven. In dit verband wordt onder doelstelling 1 bepaald dat de wijzigingen van de wetgeving inzake de begrotingswet en het beheer van overheidsinvesteringen een omschrijving moeten bevatten van de taken van de deelnemers aan het beheerproces van overheidsinvesteringen. Onder doelstelling 3 worden verder de volgorde en het tijdschema vastgesteld voor de invoering van de nieuwe procedures en methoden voor elke stap in de investeringsprojectcyclus, waaronder voorbereiding, screening, prioritering, beoordeling, selectie, risico-identificatie, uitvoering, monitoring en prestatie-evaluatie. Bij elke output moet duidelijk worden aangegeven hoe de taken onder de deelnemers aan het proces worden verdeeld. In het actieplan wordt een uniforme benadering vastgesteld voor de selectie, evaluatie en monitoring van investeringsprojecten, ongeacht de financieringsbronnen (begrotingsinkomsten, internationale donoren, nationale (lokale) garanties, concessies, publiek-private partnerschappen) teneinde de uitwerking van één enkele projectcyclus mogelijk te maken. In dit verband worden onder doelstelling 3 de volgorde en het tijdschema vastgesteld voor de totstandbrenging van een uniforme methodologische aanpak voor elke stap in de investeringsprojectcyclus, met als doel te komen tot één enkele cyclus voor openbare investeringsprojecten. Ook wordt gespecificeerd dat dit tot stand moet worden gebracht ongeacht de financieringsbron en wordt de methode uiteengezet voor het bepalen van de financieringsbronnen/-mechanismen van de geselecteerde openbare investeringsprojecten. In het actieplan worden ook prioriteitscriteria vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met duidelijk omschreven behoeften, de maturiteit van projecten en de afstemming op sectorale en/of regionale strategieën in het kader van het beheer van overheidsinvesteringen. In dit verband wordt onder doelstelling 3 gespecificeerd dat er prioriteiten moeten worden gesteld op basis van criteria van strategische relevantie, financiële haalbaarheid, sociale en economische efficiëntie, technische haalbaarheid, institutionele capaciteit en klimaatbestendigheid. Er wordt ook gespecificeerd dat er bij de beoordeling van projecten rekening moet worden gehouden met de mate van urgentie om in publieke behoeften te voorzien en dat er prioriteiten moeten worden gesteld op basis van de maturiteit van projecten en de inachtneming van sectorale en/of regionale strategische prioriteiten. Tot slot voorziet het actieplan in een onafhankelijke beoordeling van grootschalige openbare investeringsprojecten. In dit verband worden onder doelstelling 3 de volgorde en het tijdschema vastgesteld voor de invoering van een onafhankelijke beoordeling van grootschalige openbare investeringsprojecten in het investeringsbeoordelingsproces. |
Beoordeling door de Commissie: op bevredigende wijze uitgevoerd |
Stap 4.2
Naam van de stap: benoeming van een nieuw hoofd van het nationale agentschap voor corruptiebestrijding |
Gerelateerde hervorming/investering: ontwikkeling van de institutionele capaciteit van het kader voor corruptiebestrijding |
Gefinancierd uit: niet-terugvorderbare steun |
Het vereiste voor stap 4.2 in de beschrijving van de stap in de bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad: “Er wordt een nieuw hoofd van het nationale agentschap voor corruptiebestrijding benoemd in overeenstemming met de wet ter voorkoming van corruptie.” Stap 4.2 is de eerste stap in de uitvoering van hervorming 1 van hoofdstuk 4 (Bestrijding van corruptie en witwaspraktijken). Deze stap wordt gevolgd door stap 4.1, die is gepland voor het derde kwartaal van 2024 en tot doel heeft meer personeel in te zetten bij het gespecialiseerde openbaar ministerie voor corruptiebestrijding, en door stap 4.3, die is gepland voor het eerste kwartaal van 2025 en tot doel heeft meer personeel in te zetten bij het hooggerechtshof voor corruptiebestrijding. |
Samenvattend document waarin naar behoren wordt gemotiveerd hoe op bevredigende wijze aan de stap is voldaan overeenkomstig de vereisten van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447; kopie van decreet nr. 162-r van het kabinet van ministers van Oekraïne van 27 februari 2024 betreffende de benoeming van de heer Pavlushchyk tot hoofd van het nationale agentschap voor corruptiebestrijding; kopie van decreet nr. 944-r van het kabinet van ministers van Oekraïne van 13 oktober 2023 betreffende de goedkeuring van de samenstelling van het comité voor de selectie van het hoofd van het nationale agentschap voor corruptiebestrijding; kopie van de notulen van de vergaderingen van het selectiecomité van 10 en 30 november 2023, 28 december 2023, 4 en 8 januari 2024 en 5, 20, 24 en 25 februari inzake de selectie van het hoofd van het nationale agentschap voor corruptiebestrijding; kopie van de Oekraïense wet nr. 1700-VII/2014 inzake voorkoming van corruptie. |
De door de Oekraïense autoriteiten verstrekte motivering en materiële bewijzen hebben betrekking op alle constitutieve elementen van stap 4.2. Het kabinet van ministers van Oekraïne heeft decreet nr. 162-r aangenomen, waarbij de heer Victor Volodimirovich Pavlushchyk met ingang van 27 februari 2024 wordt benoemd tot hoofd van het nationale agentschap voor corruptiebestrijding. Uit de notulen van de vergaderingen van het selectiecomité die op 25 februari 2024 zijn gehouden met het oog op de selectie van het hoofd van het nationale agentschap voor corruptiebestrijding (“de notulen”) blijkt dat de selectie is gebeurd overeenkomstig artikel 6 (“procedure voor vergelijkende selectie en benoeming van de voorzitter van het nationale agentschap”) van de Oekraïense wet nr. 1700-VII inzake voorkoming van corruptie (“de wet”). Uit de notulen blijkt dat het selectiecomité, conform artikel 6, lid 2, van de wet, bestaat uit drie leden die zijn benoemd door het kabinet van ministers van Oekraïne en drie leden die door het kabinet van ministers van Oekraïne zijn benoemd op basis van voorstellen van donoren die Oekraïne internationale technische bijstand hebben verleend bij de voorkoming en bestrijding van corruptie. De heer Pavlushchyk kreeg zes stemmen vóór en werd geselecteerd als de meest geschikte kandidaat voor de functie van hoofd van het nationale agentschap voor corruptiebestrijding. |
Beoordeling door de Commissie: op bevredigende wijze uitgevoerd |
Stap 6.2
Naam van de stap: inwerkingtreding van de wetgeving inzake corporate governance van staatsbedrijven |
Gerelateerde hervorming/investering: hervorming 2. Verbeterd bestuur en beheer van staatsbedrijven |
Gefinancierd uit: niet-terugvorderbare steun |
Het vereiste voor stap 2.7 in de beschrijving van de stap in de bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad: Inwerkingtreding van de nieuwe wet inzake corporate governance van staatsbedrijven met inachtneming van de OESO-richtsnoeren voor corporate governance. De wet is gericht op deze belangrijke gebieden: vaststelling van de bevoegdheden van de raden van toezicht van staatsbedrijven om CEO’s te benoemen en te ontslaan; vaststelling van de bevoegdheden van de raden van toezicht van staatsbedrijven om de strategische, investerings- en financiële planningsdocumenten van staatsbedrijven goed te keuren; opstelling van een jaarlijkse evaluatieprocedure voor de raden van toezicht van staatsbedrijven. Stap 6.2 is de eerste stap van de vier stappen van deze hervorming in het kader van hoofdstuk 6 (Beheer van overheidsactiva). Deze stap wordt gevolgd door stap 6.3, die is gepland voor het tweede kwartaal van 2026 en tot doel heeft om in ten minste 15 topstaatsbedrijven raden van toezicht met een meerderheid aan onafhankelijke leden te benoemen en om ten minste 15 topstaatsbedrijven om te vormen tot naamloze vennootschappen of tot vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (stap) en door stap 6.4, die is gepland voor het derde kwartaal van 2026 en tot doel heeft de beginselen inzake corporate governance toe te passen in alle geconsolideerde beheersinstanties van staatsbedrijven. |
Samenvattend document waarin naar behoren wordt gemotiveerd hoe op bevredigende wijze aan de stap is voldaan overeenkomstig de vereisten van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447; kopie van wet nr. 3587-IX van 22 februari 2024“inzake de wijziging van een aantal Oekraïense wetgevingshandelingen ter verbetering van corporate governance” (“de wet”); kopie van wet nr. 185-V van Oekraïne van 1 juli 2024“inzake het beheer van staatseigendom”; kopie van het wetboek van koophandel van Oekraïne, nr. 436-IV van 8 maart 2024; kopie van wet nr. 2465-IX van 27 april 2024“inzake naamloze vennootschappen”. |
De door de Oekraïense autoriteiten verstrekte motivering en materiële bewijzen hebben betrekking op alle constitutieve elementen van de beschrijving van de stap. Wet nr. 3587-IX (“wijziging van een aantal Oekraïense wetgevingshandelingen ter verbetering van corporate governance” (“de wet”)) is op 8 maart 2024 in werking getreden. In de wet wordt rekening gehouden met de relevante richtsnoeren van de OESO betreffende corporate governance, zoals uiteengezet in de beginselen van corporate governance 2023 van de G20/OESO. De wet is met name in overeenstemming met de beginselen V.D.1. en V.D.4, waarin de belangrijkste functies van de raden worden omschreven: i) het beoordelen en sturen van de strategie, belangrijke actieplannen, jaarlijkse begrotingen en bedrijfsplannen, het vaststellen van prestatiedoelstellingen, het monitoren van de uitvoering en de bedrijfsprestaties, en het toezicht houden op belangrijke kapitaaluitgaven, overnames en afstotingen (V.D.1), en ii) het selecteren van, toezicht houden op en monitoren van de prestaties van belangrijke leidinggevenden en, indien nodig, het vervangen van deze leidinggevenden en het toezicht houden op de opvolgingsplanning (V.D.4). De wet is ook in overeenstemming met beginsel V.E.4, volgens hetwelk de raden van toezicht regelmatig evaluaties moeten uitvoeren om hun prestaties te beoordelen en om na te gaan of zij over de juiste mix van achtergrond en competenties beschikken, onder meer met betrekking tot gender en andere vormen van diversiteit. De wet omschrijft de bevoegdheden van de raden van toezicht van staatsbedrijven om CEO’s te benoemen en te ontslaan. In artikel 11-4, lid 7, van de vorige versie van wet nr. 185-V “inzake het beheer van staatseigendom” werd bepaald dat de raad van toezicht van een gecentraliseerd staatsbedrijf exclusief bevoegd was voor de benoeming en de beëindiging van de bevoegdheden van de CEO. Bij wet nr. 3587-IX (“de wet”) werd artikel 11-4 gewijzigd om ervoor te zorgen dat dit zowel van toepassing is op gecentraliseerde staatsbedrijven als op andere bedrijfsverenigingen waarin de staat 50 % of meer van de aandelen in bezit heeft. Daarnaast werd in de wet de rol verduidelijkt van de raden van toezicht bij de benoeming van CEO’s van staatsbedrijven waarin het kabinet van ministers optreedt als eigendomsentiteit. Vóór de wetswijziging werd in de wet inzake het beheer van staatseigendom bepaald dat het kabinet van ministers het recht had om de CEO van dergelijke staatsbedrijven te benoemen, terwijl in de Oekraïense wet nr. 2465-IX “inzake naamloze vennootschappen” de algemene regel was opgenomen dat de benoeming en het ontslag van de CEO voorbehouden was aan de raad van toezicht. Deze overlapping leidde tot verwarring en discussie over welke wet voorrang had in deze staatsbedrijven. Bij de nieuwe wet werd de verwarrende bepaling uit de wet inzake het beheer van staatseigendom geschrapt en de algemene regel geldt nu voor alle staatsbedrijven die zijn georganiseerd als naamloze vennootschappen. De wet omschrijft de bevoegdheden van de raden van toezicht van staatsbedrijven om de strategische, investerings- en financiële planningsdocumenten van staatsbedrijven goed te keuren. Bij de wet werden er wijzigingen aangebracht in andere relevante wetten teneinde ervoor te zorgen dat het de raden van toezicht van staatsbedrijven zijn die de strategische, investerings- en financiële planningsdocumenten van staatsbedrijven goedkeuren. Meer bepaald heeft de raad van toezicht (indien deze is opgericht) van een gecentraliseerd staatsbedrijf of een bedrijfsvereniging, conform de wijzigingen in artikel 11-4 van de wet “inzake het beheer van staatseigendom”, onder meer de exclusieve bevoegdheid tot goedkeuring van het strategische plan voor de ontwikkeling van het gecentraliseerde staatsbedrijf en tot goedkeuring van het jaarlijkse financiële plan en het verslag over de uitvoering ervan, het jaarlijkse investeringsplan en het investeringsplan voor de middellange termijn (drie tot vijf jaar). Daarnaast is, conform de wijzigingen in artikel 7-1, alinea 1-1, van de Oekraïense wet inzake “naamloze vennootschappen”, een van de exclusieve bevoegdheden van de raad van toezicht van een naamloze vennootschap de goedkeuring van het strategische ontwikkelingsplan en de prestatie-indicatoren van de naamloze vennootschap, het jaarlijkse financiële plan en het verslag over de uitvoering ervan, en het jaarlijkse investeringsplan en het investeringsplan voor de middellange termijn. Soortgelijke wijzigingen werden aangebracht in andere relevante wetgeving, zoals het wetboek van koophandel van Oekraïne, nr. 436-IV, waarin is bepaald dat het opstellen van financiële, investerings- en strategische ontwikkelingsplannen verplicht is voor staatsbedrijven, en dat deze documenten worden goedgekeurd door de raad van toezicht (indien deze is opgericht). Tot slot is in de wet een jaarlijkse evaluatieprocedure voor de raden van toezicht van staatsbedrijven vastgesteld. Conform de wijzigingen in artikel 11-7 van de wet “inzake het beheer van staatseigendom” worden de activiteiten van de raad van toezicht van een gecentraliseerd staatsbedrijf of een bedrijfsvereniging waarvoor de oprichting van een raad van toezicht verplicht is, ten minste om de drie jaar geëvalueerd. De resultaten van de evaluatie worden binnen twee werkdagen na de datum van goedkeuring ervan gepubliceerd op de website van het betrokken staatsbedrijf. |
Beoordeling door de Commissie: op bevredigende wijze uitgevoerd |
Stap 8.3
Naam van de stap: inwerkingtreding van de wet inzake de herziening van de rechtsgrond van het Oekraïense bureau voor economische zekerheid. |
Gerelateerde hervorming/investering: hervorming van het Oekraïense bureau voor economische zekerheid. |
Gefinancierd uit: niet-terugvorderbare steun |
In de bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad worden de eisen voor stap 8.3 als volgt beschreven: “Inwerkingtreding van de wet tot herziening van de rechtsgrondslag voor de werkzaamheden van het bureau voor economische zekerheid van Oekraïne. De nieuwe wetgeving is gericht op deze belangrijke gebieden: ontwikkelen van een open, transparant en concurrerend proces voor de selectie van directieleden en personeel, en de selectie van het nieuwe hoofd op basis van een bij wet vastgestelde, op verdienste gebaseerde procedure; verstrengen van de eisen voor de selectiecommissie; invoeren van een contractstelsel voor werknemers; vaststellen van een duidelijker toepassingsgebied en mandaat; ontwikkelen van een mechanisme voor de attestering van personeel.” Stap 8.3 is de enige stap van hervorming 2 van hoofdstuk 8 (ondernemingsklimaat) die betrekking heeft op de hervorming van het bureau voor economische zekerheid van Oekraïne. De stap vormt een aanvulling op hervorming 1 van hoofdstuk 3 (rechtssysteem) betreffende de versterking van de verantwoordingsplicht, integriteit en vakkundigheid van de rechterlijke macht. |
Samenvattend document waarin naar behoren wordt gemotiveerd hoe op bevredigende wijze aan de stap is voldaan overeenkomstig de vereisten van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447; kopie van wet nr. 3840-IX van 20 juni 2024 betreffende wijzigingen van bepaalde Oekraïense wetgevingshandelingen om de werkzaamheden van het bureau voor economische zekerheid van Oekraïne te verbeteren. |
De door de Oekraïense autoriteiten verstrekte motivering en materiële bewijzen hebben betrekking op alle constitutieve elementen van stap 8.3. Wet nr. 3840-IX betreffende wijzigingen van bepaalde Oekraïense wetgevingshandelingen om de werkzaamheden van het bureau voor economische zekerheid van Oekraïne te verbeteren, is goedgekeurd door de Verchovna Rada op 20 juni, ondertekend door de president op 28 juni en in werking getreden door bekendmaking in het Publicatieblad op 29 juni 2024. De wet beschrijft een open, transparante en vergelijkende procedure voor de selectie van directieleden en personeel, met inbegrip van de selectie van een nieuw hoofd (directeur), op basis van welomschreven, op verdienste gebaseerde procedures. De wet schetst de vereisten waaraan kandidaten voor de functie van directeur moeten voldoen op het vlak van karakter en vakbekwaamheid, met inbegrip van de nodige kennis, ervaring, analytische en leidinggevende bekwaamheden en mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden. Dat wordt gerealiseerd door wijzigingen van de artikelen 15 en 19. In artikel 15 van de wet wordt ook de selectieprocedure omschreven, met inbegrip van de aanstelling van een versterkte selectiecommissie die uit zes leden bestaat. Van die zes personen zullen er drie worden aangesteld door het kabinet van ministers van Oekraïne. De drie overige zullen door het kabinet van ministers worden benoemd op basis van voorstellen van internationale organisaties die Oekraïne technische bijstand verlenen op het gebied van de preventie en bestrijding van corruptie en de hervorming van rechtshandhavingsinstanties, overeenkomstig internationale verdragen. In artikel 15 worden ook de vereisten voor de leden van de selectiecommissie en hun bevoegdheden en verantwoordelijkheden beschreven, alsmede de besluitvormingsprocedures. De wet schrijft voor dat de selectiecommissie maximaal twee kandidaten mag selecteren. De wet beschrijft de invoering van een contractstelsel waarbij benoemingen in een functie bij het bureau gebaseerd kunnen zijn op een dienstencontract, dat wordt gesloten om de redenen en op de wijze die door het kabinet van ministers zijn vastgesteld. De wet bepaalt een duidelijker reikwijdte en opdracht van het bureau voor economische zekerheid van Oekraïne door een wijziging van artikel 8 van de afzonderlijke wet betreffende operationele en onderzoeksactiviteiten. In dezelfde wet wordt de bepaling opgenomen dat het recht om die activiteiten uit te voeren uitsluitend toekomt aan het bureau voor economische zekerheid van Oekraïne en het nationale bureau voor corruptiebestrijding van Oekraïne. De wet bepaalt de procedures voor de verplichte hercertificering van werknemers van het bureau voor economische zekerheid, zodat ze beschikken over het passende niveau van integriteit en vakbekwaamheid. De certificering begint zodra het benoemingsbesluit van de nieuwe directeur is gepubliceerd op de officiële website van het bureau. Binnen 14 dagen na de dag van bekendmaking moeten werknemers die eenmalig gecertificeerd moeten zijn, een schriftelijke verklaring indienen waarin ze met certificering instemmen of die weigeren. De wet bepaalt dat de certificeringsperiode uiterlijk 18 maanden vanaf de datum van benoeming van de directeur afloopt, behalve in bijzondere gevallen. De certificering wordt uitgevoerd door een certificeringscommissie met twaalf leden, van wie er zes door de directeur en zes door internationale organisaties zullen worden aangewezen. Als dit nog niet bij wet is geregeld, worden de procedures voor de organisatie en de uitvoering van de certificering, de criteria, en de methode voor de beoordeling van de integriteit en de vakbekwaamheid van de werknemers tijdens het certificeringsproces vastgesteld door de directeur, in overleg met de certificeringscommissie. De wet splitst de certificeringsprocedure in twee fasen: i) de certificering van de afdelingshoofden van de centrale organisatie en hun plaatsvervangers, alsook de hoofden van de territoriale afdelingen en hun plaatsvervangers; ii) de certificering van andere werknemers. |
Beoordeling door de Commissie: op bevredigende wijze uitgevoerd |
Stap 10.1
Naam van de stap: goedkeuring van het geïntegreerde nationale energie- en klimaatplan. |
Gerelateerde hervorming/investering: hervorming 1. Geïntegreerd nationaal energie- en klimaatplan. |
Gefinancierd uit: leningen |
Het vereiste voor stap 10.1 in de beschrijving van de stap in de bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad: “Vaststelling van de verordening van het kabinet van ministers van Oekraïne houdende goedkeuring van het geïntegreerde nationale energie- en klimaatplan met het oog op het vaststellen van nationale doelstellingen inzake klimaatneutraliteit en het verzekeren van een passende planning, terdege rekening houdend met de aanbevelingen van de Energiegemeenschap. In het plan worden streefdoelen vastgelegd die tegen 2030 bereikt moeten zijn voor: — broeikasgasreductie, onder meer via marktgebaseerde mechanismen voor het vaststellen van koolstofprijzen; — het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen in bruto-eindenergieverbruik; — de energiebesparingen op het eindenergieverbruik.” Stap 10.1 is de enige stap in de uitvoering van hervorming 1 van hoofdstuk 10 (energiesector). |
Samenvattend document waarin naar behoren wordt gemotiveerd hoe op bevredigende wijze aan de stap is voldaan overeenkomstig de vereisten van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447; kopie van de vaststelling van verordening nr. 587-p van het kabinet van ministers van Oekraïne van 25 juni 2024 betreffende de goedkeuring van het geïntegreerde nationale energie- en klimaatplan van Oekraïne; kopie van het vastgestelde geïntegreerde nationale energie- en klimaatplan van Oekraïne; aanbevelingen van het secretariaat van de Energiegemeenschap voor het ontwerp van het geïntegreerde nationale energie- en klimaatplan van Oekraïne, zoals gepubliceerd op de website van de Energiegemeenschap; schriftelijke opmerkingen van de Oekraïense regering over de aanbevelingen van het secretariaat van de Energiegemeenschap, zoals gepubliceerd op de website van het ministerie van Economische Zaken. |
De door de Oekraïense autoriteiten verstrekte motivering en materiële bewijzen hebben betrekking op alle constitutieve elementen van stap 10.1. Het kabinet van ministers van Oekraïne heeft op 25 juni 2024 verordening nr. 587-p betreffende de goedkeuring van het geïntegreerde nationale energie- en klimaatplan (hierna: “het plan”) van Oekraïne vastgesteld. In het plan wordt de reikwijdte van het document samengevat en wordt de nadruk gelegd op het strategische belang als instrument om het energie- en klimaatbeleid te coördineren en te plannen en om de ontwikkeling en het economisch herstel van Oekraïne te verzekeren. Gezien de uitgebreide reeks doelstellingen en strategieën zal het plan waarschijnlijk ook bijdragen tot de nationale doelstelling om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Gezien de ongekende onzekerheid die de oorlog met zich meebrengt, ook voor het in het plan vastgestelde energie- en klimaatbeleid, is in de verordening betreffende de goedkeuring van het plan ook vastgelegd dat het uiterlijk in december 2025 moet worden bijgewerkt. Als verdragsluitende partij bij de Energiegemeenschap heeft Oekraïne op grond van Verordening (EU) 2018/1999 een ontwerp van het plan ingediend bij het secretariaat van de Energiegemeenschap; het secretariaat heeft aanbevelingen gedaan voor het plan van Oekraïne. Het plan werd vastgesteld nadat terdege rekening was gehouden met de aanbevelingen van het secretariaat. In de vastgestelde versie is een aanzienlijk deel van de aanbevelingen geïntegreerd en toegepast. Zo wordt de verbintenis aangegaan om een monitoring- en uitvoeringssysteem op te zetten om de uitvoering van het plan te ondersteunen en toekomstige herzieningen te coördineren. Daarnaast heeft Oekraïne bij alle aanbevelingen van het secretariaat voorlopige opmerkingen en motiveringen verschaft. Bij elke aanbeveling geeft Oekraïne aan of het: i) de aanbeveling in het vastgestelde plan heeft opgevolgd en geïntegreerd; ii) die gedeeltelijk heeft opgevolgd; iii) die niet heeft opgevolgd. Als Oekraïne een aanbeveling maar gedeeltelijk of niet heeft opgevolgd, heeft het de redenen daarvoor opgegeven en die op de website van het ministerie van Economische Zaken gepubliceerd. In het plan zijn tegen 2030 te halen doelstellingen vastgelegd voor: i) broeikasgasreducties, onder meer via marktgebaseerde mechanismen voor het vaststellen van koolstofprijzen; ii) het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen in bruto-eindenergieverbruik; iii) de energiebesparingen op het eindenergieverbruik. In het plan zijn tegen 2030 te halen doelstellingen bepaald. Het gaat met name om de volgende nationale doelstellingen en streefcijfers: de totale broeikasgasuitstoot van Oekraïne tegen 2030 verminderen met 65 % ten opzichte van de emissieniveaus van 1990. Het plan vermeldt ook de aannames waarop de ramingen zijn gebaseerd voor de vermindering van broeikasgasemissies, die ook met koolstofbeprijzingsmechanismen moet worden gerealiseerd; er tegen 2030 voor zorgen dat hernieuwbare energiebronnen een aandeel van 27 % hebben in het totale eindenergieverbruik; het primaire energieverbruik beperken tot maximaal 72,224 Mtoe en het eindenergieverbruik verlagen met 42,168 Mtoe. |
Beoordeling door de Commissie: op bevredigende wijze uitgevoerd |
Stap 10.15
Naam van de stap: vaststelling van de strategie en het actieplan voor de thermische modernisering van gebouwen tegen 2050. |
Gerelateerde hervorming/investering: vaststelling van de strategie en het actieplan voor de thermische modernisering van gebouwen tegen 2050. |
Gefinancierd uit: leningen |
Het vereiste voor stap 10.15 in de beschrijving van de stap in de bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad: “Vaststelling van de wet houdende goedkeuring van de strategie voor de thermische modernisering van gebouwen tot 2050 en het actieplan voor de strategie door het kabinet van ministers van Oekraïne, die gericht is op de invoering van marktgebaseerde financieringsinstrumenten en stimulansen en een routekaart met beleidsmaatregelen bevat, waaronder maatregelen ter ondersteuning van de invoering van bijna-energieneutrale gebouwen.” Stap 10.15 is de eerste stap in de uitvoering van hervorming 7 van hoofdstuk 10 (energiesector). Hij wordt gevolgd door stap 10.16, gepland voor het derde kwartaal van 2026, waarmee de vaststelling wordt beoogd van rechtshandelingen ter vaststelling van minimale energieprestatieniveaus voor gebouwen en stap 10.17, gepland voor het eerste kwartaal van 2027, waarmee de vaststelling wordt beoogd van rechtshandelingen inzake vereisten voor energie-etikettering en ecologisch ontwerp als verplichte minimumcriteria bij overheidsopdrachten. |
Samenvattend document waarin naar behoren wordt gemotiveerd hoe op bevredigende wijze aan de stap is voldaan overeenkomstig de vereisten van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447; kopie van besluit nr. 1228-P van het kabinet van ministers van 29 december 2023 betreffende de goedkeuring van de strategie voor de thermische modernisering van gebouwen tot 2050 en van het bijbehorende actieplan; kopie van de strategie voor de thermische modernisering van gebouwen tot 2050 als bijlage bij besluit nr. 1228-P van 29 december 2023; kopie van het actieplan bij de strategie van 29 december 2023. |
De door de Oekraïense autoriteiten verstrekte motivering en materiële bewijzen hebben betrekking op alle constitutieve elementen van stap 10.15. Het kabinet van ministers van Oekraïne heeft besluit nr. 1228-P van 29 december 2023 betreffende de goedkeuring van de strategie voor de thermische modernisering van gebouwen tot 2050 en van het actieplan bij de strategie vastgesteld. De strategie voor de thermische modernisering van gebouwen tot 2050 (hierna “de strategie”) en het actieplan (hierna “het actieplan”) zijn bijlagen bij goedgekeurd besluit nr. 1228-P. De strategie omvat verschillende delen over de invoering van marktgebaseerde financiële instrumenten en stimulansen. Om een gunstig marktklimaat voor thermische modernisering te scheppen, moeten kleine en middelgrote ondernemingen die in de sector thermische modernisering actief zijn, worden ondersteund met gedeeltelijke staatsgaranties en gedeeltelijke terugbetaling van de rentekosten. Ook de lokale productie in Oekraïne van energie-efficiënte apparatuur voor de energie-efficiënte renovatie van huizen moet worden ondersteund. De goedgekeurde documenten bevatten een routekaart met beleidsmaatregelen, onder meer voor de ondersteuning van de invoering van bijna-energieneutrale gebouwen. Het actieplan is een bijlage bij het besluit en beschrijft de concrete stappen van de uitvoering van de strategie voor de thermische modernisering van gebouwen tot 2050. Daarin worden de termijnen, de verantwoordelijke instellingen en de stand van zaken bepaald. Het actieplan schetst alle stappen voor de uitvoering van de strategie in de periode 2024-2026. In de strategie staat dat het programma ter ondersteuning van de thermische modernisering van gebouwen tot 2050 de promotie van bijna-energieneutrale gebouwen (hierna “BEN-gebouwen”) moet verzekeren. Voorts wordt de toename van het aantal gebouwen die bijna geen energie verbruiken, genoemd als een van de doelstellingen. In het actieplan worden BEN-gebouwen als doelstelling vermeld in vijf “prioritaire richtingen”: de goedkeuring van wettelijke voorschriften, en de monitoring en de indicatoren voor het aantal gebouwen voor maatregelen ter ondersteuning van BEN-gebouwen; het aanleggen van een bestand van voorbeeldprojecten voor thermische modernisering die toegankelijk zijn voor het publiek, inclusief BEN-woningen; de toename van de bedragen ter ondersteuning van BEN-gebouwen, als onderdeel van het fonds voor energie-efficiëntie; ondersteuning van opleiding en omscholing van ingenieurs en ontwerpers in de sector thermische modernisering, met inbegrip van vaardigheden voor de bouw van BEN-gebouwen. |
Beoordeling door de Commissie: op bevredigende wijze uitgevoerd |
Stap 12.8
Naam van de stap: opstelling van het strategisch document inzake mijnbestrijding voor de periode tot 2033. |
Gerelateerde hervorming/investering: ontmijning van land- en watergebieden. |
Gefinancierd uit: leningen |
Het vereiste voor stap 12.8 in de beschrijving van de stap in de bijlage bij het uitvoeringsbesluit van de Raad: “Vaststelling van de wetgevingshandeling inzake de goedkeuring van het strategische document inzake mijnbestrijding voor de periode tot 2033 (het besluit van het kabinet van ministers van Oekraïne of de president van Oekraïne). De wetgevingshandeling is gericht op deze belangrijke gebieden: beheer op het gebied van mijnbestrijding; ondersteuning van de efficiëntie van mijnbestrijdingsexploitanten; voorkoming van ongevallen; alomvattende bijstand aan slachtoffers; innovatie; genderevenwicht en -vertegenwoordiging; ontwikkeling van de particuliere markt; doeltreffende en transparante coördinatie met donoren; opzetten van het systeem van prioritering van taken bij mijnbestrijding.” Stap 12.8 is de enige stap in hervorming 6 van hoofdstuk 12 (agrovoedingssector), die betrekking heeft op de ontmijning van land- en watergebieden. Deze stap houdt verband met de twee stappen (12.9 en 12.10) van investering 1 van hetzelfde hoofdstuk, waarvoor in de overheidsbegroting voor de periode 2024-2027 een gecombineerd bedrag van ten minste 150 miljoen EUR aan investeringen nodig is voor de ontmijning van landbouwgrond. Ten minste 75 miljoen EUR wordt tegen 2025 in de begroting opgenomen. |
Samenvattend document waarin naar behoren wordt gemotiveerd hoe op bevredigende wijze aan de stap is voldaan overeenkomstig de vereisten van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2024/1447; kopie van besluit nr. 616-r van het kabinet van ministers van 28 juni 2024 betreffende de goedkeuring van de nationale mijnbestrijdingsstrategie voor de periode tot 2033 en de goedkeuring van het actieplan voor 2024-2026; kopie van de nationale mijnbestrijdingsstrategie voor de periode tot 2033 als bijlage bij besluit nr. 616-r van 28 juni 2024; kopie van het actieplan voor 2024-2026 als bijlage bij besluit nr. 616-r van 28 juni 2024. |
De door de Oekraïense autoriteiten verstrekte motivering en materiële bewijzen hebben betrekking op alle constitutieve elementen van stap 12.8. De nationale mijnbestrijdingsstrategie voor de periode tot 2033 is door het kabinet van ministers van Oekraïne goedgekeurd bij besluit nr. 616-r van 28 juni 2024. De strategie heeft de volgende strategische doelstellingen: i) verzekeren dat het risico van explosieve voorwerpen wordt weggenomen zodat gebieden veilig en productief kunnen worden gebruikt; ii) de impact van explosieve voorwerpen op het leven en de gezondheid van de bevolking verminderen; iii) een beheersysteem voor mijnbestrijding ontwikkelen. In de strategie wordt het beheer op het gebied van mijnbestrijding beschreven. In strategische doelstelling 3 wordt een reeks taken vastgesteld om die strategische doelstelling te halen. Dat houdt onder meer in dat de uitvoerende autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het mijnbestrijdingsbeheer de nodige capaciteit krijgen en dat een doeltreffend systeem voor de prioritering van taken op het gebied wordt ingevoerd. Er wordt gestreefd naar een betere coördinatie van de lokale inspanningen op het gebied van mijnbestrijding en naar een doeltreffende communicatie tussen uitvoerende autoriteiten en lokale zelfbestuursorganen op nationaal en subnationaal niveau. Daarnaast komt er een uniform systeem voor informatiebeheer. Strategische doelstelling 2 omvat een efficiënte coördinatie van opleidingen over risicobewustzijn. De strategie ondersteunt de efficiëntie van mijnbestrijdingsexploitanten. Strategische doelstelling 3 heeft tot doel uniforme certificeringsprocedures voor exploitanten en mijnbestrijdingsprocessen vast te stellen. De invoering van innovaties op dat gebied, zoals bepaald in strategische doelstelling 1, zal mijnbestrijdingsexploitanten efficiënter maken. De strategie heeft tot doel ongevallen te voorkomen. Strategische doelstelling 2 beoogt het publiek bewust te maken van de geografische afbakening van gebieden die een risico op explosieve voorwerpen kunnen vormen, onder meer door het terrein doeltreffend te markeren. Het doel is een efficiënte coördinatie van de opleiding over risicobewustzijn in verband met explosiegevaar te bevorderen. Strategische doelstelling 3 omvat de invoering van mechanismen die moeten vermijden dat personen worden betrokken bij werkzaamheden in gevaarlijke gebieden zonder aan de vastgestelde vereisten te voldoen, en de vaststelling van aansprakelijkheid in geval van betrokkenheid bij dergelijke werkzaamheden. In de strategie worden de mechanismen beschreven die uitgebreide bijstand aan slachtoffers moeten verzekeren. Strategische doelstelling 2 omvat een adequate en toegankelijke sociale bescherming voor slachtoffers van explosieven, onder meer door een doeltreffende sectoroverschrijdende coördinatie van de bijstand, de verstrekking van passende en toegankelijke diensten voor maatschappelijke herintegratie en onbelemmerde toegang tot de gemeenschappen waar die mensen wonen. In de strategie wordt de klemtoon op innovatie gelegd. Strategische doelstelling 1 is gericht op het bevorderen van een gunstig klimaat voor innovatie op het gebied van mijnbestrijding. Ze voorziet in de totstandbrenging en/of de werking van een gunstig klimaat voor de invoering van innovatie en productie, en de toepassing van innovatieve technologieën die hun doeltreffendheid hebben bewezen. De strategie stimuleert genderevenwicht en -vertegenwoordiging. In strategische doelstelling 1 wordt gestreefd naar een adequate personeelsvoorziening op dit gebied door vertegenwoordigers van sociale categorieën en groepen die van bijzonder belang zijn voor de staat, te betrekken bij de professionele deelname aan mijnbestrijdingsactiviteiten. De strategie is gericht op de betrokkenheid van vrouwen, veteranen, slachtoffers van explosieve voorwerpen en personen met een handicap. De strategie is gericht op de ontwikkeling van de particuliere markt. Strategische doelstelling 1 is gericht op de stimulering van de markt voor mijnbestrijdingsdiensten. Voorts is het de bedoeling een gunstig klimaat te scheppen voor innovatie op het gebied van mijnbestrijding en de voorwaarden te creëren voor de ontwikkeling van de nationale productie van goederen voor mijnbestrijding en het gebruik ervan in Oekraïne. De strategie is gericht op een doeltreffende en transparante samenwerking met donoren. Strategische doelstelling 3 stelt een doeltreffend gebruik van internationale technische bijstand bij mijnbestrijdingsactiviteiten voor. Oekraïne zal een mechanisme invoeren om de behoeften aan donorbijstand op dit gebied te prioriteren. Met de strategie wordt beoogd de transparantie over het gebruik van de verleende bijstand te waarborgen door de invoering van doeltreffende en toereikende mechanismen. Zodra de maatregel is ingevoerd, zal hij bijdragen tot het voorkomen van corruptie en het nemen van verantwoordelijkheid ten aanzien van donoren. De strategie legt de basis voor het systeem voor de prioritering van taken op het gebied van mijnbestrijding. Strategische doelstelling 3 voorziet in de invoering van een doeltreffend systeem voor de prioritering van taken op het gebied. Strategische doelstelling 1 vermeldt het bepalen van criteria om het grondgebied van territoriale gemeenschappen vrij van explosieven te kunnen verklaren. Het actieplan bij de strategie voorziet in de vaststelling van een systeem voor prioritering van taken op het gebied van mijnbestrijding in 2024. |
Beoordeling door de Commissie: op bevredigende wijze uitgevoerd |