Besluit (EU) 2024/2780 van de Raad van 29 januari 2024 betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moeten worden ingenomen op de derde zitting van de Vergadering van de Partijen bij het Protocol tot uitbanning van illegale handel in tabaksproducten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 33, 113, 114 en artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

1. Het Protocol tot uitbanning van illegale handel in tabaksproducten⁽¹⁾ (het “protocol”) is door de Unie gesloten bij Besluit 2016/1749 van de Raad⁽²⁾ en is op 25 september 2018 in werking getreden.

2. Op grond van artikel 33, lid 5, van het protocol dient de Vergadering van de Partijen (“MOP”) de besluiten te nemen die nodig zijn om de doeltreffende uitvoering van het protocol te bevorderen.

3. Tijdens haar derde zitting van 12 tot en met 15 februari 2024 zal de MOP naar verwachting bepaalde handelingen met rechtsgevolgen vaststellen. Het is dan ook passend de standpunten te bepalen die overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie namens de Unie moeten worden ingenomen tijdens de derde zitting van de MOP.

4. Om een passende voorbereiding en voorstelling van de standpunten van de Unie mogelijk te maken, moet de Unie een wijziging van het reglement van orde van de MOP voorstellen om het secretariaat te verplichten de officiële vergaderdocumenten ten minste 120 dagen voor elke MOP te verspreiden.

5. Om de werkzaamheden van de MOP te vereenvoudigen en virtuele zittingen van de MOP mogelijk te maken en te voorzien in de mogelijkheid om een waarnemend hoofd van het secretariaat van het Verdrag aan te wijzen, moet de Unie ook de met het oog daarop voorgestelde wijzigingen van het reglement van orde van de MOP steunen.

6. De Unie moet de verbetering van het selectie- en benoemingsproces van het hoofd van het secretariaat van het Verdrag ondersteunen, met name om de procedure voor een enkele verlenging van de ambtstermijn van die benoemde persoon te vereenvoudigen, met inachtneming van de objectieve prestatiecriteria,

7. Met het oog op de voorafgaande tiende zitting van de Conferentie van de Partijen (“COP”) bij het Kaderverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik en om te zorgen voor samenhang tussen het reglement van orde dat van toepassing zijn op de COP en de MOP, zullen aanpassingen van het reglement van orde van de COP op overeenkomstige wijze worden weerspiegeld in het reglement van orde van de MOP,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: