Home

Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2024/846 van de Commissie van 14 maart 2024 tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 en (EU) nr. 165/2014 en van Richtlijn 2002/15/EG betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer

Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2024/846 van de Commissie van 14 maart 2024 tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 en (EU) nr. 165/2014 en van Richtlijn 2002/15/EG betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 en (EU) nr. 165/2014 en van Richtlijn 2002/15/EG betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG van de Raad(1), en met name artikel 9, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Krachtens artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2006/22/EG moeten de lidstaten een risicoclassificatiesysteem voor ondernemingen invoeren dat is gebaseerd op het relatieve aantal en de relatieve ernst van elke inbreuk op Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad(2), op Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de Raad(3), of op nationale bepalingen tot omzetting van Richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad(4) die een individuele onderneming heeft gepleegd.

  2. Overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Richtlijn 2006/22/EG is een lijst van inbreuken op Verordening (EG) nr. 561/2006 en Verordening (EU) nr. 165/2014 en de weging van de ernst ervan opgenomen in bijlage III bij die richtlijn.

  3. Met het oog op de vaststelling of actualisering van de weging van de ernst van inbreuken op Verordening (EG) nr. 561/2006 of Verordening (EU) nr. 165/2014 is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 15 bis van Richtlijn 2006/22/EG gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage III, om rekening te houden met ontwikkelingen op het gebied van de regelgeving en met de verkeersveiligheid.

  4. Bij Verordening (EU) 2020/1054 van het Europees Parlement en de Raad(5) zijn nieuwe bepalingen ingevoerd met betrekking tot inbreuken die het risico op ernstig letsel, overlijden of verstoring van de concurrentie op de wegvervoersmarkt met zich meebrengen. Bijlage III bij Richtlijn 2006/22/EG moet worden gewijzigd om deze nieuwe inbreuken op te nemen.

  5. De categorie van de ernstigste inbreuken moet de inbreuken omvatten waarbij de niet-naleving van de toepasselijke bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 en (EU) nr. 165/2014 een hoog risico op overlijden of zware verwondingen met zich meebrengt,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage III bij Richtlijn 2006/22/EG wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige richtlijn.

Artikel 2 Omzetting

1.

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 14 februari 2025 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.

De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4 Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

BIJLAGE

BIJLAGE III