Het aantal variabelen en de benaming van de variabelen voor de gegevensreeks in het domein “gezondheid” zijn vastgesteld in de bijlage.
Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/297 van de Commissie van 31 oktober 2023 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het aantal variabelen en de benaming van de variabelen voor het domein gezondheid
Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/297 van de Commissie van 31 oktober 2023 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het aantal variabelen en de benaming van de variabelen voor het domein gezondheid
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad van 10 oktober 2019 tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor Europese statistieken betreffende personen en huishoudens, op basis van gegevens die op individueel niveau worden verzameld door middel van steekproeven, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 808/2004, (EG) nr. 452/2008 en (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad(1), en met name artikel 6, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
De European Health Interview Survey (EHIS) is een algemeen bevolkingsonderzoek in het domein “gezondheid” dat statistische informatie oplevert over de gezondheidstoestand, gezondheidsdeterminanten en gezondheidszorgactiviteiten in de Unie. Het is een belangrijke referentiebron van de Unie voor empirisch onderbouwd gezondheidsgerelateerd beleid, onder meer op het gebied van sociale inclusie en bescherming, een gezonde levensstijl, gezond ouder worden en gezond welzijn, ongelijkheden op gezondheidsgebied, toegang tot gezondheidszorg en kwaliteit van gezondheidsdiensten.
Om tegemoet te komen aan de behoeften die zijn vastgesteld in de relevante gedetailleerde onderwerpen, moet de Commissie het aantal variabelen en de benaming van de variabelen vaststellen voor de gegevensreeks in de EHIS.
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1700 mag het aantal variabelen in deze gedelegeerde verordening maximaal 5 % hoger liggen dan het aantal variabelen in het domein “gezondheid” dat de Commissie (Eurostat) op 3 november 2019 reeds verplicht heeft gesteld,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 31 oktober 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula von der Leyen
BIJLAGEAantal en titels van de variabelen voor het domein “gezondheid”
Onderwerp |
Gedetailleerd onderwerp |
Identificatiecode van de variabele |
Naam van de variabele |
---|---|---|---|
Technische aspecten 12 technische variabelen |
Informatie over gegevensverzameling |
PRIMSTRAT |
Stratum |
PSE |
Primaire steekproefeenheid (PSU) |
||
Identificatie |
HHID |
Identificatienummer van het huishouden |
|
PID |
Identificatienummer van de respondent |
||
Weging |
WGT |
Uiteindelijk individueel gewicht |
|
Kenmerken van het interview |
PROXY |
Aard van de deelname aan de enquête |
|
REFDATE |
Referentiedatum van het gesprek |
||
INTMETHOD |
Gebruikte interviewtechniek |
||
INTLANG |
Gebruikte taal in het interview |
||
Lokalisatie |
REGION |
Regio van verblijf |
|
COUNTRY |
Land van verblijf |
||
DEG_URB |
Urbanisatiegraad |
||
Kenmerken van de persoon en het huishouden 11 verzamelde variabelen 1 afgeleide variabele |
Demografie |
SEX |
Geslacht |
AGE |
Leeftijd, in volle jaren |
||
YEARBIRTH |
Geboortejaar |
||
PASSBIRTH |
Verjaardag is voorbij |
||
Staatsburgerschap en migratieachtergrond |
BIRTHPLACE |
Geboorteland |
|
CITIZEN |
Land van het belangrijkste staatsburgerschap |
||
BIRTHPLACEFATH |
Geboorteland vader |
||
BIRTHPLACEMOTH |
Geboorteland moeder |
||
Samenstelling van het huishouden |
PARTNERS |
Partners die in hetzelfde huishouden wonen |
|
HHNBPERS |
Grootte van het huishouden |
||
HHNBPERS_0_13 |
Aantal personen van 13 jaar of jonger |
||
HHTYPE |
Type huishouden |
||
Arbeidsmarktparticipatie 5 verzamelde variabelen |
Status hoofdactiviteit (eigen verklaring) |
MAINSTAT |
Status hoofdactiviteit (eigen verklaring) |
Elementaire kenmerken van de baan |
JOBISCO |
Beroep in voornaamste werkkring |
|
LOCNACE |
Economische activiteit van de lokale eenheid in voornaamste baan |
||
FT_PT |
Voornaamste vol- of deeltijdbaan (eigen verklaring) |
||
JOBSTAT |
Arbeidssituatie in voornaamste werkkring |
||
Opleidingsniveau en achtergrond 1 verzamelde variabele |
Bereikt opleidingsniveau |
HATLEVEL |
Bereikt opleidingsniveau (hoogste met succes voltooid onderwijsniveau) |
Inkomen, consumptie en vermogenscomponenten, met inbegrip van schulden 1 verzamelde variabele |
Totaal maandelijks huishoudensinkomen |
HHINCOME |
Huidig nettomaandinkomen van het huishouden |
Gezondheid: gezondheidstoestand en arbeidsongeschiktheid, toegang tot en beschikbaarheid en gebruik van gezondheidszorg en gezondheidsdeterminanten 128 verzamelde variabelen 4 verzamelde facultatieve variabelen |
Minimum Europese gezondheidsmodule |
HS1 |
Eigen perceptie van de algemene gezondheid |
HS2 |
Langdurig gezondheidsprobleem |
||
HS3 |
Beperking van de activiteiten wegens gezondheidsproblemen |
||
Ziekten en chronische aandoeningen |
CD1A |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden astma (met inbegrip van allergische astma) gehad |
|
CD1B |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden chronische bronchitis, chronische obstructieve longziekte of emfyseem gehad |
||
CD1C |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een myocardinfarct (hartaanval) of chronische gevolgen van een myocardinfarct gehad |
||
CD1D |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een coronaire hartziekte of angina pectoris gehad |
||
CD1E |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden hoge bloeddruk gehad |
||
CD1F |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een cerebrovasculair accident (hersenbloeding, herseninfarct) gehad |
||
CD1G |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden artrose (uitgezonderd artritis) gehad |
||
CD1H |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een lage-rugaandoening of een andere chronische rugkwaal gehad |
||
CD1I |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een nekaandoening of een andere chronische nekkwaal gehad |
||
CD1J |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden diabetes gehad |
||
CD1K |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden last gehad van een allergie, zoals rhinitis, oogontsteking, dermatitis, voedselallergie en dergelijke (uitgezonderd allergische astma) |
||
CD1M |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden urine-incontinentie of problemen met de controle over de blaasfunctie gehad |
||
CD1N |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden nierproblemen gehad |
||
CD1O |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een depressie gehad |
||
CD1P |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden hyperlipidemie gehad |
||
CD1R |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden kanker gehad (d.w.z. een diagnose van kanker, behandeld tegen kanker of geleefd met kanker) |
||
CD2 |
Eigen perceptie van algemene orale gezondheid |
||
Ongelukken en verwondingen |
AC1 |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een ongeval thuis en tijdens de vrijetijdsbesteding gehad |
|
Pijn |
PN1 |
Intensiteit van lichamelijke pijn gedurende de voorafgaande vier weken |
|
PN2 |
Mate waarin pijn normaal werk in de voorafgaande vier weken heeft belemmerd (zowel werk buitenshuis als huishoudelijk werk) |
||
Geestelijke gezondheid, met inbegrip van verslavingen |
MH1A |
Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken weinig belangstelling voor of plezier in het doen van dingen heeft gehad |
|
MH1B |
Mate waarin de respondent zich in de voorafgaande twee weken somber, neerslachtig of wanhopig heeft gevoeld |
||
MH1C |
Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken moeite heeft gehad om in te slapen of door te slapen of te veel heeft geslapen |
||
MH1D |
Mate waarin de respondent zich in de voorafgaande twee weken moe heeft gevoeld of weinig energie heeft gehad |
||
MH1E |
Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken een slechte eetlust heeft gehad of te veel heeft gegeten |
||
MH1F |
Mate waarin de respondent gedurende de laatste twee weken een negatief gevoel over zichzelf heeft gehad, of het gevoel heeft gehad een mislukking te zijn of zichzelf of zijn familie te hebben teleurgesteld |
||
MH1G |
Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken moeite heeft gehad om zich te concentreren op dingen zoals de krant lezen of televisie kijken |
||
MH1H |
Mate waarin de respondent in de voorafgaande twee weken zo langzaam heeft bewogen of gesproken dat dit anderen kan zijn opgevallen; of zo zenuwachtig of rusteloos is geweest dat respondent veel meer in beweging is geweest dan gebruikelijk |
||
MH2A |
Respondent voelde zich in de voorafgaande twee weken vrolijk en in goede stemming |
||
MH2B |
Respondent voelde zich in de voorafgaande twee weken kalm en ontspannen |
||
MH2C |
Respondent voelde zich in de voorafgaande twee weken actief en energiek |
||
MH2D |
Respondent werd in de voorafgaande twee weken fris en uitgerust wakker |
||
MH2E |
Respondent had in de voorafgaande twee weken het gevoel dat het dagelijks leven vol interessante dingen was |
||
Functiebeperkingen |
PL1 |
Draagt een bril of contactlenzen |
|
PL2 |
Moeite om te zien, ook bij het dragen van een bril of contactlenzen |
||
PL3 |
Gebruik van een gehoorapparaat |
||
PL4 |
Moeite om te horen wat er in een gesprek met één andere persoon in een rustig vertrek wordt gezegd, ook bij gebruik van een gehoorapparaat |
||
PL5 |
Moeite om te horen wat er in een gesprek met één andere persoon in een vertrek met meer lawaai wordt gezegd, ook bij gebruik van een gehoorapparaat |
||
PL6 |
Moeite om zonder gebruik van een hulpmiddel een halve kilometer op vlak terrein te lopen |
||
PL7 |
Moeite om twaalf traptreden op en af te lopen |
||
PL8 |
Moeite met geheugen of concentratie |
||
PL8A |
Moeite met communiceren (met behulp van normaal taalgebruik, bijvoorbeeld bij het begrijpen van anderen of om begrepen te worden door anderen) |
||
PL9 |
Moeite met afbijten en kauwen van hard voedsel |
||
Moeilijkheden bij persoonlijke verzorging |
PC1A |
Moeite om zelf te eten en te drinken |
|
PC1B |
Moeite om in of uit een bed of stoel te komen |
||
PC1C |
Moeite om zich aan en uit te kleden |
||
PC1D |
Moeite om het toilet te gebruiken |
||
PC1E |
Moeite om te baden of douchen |
||
PC2 |
Ontvangt doorgaans hulp bij een of meer zelfzorgactiviteiten: zelf eten of drinken, in of uit een bed of stoel komen, aan- en uitkleden, het toilet gebruiken, baden of douchen |
||
PC3 |
Heeft hulp of meer hulp nodig bij een of meer zelfzorgactiviteiten: zelf eten of drinken, in of uit een bed of stoel komen, aan- en uitkleden, het toilet gebruiken, baden of douchen |
||
Moeilijkheden bij huishoudelijke activiteiten |
HA1A |
Moeite met het bereiden van maaltijden |
|
HA1B |
Moeite met het gebruik van de telefoon |
||
HA1C |
Moeite met boodschappen doen |
||
HA1D |
Moeite met het juiste gebruik van geneesmiddelen |
||
HA1E |
Moeite met het doen van licht huishoudelijk werk |
||
HA1F |
Moeite met het doen van incidenteel zwaar huishoudelijk werk |
||
HA1G |
Moeite met het beheer van de financiën en het uitvoeren van dagelijkse administratieve taken |
||
HA2 |
Ontvangt doorgaans hulp bij een of meer huishoudelijke activiteiten: het bereiden van maaltijden, het gebruik van de telefoon, boodschappen doen, het beheer van geneesmiddelen, licht of incidenteel zwaar huishoudelijk werk, het beheer van de financiën en dagelijkse administratieve taken |
||
HA3 |
Heeft hulp of meer hulp nodig bij een of meer huishoudelijke activiteiten: het bereiden van maaltijden, het gebruik van de telefoon, boodschappen doen, het beheer van geneesmiddelen, licht of incidenteel zwaar huishoudelijk werk, het beheer van de financiën en dagelijkse administratieve taken |
||
Tijdelijke beperking van activiteit (vanwege gezondheidsproblemen) |
AW2 |
Aantal dagen arbeidsverzuim als gevolg van persoonlijke gezondheidsproblemen in de voorafgaande twaalf maanden |
|
Belemmeringen voor deelname in specifieke deelgebieden van het leven |
BA1 |
Moeite om het huis te verlaten als gevolg van langdurige gezondheidsproblemen (chronische aandoeningen of beperkingen) |
|
BA2 |
Moeite om verschillende vormen van vervoer te gebruiken als gevolg van langdurige gezondheidsproblemen |
||
BA3 |
Moeite om openbare gebouwen te betreden, om zich door het gebouw te bewegen wanneer eenmaal binnen, en om gebruik te maken van voorzieningen in het gebouw als gevolg van langdurige gezondheidsproblemen |
||
BA4 (facultatief) |
Belangrijkste reden die tot de ondervonden moeite heeft bijgedragen (anders dan langdurige gezondheidsproblemen) |
||
BA5 |
Moeite om deel te nemen aan sociale activiteiten, zoals samenkomsten met familie of vrienden, deelnemen aan maaltijden of sociale evenementen als gevolg van langdurige gezondheidsproblemen |
||
BA6 (facultatief) |
Belangrijkste reden die heeft bijgedragen tot de ondervonden moeite om deel te nemen aan sociale activiteiten (anders dan langdurige gezondheidsproblemen) |
||
BA7 |
Moeite om internet te gebruiken als gevolg van langdurige gezondheidsproblemen |
||
Gebruik van gezondheidszorg en langdurige zorg |
HO12 |
Aantal nachten als patiënt doorgebracht in een ziekenhuis in de voorafgaande twaalf maanden |
|
HO34 |
Aantal keren dat de respondent in de voorafgaande twaalf maanden voor een dagopname is opgenomen in een ziekenhuis |
||
AM1 |
Laatste keer dat een tandarts of orthodontist is bezocht (voor persoonlijke behandeling) |
||
AM2 |
Laatste keer dat een huisarts is geraadpleegd (voor persoonlijke behandeling) |
||
AM3 |
Aantal keren dat een huisarts is geraadpleegd in de voorafgaande vier weken (voor persoonlijke behandeling) |
||
AM4 |
Laatste keer dat een medisch specialist of chirurg is geraadpleegd (voor persoonlijke behandeling) |
||
AM5 |
Aantal keren dat een medisch of chirurgisch specialist is geraadpleegd in de voorafgaande vier weken (voor persoonlijke behandeling) |
||
AM6A |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een fysiotherapeut of kinesitherapeut geraadpleegd |
||
AM6B |
Heeft in de voorafgaande twaalf maanden een psycholoog, psychotherapeut of psychiater geraadpleegd |
||
LT1 |
Heeft regelmatig (ten minste eenmaal per week) informele zorg of bijstand ontvangen als gevolg van een chronische aandoening, handicap of ouderdom |
||
LT2 |
Heeft regelmatig (ten minste eenmaal per week) thuiszorg ontvangen als gevolg van een chronische aandoening, handicap of ouderdom |
||
LT3 |
Aantal uren per week dat regelmatig (formele) thuiszorg wordt ontvangen voor persoonlijke behoeften |
||
Geneesmiddelengebruik |
MD1 |
Gebruik van door een arts voorgeschreven geneesmiddelen in de voorafgaande twee weken (uitgezonderd anticonceptie) |
|
MD2 |
Gebruik van niet door een arts voorgeschreven geneesmiddelen, kruidengeneesmiddelen of vitaminen in de voorafgaande twee weken (uitgezonderd anticonceptie) |
||
Preventieve zorg |
PA1 |
Laatste keer dat de respondent is ingeënt tegen griep |
|
PA2 |
Laatste keer dat de bloeddruk is gemeten door een beroepsbeoefenaar in de zorg |
||
PA3 |
Laatste keer dat het cholesterolgehalte van het bloed is gemeten door een beroepsbeoefenaar in de zorg |
||
PA4 |
Laatste keer dat de suikerspiegel van het bloed is gemeten door een beroepsbeoefenaar in de zorg |
||
PA5 |
Laatste keer dat een onderzoek op occult bloed in ontlasting is uitgevoerd |
||
PA6 |
Laatste keer dat een colonoscopie is uitgevoerd |
||
PA7 |
Laatste keer dat een mammografie (röntgenfoto van de borst) is gemaakt |
||
PA8 |
Laatste keer dat een baarmoederhalsuitstrijkje is onderzocht |
||
Toegang tot gezondheidszorg |
UN1A |
Behoefte aan gezondheidszorg in de voorafgaande twaalf maanden waarin niet is voorzien als gevolg van lange wachtlijst(en) |
|
UN2A |
Behoefte aan geestelijke gezondheidszorg waarin niet is voorzien |
||
UN2B |
Belangrijkste reden waarom niet in behoefte aan geestelijke gezondheidszorg is voorzien |
||
Lengte en gewicht |
BM1 |
Lengte zonder schoenen |
|
BM2 |
Gewicht zonder kleding en schoenen |
||
Fysieke activiteit |
PE1 |
Fysieke inspanning van werkzaamheden (zowel betaalde als onbetaalde werkzaamheden) |
|
PE2 |
Aantal dagen in een typische week waarop ten minste tien minuten aaneengesloten wordt gelopen om van de ene plek naar de andere te gaan |
||
PE3 |
Tijd die op een typische dag wordt besteed aan lopen om van de ene plek naar de andere te gaan |
||
PE4 |
Aantal dagen in een typische week waarop ten minste tien minuten aaneengesloten wordt gefietst om van de ene plek naar de andere te gaan |
||
PE5 |
Tijd die op een typische dag wordt besteed aan fietsen om van de ene plek naar de andere te gaan |
||
PE6 |
Aantal dagen in een typische week waarin aan sport, fitness of recreatieve lichamelijke activiteiten (vrijetijdsbesteding) wordt gedaan die leiden tot ten minste een geringe versnelling van de ademhaling of hartslag gedurende een ononderbroken periode van ten minste tien minuten |
||
PE7 |
Hoeveelheid tijd die in een typische week wordt besteed aan het beoefenen van sport, fitness of recreatieve lichamelijke activiteiten (vrijetijdsbesteding) |
||
PE8 |
Aantal dagen in een typische week waarop aan spierversterkende activiteiten wordt gedaan |
||
PE9 |
Tijd die op een typische dag zittend wordt doorgebracht |
||
Voedingsgewoonten |
DH1 |
Frequentie waarmee fruit (exclusief sap) wordt geconsumeerd |
|
DH2 |
Aantal porties fruit per dag (exclusief sap) |
||
DH3 |
Frequentie waarmee groente of salade (exclusief sap en aardappelen) wordt geconsumeerd |
||
DH4 |
Aantal porties groenten of salade (exclusief sap en aardappelen) per dag |
||
DH5 |
Frequentie van de consumptie van zuiver vruchten- of groentesap |
||
DH6 |
Frequentie van de consumptie van met suiker gezoete frisdranken |
||
DH7 |
Frequentie van de consumptie van rood vlees |
||
DH8 |
Frequentie van de consumptie van verwerkte vleesproducten |
||
Roken |
SK1 |
Type rookgedrag (tabak) |
|
SK2 |
Gemiddeld aantal sigaretten per dag |
||
SK3 |
Rookte vroeger dagelijks tabak |
||
SK4 |
Aantal jaren dat dagelijks tabak werd gerookt |
||
SK5 |
Frequentie van blootstelling aan tabaksrook binnenshuis |
||
SK6A |
Type gebruik van verhitte tabaksproducten |
||
SK6B |
Type gebruik van elektronische sigaretten of soortgelijke elektronische apparaten |
||
Alcoholgebruik |
AL1 |
Frequentie waarmee in de voorafgaande twaalf maanden een alcoholische consumptie, ongeacht van welke soort (bier, wijn, cider, sterke drank, cocktails, mixdrankjes, likeur, zelfgestookte alcoholische drank enz.), is genuttigd |
|
AL2 |
Frequentie waarmee een alcoholische consumpties is genuttigd van maandag tot en met donderdag |
||
AL3 |
Gemiddelde aantal alcoholische (standaard)consumpties op elk van de dagen van maandag tot en met donderdag |
||
AL4 |
Frequentie waarmee een alcoholische consumptie is genuttigd op vrijdag tot en met zondag |
||
AL5 |
Gemiddelde aantal alcoholische (standaard)consumpties op een van de dagen (vrijdag tot en met zondag) |
||
AL6 |
Frequentie van riskant drinkgedrag tijdens één gelegenheid (overeenkomend met 60 g pure ethanol of meer) in de voorafgaande twaalf maanden |
||
Sociale en milieufactoren |
SS1 |
Aantal naasten op wie men kan rekenen in geval van ernstige persoonlijke problemen |
|
SS2 |
Mate van betrokkenheid die andere mensen tonen bij dat wat respondent doet |
||
SS3 |
Hoe gemakkelijk is het om praktische hulp van buren te krijgen, wanneer dit nodig is |
||
IC12 |
Respondent verleent minstens één keer per week zorg of hulp aan een of meer personen met een chronische gezondheidsaandoening, een handicap of ouderdomskwaal |
||
IC3 |
Aantal uren per week dat de respondent zorg of hulp verleent aan de persoon/personen met een chronische aandoening, een handicap of ouderdomskwaal |
||
Zelfdoding (facultatief) |
SU1 |
Heeft zelfdoding overwogen |
|
SU2 |
Heeft ooit een poging tot zelfdoding ondernomen |