Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/584 van de Commissie van 7 november 2023 tot wijziging van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1851 vastgestelde technische reguleringsnormen wat betreft de homogeniteit van de onderliggende blootstellingen in eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisaties (Voor de EER relevante tekst)
Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/584 van de Commissie van 7 november 2023 tot wijziging van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1851 vastgestelde technische reguleringsnormen wat betreft de homogeniteit van de onderliggende blootstellingen in eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisaties (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012(1), en met name artikel 20, lid 14, derde alinea, artikel 24, lid 21, derde alinea, en artikel 26 ter, lid 13, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1851 van de Commissie(2) bevat uniforme criteria om de homogeniteit van onderliggende blootstellingen in eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde (STS) securitisaties te bepalen.
Verordening (EU) 2017/2402 is gewijzigd bij Verordening (EU) 2021/557 van het Europees Parlement en de Raad(3) om ervoor te zorgen dat het securitisatiekader van de Unie voorziet in een aanvullend instrument ter bevordering van het economisch herstel in de nasleep van de COVID-19-crisis, onder meer door het invoeren van de mogelijkheid om on-balance-sheet securitisaties te erkennen als STS-securitisaties.
Anders dan bij traditionele securitisaties blijven gesecuritiseerde blootstellingen in een on-balance-sheet securitisatie altijd op de balans van de initiator staan. Om de blootstellingen in een securitisatie overeenkomstig het homogeniteitscriterium van artikel 1, punt c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1851 als homogeen te kunnen beschouwen, moeten de gesecuritiseerde blootstellingen onderworpen zijn aan soortgelijke servicingprocedures, onder meer voor monitoring, inning en beheer van vorderingen in contanten, ongeacht of deze op de balans van de initiator blijven staan, zoals in het geval van on-balance-sheet securitisaties, of worden opgenomen op de balans van de SSPE, zoals in het geval van traditionele securitisaties. Daarom moet de verwijzing naar “de activazijde van de SSPE” in artikel 1, punt c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1851 worden geschrapt.
Wanneer de onderliggende blootstellingen vergelijkbare kenmerken hebben en de onderliggende risico’s die verbonden zijn aan blootstellingen met betrekking tot ondernemingen en blootstellingen met betrekking tot particulieren worden beoordeeld op basis van gemeenschappelijke methoden en parameters, moeten die blootstellingen onder hetzelfde activatype worden gegroepeerd.
Initiators of oorspronkelijke kredietverstrekkers kunnen voor de beoordeling van het kredietrisico van autoleningen en -leases en kredietkaartvorderingen ten aanzien van ondernemingen een benadering hanteren die meer aansluit bij die voor blootstellingen met betrekking tot particulieren dan bij die voor blootstellingen met betrekking tot ondernemingen. Daarom moet de lijst van homogeniteitsfactoren met betrekking tot het type debiteuren voor die activatypen worden gewijzigd.
Deze verordening moet van toepassing zijn op securitisaties die worden uitgegeven op of na 6 maart 2024. Om geen afbreuk te doen aan bestaande contracten die vóór de vaststelling van de gewijzigde homogeniteitscriteria zijn gesloten, moet echter voor die contracten in een overgangsregeling worden voorzien.
Een van de belangrijkste beginselen die ten grondslag lagen aan de wijziging van Verordening (EU) 2017/2402 bij Verordening (EU) 2021/557, was te zorgen voor een hoge mate van consistentie tussen de STS-vereisten voor on-balance-sheet STS-securitisaties en de reeds bestaande STS-vereisten voor ABCP- en niet-ABCP-securitisaties. Hieruit volgt dat de regels voor het bepalen van de homogeniteit van de onderliggende blootstellingen in on-balance-sheet STS-securitisaties zo veel mogelijk moeten worden afgestemd op de reeds bestaande regels voor ABCP- en niet-ABCP STS-securitisaties. Om een alomvattende beoordeling van alle regels voor het bepalen van de homogeniteit van onderliggende blootstellingen te vergemakkelijken en de partijen die onderworpen zijn aan de overeenkomstige verplichtingen gemakkelijk toegang tot die regels te bieden, moeten de technische reguleringsnormen inzake homogeniteit voor niet-ABCP, ABCP en on-balance-sheet STS-securitisaties in één verordening worden gecombineerd.
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1851 moet dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die in nauwe samenwerking met de Europese Autoriteit voor effecten en markten en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen zijn opgesteld en door de Europese Bankautoriteit bij de Commissie zijn ingediend.
De Europese Bankautoriteit heeft openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Stakeholdergroep bankwezen om advies verzocht(4),
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1851
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1851 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1 wordt de eerste alinea als volgt gewijzigd:
de inleidende tekst wordt vervangen door:
“Voor de toepassing van artikel 20, lid 8, artikel 24, lid 15, en artikel 26 ter, lid 8, van Verordening (EU) 2017/2402 worden onderliggende blootstellingen geacht homogeen te zijn indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:”;
punt a), iii), wordt vervangen door:
kredietfaciliteiten aan particulieren voor persoonlijke, familiale of huishoudelijke consumptieve doeleinden, en niet onder de punten i) en ii) en de punten iv) tot en met viii) vallende kredietfaciliteiten aan ondernemingen waarbij de initiator dezelfde benadering voor de beoordeling van het kredietrisico toepast als voor particulieren;”;
de punten c) en d) worden vervangen door:
zij worden geserviced in overeenstemming met soortgelijke procedures voor monitoring, inning en beheer van vorderingen in contanten;
een of meer van de homogeniteitsfactoren worden toegepast overeenkomstig artikel 2, waar van toepassing.”.
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
in lid 4 wordt punt a), i), vervangen door:
particulieren, en ondernemingen voor zover de initiator voor de beoordeling van het kredietrisico dat verbonden is aan blootstellingen met betrekking tot ondernemingen dezelfde benadering hanteert als voor blootstellingen met betrekking tot particulieren;”;
in lid 5 wordt punt a), i), vervangen door:
particulieren, en ondernemingen voor zover de initiator voor de beoordeling van het kredietrisico dat verbonden is aan blootstellingen met betrekking tot ondernemingen dezelfde benadering hanteert als voor blootstellingen met betrekking tot particulieren;”.
Artikel 2 Uitstaande STS-securitisaties
Voor STS-securitisaties waarvan de effecten zijn uitgegeven of waarvan de securitisatieposities zijn gecreëerd in overeenstemming met de voorwaarden van de gesloten overeenkomsten en waarvan de ESMA overeenkomstig artikel 27, lid 1, van Verordening (EU) 2017/2402 in kennis is gesteld vóór 6 maart 2024, mogen initiators, sponsors en SSPE’s, zonder te voldoen aan de vereisten van artikel 1 van deze verordening, de aanduiding “STS” of “eenvoudig, transparant en gestandaardiseerd” of een aanduiding die direct of indirect hiernaar verwijst, blijven gebruiken, mits die securitisaties voldoen aan artikel 18 van Verordening (EU) 2017/2402.
Artikel 3 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 november 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula von der Leyen