Bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2782 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Uitvoeringsverordening (EU) 2024/885 van de Commissie van 20 maart 2024 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2782 tot vaststelling van bemonsteringsprocedures en analysemethoden voor de controle op het mycotoxinegehalte in levensmiddelen wat de bemonsteringsmethode voor gedroogde kruiden, kruidenthee (gedroogd product), thee (gedroogd product) en specerijen in poedervorm betreft
Uitvoeringsverordening (EU) 2024/885 van de Commissie van 20 maart 2024 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2782 tot vaststelling van bemonsteringsprocedures en analysemethoden voor de controle op het mycotoxinegehalte in levensmiddelen wat de bemonsteringsmethode voor gedroogde kruiden, kruidenthee (gedroogd product), thee (gedroogd product) en specerijen in poedervorm betreft
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles)(1), en met name artikel 34, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2782 van de Commissie(2) zijn bemonsteringsprocedures en analysemethoden vastgesteld die voor de officiële controle op het mycotoxinegehalte in levensmiddelen moeten worden gebruikt.
Uit de resultaten van recent onderzoek dat is uitgevoerd door een werkgroep die door het Duitse federale instituut voor risicobeoordeling (BfR) wordt gecoördineerd, blijkt dat de bemonsteringsmethode voor de controle op plantentoxinen (die ook toepasbaar is op de controle op mycotoxinen) in gedroogde kruiden, kruidenthee (gedroogd product), thee (gedroogd product) en specerijen in poedervorm, zoals vastgelegd in Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2782, niet garandeert dat er een monster wordt verkregen dat representatief is voor de bemonsterde partij.
Om ervoor te zorgen dat het verkregen monster representatief is voor de bemonsterde partij, moet daarom de bemonsteringsmethode worden gewijzigd door het vereiste gewicht van de basismonsters en de verzamelmonsters te verhogen en door de voorschriften toe te lichten die van toepassing zijn op het bemonsteren van voedingssupplementen die gedroogde kruiden in bulk bevatten, voordat ze voor de eindverbruiker in detailverpakkingen/afzonderlijke verpakkingen worden verpakt.
Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2782 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Aangezien Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2782 met ingang van 1 april 2024 van toepassing is, moet deze verordening op de derde dag na de bekendmaking ervan in werking treden, om te voorkomen dat de nationale bevoegde autoriteiten de huidige voorschriften van die verordening voor een korte periode moeten toepassen.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 20 maart 2024.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula von der Leyen
BIJLAGE
In deel II van bijlage I bij Verordening (EU) 2023/2782 wordt punt M vervangen door:
BEMONSTERINGSMETHODE VOOR GEDROOGDE KRUIDEN, KRUIDENTHEE (GEDROOGD PRODUCT), THEE (GEDROOGD PRODUCT) EN SPECERIJEN IN POEDERVORM
Gewicht van het basismonster
Het basismonster weegt ongeveer 80 g, tenzij anders bepaald in dit punt M.
Bij partijen in detailverpakkingen/afzonderlijke verpakkingen hangt het gewicht van het basismonster af van het gewicht van de detailverpakking/afzonderlijke verpakking.
Indien een detailverpakking/afzonderlijke verpakking meer dan 80 g weegt, wordt een verzamelmonster samengesteld dat meer weegt dan het vereiste gewicht dat is aangegeven in de tabellen 1 en 2. Indien één detailverpakking/afzonderlijke verpakking veel meer dan 80 g weegt, wordt uit elke afzonderlijke detailverpakking/afzonderlijke verpakking een basismonster van 80 g genomen. Dit kan hetzij bij de bemonstering, hetzij in het laboratorium worden gedaan. Indien deze bemonsteringsmethode echter onaanvaardbare economische schade aan de partij zou toebrengen (wegens de vorm van de verpakking, de vervoermiddelen enz.), mag een alternatieve bemonsteringsmethode worden toegepast. Indien bijvoorbeeld een waardevol product in detailverpakkingen/afzonderlijke verpakkingen van 500 g of 1 kg wordt verkocht, mag het verzamelmonster worden verkregen door het samenvoegen van een kleiner aantal basismonsters dan aangegeven in de tabellen 1 en 2, mits het verzamelmonster het vereiste gewicht heeft zoals aangegeven in de tabellen 1 en 2.
Wanneer de detailverpakkingen/afzonderlijke verpakkingen iets minder dan 80 g wegen (maar niet minder dan de helft van 80 g), moet één detailverpakking/afzonderlijke verpakking als één basismonster worden beschouwd, zodat een verzamelmonster wordt verkregen van minder dan het vereiste gewicht zoals aangegeven in de tabellen 1 en 2. Als de detailverpakkingen/afzonderlijke verpakkingen veel minder dan 80 g wegen, bestaat één basismonster uit twee of meer detailverpakkingen/afzonderlijke verpakkingen, zodat het de 80 g zo dicht mogelijk benadert.
Verdeling van partijen in subpartijen voor de bemonstering van gedroogde kruiden, kruidenthee (gedroogd product), thee (gedroogd product) en specerijen in poedervorm
Tabel 1
Verdeling van partijen in subpartijen naargelang van het gewicht van de partij
Product
Gewicht van de partij (ton)
Gewicht van de subpartijen
Aantal basismonsters
Gewicht van het verzamelmonster (kg)
Gedroogde kruiden, kruidenthee (gedroogd product), thee (gedroogd product) en specerijen in poedervorm
≥ 15
25 ton
50
4
< 15
—
3-50(*)
0,2-4,0
Bemonsteringsmethode voor gedroogde kruiden, kruidenthee (gedroogd product), thee (gedroogd product) en specerijen in poedervorm (partijen ≥ 15 ton)
Als de subpartijen fysiek van elkaar kunnen worden gescheiden, wordt elke partij in subpartijen verdeeld overeenkomstig tabel 1. Aangezien partijen niet altijd een gewicht hebben dat een exact veelvoud is van het gewicht van de subpartijen, mag het gewicht van de subpartijen het aangegeven gewicht met maximaal 20 % overschrijden.
Elke subpartij wordt afzonderlijk bemonsterd.
Er moeten 50 basismonsters worden genomen. Het basismonster weegt 4,0 kg.
Als de bovengenoemde bemonsteringsmethode niet kan worden toegepast zonder onaanvaardbare economische schade aan de partij toe te brengen (wegens de vorm van de verpakking, de vervoermiddelen of overige redenen), mag een alternatieve bemonsteringsmethode worden toegepast, mits die zo representatief mogelijk is, nauwkeurig wordt beschreven en grondig wordt gedocumenteerd.
Bemonsteringsmethode voor gedroogde kruiden, kruidenthee (gedroogd product), thee (gedroogd product) en specerijen in poedervorm (partijen < 15 ton)
Van partijen gedroogde kruiden, kruidenthee (gedroogd product), thee (gedroogd product) en specerijen in poedervorm van minder dan 15 ton worden, afhankelijk van het gewicht van de partij, 3 tot 50 basismonsters genomen, zodat een verzamelmonster wordt verkregen van 0,2-4,0 kg.
Aan de hand van de onderstaande tabel 2 kan worden bepaald hoeveel basismonsters moeten worden genomen.
Tabel 2
Minimumaantal basismonsters dat moet worden genomen, afhankelijk van het gewicht van de partij gedroogde kruiden, kruidenthee (gedroogd product), thee (gedroogd product) en specerijen in poedervorm
Gewicht van de partij (ton)
Minimumaantal basismonsters
Minimumgewicht van het verzamelmonster (kg)
≤ 0,1
3
0,2
> 0,1 — ≤ 0,5
10
0,8
> 0,5 — ≤ 5,0
25
2,0
> 5,0 — ≤ 10,0
35
2,8
> 10,0 — ≤ 15,0
50
4,0
Bemonstering in de detailhandel
De bemonstering in de detailhandel wordt zo mogelijk verricht overeenkomstig de bemonsteringsvoorschriften in dit punt M.
Als dit niet mogelijk is, mag een alternatieve bemonsteringsmethode worden toegepast, mits het verzamelmonster voldoende representatief is voor de bemonsterde partij en de bemonsteringsmethode nauwkeurig wordt beschreven en grondig wordt gedocumenteerd. In ieder geval weegt het verzamelmonster ten minste 0,2 kg.
Bemonstering van voedingssupplementen die gedroogde kruiden in bulk bevatten voordat ze voor de eindverbruiker in detailverpakkingen/afzonderlijke verpakkingen worden verpakt
Voor de bemonstering van voedingssupplementen die gedroogde kruiden in bulk bevatten voordat zij in detail-/afzonderlijke verpakkingen worden verpakt, gelden de bemonsteringsvoorschriften van dit punt M, die worden toegepast op basis van het gewicht van het gehalte aan gedroogde kruiden van de voedingssupplementen in bulk.
Aanvaarding van een partij of een subpartij
Aanvaarding: als het laboratoriummonster het maximumgehalte niet overschrijdt, met inachtneming van de correctie voor terugvinding en de meetonzekerheid.
Weigering: als het laboratoriummonster het maximumgehalte met voldoende redelijke zekerheid overschrijdt, met inachtneming van de correctie voor terugvinding en de meetonzekerheid. Dit is het geval wanneer het analyseresultaat (met correctie voor terugvinding, indien van toepassing) verminderd met de uitgebreide meetonzekerheid als gevolg van de analyse, het maximumgehalte overschrijdt.”.