Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/1060 van de Commissie van 26 januari 2024 tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft technische maatregelen voor heilbot in het Skagerrak en het Kattegat

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1967/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1380/2013, (EU) 2016/1139, (EU) 2018/973, (EU) 2019/472 en (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 894/97, (EG) nr. 850/98, (EG) nr. 2549/2000, (EG) nr. 254/2002, (EG) nr. 812/2004 en (EG) nr. 2187/2005 van de Raad⁽¹⁾, en met name artikel 15, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

1. Verordening (EU) 2019/1241 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen (de “verordening technische maatregelen”) is in werking getreden op 14 augustus 2019. Bijlage V bij die verordening bevat regionale technische maatregelen voor de Noordzee.

2. België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zweden (“de Scheveningengroep”) hebben een rechtstreeks belang bij het visserijbeheer in de Noordzeeregio. Overeenkomstig artikel 15, lid 3, van de verordening technische maatregelen hebben de betrokken lidstaten op 27 juni 2023 bij de Commissie een gezamenlijke aanbeveling voor een gedelegeerde handeling ingediend. Eerder, op 23 juni 2023, hebben de betrokken lidstaten de gezamenlijke aanbeveling ter raadpleging toegezonden aan de adviesraad voor de Noordzee (NSAC).

3. In het goedgekeurde verslag van de conclusies van het visserijoverleg tussen Noorwegen en de Europese Unie over de reglementering van de visserij in het Skagerrak en het Kattegat voor 2023⁽²⁾ heeft de Unie erop gewezen dat de partijen moeten streven naar harmonisatie van de technische maatregelen voor heilbot (Hippoglossus hippoglossus), herinnerend aan het besluit van Zweden van 2010 om Zweedse vaartuigen te verbieden heilbot in het Skagerrak en het Kattegat aan boord te houden, aan te landen en af te zetten tijdens het paaiseizoen van de soort. Daarom werd in dat verslag overeengekomen de invoering van een seizoenssluiting voor heilbot op het niveau van de Unie te overwegen.

4. In de gezamenlijke aanbeveling van de Scheveningengroep werd voorgesteld bijlage V bij Verordening (EU) 2019/1241 te wijzigen door de invoering van een sluiting van het visseizoen van 20 december tot en met 31 maart tijdens het paaiseizoen van heilbot in het Skagerrak en het Kattegat (ICES-sector 3a).

5. De in de gezamenlijke aanbeveling voorgestelde technische maatregel is door de Commissie geëvalueerd overeenkomstig artikel 15 van de verordening technische maatregelen. De betrokken lidstaten hebben bewijsmateriaal verstrekt om aan te tonen dat het voorstel in overeenstemming is met artikel 15, lid 4, van de verordening technische maatregelen.

6. Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) heeft het door de betrokken lidstaten ingediende bewijsmateriaal geanalyseerd en positief beoordeeld. Het WTECV concludeerde⁽³⁾ dat de voorgestelde sluiting van het visseizoen voor heilbot in het Skagerrak en in de Zweedse exclusieve economische zone van het Kattegat van 20 december tot en met 31 maart zowel in de ruimte als in de tijd coherent is met de locatie van de vermeende paaigebieden en dat deze de verwachte piek van de paaiperiode van de soort in ICES-sector 3a dekt. Het WTECV concludeerde ook dat het bestand dringend moet worden hersteld door de visserijsterfte te verminderen door middel van beheersmaatregelen en dat de voorgestelde seizoenssluiting op EU-niveau verenigbaar is met de maatregelen die momenteel in Noorwegen en Zweden van kracht zijn.

7. De deskundigengroep visserij en aquacultuur werd geraadpleegd tijdens een vergadering die plaatsvond op 15 november 2023.

8. Gezien de uitputting en de zeer kwetsbare toestand van het heilbotbestand, de dringende noodzaak om de instandhoudingsdoelstellingen van de verordening technische maatregelen te verwezenlijken, en de rechtstreekse gevolgen van de maatregel voor de economische activiteiten in verband met de visserij en voor de planning van het visseizoen voor vaartuigen van de Unie, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan.

9. De maatregelen in deze verordening die van toepassing zijn op de wateren van de Unie, zijn gericht op de verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 494, leden 1 en 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK⁽⁴⁾ en zijn in overeenstemming met de in artikel 494, lid 3, van die overeenkomst bedoelde beginselen. Ze doen geen afbreuk aan de maatregelen die van toepassing zijn in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: