Home

Verordening (EU) 2024/1342 van de Commissie van 21 mei 2024 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van deltamethrin, metalaxyl, thiabendazool en trifloxystrobin in of op bepaalde producten

Verordening (EU) 2024/1342 van de Commissie van 21 mei 2024 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van deltamethrin, metalaxyl, thiabendazool en trifloxystrobin in of op bepaalde producten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad(1), en met name artikel 14, lid 1, punt a), en artikel 49, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Voor deltamethrin, metalaxyl, thiabendazool en trifloxystrobin zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005.

  2. Bij de beoordeling van die MRL’s overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 396/2005(2) heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) vastgesteld dat voor sommige producten bepaalde informatie ontbreekt. De beschikbare informatie was toereikend voor de EFSA om MRL’s voor te stellen die veilig zijn voor de consument en in bijlage II bij die verordening is aangegeven welke gegevens ontbreken, alsmede de datum waarop de ontbrekende informatie ter ondersteuning van de voorgestelde MRL’s bij de EFSA moest worden ingediend.

  3. Voor deltamethrin werd dergelijke informatie over de handhavingsmethode en de residuproeven verstrekt om de bestaande MRL’s voor noten, meloenen, watermeloenen, andere Cucurbitaceae met niet-eetbare schil, Chinese kool, rijst en tarwe te bevestigen. De EFSA heeft geconcludeerd dat de verstrekte informatie toereikend was om de vastgestelde lacune in de gegevens aan te pakken. De bestaande MRL’s voor deze producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 moeten derhalve worden gehandhaafd.

  4. De verstrekte informatie over residuproeven waarbij tegelijkertijd de residudefinities voor handhaving en de risicobeoordeling werden geanalyseerd, was niet toereikend om de bestaande MRL’s van deltamethrin voor kweeperen, mispels, loquats, abrikozen, kersen, perziken, andere besvruchten en kleinfruit, bieten, knolselderij, mierikswortel, aardperen/topinamboers, wortelpeterselie, radijzen, schorseneren, koolrapen, rapen, andere wortel- en knolgewassen, bolgewassen, aubergines, boerenkolen, koolrabi’s, preien, olijven voor oliewinning, kruidenthee van wortels en wortelcichorei te bevestigen. De EFSA heeft echter kunnen concluderen dat de huidige MRL’s veilig zijn voor consumenten, door een omzettingsfactor te gebruiken voor de herberekening van de resultaten van de residuproeven die zijn verkregen volgens de residudefinitie voor handhaving, naar de residudefinitie voor risicobeoordeling. De bestaande MRL’s voor deze producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 moeten derhalve worden gehandhaafd.

  5. De huidige MRL’s voor appelen, tafelolijven, wortels, pompoenen, bloemkoolachtigen, peulgroenten, granen (met uitzondering van rijst en tarwe), als specerij gebruikte wortels en wortelstokken, druiven, aardbeien, Cucurbitaceae met eetbare schil, veldsla, tuinkers, winterkers, raketsla/rucola, rode amsoi, druivenbladeren, waterkers, kervel, gekweekte paddenstoelen, linzen, erwten, lupinen, thee en producten van dierlijke oorsprong, met inbegrip van melk en eieren, zijn gebaseerd op Codex-grenswaarden (CXL’s), die zijn opgenomen in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van de Commissie(3). Ondanks een discrepantie tussen de residudefinities van de Unie en die van de Codex heeft de EFSA geconcludeerd dat de huidige MRL’s veilig zijn voor de consument. De bestaande MRL’s voor deze producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 moeten derhalve worden gehandhaafd.

  6. Voor citrusvruchten, kiwi’s, andijvie, spinazie en dergelijke bladgroente, artisjokken, bonen, oliehoudende zaden, als specerij gebruikte vruchten, als specerij gebruikte knoppen, en als specerij gebruikte stampers, heeft de EFSA geconcludeerd dat de eerder vastgestelde lacune in de gegevens niet was aangepakt en dat risicomanagers kunnen overwegen die MRL’s te vervangen door alternatieve MRL’s die beschikbaar zijn voor citrusvruchten of door de productspecifieke bepaalbaarheidsgrens. Er waren lagere MRL’s beschikbaar voor citrusvruchten op basis van (alternatieve) goede landbouwpraktijken, en om MRL’s op het laagste redelijke niveau vast te stellen, is het passend voor citrusvruchten nieuwe lagere MRL’s vast te stellen in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Aangezien voor de andere vermelde producten geen alternatieve goede landbouwpraktijken beschikbaar waren, is het passend de MRL’s vast te stellen op de productspecifieke bepaalbaarheidsgrens.

  7. Aanvullende informatie over residuproeven werd gecombineerd met de bestaande gegevens, waardoor de EFSA lagere MRL’s kon afleiden voor rubussoorten, kruiden en eetbare bloemen (met uitzondering van kervel), kruidenthee van bloemen, kruidenthee van bladeren en kruiden, paprika’s en sluitkool en een hoger MRL voor pruimen. De EFSA heeft geconcludeerd dat de nieuwe MRL’s veilig zijn voor de consument. Daarom moeten voor deze producten nieuwe MRL’s in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden opgenomen.

  8. De EFSA heeft een risico voor consumenten vastgesteld met betrekking tot de bestaande MRL’s voor peren, aardappelen en sla en heeft geconcludeerd dat risicomanagers kunnen overwegen die MRL’s te vervangen door alternatieve lagere MRL’s die beschikbaar zijn voor peren en sla, of door de productspecifieke bepaalbaarheidsgrens. Aangezien een alternatieve goede landbouwpraktijk beschikbaar was dat leidt tot een lager MRL voor peren en sla, maar niet voor aardappelen, is het passend om alleen voor peren en sla nieuwe, lagere MRL’s vast te stellen, maar voor aardappelen het MRL te verlagen tot de productspecifieke bepaalbaarheidsgrens. Duidelijkheidshalve moeten de voetnoten die wijzen op een gebrek aan informatie over die producten uit bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden geschrapt.

  9. De EFSA heeft verscheidene aanvragen uit hoofde van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 396/2005 ontvangen om de bestaande MRL’s voor deltamethrin in tomaten, okra’s, okers, carob/johannesbrood(4) en mais(5) te wijzigen. Wat tomaten en okra’s, oker’s, betreft, heeft de EFSA aanbevolen de MRL’s te verhogen. Daarom moeten de MRL’s voor tomaten en okra’s, okers, worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde niveau. Wat carob/johannesbrood betreft, stelde de EFSA voor het voorgestelde MRL aanvankelijk een risico voor de consument vast bij langdurige inname, maar concludeerde zij in de daaropvolgende bevestigende gegevensbeoordeling dat de voorgestelde waarde veilig voor de consument is. Daarom moet dit MRL op het voorgestelde niveau worden vastgesteld. Wat mais betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat de verstrekte gegevens toereikend waren om een nieuw MRL af te leiden, maar dat dit MRL lager was dan het bestaande MRL dat gebaseerd is op een CXL, die veilig is voor de consument. Het bestaande MRL moet derhalve worden gehandhaafd.

  10. Overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van Verordening (EG) nr. 396/2005 is een aanvraag ingediend voor het gebruik van deltamethrin op mango’s en papaja’s. De aanvrager voerde aan dat het toegestane gebruik van deltamethrin op dergelijke gewassen in Brazilië leidt tot residugehalten die de MRL’s in Verordening (EG) nr. 396/2005 overschrijden en dat hogere MRL’s nodig zijn om handelsbelemmeringen voor de invoer van die gewassen te vermijden. De EFSA heeft de aanvraag beoordeeld en geconcludeerd dat de ingediende gegevens toereikend waren om nieuwe (hogere) MRL’s vast te stellen die als veilig voor de consument werden beschouwd(6). Aangezien er geen risico is voor de consument, is het passend de MRL’s voor mango’s en papaja’s in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 vast te stellen op de door de EFSA vastgestelde niveaus.

  11. Voor metalaxyl hebben de referentielaboratoria van de Europese Unie aanbevolen de residudefinitie voor de monitoring van producten van dierlijke oorsprong te wijzigen in “som van metalaxyl (som van enantiomeren) en metabolieten (vrij en geconjugeerd) M3 (N-(2,6-dimethylfenyl)-N-(hydroxyacetyl)alanine-methylester) en M8 (N-(2-hydroxymethyl-6-methylfenyl)-N-(methoxyacetyl)alanine-methylester (som van enantiomeren), uitgedrukt als metalaxyl”. De Commissie acht deze nieuwe residudefinitie passend.

  12. Om de lacunes in de gegevens aan te pakken die de EFSA heeft vastgesteld in het kader van de herziening van de MRL’s voor metalaxyl krachtens artikel 12 van Verordening (EG) nr. 396/2005, heeft de aanvrager nieuwe gegevens over analysemethoden en residuproeven verstrekt. Voor cacaobonen en hop heeft de EFSA geconcludeerd(7) dat de verstrekte gegevens toereikend waren om de vastgestelde kloof te dichten en dat de aanvullende residuproeven voor cacaobonen erop wijzen dat een nieuw (lager) MRL veilig is voor de consument. De EFSA heeft geconcludeerd dat het nieuwe MRL veilig is voor de consument. Daarom moet het bestaande MRL voor hop worden gehandhaafd en moet voor cacaobonen het nieuwe (lagere) MRL in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden opgenomen. Voor citroenen, limoenen/lemmetjes, mandarijnen, appelen, peren, druiven, uien, paprika’s, meloenen, watermeloenen, artisjokken, sojabonen en producten van dierlijke oorsprong heeft de EFSA geconcludeerd dat de eerder vastgestelde lacune in de gegevens niet was aangepakt en dat risicomanagers kunnen overwegen die MRL’s te vervangen door alternatieve MRL’s, indien beschikbaar, of door de productspecifieke bepaalbaarheidsgrens. Aangezien voor limoenen/lemmetjes, mandarijnen, uien, paprika’s, meloenen, watermeloenen en artisjokken een alternatieve goede landbouwpraktijk beschikbaar was die tot een lager MRL leidde, is het passend nieuwe lagere MRL’s vast te stellen. Voor kruiden en eetbare bloemen was het mogelijk om gegevens over binnengebruik van slasoorten te extrapoleren en moeten de MRL’s ervan worden gehandhaafd. Aangezien voor citroenen, appelen, peren en sojabonen geen alternatieve goede landbouwpraktijk beschikbaar was, moeten deze MRL’s worden verlaagd tot de productspecifieke bepaalbaarheidsgrens. Voor producten van dierlijke oorsprong heeft de EFSA de bestaande MRL’s op basis van geactualiseerde berekeningen van de voedingsbelasting onderzocht en nieuwe (lagere) MRL’s voorgesteld voor nieren en eetbare slachtafvallen van varkens, schapen en geiten en hogere MRL’s voorgesteld voor lever, nieren en eetbare slachtafvallen van runderen en paardachtigen. Aangezien er geen risico is voor de consument, is het passend de MRL’s voor producten van dierlijke oorsprong in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 vast te stellen op de door de EFSA vastgestelde niveaus. Duidelijkheidshalve moeten de voetnoten die wijzen op een gebrek aan informatie over die producten uit bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden geschrapt.

  13. Overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van Verordening (EG) nr. 396/2005 is een aanvraag ingediend voor het gebruik van metalaxyl-M in palmvruchten en peperkorrel (groen, wit en zwart). De aanvrager voerde aan dat het toegestane gebruik van metalaxyl-M in palmvruchten in Colombia en in peperkorrels in Vietnam leidt tot residugehalten die de MRL’s in Verordening (EG) nr. 396/2005 overschrijden en dat hogere MRL’s nodig zijn om handelsbelemmeringen voor de invoer van die gewassen te vermijden. De EFSA heeft de aanvraag beoordeeld en geconcludeerd dat de ingediende gegevens toereikend waren om nieuwe MRL’s vast te stellen die veilig zijn voor de consument(8). Aangezien er geen risico is voor de consument, is het passend de MRL’s voor palmvruchten en peperkorrels in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 vast te stellen op het door de EFSA vastgestelde niveau.

  14. Op 13 december 2022 heeft de Commissie van de Codex Alimentarius nieuwe CXL’s voor metalaxyl vastgesteld(9). Overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad(10) wordt, indien er internationale normen bestaan of op korte termijn tot stand zullen komen, hiermee bij de ontwikkeling en aanpassing van de levensmiddelenwetgeving rekening gehouden, tenzij die normen of de betrokken gedeelten ervan een ondoeltreffend of ongeschikt middel zouden zijn om de legitieme doelstellingen van de levensmiddelenwetgeving te verwezenlijken, er wetenschappelijke gronden zijn om deze buiten beschouwing te laten of bedoelde normen tot een ander beschermingsniveau zouden leiden dan het niveau dat in de Unie passend wordt geacht. Overeenkomstig artikel 13, punt e), van die verordening zal de Unie bovendien de overeenstemming tussen de internationale technische normen en de levensmiddelenwetgeving bevorderen, waarbij zij erop toeziet dat aan het in de Unie vastgestelde hoge beschermingsniveau geen afbreuk wordt gedaan. De EFSA heeft de risico’s voor de consument beoordeeld en een wetenschappelijk verslag opgesteld(11). In gevallen waarin de EFSA een potentieel risico voor de gezondheid van de consument heeft vastgesteld, heeft de Unie bij het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen voorbehouden(12),(13) gemaakt met betrekking tot de voorgestelde CXL’s. Dit was het geval voor metalaxyl in appelen, peren en sluitkool. De CXL’s waarvoor de Unie geen voorbehoud heeft gemaakt bij het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen omdat de EFSA geen risico’s voor consumenten in de Unie heeft vastgesteld, kunnen derhalve als veilig worden beschouwd. Dit is het geval voor de CXL’s voor metalaxyl in druiven, uien, aardappelen en peperkorrels. Die CXL’s moeten derhalve in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden opgenomen.

  15. Voor thiabendazool is informatie verstrekt over de mogelijke blootstelling van de consument aan de metaboliet benzimidazool, residuproeven en stabiliteit bij opslag om de bestaande MRL’s voor appelen, avocado’s en aardappelen te bevestigen. De EFSA heeft geconcludeerd(14) dat de verstrekte gegevens toereikend waren om de vastgestelde kloof te dichten en heeft een nieuw (lager) MRL afgeleid op basis van aanvullende residuproeven die voor avocado’s zijn ingediend. De EFSA heeft geconcludeerd dat het nieuwe MRL veilig is voor de consument. Daarom moeten de bestaande MRL’s voor appelen en aardappelen worden gehandhaafd en moet voor avocado’s het nieuwe MRL in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden opgenomen. De EFSA heeft voor het bestaande MRL voor papaja’s een mogelijk risico voor de consument bij inname op korte termijn vastgesteld. Daarom moet het bestaande MRL voor papaja’s worden verlaagd tot de productspecifieke bepaalbaarheidsgrens. Duidelijkheidshalve moeten de voetnoten die wijzen op een gebrek aan informatie over die producten uit bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden geschrapt.

  16. Voor trifloxystrobin hebben de referentielaboratoria van de Europese Unie aanbevolen de residudefinitie voor de bewaking van producten van dierlijke oorsprong te wijzigen in “som van trifloxystrobin en [(E,E)-methoxyimino-2-[1-(3-trifluormethylfenyl)ethylideenamino-oxymethyl]fenyl}azijnzuur] (CGA 321113), uitgedrukt als trifloxystrobin (F)”. De Commissie acht deze nieuwe residudefinitie passend.

  17. Sommige lacunes in de gegevens die de EFSA in het kader van de herziening van de MRL’s voor trifloxystrobin overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 396/2005 heeft vastgesteld, zijn aangepakt in Verordening (EU) 2018/832, wat betreft analysemethoden en de commerciële beschikbaarheid van de metaboliet CGA321113. Om de resterende door de EFSA vastgestelde lacunes in de gegevens aan te pakken, heeft de aanvrager nieuwe gegevens verstrekt over residuproeven voor kruiden en eetbare bloemen, bonen met peul en haver. De EFSA heeft geconcludeerd(15) dat de verstrekte gegevens toereikend waren om de vastgestelde lacune in de gegevens aan te pakken en dat de aanvullende residuproeven nieuwe MRL’s hebben afgeleid die veilig zijn voor de consument. Die nieuwe MRL’s moeten derhalve worden opgenomen in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor passievruchten/maracuja’s, komkommers, augurken en Chinese kool/petsai heeft de EFSA geconcludeerd dat de eerder vastgestelde lacune in de gegevens niet was aangepakt en dat risicomanagers kunnen overwegen die MRL’s te handhaven met de bestaande CXL’s die beschikbaar zijn voor komkommers en augurken of die MRL’s te vervangen door de productspecifieke bepaalbaarheidsgrens. Voor komkommers en augurken was een alternatieve goede landbouwpraktijk beschikbaar die tot een MRL op hetzelfde niveau leidde dat veilig is voor de consument, en het is derhalve passend om die MRL’s te handhaven; voor passievruchten/maracuja’s en Chinese kool/petsai was evenwel geen alternatieve goede landbouwpraktijk beschikbaar en die MRL’s moeten derhalve worden verlaagd tot de productspecifieke bepaalbaarheidsgrens. Duidelijkheidshalve moeten de voetnoten die wijzen op een gebrek aan informatie over die producten uit bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden geschrapt.

  18. Samen met de bevestigende gegevens heeft de aanvrager ook verschillende aanvragen ingediend tot wijziging van de bestaande MRL’s voor trifloxystrobin in verschillende gewassen op grond van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 396/2005. De EFSA heeft de aanvragen beoordeeld en geconcludeerd dat de ingediende gegevens toereikend waren om nieuwe MRL’s vast te stellen voor paprika’s, boerenkolen, wortelcichorei en honing die veilig zijn voor de consument(16). Aangezien er geen risico is voor de consument, is het passend de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 vast te stellen op het door de EFSA vastgestelde niveau. Bij de beoordeling van de ingediende gegevens over andijvie heeft de EFSA een risico voor de consument vastgesteld met betrekking tot het voorgestelde (hogere) MRL, en bevestigde zij dat het huidige MRL veilig is voor consumenten. Daarom moet dit MRL op het huidige niveau worden gehandhaafd. Met betrekking tot witlof/witloof/Brussels lof heeft de EFSA geconcludeerd dat de verstrekte gegevens ontoereikend waren om een nieuw MRL af te leiden. Daarom moet dit MRL op het huidige niveau worden gehandhaafd, namelijk de productspecifieke bepaalbaarheidsgrens.

  19. De Commissie heeft de referentielaboratoria van de Europese Unie geraadpleegd over de noodzaak bepaalde bepaalbaarheidsgrenzen aan te passen. Die laboratoria hebben voor alle producten productspecifieke bepaalbaarheidsgrenzen voorgesteld die analytisch haalbaar zijn.

  20. De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL’s geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen.

  21. Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  22. Deze verordening moet voorzien in een overgangsregeling voor producten die vóór de wijziging van de MRL’s in de Unie in de handel zijn gebracht en waarvoor uit de informatie is gebleken dat een hoog niveau van consumentenbescherming wordt gehandhaafd, zodat deze op een normale wijze in de handel gebracht, verwerkt en geconsumeerd kunnen worden.

  23. Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de gewijzigde MRL’s van toepassing worden, zodat de lidstaten, derde landen en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de wijziging van de MRL’s zullen voortvloeien.

  24. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Verordening (EG) nr. 396/2005 blijft in de versie die vóór de wijziging uit hoofde van deze verordening van kracht was, van toepassing op producten die vóór 11 juni 2024 in de Unie in de handel zijn gebracht, met uitzondering van de MRL’s voor deltamethrin in peren, aardappelen en sla en die voor thiabendazool in papaja’s.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 11 juni 2024.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 mei 2024.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula von der Leyen

BIJLAGE