Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/1706 van de Commissie van 11 maart 2024 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 272/2012 wat betreft de harmonisatie van bepaalde aspecten van door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan ratingbureaus aangerekende vergoedingen

Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/1706 van de Commissie van 11 maart 2024 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 272/2012 wat betreft de harmonisatie van bepaalde aspecten van door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan ratingbureaus aangerekende vergoedingen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus(1), en met name artikel 19, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 272/2012 van de Commissie(2) specificeert het soort vergoedingen, de berekening en de betalingsvoorwaarden met betrekking tot de vergoedingen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) aan de ratingbureaus aanrekent.

  2. In 2018 werd zowel in het verslag van de dienst Interne Audit van de Commissie als in het verslag van de Europese Rekenkamer(3) geconcludeerd dat het financieringssysteem van de ESMA nodeloos complex is. Om de inning van vergoedingen te vereenvoudigen en de risico’s in verband met de onjuiste berekening of inefficiënte toewijzing van vergoedingen te verminderen, moet worden gezorgd voor consistentie van de technische aspecten van de verschillende gedelegeerde handelingen inzake vergoedingen die door de ESMA aan rechtstreeks onder toezicht staande entiteiten worden aangerekend.

  3. Om de uitgaven van de ESMA in verband met het toezicht op ratingbureaus volledig te dekken, moeten de jaarlijkse toezichtvergoedingen worden vastgesteld op basis van de jaarlijkse raming van alle directe kosten die nodig zijn voor de toezichtstaken van de ESMA en een redelijke verdeling van de vaste en variabele overheadkosten van ESMA.

  4. Om te zorgen voor consistentie tussen de gedelegeerde handelingen inzake aan de ESMA betaalde vergoedingen en om de ESMA in staat te stellen tijdig over gecontroleerde omzetgegevens te beschikken voor de raming van de vergoedingen die ratingbureaus aan de ESMA verschuldigd zijn, moet het referentiejaar van de gecontroleerde rekeningen voor de bepaling van de toepasselijke omzet het jaar zijn twee jaar vóór dat waarvoor de ESMA het ratingbureau vergoedingen aanrekent.

  5. De ESMA moet haar jaarlijkse begroting tijdig kunnen opstellen op basis van gecertificeerde omzetgegevens. Om de berekening van de vergoedingen door de ESMA te vergemakkelijken, moeten ratingbureaus gecontroleerde rekeningen met uitsplitsingen van kern- en nevendiensten indienen. Er moet een termijn worden vastgesteld waarbinnen ratingbureaus hun gecontroleerde rekeningen bij de ESMA moeten indienen.

  6. De toepasselijke omzet van ratingbureaus wordt berekend in euro. Daarom is het nodig een mechanisme vast te stellen om in andere valuta gegenereerde inkomsten om te zetten in euro.

  7. Met het oog op de consistentie tussen de gedelegeerde handelingen betreffende de aan de ESMA te betalen vergoedingen, moet de ESMA de boete bij betalingsachterstand berekenen overeenkomstig de in artikel 99 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad(4) neergelegde bepalingen inzake achterstandsrente.

  8. Overeenkomstig gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie(5), moeten de aan de ratingbureaus aangerekende vergoedingen worden vastgesteld op een niveau dat de kosten van de door de ESMA verleende diensten dekt, zonder dat er tekorten of significante overschotten ontstaan. Wanneer een significant positief of negatief begrotingssaldo recurrent wordt, wordt de hoogte van de vergoedingen herzien.

  9. Om het beheer van vergoedingen te vereenvoudigen en ervoor te zorgen dat de ESMA over de nodige middelen beschikt om haar geplande toezichtsactiviteiten uit te voeren, moeten jaarlijkse toezichtvergoedingen in één keer worden betaald gedurende de eerste drie maanden van het kalenderjaar waarvoor die vergoedingen verschuldigd zijn. Jaarlijkse toezichtvergoedingen mogen niet worden terugbetaald.

  10. De registratievergoeding is bedoeld om de kosten te dekken die de ESMA maakt om te onderzoeken of het betrokken ratingbureau aan alle voorwaarden voldoet. Wanneer een aanvragend ratingbureau zijn aanvraag intrekt, zal de ESMA reeds kosten hebben gemaakt en mag zij niet verplicht worden vergoedingen in verband met een dergelijke aanvraag terug te betalen.

  11. Om in het jaar van registratie een buitensporige toezichtvergoeding te vermijden, moet het geregistreerde ratingbureau een initiële toezichtvergoeding betalen waarvan het bedrag evenredig is met de periode in dat eerste jaar waarin het ratingbureau geregistreerd was.

  12. Voor een ratingbureau dat in december geregistreerd is, zijn de administratieve kosten voor het eerste jaar van de toezichtvergoeding niet evenredig met die vergoeding. Een ratingbureau dat in december geregistreerd is, moet daarom worden vrijgesteld van de jaarlijkse toezichtvergoeding voor het jaar waarin dat ratingbureau werd geregistreerd.

  13. Om de betaling van certificeringsvergoedingen te vereenvoudigen, moet 50 % van de vergoeding worden terugbetaald indien een ratingbureau zijn aanvraag intrekt voordat de ESMA heeft meegedeeld dat de aanvraag volledig is. Indien een ratingbureau zijn aanvraag intrekt nadat de ESMA het ratingbureau heeft meegedeeld dat de aanvraag volledig is, hoeft de certificeringsvergoeding niet te worden terugbetaald. Gecertificeerde ratingbureaus hoeven in het jaar waarin hun certificering van kracht wordt geen jaarlijkse toezichtvergoeding overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 272/2012 te betalen.

  14. Om rechtsonzekerheid voor de lopende inningsprocedure van de vergoedingen te voorkomen, moet deze verordening van toepassing zijn vanaf 1 januari 2025.

  15. Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 272/2012 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 272/2012

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 272/2012 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Artikel 2 wordt vervangen door:

    De aan ratingbureaus aangerekende vergoedingen dekken:

    1. alle directe en indirecte kosten in verband met het toezicht op ratingbureaus door de ESMA overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1060/2009, waaronder ook kosten die verbonden zijn aan het registreren en certificeren van ratingbureaus;

    2. alle kosten voor de terugbetaling van directe en indirecte kosten van bevoegde autoriteiten waaraan de ESMA overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1060/2009 taken heeft gedelegeerd;

    3. alle kosten voor de terugbetaling van directe en indirecte kosten van bevoegde autoriteiten die aan de ESMA overeenkomstig artikel 23 quater, lid 4, en artikel 23 quinquies, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 bijstand hebben verleend.”.

  2. Artikel 3 wordt vervangen door:

    1.

    Voor de berekening van de in artikel 5, artikel 7, lid 1, en artikel 11, de leden 1 en 2, bedoelde vergoedingen, bestaat de toepasselijke omzet voor een bepaald boekjaar (n) uit de inkomsten van een ratingbureau zoals gepubliceerd in zijn gecontroleerde rekeningen van het jaar n–2 die voortvloeien uit ratingactiviteiten en nevendiensten.

    2.

    Als een ratingbureau niet tijdens het hele jaar (n–2) actief is geweest, worden de toepasselijke inkomsten geraamd door dat bedrag voor het hele boekjaar te extrapoleren.

    3.

    Ratingbureaus verstrekken de ESMA, op jaarbasis, de in lid 1 bedoelde gecontroleerde rekeningen. Deze rekeningen maken een onderscheid tussen inkomsten uit ratingactiviteiten en nevendiensten en worden uiterlijk op 30 september van elk jaar (n–1) langs elektronische weg bij de ESMA ingediend.

    4.

    Indien de in lid 1 bedoelde inkomsten in een andere valuta dan de euro worden gerapporteerd, zet de ESMA deze inkomsten om in euro aan de hand van de gemiddelde wisselkoers van de euro die van toepassing was in de periode waarin die inkomsten werden geboekt. Daartoe maakt de ESMA gebruik van de referentiewisselkoers van de euro die de Europese Centrale Bank bekendmaakt.”

    .

  3. In artikel 4, lid 3, wordt de tweede alinea vervangen door:

    “Bij betalingsachterstand is de in artikel 99 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad(*****) vastgestelde achterstandsrente verschuldigd.

  4. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

    1. in lid 2 wordt punt b) vervangen door:

      1. het relevante bedrag voor de berekening van de jaarlijkse toezichtvergoeding voor een bepaald boekjaar is de raming van de punt a) bedoelde uitgaven, verminderd met de in artikel 7 bedoelde jaarlijkse toezichtvergoeding;”;

    2. lid 3 wordt vervangen door:

      “3.

      De jaarlijkse toezichtvergoeding wordt in één keer betaald, uiterlijk eind maart van het jaar waarop zij betrekking heeft.

      De ESMA bezorgt alle betrokken ratingbureaus ten minste 30 kalenderdagen voor de dag waarop de jaarlijkse vergoedingen moeten worden betaald, debetnota’s met het bedrag van de jaarlijkse toezichtvergoeding.

      De jaarlijkse toezichtvergoeding wordt niet terugbetaald.”

      .

  5. In artikel 6 worden de leden 7 en 8 vervangen door:

    “7.

    Wanneer een ratingbureau zijn registratieaanvraag intrekt voordat de ESMA het met redenen omklede besluit tot registratie of weigering van registratie heeft genomen, wordt een reeds betaalde registratievergoeding niet terugbetaald door de ESMA.

    8.

    In afwijking van artikel 5 betaalt een geregistreerd ratingbureau dat overeenkomstig artikel 5, lid 1, een jaarlijkse toezichtvergoeding moet betalen, in het jaar van zijn registratie een initiële toezichtvergoeding die als volgt wordt berekend:

    vergoeding voor het eerste jaar van het geregistreerde ratingbureau = registratievergoeding * coëfficiënt

    Coëfficiënt = aantal kalenderdagen van de datum van registratietot 31 december in jaar (n) aantal kalenderdagen in jaar (n) .

    Ratingbureaus betalen de toezichtvergoeding van het eerste jaar nadat de ESMA hun heeft meegedeeld dat hun registratie is geslaagd en binnen 30 kalenderdagen na de datum van afgifte van de debetnota van de ESMA.

    Wanneer een ratingbureau in december is geregistreerd, hoeft dat ratingbureau echter geen jaarlijkse toezichtvergoeding te betalen voor het jaar waarin het is geregistreerd.”

    .

  6. In artikel 7 wordt lid 2 vervangen door:

    “2.

    De jaarlijkse toezichtvergoeding voor een gecertificeerd ratingbureau wordt betaald tegen eind maart van het jaar waarop zij betrekking heeft. De ESMA zendt een gecertificeerd ratingbureau ten minste 30 kalenderdagen vóór die datum een factuur toe waarop het bedrag van de jaarlijkse toezichtvergoeding is vermeld.”

    .

  7. In artikel 8 worden de leden 3 en 4 vervangen door:

    “3.

    Indien een ratingbureau zijn certificeringsaanvraag intrekt voordat de ESMA dat ratingbureau overeenkomstig artikel 15, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 heeft meegedeeld dat de aanvraag volledig is, betaalt de ESMA de helft van de certificeringsvergoeding terug. Indien de aanvraag wordt ingetrokken na deze datum, maar voordat de ESMA het met redenen omklede besluit neemt om te certificeren of de certificering te weigeren, betaalt de ESMA de betaalde certificeringsvergoeding niet terug.

    4.

    Een gecertificeerd ratingbureau dat overeenkomstig artikel 7, lid 1, een jaarlijkse toezichtvergoeding moet betalen, wordt in afwijking van artikel 7 vrijgesteld van de betaling van de toezichtvergoeding in het jaar wanneer zijn certificering van kracht wordt.

    De jaarlijkse toezichtvergoeding wordt door het gecertificeerde ratingbureau betaald in het jaar nadat het door de ESMA is gecertificeerd overeenkomstig artikel 7.”

    .

Artikel 2 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2025.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2024.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula von der Leyen