Home

Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1975 van de Commissie van 19 juli 2024 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vereisten met betrekking tot het ontwerp, de constructie en de prestaties van en de beproevingsnormen voor de uitrusting van zeeschepen en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1667 van de Commissie

Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1975 van de Commissie van 19 juli 2024 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vereisten met betrekking tot het ontwerp, de constructie en de prestaties van en de beproevingsnormen voor de uitrusting van zeeschepen en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1667 van de Commissie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 inzake uitrusting van zeeschepen en tot intrekking van Richtlijn 96/98/EG van de Raad(1), en met name artikel 35, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De vereisten met betrekking tot het ontwerp, de constructie en de prestaties van en de beproevingsnormen voor de uitrusting van zeeschepen die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2014/90/EU vallen, zijn opgenomen in internationale instrumenten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 5, van die richtlijn.

  2. Om rekening te houden met de recentste wijzigingen in internationale instrumenten moet de lijst van de toepasselijke internationale instrumenten worden bijgewerkt en moet uitrusting van zeeschepen die na die wijzigingen onderworpen is aan geharmoniseerde vereisten van de Unie overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU, uitdrukkelijk worden vermeld.

  3. Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1667 van de Commissie(2) moet daarom worden ingetrokken.

  4. Het is redelijk en evenredig om een overgangsperiode toe te staan waarin een nieuw uitrustingsonderdeel van zeeschepen dat in overeenstemming is met de nationale typegoedkeuringsvoorschriften die in een lidstaat vóór de inwerkingtreding van deze verordening van kracht waren, verder in de handel mag worden gebracht en aan boord mag worden geplaatst van EU-schepen zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Richtlijn 2014/90/EU.

  5. Om een geharmoniseerde, snelle en eenvoudige uitvoering van Richtlijn 2014/90/EU te bevorderen, moeten overeenkomstig artikel 35, lid 5, van die richtlijn vastgestelde uitvoeringshandelingen de vorm aannemen van uitvoeringsverordeningen.

  6. Om de sector voor uitrusting van zeeschepen en andere belanghebbenden de mogelijkheid te bieden om zich aan te passen aan de maatregelen die in deze verordening zijn bepaald, moet deze verordening veertig dagen na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie in werking treden.

  7. De in deze verordening bepaalde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De vereisten met betrekking tot het ontwerp, de constructie en de prestaties, evenals de beproevingsnormen die zijn vastgesteld in de internationale instrumenten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 5, van Richtlijn 2014/90/EU, zijn van toepassing op elk uitrustingsonderdeel van zeeschepen dat in de bijlage bij deze verordening is opgenomen.

Artikel 2

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1667 wordt ingetrokken.

Artikel 3

1.

Uitrusting van zeeschepen die in kolom 1 van de bijlage wordt vermeld als “nieuw onderdeel dat is opgenomen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1158” en die voldoet aan de nationale voorschriften voor typegoedkeuring die in een lidstaat vóór 25 augustus 2021 van kracht waren, mag tot en met 25 augustus 2024 verder in de handel worden gebracht en aan boord van EU-schepen worden geplaatst.

2.

Uitrusting van zeeschepen die in kolom 1 van de bijlage wordt vermeld als “nieuw onderdeel dat is opgenomen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1157” en die voldoet aan de nationale voorschriften voor typegoedkeuring die in een lidstaat vóór 15 augustus 2022 van kracht waren, mag tot en met 15 augustus 2025 verder in de handel worden gebracht en aan boord van EU-schepen worden geplaatst.

3.

Uitrusting van zeeschepen die in kolom 1 van de bijlage wordt vermeld als “nieuw onderdeel dat is opgenomen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1975” en die voldoet aan de nationale voorschriften voor typegoedkeuring die in een lidstaat vóór 4 september 2024 van kracht waren, mag tot en met 4 september 2027 verder in de handel worden gebracht en aan boord van EU-schepen worden geplaatst.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de veertigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

BIJLAGE