Uitvoeringsverordening (EU) 2024/2186 van de Commissie van 3 september 2024 tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof captan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsverordening (EU) 2024/2186 van de Commissie van 3 september 2024 tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof captan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad(1), en met name artikel 20, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Richtlijn 2007/5/EG van de Commissie(2) is captan als werkzame stof opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad(3).
De in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen werkzame stoffen worden geacht te zijn goedgekeurd krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 en zijn opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie(4).
De goedkeuring van de werkzame stof captan, zoals vermeld in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011, vervalt op 15 november 2024.
Er is overeenkomstig artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie(5) bij de lidstaat-rapporteur en de lidstaat-corapporteur, binnen de in dat artikel vastgestelde termijn een aanvraag tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof captan ingediend.
De aanvragers hebben de vereiste aanvullende dossiers ingediend bij de lidstaat-rapporteur, de lidstaat-corapporteur, de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012. De lidstaat-rapporteur heeft vastgesteld dat de aanvraag volledig was.
De lidstaat-rapporteur heeft in overleg met de lidstaat-corapporteur een ontwerpbeoordelingsverslag over de verlenging opgesteld en dit verslag op 4 december 2017 bij de EFSA en de Commissie ingediend. In zijn ontwerpbeoordelingsverslag over de verlenging heeft de lidstaat-rapporteur voorgesteld de goedkeuring van captan te verlengen.
De EFSA heeft het ontwerpbeoordelingsverslag over de verlenging voor opmerkingen aan de aanvrager en de lidstaten doorgestuurd en de ontvangen opmerkingen aan de Commissie doen toekomen. De EFSA heeft het aanvullende beknopte dossier toegankelijk gemaakt voor het publiek.
Op 24 juli 2020 heeft de EFSA de Commissie haar conclusie(6) meegedeeld met betrekking tot de vraag of captan naar verwachting zal voldoen aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. De EFSA concludeerde dat captan niet voldoet aan de criteria voor de vaststelling van hormoonontregelende eigenschappen in de punten 3.6.5 en 3.8.2 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1107/2009.
De Commissie heeft op 14 juli 2022 een ontwerpverslag over de verlenging en op 13 oktober 2022 de ontwerpverordening voorgelegd aan het Permanent Comité voor planten, levensmiddelen en diervoeders.
Sommige lidstaten verzochten de mogelijkheid te onderzoeken om de beoordeling met betrekking tot bepaalde niet-doelsoorten bij veldtoepassingen te verfijnen. De lidstaat-rapporteur heeft een dergelijke beoordeling uitgevoerd en de EFSA werd verzocht die beoordeling te analyseren. Bij gebrek aan overeengekomen geharmoniseerde waarden voor regelgevingsdoeleinden, achtte de EFSA de beschikbare informatie in 2024 onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd om aan te tonen dat het risiconiveau voor die niet-doelsoorten aanzienlijk verschilt van het risiconiveau dat in de conclusie van de EFSA is vastgesteld(7).
In maart 2024 heeft het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders zijn goedkeuring gehecht aan een compendium(8) met een lijst van technieken en apparatuur voor het aanbrengen van pesticiden, waaronder innovaties die in precisielandbouw worden gebruikt en waarvan risicomanagers erkennen dat daarmee het milieu minder aan pesticiden wordt blootgesteld. Dat compendium vormt een geharmoniseerde en solide basis voor risicomanagers om, als risicobeperkende maatregelen, specifieke toepassingsapparatuur te selecteren waarmee de blootstelling wordt verminderd. Hoewel het Permanent Comité zich bewust was van de beoordeling van de literatuurstudies door de EFSA, was het derhalve van oordeel dat kan worden geoordeeld dat de risicobeperkende maatregelen die tot de verfijnde risicobeoordeling hebben geleid passend zijn en de blootstelling van wilde zoogdieren, bijen en het aquatisch milieu voldoende beperken om deze te beschermen. Rekening houdend met de nieuwe informatie heeft de Commissie op 24 juni 2024 een herzien ontwerpverslag over de verlenging bij het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders ingediend.
De Commissie heeft de aanvragers verzocht hun opmerkingen over de conclusie van de EFSA en, overeenkomstig artikel 14, lid 1, derde alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012, over beide versies het verslag over de verlenging in te dienen. De Commissie deelde ook de nadere beoordeling met betrekking tot bepaalde niet-doelsoorten bij veldtoepassingen, met verdere verfijningen van de lidstaat-rapporteur, met de aanvragers en de andere lidstaten. De aanvragers hebben hun opmerkingen ingediend over beide versies van het verslag over de verlenging, en over de door de lidstaat-rapporteur verstrekte nadere beoordeling. Deze opmerkingen zijn zorgvuldig onderzocht en naar behoren in aanmerking genomen.
Met betrekking tot een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof captan bevat, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is voldaan. Het is daarom passend de goedkeuring van captan te verlengen.
Het echter noodzakelijk bepaalde voorwaarden en beperkingen vast te stellen overeenkomstig artikel 14, lid 1, in samenhang met artikel 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009, en in het licht van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis. Het is met name passend dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen die captan bevatten, wordt beperkt tot gebruik na de bloei van het gewas en wanneer er geen bloeiend onkruid aanwezig is in de rijen van de behandelde gewassen. Om de bescherming van niet-doelorganismen, met name wilde zoogdieren, in het water levende organismen en bijen, te waarborgen, mogen voor het aanbrengen op boomgaarden buiten (bijvoorbeeld appels en kersen) slechts bepaalde toepassingen worden toegestaan. Het gaat daarbij om gebruik van apparatuur voor het aanbrengen van pesticiden waarmee de precisie en nauwkeurigheid van het aanbrengen wordt verhoogd en, met behoud van de dosering op de doeloppervlakken, een gemiddelde vermindering van ten minste 61 % van het toegepaste gewasbeschermingsmiddel (per hectare) en een minimale vermindering van lekkage van gewasbeschermingsmiddelen naar de bodem met ten minste 20 % ten opzichte van methoden met behulp van conventionele aanbrengingsapparatuur en -praktijken wordt verwezenlijkt, waardoor de verwaaiing naar gebieden buiten het doeloppervlak van het gewas (het bladerdak) tot een minimum wordt beperkt.
Om het vertrouwen in de besluitvorming op regelgevingsgebied te vergroten, moeten de aanvragers informatie en blootstellingsgegevens indienen waaruit blijkt dat met de in boomgaarden gebruikte apparatuur voor het aanbrengen van pesticiden (bv. emissieschermen, afgeschermde sproeiers, sproeiers met kap, tunnelsproeiers en sensorgestuurde sproeiers) een vermindering van ten minste 61 % van het toegepaste gewasbeschermingsmiddel (per hectare) en een vermindering van lekkage van gewasbeschermingsmiddelen naar de bodem met ten minste 20 % ten opzichte van methoden met behulp van conventionele aanbrengingsapparatuur en -praktijken wordt verwezenlijkt.
Daarnaast moet nadere bevestigende informatie worden vereist over het effect van waterbehandelingsprocessen op de aard van de residuen van de metabolieten THPI en THPAM van captan in het grondwater, wanneer dit voor drinkwater wordt onttrokken.
Rekening houdend met het advies van het Comité risicobeoordeling van het Europees Agentschap voor chemische stoffen van 14 september 2023(9), waarin werd voorgesteld captan in te delen als giftig voor de voortplanting categorie 2 en giftig voor specifieke doelorganen bij herhaalde blootstelling categorie 1, moet ook nadere bevestigende informatie worden vereist over de relevantie van de metabolieten THPI en THPAM die in het grondwater kunnen voorkomen.
Bovendien moet nadere bevestigende informatie worden vereist over de stabiliteit van captan bij opslag in matrices met een hoog zuurgehalte om het huidige maximumresidugehalte voor aardbeien te bevestigen.
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2023/918 van de Commissie(10) is de geldigheidsduur van de goedkeuring voor captan verlengd tot en met 15 november 2024, opdat de verlengingsprocedure vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van de goedkeuring van die werkzame stof kan worden voltooid. Aangezien er echter vóór de vervaldatum van de verlengde geldigheidsduur een besluit is genomen over de verlenging, moet deze verordening vóór die datum in werking treden.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof
De goedkeuring van de in bijlage I bij deze verordening gespecificeerde werkzame stof captan wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden verlengd.
Artikel 2 Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3 Inwerkingtreding en datum van toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 november 2024.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 3 september 2024.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula von der Leyen