Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/2795 van de Commissie van 24 juli 2024 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de datum van toepassing van de eigenvermogensvereisten voor marktrisico

Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/2795 van de Commissie van 24 juli 2024 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de datum van toepassing van de eigenvermogensvereisten voor marktrisico

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012(1), en met name artikel 461 bis, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bij Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad(2) is Verordening (EU) nr. 575/2013 gewijzigd, onder meer om als rapportagevereiste in die verordening de “Fundamental Review of the Trading Book”-standaarden (FRTB) op te nemen, een uitgebreide reeks eigenvermogensvereisten voor blootstellingen aan marktrisico die door het Bazels Comité voor bankentoezicht (BCBS) zijn ontwikkeld. Bij Verordening (EU) 2024/1623 van het Europees Parlement en de Raad(3) is Verordening (EU) nr. 575/2013 nogmaals gewijzigd, onder meer om de FRTB-normen om te zetten in bindende vereisten voor de berekening van eigenvermogensvereisten voor marktrisico.

  2. Gezien het zeer concurrerende karakter van internationale handelsactiviteiten werden de FRTB-normen vastgesteld op basis van de premisse dat de toepassing ervan in alle rechtsgebieden, zowel qua inhoud als qua termijnen, zou zorgen voor een wereldwijd gelijk speelveld voor de handelsactiviteiten van instellingen. Uit de monitoring van de uitvoering van de FRTB-normen in andere bij het BCBS aangesloten rechtsgebieden, en meer bepaald in die rechtsgebieden met een groot aantal internationaal actieve banken, is gebleken dat er als gevolg van vertragingen bij de uitvoering van de FRTB-normen in die rechtsgebieden, een aanzienlijk risico bestaat op verstoringen van het internationale gelijke speelveld. Daarom moet de toepassing van de FRTB-normen voor de berekening van eigenvermogensvereisten voor marktrisico in de Unie met één jaar worden uitgesteld.

  3. De bevoegde autoriteiten hebben informatie nodig om het effect van de FRTB te monitoren, potentiële problemen in kaart te brengen en de uitwisselingen over de uitvoering tussen hen en instellingen te vergemakkelijken. Daarom moet van instellingen worden verlangd dat zij de informatie met betrekking tot de berekening van hun eigenvermogensvereisten voor marktrisico in het kader van pre-FRTB-benaderingen blijven rapporteren tot de datum van toepassing van de FRTB voor de berekening van eigenvermogensvereisten voor marktrisico in de Unie. Tegelijkertijd moeten instellingen ook hun eigenvermogensvereisten aan hun bevoegde autoriteiten blijven rapporteren overeenkomstig artikel 430 ter van Verordening (EU) nr. 575/2013 zoals dat op 8 juli 2024 luidde.

  4. Bij Verordening (EU) 2024/1623 worden in Verordening (EU) nr. 575/2013 specifieke openbaarmakingsvereisten voor marktrisico ingevoerd die zijn afgestemd op de vereisten van de FRTB voor de berekening van eigenvermogensvereisten voor marktrisico. De datum van toepassing van de bepalingen van Verordening (EU) 2024/1623 betreffende de berekening van eigenvermogensvereisten voor marktrisico moet echter met één jaar worden uitgesteld. Omwille van de consistentie moeten de desbetreffende specifieke openbaarmakingsvereisten ook met één jaar worden uitgesteld. Gezien het belang van de openbaarmaking van eigenvermogensvereisten om een robuuste marktdiscipline te behouden en de marktdeelnemers met kennis van zaken beleggingsbeslissingen te laten nemen, moeten instellingen in plaats daarvan worden verplicht om tijdens die uitstelperiode de informatie openbaar te blijven maken die relevant is voor hun blootstelling aan marktrisico en de daarmee verband houdende eigenvermogensvereisten op basis van de pre-FRTB-berekeningsbenaderingen.

  5. Verordening (EU) nr. 575/2013 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  6. Verordening (EU) 2024/1623 zal van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2025. Het is daarom noodzakelijk de datum van inwerkingtreding en de datum van toepassing van deze verordening op die datum af te stemmen om tegenstrijdige vereisten voor instellingen te voorkomen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013

In Verordening (EU) nr. 575/2013 wordt het volgende artikel 520 bis ingevoegd:

Tot en met 1 januari 2026 blijven de instellingen deel drie, titel IV, en de vereisten inzake marktrisico van de artikelen 430, 430 ter, 445 en 455 van deze verordening zoals die op 8 juli 2024 luidden, toepassen.”.

Artikel 2 Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 januari 2025.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 juli 2024.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula von der Leyen