Verordening (EU) 2023/2053 wordt als volgt gewijzigd:
-
In artikel 15 wordt lid 3 geschrapt.
-
De bijlagen XII, XIII, XV en XV bis worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2023/2053 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2023 tot vaststelling van een meerjarig beheersplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1936/2001, (EU) 2017/2107 en (EU) 2019/833, en tot intrekking van Verordening (EU) 2016/1627(1), en met name artikel 66, lid 1, punten e) en k),
Overwegende hetgeen volgt:
Met de goedkeuring van het Iccat-verdrag krachtens Besluit 86/238/EEG van de Raad(2) is de Unie partij bij de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat).
De Iccat neemt maatregelen aan die waarborgen dat de visbestanden in het Iccat-verdragsgebied op lange termijn in stand worden gehouden en duurzaam worden gebruikt, en die de mariene ecosystemen waarin deze bestanden voorkomen, beschermen. Dergelijke maatregelen kunnen bindend worden voor de Unie.
Na de vaststelling van Verordening (EU) 2023/2053 heeft de Iccat op haar jaarvergadering van 2023 met betrekking tot het beheer van blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee Iccat-aanbeveling 23-06(3) aangenomen. Iccat-aanbeveling 23-06 bevat bepalingen inzake een herziening van de beperking van de capaciteit voor het kweken van blauwvintonijn, een toevoeging aan het vrijlatingsprotocol en een actualisering van het rapportagemodel voor de behandeling van dode en/of verloren vis en een actualisering van de procedure voor de verstrekking van Iccat-zegels aan regionale Iccat-waarnemers. Die maatregelen moeten in het Unierecht worden geïmplementeerd.
Bovendien moet Verordening (EU) 2023/2053 op een aantal punten worden geactualiseerd en gewijzigd: het vrijlatingsprotocol van bijlage XII moet in zijn geheel worden geactualiseerd en de in bijlage XV vermelde vaartuiglengte moet worden gewijzigd.
Aangezien de bepalingen van de onderhavige verordening rechtstreeks van invloed zijn op de planning van het visseizoen van de Unievaartuigen en de daarmee samenhangende economische activiteiten, moet de onderhavige verordening zo spoedig mogelijk in werking treden,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Verordening (EU) 2023/2053 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 15 wordt lid 3 geschrapt.
De bijlagen XII, XIII, XV en XV bis worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 juni 2024.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula von der Leyen
Bijlagen XII, XIII, XV en XV bis bij Verordening (EU) 2023/2053 worden als volgt gewijzigd:
Bijlage XII wordt vervangen door:
BIJLAGE XII
VRIJLATINGSPROTOCOL
Uitvaardiging van vrijlatingsbevelen
Vóór het kooien wordt een vrijlatingsbevel uitgevaardigd:
door de bevoegde autoriteit van de lidstaat of de CPC van de overhevelende exploitant wanneer de bevoegde autoriteit van de lidstaat van het vangstvaartuig of de tonnara op basis van de voorafgaande kennisgeving van overheveling de overheveling weigert op grond van artikel 46, of
door de bevoegde autoriteit van de kwekerijlidstaat of -CPC wanneer overeenkomstig artikel 45 quinquies, lid 8, de kooitoestemming niet binnen één maand na het verzoek om toestemming is verleend door de bevoegde autoriteiten van de kwekerijlidstaat of -CPC.
Na het kooien wordt een vrijlatingsbevel uitgevaardigd:
door de bevoegde autoriteit van de van de vangstvlaggen- of tonnaralidstaat of -CPC wanneer volgens de procedures van artikel 50, leden 7, 8 en 9, wordt geconstateerd dat het kooigewicht groter is dan het als gevangen gerapporteerde gewicht. Het vrijlatingsbevel wordt meegedeeld aan de bevoegde autoriteiten van de kwekerijlidstaat of -CPC, die het doorzenden aan de betrokken exploitant van de kwekerij, of
door de bevoegde autoriteiten van de kwekerijlidstaat of -CPC wanneer de vis die na de oogst overblijft, niet onder een eBCD valt of wanneer bij een overdrachtsbeoordeling of controleoverheveling een boventallige hoeveelheid vis is geconstateerd.
Voor de in de eerste alinea bedoelde gevallen wordt het totale gewicht van de vrij te laten blauwvintonijn in een overeenkomstig aantal exemplaren omgerekend door toepassing van het gemiddelde gewicht dat voortvloeit uit de door de bevoegde autoriteiten van de kwekerijlidstaat of -CPC overeenkomstig artikel 51, lid 1, verrichte analyse van de met een stereoscopische camera gemaakte video-opnamen van de desbetreffende kooiverrichting.
Vóór de vrijlating uit een kweekkooi zorgen de bevoegde autoriteiten van de kwekerijlidstaat of -CPC voor het volgende:
de vrij te laten vis wordt gescheiden en naar een lege transportkooi verplaatst en de overheveling van de vis naar de transportkooi wordt gevolgd met controlecamera’s in het water, overeenkomstig de minimumnormen van bijlage X;
het aantal voor vrijlating gescheiden vissen stemt overeen met het vrijlatingsbevel.
De voorafgaande scheiding van de vis vindt plaats in aanwezigheid van een regionale Iccat-waarnemer.
De vrijlating van blauwvintonijn uit een transport- of kweekkooi wordt met controlecamera’s geregistreerd. Elke vrijlating in zee wordt door een regionale Iccat-waarnemer geobserveerd.
Voor elke uitgevoerde vrijlatingsverrichting vult de voor de vrijlating verantwoordelijke overhevelende exploitant of exploitant van de kwekerij een vrijlatingsmelding in aan de hand van het model van punt 13 van deze bijlage.
De regionale Iccat-waarnemer valideert de informatie in de vrijlatingsaangifte. De overhevelende exploitant of exploitant van de kwekerij dient de vrijlatingsaangifte binnen 48 uur na de vrijlatingsverrichting in bij zijn autoriteiten voor doorgifte ervan aan het Iccat-secretariaat.
Vrijlatingen uit ringzegennetten, tonnara’s of transportkooien vinden onmiddellijk na ontvangst van het vrijlatingsbevel plaats.
Vrijlatingen uit kwekerijen vinden binnen drie maanden na de laatste kooiverrichting van de betrokken vis en ten minste tien mijl van de kwekerij vandaan plaats. Voor vrijlatingen van minder dan vijf ton blauwvintonijn kunnen de bevoegde autoriteiten van de kwekerijlidstaat of -CPC een kortere afstand van ten minste vijf mijl vaststellen voor de vrijlating.
De kapitein van het sleepvaartuig of de exploitant van de kwekerij is verantwoordelijk voor de overleving van de vis totdat de vrijlatingsverrichting heeft plaatsgevonden.
De bevoegde autoriteiten van de kwekerijlidstaat of -CPC kunnen alle extra maatregelen nemen die zij nodig achten om te waarborgen dat de vrijlatingsverrichtingen plaatsvinden op het moment dat en de plaats die het meest geschikt is om de kans te verhogen dat de vis terugkeert naar het bestand.
De bepalingen van deze bijlage zijn niet van toepassing op de vrijlating van blauwvintonijn uit tonnara’s als gevolg van het ophijsen van het vistuig aan het einde van de activiteit.
MODEL VRIJLATINGSMELDING:
Iccat-vrijlatingsmelding Nr. document:
VANGST-/KOOIGEGEVENS
Kwekerij/vangstvaartuig/tonnara/sleepvaartuig die of dat de vrijlating verricht: Iccat-registernummer: Referentie vrijlatingsbevel: Vangstvaartuig(en)/tonnara’s(1): Nummer gezamenlijke visactie: Nummer kooitoestemming(en)(1): Nummer vrijlatingskooi(en): eBCD-referentie(s): Nummer vrijlatingstoestemming:
GEGEVENS OVER DE VRIJLATINGSVERRICHTING
Soort vrijlating(3): Datum verrichting: Naam sleepvaartuig: Iccat-registernummer: Vlag: Scheiding van vis vóór vrijlatingsverrichting: Verificatie kooinummer: Nummer vrijlatingskooi: Aantal vrijgelaten exemplaren blauwvintonijn: Gewicht vrijgelaten blauwvintonijn (kg): Naam exploitant, datum en handtekening(2): Naam waarnemer, Iccat-nr., datum en handtekening:
Aanwezigheid van waarnemer (JA/NEEN) Redenen gebrek aan overeenstemming: Regels of procedures niet in acht genomen:
In deel F “Rapportagemodel” van bijlage XIII wordt in de vijfde rij van het model een nieuwe derde kolom “Bestemming van dode vis (teruggegooid of aangeland)” toegevoegd tussen de kolommen “Aantal dode blauwvintonijnen” en “Handtekening van de kapitein”:
Rapportagemodel
Melding van vis die sterft bij verdere overheveling en versleping
Sleepvaartuig
Naam
Iccat-nr. en vlag
ITD-nr. en kooinr.
Naam van de kapitein
Vangstvaartuig(en)/tonnara’s
Naam vaartuig(en)/tonnara’s
Iccat-nummer en nr. gezamenlijke visactie
eBCD-nummer(s)
Vorig sleepvaartuig (indien van toepassing)
Naam
Iccat-nr. en vlag
ITD-nr. en kooinr.
Totaal aantal gerapporteerde blauwvintonijnen dood(*)
Kwekerij van bestemming
CPC/naam/Iccat-nr.
Datum
Aantal dode blauwvintonijnen
Bestemming van dode vis (teruggegooid of aangeland)
Handtekening van de kapitein
TOTAAL
In bijlage XV wordt de inleidende zin van punt 1 vervangen door:
Niettegenstaande strengere vereisten die van toepassing zijn in specifieke Iccat-visserijen, voert elke vlaggenlidstaat een VMS in voor al zijn vissersvaartuigen met een lengte over alles van twaalf meter of meer en voor al zijn sleepvaartuigen ongeacht de lengte ervan die gemachtigd zijn om in wateren buiten de jurisdictie van de vlaggenlidstaat te vissen en:”.
In bijlage XV bis wordt punt 1 vervangen door:
De entiteit die het regionale waarnemersprogramma van de Iccat uitvoert, verstrekt aan elke onder haar verantwoordelijkheid vallende regionale Iccat-waarnemer voordat deze op een ringzegenvaartuig, een tonnara of een sleepvaartuig wordt ingezet, ten minste 25 Iccat-zegels en houdt een register bij van de verstrekte en gebruikte zegels.”.