Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/3160 van de Commissie van 9 oktober 2024 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 wat betreft bepaalde diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van landdieren

Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/3160 van de Commissie van 9 oktober 2024 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 wat betreft bepaalde diergezondheidsvoorschriften voor verplaatsingen binnen de Unie van landdieren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”)(1), en met name artikel 131, lid 1, punten c) en d),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verordening (EU) 2016/429 bevat regels voor de preventie en bestrijding van dierziekten die op dieren of mensen kunnen worden overgedragen. In deel IV, titel I, hoofdstuk 3, van die verordening zijn de diergezondheidsvoorschriften voor de verplaatsing binnen de Unie van gehouden landdieren vastgesteld.

  2. Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 van de Commissie(2) vormt een aanvulling op de regels voor de preventie en bestrijding van de in artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) 2016/429 bedoelde ziekten wat betreft de verplaatsingen binnen de Unie van landdieren, waaronder hoefdieren die vatbaar zijn voor infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte.

  3. Infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte is in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie(3) opgenomen als een ziekte van categorie D waarvoor maatregelen nodig zijn om de verspreiding ervan als gevolg van verplaatsingen tussen lidstaten te voorkomen. De epidemiologische situatie in de Unie met betrekking tot infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte is sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2016/429 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 veranderd, aangezien in 2022 voor het eerst uitbraken zijn gemeld in de Unie, en dit in verschillende lidstaten. De verspreiding van infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte heeft zich voortgezet na de inwerkingtreding van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2515 van de Commissie(4), waarbij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 het meest recent is gewijzigd en waarbij nieuwe risicobeperkingsmaatregelen zijn ingevoerd voor verplaatsingen van landdieren binnen de Unie in situaties waarin de dieren afkomstig zijn van een inrichting die zich bevindt in een gebied met een straal van ten minste 150 km rond die inrichting waarin infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte in de laatste twee jaar voor het vertrek is gemeld. Om de zich voortzettende verspreiding van de ziekte aan te pakken, te voorzien in een passend niveau van bescherming van de diergezondheidssituatie in lidstaten van bestemming en lidstaten van doorgang, en de veilige verplaatsing van dieren binnen de Unie mogelijk te maken, moeten bijkomende risicobeperkingsmaatregelen worden ingevoerd.

  4. Met name vaccinatie tegen infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte is in de Gezondheidscode voor landdieren(5) van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (WOAH) opgenomen als een doeltreffende manier om de verspreiding van het virus via de verplaatsing van dieren te voorkomen ongeacht de viruscirculatie op de plaats van oorsprong, mits de vaccinatie in overeenstemming met de specificaties van het vaccin wordt verricht. Deze verordening moet daarom voorzien in het gebruik van vaccins als een risicobeperkingsmaatregel voor bepaalde verplaatsingen van bepaalde gehouden hoefdieren van in de lijst opgenomen soorten die afkomstig zijn van een inrichting die zich bevindt in een gebied met een straal van ten minste 150 km rond die inrichting waarin in de laatste twee jaar voor het vertrek melding is gemaakt van infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte bij gehouden dieren van de voor die ziekte in de lijst opgenomen soorten.

  5. Daarnaast heeft de ervaring geleerd dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van bestemming het best in staat zijn om de lokale diergezondheidssituatie op de plaatsen van bestemming te beoordelen met betrekking tot bepaalde gehouden hoefdieren die afkomstig zijn van gebieden waarin in de laatste twee jaar voor het vertrek melding is gemaakt van infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte bij gehouden dieren van de voor die ziekte in de lijst opgenomen soorten. Daarom moet de lidstaten enige flexibiliteit worden geboden zodat zij, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel, andere risicobeperkingsmaatregelen kunnen vaststellen dan die welke reeds voor verplaatsingen van die dieren in Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 zijn opgenomen om zo een passend beschermingsniveau op de plaats van bestemming te waarborgen. Deze verordening moet daarom voorzien in de mogelijkheid om te voldoen aan door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming vastgestelde specifieke risicobeperkingsmaatregelen die afgestemd zijn op de lokale situatie ten aanzien van infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte.

  6. Er moet worden voorzien in het gebruik van vaccins en de naleving van andere, door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming vastgestelde specifieke risicobeperkingsmaatregelen voor verplaatsingen tussen lidstaten van runderen, schapen, geiten, kameelachtigen, hertachtigen en andere gehouden hoefdieren.

  7. Daarnaast kan het vervoer van dieren die afkomstig zijn van een inrichting die zich bevindt in een gebied met een straal van ten minste 150 km rond die inrichting waarin in de laatste twee jaar voor het vertrek naar een lidstaat van bestemming melding is gemaakt van infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte bij gehouden dieren van de voor die ziekte in de lijst opgenomen soorten en die niet aan de voor deze situatie in Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 opgenomen risicobeperkingsmaatregelen voldoen of die aan andere, door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming vastgestelde specifieke risicobeperkingsmaatregelen voldoen, een risico inhouden voor de gezondheidssituatie in de lidstaat van doorgang of een gebied daarvan. Om de lidstaat van doorgang voldoende bescherming te bieden tegen het risico dat dergelijke vervoersactiviteiten inhouden, moeten daarom voorschriften worden vastgesteld inzake de bescherming van het vervoermiddel tegen vectoren en inzake het lossen van de dieren en moet worden voorzien in de mogelijkheid om van die voorschriften af te wijken.

  8. Omwille van de transparantie mogen bepaalde typen verplaatsingen binnen de Unie die niet aan de voor deze situatie in Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 opgenomen risicobeperkingsmaatregelen voldoen of die aan andere, door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming vastgestelde specifieke risicobeperkingsmaatregelen voldoen of die vervoersactiviteiten omvatten die niet aan de voor deze situatie in Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 opgenomen voorschriften voldoen, alleen worden toegestaan als de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming of de bevoegde autoriteit van de lidstaat van doorgang al eerder aan de Commissie en de andere lidstaten heeft meegedeeld dat dat type verplaatsingen toegestaan is, ongeacht de lidstaat van oorsprong of het gebied daarvan.

  9. Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688

Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/688 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In artikel 10 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:

    1. in de eerste alinea wordt aan punt f), ii), het volgende subpunt 3 toegevoegd:

      1. de dieren zijn tegen infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte gevaccineerd, zij bevinden zich in de immuniteitsperiode die in de specificaties van het vaccin wordt gegarandeerd en zij voldoen aan ten minste één van de volgende voorwaarden:

        • zij zijn ten minste 60 dagen vóór de datum van verplaatsing gevaccineerd;

        • zij zijn met een geïnactiveerd vaccin gevaccineerd en met negatief resultaat onderworpen aan een PCR-test die is uitgevoerd op monsters die ten minste 14 dagen na het begin van de immuniteit zoals vermeld in de specificaties van het vaccin zijn verzameld;”;

    2. de tweede alinea wordt vervangen door:

      “In afwijking van de eerste alinea, punt f), ii), mag de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong toestemming verlenen voor de volgende typen verplaatsingen naar een andere lidstaat of een gebied daarvan:

      1. verplaatsingen die aan geen van de reeksen voorschriften van de eerste alinea, punt f), ii), voldoen, of

      2. verplaatsingen die voldoen aan de specifieke risicobeperkingsmaatregelen die de lidstaat van bestemming heeft bepaald wanneer deze overeenkomstig de vierde alinea kennis heeft gegeven van zijn toestemming.”;

    3. de volgende derde alinea wordt toegevoegd:

      “Voor de toepassing van de tweede alinea, punten a) en b), moeten verplaatsingen van de lidstaat van oorsprong naar de lidstaat van bestemming via een andere lidstaat (de “lidstaat van doorgang”) of een gebied daarvan voldoen aan ten minste één van de volgende reeksen voorschriften:

      1. zij worden verricht met vervoermiddelen die tijdens het vervoer tegen aanvallen van vectoren zijn beschermd en:

        • tijdens de geplande reis verlaten de dieren het vervoermiddel niet langer dan gedurende één dag, of

        • de dieren worden gelost in een tegen vectoren beschermde inrichting of tijdens de vectorvrije periode;

      2. de lidstaat van doorgang heeft toestemming verleend voor het type verplaatsing.”;

    4. de volgende vierde alinea wordt toegevoegd:

      “De bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong mag alleen toestemming verlenen voor typen verplaatsingen zoals bedoeld in de tweede alinea als de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming, of in het geval van de derde alinea, punt b), de bevoegde autoriteit van de lidstaat van doorgang, de Commissie en de andere lidstaten in kennis heeft gesteld van de toestemming voor die typen verplaatsingen, ongeacht de lidstaat van oorsprong of het gebied daarvan.”.

  2. In artikel 15 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:

    1. in de eerste alinea wordt aan punt e), ii), het volgende subpunt 3 toegevoegd:

      1. de dieren zijn tegen infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte gevaccineerd, zij bevinden zich in de immuniteitsperiode die in de specificaties van het vaccin wordt gegarandeerd en zij voldoen aan ten minste één van de volgende voorwaarden:

        • zij zijn ten minste 60 dagen vóór de datum van verplaatsing gevaccineerd;

        • zij zijn met een geïnactiveerd vaccin gevaccineerd en met negatief resultaat onderworpen aan een PCR-test die is uitgevoerd op monsters die ten minste 14 dagen na het begin van de immuniteit zoals vermeld in de specificaties van het vaccin zijn verzameld;”;

    2. de tweede alinea wordt vervangen door:

      “In afwijking van de eerste alinea, punt e), ii), mag de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong toestemming verlenen voor de volgende typen verplaatsingen naar een andere lidstaat of een gebied daarvan:

      1. verplaatsingen die aan geen van de reeksen voorschriften van de eerste alinea, punt e), ii), voldoen, of

      2. verplaatsingen die voldoen aan de specifieke risicobeperkingsmaatregelen die de lidstaat van bestemming heeft bepaald wanneer deze overeenkomstig de vierde alinea kennis heeft gegeven van zijn toestemming.”;

    3. de volgende derde alinea wordt toegevoegd:

      “Voor de toepassing van de tweede alinea, punten a) en b), moeten verplaatsingen van de lidstaat van oorsprong naar de lidstaat van bestemming via een andere lidstaat (de “lidstaat van doorgang”) of een gebied daarvan voldoen aan ten minste één van de volgende reeksen voorschriften:

      1. zij worden verricht met vervoermiddelen die tijdens het vervoer tegen aanvallen van vectoren zijn beschermd en:

        • tijdens de geplande reis verlaten de dieren het vervoermiddel niet langer dan gedurende één dag, of

        • de dieren worden gelost in een tegen vectoren beschermde inrichting of tijdens de vectorvrije periode;

      2. de lidstaat van doorgang heeft toestemming verleend voor het type verplaatsing.”;

    4. de volgende vierde alinea wordt toegevoegd:

      “De bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong mag alleen toestemming verlenen voor typen verplaatsingen zoals bedoeld in de tweede alinea als de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming, of in het geval van de derde alinea, punt b), de bevoegde autoriteit van de lidstaat van doorgang, de Commissie en de andere lidstaten in kennis heeft gesteld van de toestemming voor die typen verplaatsingen, ongeacht de lidstaat van oorsprong of het gebied daarvan.”.

  3. In artikel 23 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:

    1. in de eerste alinea wordt aan punt g), ii), het volgende subpunt 3 toegevoegd:

      1. de dieren zijn tegen infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte gevaccineerd, zij bevinden zich in de immuniteitsperiode die in de specificaties van het vaccin wordt gegarandeerd en zij voldoen aan ten minste één van de volgende voorwaarden:

        • zij zijn ten minste 60 dagen vóór de datum van verplaatsing gevaccineerd;

        • zij zijn met een geïnactiveerd vaccin gevaccineerd en met negatief resultaat onderworpen aan een PCR-test die is uitgevoerd op monsters die ten minste 14 dagen na het begin van de immuniteit zoals vermeld in de specificaties van het vaccin zijn verzameld;”;

    2. de tweede alinea wordt vervangen door:

      “In afwijking van de eerste alinea, punt g), ii), mag de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong toestemming verlenen voor de volgende typen verplaatsingen naar een andere lidstaat of een gebied daarvan:

      1. verplaatsingen die aan geen van de reeksen voorschriften van de eerste alinea, punt g), ii), voldoen, of

      2. verplaatsingen die voldoen aan de specifieke risicobeperkingsmaatregelen die de lidstaat van bestemming heeft bepaald wanneer deze overeenkomstig de vierde alinea kennis heeft gegeven van zijn toestemming.”;

    3. de volgende derde alinea wordt toegevoegd:

      “Voor de toepassing van de tweede alinea, punten a) en b), moeten verplaatsingen van de lidstaat van oorsprong naar de lidstaat van bestemming via een andere lidstaat (de “lidstaat van doorgang”) of een gebied daarvan voldoen aan ten minste één van de volgende reeksen voorschriften:

      1. zij worden verricht met vervoermiddelen die tijdens het vervoer tegen aanvallen van vectoren zijn beschermd en:

        • tijdens de geplande reis verlaten de dieren het vervoermiddel niet langer dan gedurende één dag, of

        • de dieren worden gelost in een tegen vectoren beschermde inrichting of tijdens de vectorvrije periode;

      2. de lidstaat van doorgang heeft toestemming verleend voor het type verplaatsing.”;

    4. de volgende vierde alinea wordt toegevoegd:

      “De bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong mag alleen toestemming verlenen voor typen verplaatsingen zoals bedoeld in de tweede alinea als de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming, of in het geval van de derde alinea, punt b), de bevoegde autoriteit van de lidstaat van doorgang, de Commissie en de andere lidstaten in kennis heeft gesteld van de toestemming voor die typen verplaatsingen, ongeacht de lidstaat van oorsprong of het gebied daarvan.”.

  4. In artikel 26 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:

    1. in de eerste alinea wordt aan punt g), ii), het volgende subpunt 3 toegevoegd:

      1. de dieren zijn tegen infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte gevaccineerd, zij bevinden zich in de immuniteitsperiode die in de specificaties van het vaccin wordt gegarandeerd en zij voldoen aan ten minste één van de volgende voorwaarden:

        • zij zijn ten minste 60 dagen vóór de datum van verplaatsing gevaccineerd;

        • zij zijn met een geïnactiveerd vaccin gevaccineerd en met negatief resultaat onderworpen aan een PCR-test die is uitgevoerd op monsters die ten minste 14 dagen na het begin van de immuniteit zoals vermeld in de specificaties van het vaccin zijn verzameld;”;

    2. de tweede alinea wordt vervangen door:

      “In afwijking van de eerste alinea, punt g), ii), mag de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong toestemming verlenen voor de volgende typen verplaatsingen naar een andere lidstaat of een gebied daarvan:

      1. verplaatsingen die aan geen van de reeksen voorschriften van de eerste alinea, punt g), ii), voldoen, of

      2. verplaatsingen die voldoen aan de specifieke risicobeperkingsmaatregelen die de lidstaat van bestemming heeft bepaald wanneer deze overeenkomstig de vierde alinea kennis heeft gegeven van zijn toestemming.”;

    3. de volgende derde alinea wordt toegevoegd:

      “Voor de toepassing van de tweede alinea, punten a) en b), moeten verplaatsingen van de lidstaat van oorsprong naar de lidstaat van bestemming via een andere lidstaat (de “lidstaat van doorgang”) of een gebied daarvan voldoen aan ten minste één van de volgende reeksen voorschriften:

      1. zij worden verricht met vervoermiddelen die tijdens het vervoer tegen aanvallen van vectoren zijn beschermd en:

        • tijdens de geplande reis verlaten de dieren het vervoermiddel niet langer dan gedurende één dag, of

        • de dieren worden gelost in een tegen vectoren beschermde inrichting of tijdens de vectorvrije periode;

      2. de lidstaat van doorgang heeft toestemming verleend voor het type verplaatsing.”;

    4. de volgende vierde alinea wordt toegevoegd:

      “De bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong mag alleen toestemming verlenen voor typen verplaatsingen zoals bedoeld in de tweede alinea als de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming, of in het geval van de derde alinea, punt b), de bevoegde autoriteit van de lidstaat van doorgang, de Commissie en de andere lidstaten in kennis heeft gesteld van de toestemming voor die typen verplaatsingen, ongeacht de lidstaat van oorsprong of het gebied daarvan.”.

  5. In artikel 29 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:

    1. in de eerste alinea wordt aan punt f), ii), het volgende subpunt 3 toegevoegd:

      1. de dieren zijn tegen infectie met het virus van epizoötische hemorragische ziekte gevaccineerd, zij bevinden zich in de immuniteitsperiode die in de specificaties van het vaccin wordt gegarandeerd en zij voldoen aan ten minste één van de volgende voorwaarden:

        • zij zijn ten minste 60 dagen vóór de datum van verplaatsing gevaccineerd;

        • zij zijn met een geïnactiveerd vaccin gevaccineerd en met negatief resultaat onderworpen aan een PCR-test die is uitgevoerd op monsters die ten minste 14 dagen na het begin van de immuniteit zoals vermeld in de specificaties van het vaccin zijn verzameld;”;

    2. de tweede alinea wordt vervangen door:

      “In afwijking van de eerste alinea, punt f), ii), mag de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong toestemming verlenen voor de volgende typen verplaatsingen naar een andere lidstaat of een gebied daarvan:

      1. verplaatsingen die aan geen van de reeksen voorschriften van de eerste alinea, punt f), ii), voldoen, of

      2. verplaatsingen die voldoen aan de specifieke risicobeperkingsmaatregelen die de lidstaat van bestemming heeft bepaald wanneer deze overeenkomstig de vierde alinea kennis heeft gegeven van zijn toestemming.”;

    3. de volgende derde alinea wordt toegevoegd:

      “Voor de toepassing van de tweede alinea, punten a) en b), moeten verplaatsingen van de lidstaat van oorsprong naar de lidstaat van bestemming via een andere lidstaat (de “lidstaat van doorgang”) of een gebied daarvan voldoen aan ten minste één van de volgende reeksen voorschriften:

      1. zij worden verricht met vervoermiddelen die tijdens het vervoer tegen aanvallen van vectoren zijn beschermd en:

        • tijdens de geplande reis verlaten de dieren het vervoermiddel niet langer dan gedurende één dag, of

        • de dieren worden gelost in een tegen vectoren beschermde inrichting of tijdens de vectorvrije periode;

      2. de lidstaat van doorgang heeft toestemming verleend voor het type verplaatsing.”;

    4. de volgende vierde alinea wordt toegevoegd:

      “De bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong mag alleen toestemming verlenen voor typen verplaatsingen zoals bedoeld in de tweede alinea als de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming, of in het geval van de derde alinea, punt b), de bevoegde autoriteit van de lidstaat van doorgang, de Commissie en de andere lidstaten in kennis heeft gesteld van de toestemming voor die typen verplaatsingen, ongeacht de lidstaat van oorsprong of het gebied daarvan.”.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 oktober 2024.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula von der Leyen