Uitvoeringsverordening (EU) 2022/996 wordt als volgt gewijzigd:
-
In artikel 2 wordt punt 14 vervangen door:
-
certificeringsorgaan”: een onafhankelijke geaccrediteerde conformiteitsbeoordelingsinstantie die een overeenkomst sluit met een overeenkomstig artikel 30, leden 4 tot en met 6, van Richtlijn (EU) 2018/2001 door de Europese Commissie erkend vrijwillig of nationaal systeem om certificeringsdiensten voor grondstoffen of brandstoffen te verlenen door namens de vrijwillige of nationale systemen audits van marktdeelnemers uit te voeren en certificaten af te geven door middel van het certificeringssysteem van het vrijwillige of het nationale systeem;”.
-
-
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
-
de titel wordt vervangen door:
“Vereisten voor certificeringsorganen en hun auditors”;
-
lid 1 wordt vervangen door:
.“1.Een certificeringsorgaan wordt geaccrediteerd volgens ISO-norm EN-ISO/IEC 17065.
Indien een certificeringsorgaan controleactiviteiten uitvoert, met eigen personeel of met personeel onder zijn rechtstreekse zeggenschap, voldoet het ook aan de toepasselijke vereisten van ISO-normen EN-ISO/IEC 17029 en 14065. Het certificeringsorgaan gebruikt voor controleactiviteiten alleen ander personeel van geaccrediteerde instanties die aan de toepasselijke vereisten van EN-ISO/IEC 17029 en 14065 voldoen.
De accreditatie van een certificeringsorgaan wordt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 765/2008 uitgevoerd door een nationale accreditatie-instantie en bestrijkt het specifieke toepassingsgebied van de certificering van het vrijwillige of nationale systeem binnen het toepassingsgebied van Richtlijn (EU) 2018/2001.
In het kader van de beoordeling van vrijwillige of nationale systemen overeenkomstig artikel 30, leden 4, 5 en 6, van Richtlijn (EU) 2018/2001 beoordeelt de Commissie, na raadpleging van de Europese samenwerking voor accreditatie, ook of de methoden, regels en protocollen van de vrijwillige of nationale systemen geschikt zijn voor accreditatie in de zin van dit artikel. De conclusie van de beoordeling van de geschiktheid van de vrijwillige en nationale systemen voor accreditatie wordt opgenomen in de technische beoordelingsverslagen, die door de Commissie worden opgesteld en aan de lidstaten worden voorgelegd in het kader van de procedure voor de erkenning van vrijwillige en nationale systemen overeenkomstig artikel 30, leden 4 en 6, van Richtlijn (EU) 2018/2001.
De methoden, regels en protocollen van de vrijwillige en nationale systemen die vóór of op 24 februari 2025 de datum van inwerkingtreding van deze verordening door de Commissie zijn erkend, worden, na raadpleging van de Europese samenwerking voor accreditatie, uiterlijk 31 december 2025 door de Commissie beoordeeld om te waarborgen dat zij voor accreditatie geschikt zijn overeenkomstig dit lid.”
-
-
In artikel 28 wordt de derde alinea vervangen door:
“Artikel 11, lid 1, is van toepassing met ingang van 1 januari 2027.”.