Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2025/422 van de Commissie van 17 december 2024 tot aanvulling van Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot bepaling van de inhoud, methodieken en presentatie van informatie ten aanzien van duurzaamheidsindicatoren wat betreft negatieve klimaateffecten en andere negatieve milieueffecten

Gedelegeerde Verordening (EU) 2025/422 van de Commissie van 17 december 2024 tot aanvulling van Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot bepaling van de inhoud, methodieken en presentatie van informatie ten aanzien van duurzaamheidsindicatoren wat betreft negatieve klimaateffecten en andere negatieve milieueffecten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten, en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937(1), en met name artikel 6, lid 12, vierde alinea, artikel 19, lid 11, vierde alinea, artikel 51, lid 15, vierde alinea, en artikel 66, lid 6, vierde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Transacties met cryptoactiva, met inbegrip van de uitgifte ervan, worden gevalideerd en vastgelegd via consensusmechanismen, zijnde de regels en procedures om tot overeenstemming te komen over de validatie van een transactie tussen distributed ledger-technologie network nodes (DLT-networkknooppunten), die ook verantwoordelijk zijn voor het bijhouden van gegevens over alle transacties in een distributed ledger. Het bereiken van consensus, hetgeen het gebruik van materialen en rekenkracht vergt, heeft effecten op het klimaat en het milieu, die tussen DLT’s kunnen verschillen, afhankelijk van hun specifieke kenmerken.

  2. Daarom is het voor de besluitvorming van wie in cryptoactiva belegt, van cruciaal belang dat de negatieve klimaat- en andere milieueffecten van het gebruik van consensusmechanismen voor de uitgifte van cryptoactiva adequaat in kaart worden gebracht en openbaar gemaakt.

  3. Het is van belang dat beleggers accurate, eerlijke, duidelijke, niet-misleidende, eenvoudige, beknopte en vergelijkbare informatie ontvangen over de klimaat- en milieu-impact van de technologie die ten grondslag ligt aan de uitgifte van cryptoactiva. Tegelijkertijd is het, gelet op het decentrale karakter van de betrokken technologie, misschien moeilijk om op dit punt accurate en betrouwbare informatie te verkrijgen en te publiceren. Daarom moet een lijst van indicatoren worden opgesteld die rekening houdt met die beperkingen, waarmee beleggers begrijpbare en vergelijkbare informatie krijgen over de negatieve effecten van consensusmechanismen, en die gebaseerd is op toegankelijke en betrouwbare data, met inbegrip van, waar nodig en goed onderbouwd, schattingen.

  4. De in artikel 6, lid 1, eerste alinea, punt j), artikel 19, lid 1, eerste alinea, punt h), artikel 51, lid 1, punt g), en artikel 66, lid 5, van Verordening (EU) 2023/1114 bedoelde informatie die moet worden opgenomen in cryptoactivawitboeken en op de websites van aanbieders van cryptoactivadiensten betreft klimaat- en andere milieueffecten van consensusmechanismen en is dus onderling nauw verbonden. Om consistentie, coherentie en vergelijkbaarheid van die informatie te verzekeren, is het passend om deze te beregelen in één verordening.

  5. Om consistentie te garanderen tussen de informatie die te vinden is in cryptoactivawitboeken die worden uitgegeven via hetzelfde consensusmechanisme, en om evenredigheid te verzekeren bij het naleven van deze verordening, moet het mogelijk zijn om, zonder afbreuk te doen aan de respectieve wettelijke verplichtingen van entiteiten, informatie over het consensusmechanisme te hergebruiken die relevant is voor een cryptoactivum waarvoor een cryptoactivawitboek wordt opgesteld, wanneer die informatie reeds is bekendgemaakt in het kader van een ander cryptoactivawitboek.

  6. Gezien het feit dat alle informatie publicerende entiteiten verantwoordelijk blijven voor de informatie die zij publiceren, ook wanneer zij informatie halen uit bestaande cryptoactivawitboeken, moet informatie in de witboeken en op de website van aanbieders van cryptoactivadiensten beschikbaar gestelde informatie op gezette tijdstippen worden herzien en dienovereenkomstig worden geactualiseerd. Gezien het feit dat informatie publicerende entiteiten eventueel op derden een beroep doen om te publiceren informatie te verkrijgen of te verifiëren, moet melding worden gemaakt van het feit dat daarvoor op dergelijke onafhankelijke derden een beroep wordt gedaan en moet de betrokken onafhankelijke derde worden vermeld.

  7. Om beleggers te helpen bij het vergelijken van de negatieve effecten van de consensusmechanismen waarmee verschillende cryptoactiva worden uitgegeven, moet het publiek aan de hand van de informatie op websites van aanbieders van cryptoactivadiensten de negatieve klimaateffecten en andere negatieve milieueffecten van de consensusmechanismen en de prikkelstructuur ervan kunnen vergelijken voor alle cryptoactiva waarvoor de aanbieder van cryptoactivadiensten cryptoactivadiensten aanbiedt.

  8. Om te beoordelen wat de klimaat- en andere milieueffecten zijn van het consensusmechanisme dat voor elk cryptoactivum wordt gebruikt, is het passend om rekening te houden met zowel de validatie van elke transactie in het betrokken cryptoactivum, rekening houdende met de DLT-network nodes die actief bij de validatie betrokken zijn, als de instandhouding van de integriteit van een DLT door alle DLT-network nodes.

  9. Sleutelindicatoren moeten worden gebruikt om gemakkelijk inzicht te krijgen in de klimaat- en andere milieueffecten van de consensusmechanismen. Om het gebruik te stimuleren van meer klimaat- en milieuvriendelijke consensusmechanismen en om praktijken van greenwashing te voorkomen, is het van cruciaal belang om in de mate van het mogelijke een beroep te doen op kwantitatieve maatstaven. Kwantitatieve maatstaven moeten het bruto-energieverbruik en de bruto-emissies aangeven, zonder eventuele compenserende mechanismen weer te geven.

  10. Het jaarlijkse energieverbruik moet worden gehanteerd als de verplichte sleutelindicator omdat deze geldt als de factor die beleggers het beste bewust maakt van de impact van consensusmechanismen. Gezien de sleutelrol van elektriciteit voor het opereren van DLT-netwerken, moet het elektriciteitsverbruik als een geschikte proxy voor het energieverbruik worden beschouwd.

  11. Om een evenredige benadering ten aanzien van duurzaamheidsinformatie te verzekeren, is het passend om aanvullende informatie te eisen voor consensusmechanismen met aanzienlijkere negatieve klimaat- en andere milieueffecten, en met name wanneer deze een bepaald niveau van energieverbruik overschrijden. Daarom moeten aanvullende sleutelindicatoren voor energie en broeikasgasemissies (“BKG-emissies”) worden gebruikt voor cryptoactiva die worden uitgegeven via consensusmechanismen met een hoger niveau van jaarlijks energieverbruik, zodat beleggers een beter inzicht krijgen in de negatieve effecten van dergelijke consensusmechanismen.

  12. Naast verplichte en aanvullende sleutelindicatoren, moet het mogelijk zijn om, in een apart onderdeel van de witboeken of de websites van aanbieders van cryptoactivadiensten, vrijwillig informatie op te nemen over klimaat- en andere milieu-indicatoren die misschien complexer te beoordelen zijn of waarvoor misschien moeilijker relevante data te vinden zijn, bijvoorbeeld wat betreft afvalproductie en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen, zoals water.

  13. Om greenwashing te voorkomen en de vergelijkbaarheid te garanderen van informatie die in de cryptoactivawitboeken en op de websites van aanbieders van cryptoactivadiensten moet worden opgenomen, moeten voor informatie over optionele indicatoren dezelfde geharmoniseerde regels gelden inzake de presentatie van informatie en de methodieken als voor de informatie over verplichte en aanvullende indicatoren. Dit geldt bijvoorbeeld voor indirecte BKG-emissies, zoals upstreamemissies die verband houden met de uitrusting aangekocht door de DLT-network nodes, of downstreamemissies in verband met afvalbeheer.

  14. Om coherentie van gepubliceerde informatie te bevorderen nu er in dit stadium geen consensus is over een specifiek samenstel van betrouwbare methodieken om de geïdentificeerde indicatoren te berekenen, moeten geharmoniseerde beginselen niettemin gelden om de vergelijkbaarheid van gepubliceerde informatie te verzekeren, methodologische bias te vermijden en te verzekeren dat de gebruikte methodieken coherent zijn met de methodieken bedoeld in het kader van de toepassing van Richtlijn (EU) 2022/2464 van het Europees Parlement en de Raad(2). Dit betekent dat informatie over energieverbruik en BKG-emissies moet worden afgestemd op de berekeningsinstructies in Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2772 van de Commissie(3), terwijl de methodiek voor het berekenen van elke kwantitatieve maatstaf en eventuele afwijkingen van die berekeningsinstructies moeten worden vermeld.

  15. Wanneer voor indicatoren binnen een redelijk tijdsbestek geen informatie beschikbaar is, moeten schattingen worden gepubliceerd samen met redelijke aannames die voor het berekenen van die schattingen zijn gebruikt, en nadere gegevens over de inspanningen die zijn geleverd om de informatie te verkrijgen. Daarom moeten, wanneer de locatie van nodes niet kan worden geïdentificeerd wanneer die nodig is voor het publiceren van bepaalde informatie, waar nodig en passend lokale, regionale of mondiale data worden gebruikt. Deze data moeten worden gepubliceerd samen met nadere gegevens over de inspanningen geleverd om de informatie te verkrijgen.

  16. Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (“ESMA”), in samenwerking met de Europese Bankautoriteit, bij de Commissie heeft ingediend.

  17. De ESMA heeft open publieke consultaties gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de potentiële kosten en baten ervan geanalyseerd en heeft het advies ingewonnen van de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad(4) opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  1. “prikkelstructuur”: de reeks prikkels en sancties die als onderdeel van een consensusmechanisme zijn vastgesteld om distributed ledger-technologie (“DLT”) network nodes economisch te prikkelen tot samenwerking bij het toepassen van de regels en procedures van het consensusmechanisme ten behoeve van het valideren van transacties met cryptoactiva;

  2. “broeikasgasemissies” of “BKG-emissies”: emissies van de in deel 2 van bijlage V bij Verordening(EU) 2018/1999 van het van het Europees Parlement en de Raad(5) opgesomde gassen, uitgedrukt in ton CO2-equivalent (CO2-eq);

  3. “klimaat- en andere milieu-indicatoren”: de indicatoren vermeld in de afdeling “Verplichte sleutelindicator voor energieverbruik” van tabel 2 van de bijlage, in de afdeling “Aanvullende sleutelindicatoren voor energie en BKG-emissies” van tabel 3 van de bijlage en in de afdeling “Optionele indicatoren” van tabel 4 van de bijlage;

  4. “scope 1 DLT-BKG-emissies”: BKG-emissies afkomstig van bronnen die worden gecontroleerd door de distributed ledger-technologie (DLT) network nodes die het consensusmechanisme gebruiken;

  5. “scope 2 DLT-BKG-emissies”: BKG-emissies afkomstig van het verbruik van ingekochte elektriciteit, stoom of andere energiebronnen, gegenereerd upstream van de DLT-network nodes die het consensusmechanisme gebruiken;

  6. “scope 3 DLT-BKG-emissies: alle indirecte, upstream- en downstream-BKG-emissies die niet onder de punten d) en e) vallen en die plaatsvinden in de waardeketen van de DLT-network nodes die het consensusmechanisme gebruiken;

  7. “energie uit hernieuwbare bronnen” of “hernieuwbare energie”: energie uit hernieuwbare bronnen of hernieuwbare energie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1), van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad(6);

  8. “afval”: afval zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 23), van Richtlijn (EU) 2018/2001;

  9. “afgedankte elektrische en elektronische apparatuur” of “AEEA”: afgedankte elektrische of elektronische apparatuur zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt e), van Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad(7);

  10. “niet-gerecycled afval”: afval dat niet is gerecycled in de zin van “recycling” in artikel 3, punt 17), van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad(8);

  11. “gevaarlijke afvalstoffen”: gevaarlijke afvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 2, van Richtlijn 2008/98/EG;

  12. “natuurlijke hulpbronnen”: natuurlijke hulpbronnen zoals gedefinieerd in tabel 2 van bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2772.

Artikel 2 Presentatie van informatie in het cryptoactivawitboek

1.

Informatie in cryptoactivawitboeken, als bedoeld in artikel 6, lid 1, eerste alinea, punt j), artikel 19, lid 1, eerste alinea, punt h), of artikel 51, lid 1, eerste alinea, punt g), van Verordening (EU) 2023/1114, wordt op gezette tijdstippen herzien en geactualiseerd.

2.

Wanneer de in lid 1 bedoelde informatie te vinden is in andere cryptoactivawitboeken voor cryptoactiva die via hetzelfde consensusmechanisme worden uitgegeven, mag deze informatie uit die andere cryptoactivawitboeken worden verkregen.

Artikel 3 Algemene beginselen voor de presentatie van informatie door aanbieders van cryptoactivadiensten

1.

De volgende vereisten zijn van toepassing op informatie die aanbieders van cryptoactivadiensten overeenkomstig artikel 66, lid 5, van Verordening (EU) 2023/1114 publiek beschikbaar stellen op hun website:

  1. de informatie wordt kosteloos ter beschikking gesteld;

  2. zij heeft de vorm van een downloadbaar bestand en wordt zo gepresenteerd dat zij gemakkelijk te lezen is, met karakters in leesbare grootte, in een stijl die begrijpelijk is en die helpt de informatie te vergelijken voor elk van de cryptoactiva waarvoor de aanbieder van cryptoactivadiensten diensten aanbiedt.

2.

Aanbieders van cryptoactivadiensten herzien en actualiseren de in lid 1 bedoelde informatie op gezette tijdstippen, en ten minste jaarlijks. In het geval van materiële wijzigingen wordt de informatie zonder onnodige vertraging geactualiseerd en wordt ook duidelijk aangegeven welke wijzigingen zijn gebeurd. De datum van publicatie van de informatie en de datum van de laatste herziening of actualisering wordt duidelijk vermeld op de website van de aanbieders van cryptoactivadiensten.

3.

De in lid 1 bedoelde informatie wordt beschikbaar gesteld in ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van herkomst van de aanbieder van cryptoactivadiensten of in een taal die gangbaar is in de internationale financiële wereld.

Wanneer de aanbieder van cryptoactivadiensten cryptoactivadiensten voor een specifiek cryptoactivum aanbiedt in een andere lidstaat dan zijn lidstaat van herkomst, wordt de in lid 1 bedoelde informatie voor dat cryptoactivum ook beschikbaar gesteld in een officiële taal van die lidstaat van ontvangst of in een taal die gangbaar is in de internationale financiële wereld.

Artikel 4 In de cryptoactivawitboeken op te nemen informatie

1.

Personen die de in de artikelen 6, 19 of 51 van Verordening (EU) 2023/1114 bedoelde cryptoactivawitboeken opstellen, verstrekken in die witboeken de in artikel 6, lid 1, eerste alinea, punt j), artikel 19, lid 1, eerste alinea, punt h), en artikel 51, lid 1, eerste alinea, punt g), van Verordening (EU) 2023/1114 bedoelde informatie, zoals beschreven in tabel 2 van de bijlage, in het daarin bepaalde formaat.

2.

De in lid 1 bedoelde personen verstrekken in het witboek ook de in tabel 3 van de bijlage vermelde informatie, in het daarin bepaalde formaat, wanneer het jaarlijkse energieverbruik zoals gerapporteerd in tabel 2, veld S.8, van die bijlage meer dan 500 000 kWh bedraagt.

Wanneer de in de eerste alinea bepaalde voorwaarde niet vervuld is, mogen de in lid 1 bedoelde personen in het witboek informatie opnemen over een of meer van de aanvullende indicatoren van tabel 3 van de bijlage, in het formaat van de daar vastgestelde templates. Wanneer dat soort informatie wordt opgenomen, moet ook de in die tabel bedoelde desbetreffende informatie over bronnen en methodieken worden verstrekt.

3.

De in lid 1 bedoelde personen mogen in het witboek informatie opnemen over een of meer van de indicatoren uit tabel 4 van de bijlage, in het daar vastgestelde formaat. Wanneer dat soort informatie wordt opgenomen, moet ook de in die tabel bedoelde desbetreffende informatie over bronnen en methodieken worden verstrekt.

Artikel 5 Op de websites van aanbieders van cryptoactivadiensten op te nemen informatie

Artikel 6 Regels inzake informatieverschaffing

Artikel 7 Inwerkingtreding

BIJLAGETemplate voor het presenteren van de informatie over de belangrijkste negatieve klimaat- en andere milieueffecten in het cryptoactivawitboek en op de website van een aanbieder van cryptoactivadiensten