Deze verordening is van toepassing op de volgende centrale systemen, die in het kader van de volgende in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/2879 genoemde projecten zijn ontwikkeld of geüpgraded:
-
het systeem Douanebeschikkingen (CDS), dat is ontwikkeld in het kader van het project Douanebeschikkingen van het douanewetboek van de Unie (“het wetboek” of “DWU”);
-
het systeem voor uniform gebruikersbeheer en digitale handtekeningen (UUM&DS), dat is ontwikkeld in het kader van het project Directe Toegang voor ondernemers tot de Europese informatiesystemen (uniform gebruikersbeheer & digitale handtekening);
-
het Europese systeem betreffende bindende tariefinlichtingen (EBTI), dat is geüpgraded in het kader van het DWU-project Bindende Tariefinlichtingen (BTI);
-
het systeem voor de registratie en identificatie van marktdeelnemers (EORI), dat is geüpgraded in het kader van het DWU-project Systeem voor de registratie en identificatie van marktdeelnemers (EORI 2);
-
het systeem voor geautoriseerde marktdeelnemers (AEO), dat is geüpgraded overeenkomstig de vereisten van het wetboek in het kader van het AEO-upgradeproject;
-
het invoercontrolesysteem 2 (ICS2), dat is ontwikkeld in het kader van het ICS2-project;
-
het systeem Inlichtingenbladen (INF) voor bijzondere regelingen (INF SP), dat is ontwikkeld in het kader van het DWU-project Inlichtingenbladen (INF) voor bijzondere regelingen;
-
het systeem van geregistreerde exporteurs (REX), dat is ontwikkeld in het kader van het DWU-project REX;
-
het systeem Bewijs van Uniestatus (PoUS), dat is ontwikkeld in het kader van het DWU-project PoUS;
-
het Surveillance-systeem, dat is ontwikkeld in het kader van het DWU-project Surveillance 3.