Besluit van 11 maart 1965 van de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen houdende wijziging van het besluit van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen
Besluit van 11 maart 1965 van de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen houdende wijziging van het besluit van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen
Besluit van 11 maart 1965 van de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen houdende wijziging van het besluit van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen
Publicatieblad Nr. 046 van 22/03/1965 blz. 0698 - 0699
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 5 Deel 1 blz. 0031
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 5 Deel 1 blz. 0031
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1965-1966 blz. 0036
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1965-1966 blz. 0041
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 05 Deel 1 blz. 0020
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 05 Deel 1 blz. 0041
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 05 Deel 1 blz. 0041
++++
BESLUIT
van 11 maart 1965
van de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten , in het kader van de Bijzondere Raad van Ministers bijeen
houdende wijziging van het besluit van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen
DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LID-STATEN , IN HET KADER VAN DE BIJZONDERE RAAD VAN MINISTERS BIJEEN ,
Gelet op het besluit van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het regelement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen ,
Gelet op het voorstel van de Hoge Autoriteit van 7 januari 1964 ,
Overwegende dat dit besluit geen inbreuk maakt op de bepalingen van artikel 118 van het Verdrag tot oprichting van de E.E.G . ,
BESLUITEN :
Artikel 1
Het mandaat van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen , vastgesteld bij besluit van 9 juli 1957 , wordt vervangen door de bepalingen in de bijlage van dit besluit .
Artikel 2
Het bepaalde in artikel 17 van het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen , gehecht aan het besluit van 9 juli 1957 , wordt vervangen door het onderstaande :
" Indien het Permanent Orgaan of het Klein Comité inlichtingen op de verschillende onder zijn bevoegdheid vallende gebieden wenst te ontvangen , dienen zij hun desbetreffende aanvragen aan de regeringen der Lid-Staten te richten " .
Dit besluit is tijdens de op 11 maart 1965 gehouden 100e Raadszitting aangenomen .
Voor de Raad
De Voorzitter
M . MAURICE-BOKANOWSKI
BIJLAGE
Mandaat van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen
1 . Het Permanent Orgaan volgt de ontwikkeling van de veiligheid en van het voorkomen van de risico's van de arbeidsatmosfeer die een bedreiging vormen voor de gezondheid in de steenkolenmijnen , met inbegrip van de ontwikkeling van de met het oog daarop door de overheidsinstanties uitgevaardigde regelingen , en het wint de nodige inlichtingen in over de gemaakte vorderingen en de verkregen praktische resultaten op dit gebied .
Voor het verkrijgen van de nodige inlichtingen richt het Permanent Orgaan zich tot de betrokken regeringen .
Het Permanent Orgaan gebruikt de inlichtingen waarover het beschikt en legt de regeringen voorstellen voor met het oog op de verbetering van de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen .
2 . Het Permanent Orgaan helpt de Hoge Autoriteit bij het zoeken naar een methode voor de opstelling van vergelijkbare statistieken op het gebied van ongevallen en bedreiging van de gezondheid voortvloeiende uit de arbeid in de steenkolenmijnen .
3 . Het Permanent Orgaan waakt voor een snelle toezending aan de betrokken kringen ( met name de bevoegde administraties , organisaties van werkgevers en van werknemers ) , van de door hem bijeengebrachte desbetreffende inlichtingen .
4 . Het Permanent Orgaan informeert door middel van regelmatige contacten met de regeringen naar de getroffen maatregelen ten einde gevolg te geven aan de voorstellen van de Conferentie over de veiligheid in de steenkolenmijnen , alsmede aan die welke het Orgaan zelf geformuleerd heeft .
5 . Het Permanent Orgaan stelt studies en onderzoeken voor die hem het geschiktst voorkomen met het oog op de verbetering van de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen en omschrijft de beste manier om deze tot een goed einde te brengen .
6 . Het Permanent Orgaan vergemakkelijkt de uitwisseling van inlichtingen en ervaringen tussen de personen die belast zijn met de veiligheid en de handhaving van de gezondheidsvoorwaarden in de arbeid en stelt de daartoe passende maatregelen voor ( bij voorbeeld organisatie van studiedagen , oprichting van documentatiediensten ) .
7 . Het Permanent Orgaan stelt de nodige maatregelen voor met het oog op de totstandbrenging van de noodzakelijke betrekkingen tussen de reddingsdiensten van de landen der Gemeenschap .
8 . Het Permanent Orgaan legt jaarlijks aan de regeringen , in het kader van de Raad bijeen , en aan de Hoge Autoriteit een verslag voor over zijn werkzaamheden en over de ontwikkeling van de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen der verschillende Lid-Staten . Bij die gelegenheid gaat het Permanent Orgaan met name over tot een studie van de op die gebieden opgestelde statistieken .
INSTEMMING No . 2-65
betuigd door de Raad , ingevolge artikel 54 , 2e alinea , van het Verdrag , met het oog op de toekenning aan de Wuppertaler Stadtwerke AG van een lening van 10 miljoen DM als steun in de financiering van de uitbreiding van de centrale van Wuppertal-Barmen
Bij brief d.d . 5 februari 1965 heeft de Hoge Autoriteit ingevolge artikel 54 , 2e alinea , van het Verdrag , de Raad gevraagd om zijn instemming welke nodig is om haar in staat te stellen aan de Wuppertaler Stadtwerke AG een lening van een tegenwaarde van 10 miljoen DM toe te kennen als steun in de financiering van de uitbreiding van de centrale van Wuppertal-Barmen .
De Raad heeft op 11 maart 1965 tijdens zijn 100e zitting de door de Hoge Autoriteit gevraagde instemming betuigd .
Voor de Raad
De Voorzitter
M . MAURICE-BOKANOWSKI