Home

Resolutie van de Raad en de ministers van Volksgezondheid van de Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen, van 13 november 1992 inzake monitoring van en toezicht op besmettelijke ziekten

Resolutie van de Raad en de ministers van Volksgezondheid van de Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen, van 13 november 1992 inzake monitoring van en toezicht op besmettelijke ziekten

Resolutie van de Raad en de ministers van Volksgezondheid van de Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen, van 13 november 1992 inzake monitoring van en toezicht op besmettelijke ziekten

Publicatieblad Nr. C 326 van 11/12/1992 blz. 0001 - 0002


RESOLUTIE VAN DE RAAD EN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID VAN DE LID-STATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN, van 13 november 1992 inzake monitoring van en toezicht op besmettelijke ziekten (92/C 326/01)

DE RAAD EN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID VAN DE LID-STATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

GELET OP het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

GEZIEN de maatregelen die door de Gemeenschap in dit verband reeds zijn getroffen, bij voorbeeld betreffende de kwaliteit van het water,

GEZIEN de huidige door de Gemeenschap en de Wereldgezondheidsorganisatie georganiseerde of gefinancierde activiteiten ter bevordering van de uitwisseling van gegevens en contacten tussen instellingen voor gezondheidszorg in de Lid-Staten,

NOTA NEMEND VAN de verklaring van de Europese Raad van oktober 1992 te Birmingham,

OVERWEGENDE dat besmettelijke ziekten ernstige economische en sociale gevolgen hebben zowel voor individuen als voor de Lid-Staten;

OVERWEGENDE dat de mobiliteit van personen en de handel in voedsel, die met name voortvloeien uit de ontwikkeling van de interne markt, het nog belangrijker maken om over beter vergelijkbare en beter controleerbare gegevens te beschikken en om door de Lid-Staten verzamelde gegevens snel uit te wisselen ten einde toezicht te kunnen houden op het uitbreken van besmettelijke ziekten;

OVERWEGENDE dat door een betere voorlichting sneller kan worden ingegrepen om het aantal ziektegevallen en derhalve de behoefte aan middelen voor het beheersen van de epidemie te beperken, en dat in deze context bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de systemen voor vroegtijdige waarschuwing;

HERINNEREND AAN hun besluiten tot instelling van een samenwerkingsprogramma voor de preventie en monitoring van AIDS en hun aanbeveling betreffende samenwerking tussen toxicologiecentra in de Gemeenschap;

ERKENNEND dat de uitwisselingen tussen de instellingen voor gezondheidszorg in de Lid-Staten, die in het kader van het communautaire actieprogramma ter bestrijding van niet-besmettelijke vormen van kanker hebben plaatsgevonden, waardevol zijn:

ERKENNEND dat de regelingen voor, en het instellen van, systemen in de Lid-Staten voor het opsporen, controleren en de monitoring van besmettingshaarden onder de verantwoordelijkheid van de Lid-Staten vallen;

ERKENNEND dat nieuwe regelingen ter verbetering van de samenwerking tussen de Lid-Staten optimaal gebruik moeten maken van de beschikbare middelen, overlappingen met bestaande regelingen moeten vermijden en alleen betrekking moeten hebben op die aspecten van besmettelijke ziekten waarvoor samenwerking de meeste voordelen oplevert, met name wat betreft de door de Gemeenschap ondernomen acties;

ERKENNEND dat regelingen voor meer samenwerking op het gebied van besmettelijke ziekten tussen de Lid-Staten met steun van de Commissie een nuttig model voor samenwerking in andere sectoren van de gezondheidszorg kunnen vormen, ten einde ernstige en veel voorkomende ziekten te bestrijden,

VERZOEKEN de Commissie:

1. zich, met name in verband met de ontwikkeling van de interne markt en de grotere mobiliteit van personen tussen de Lid-Staten, te bezinnen op de bestaande regelingen voor samenwerking tussen de Lid-Staten op het gebied van de monitoring van en het toezicht op besmettelijke ziekten, met inbegrip van door voedsel overgedragen ziekten, alsmede op de regelingen in het kader van de Wereldgezondheidsorganisatie;

2. in het licht van deze werkzaamheden, vóór 31 december 1993 een beknopt verslag aan de Raad voor te leggen, waarin de volgende punten aan de orde komen:

- de wenselijkheid om de densiteit en de doeltreffendheid binnen de Gemeenschap van bestaande netwerken tussen de Lid-Staten (onder andere op informaticagebied) te verbeteren en om tussen hen een cooerdinatie te handhaven, in te stellen of te versterken ten einde toezicht te houden op haarden van besmettelijke ziekten wanneer die cooerdinatie extra voordelen oplevert ten opzichte van de bestaande maatregelen;

- de eventuele noodzaak om, ten behoeve van Lid-Staten, richtsnoeren vast te stellen voor de wijze waarop door hen verzamelde gegevens bruikbaarder kunnen worden, tijdiger beschikbaar kunnen zijn, gemakkelijker vergelijkbaar kunnen worden en onderling beter kunnen aansluiten;

- het nut van het verzamelen van gegevens uit de Lid-Staten omtrent een beperkt aantal zeldzame, ernstige ziekten die, om epidemiologisch goed te kunnen worden bestudeerd, brede steekproeven vereisen;

- de noodzaak van een beter gebruik van de relevante resultaten van onderzoekprogramma's en van een betere integratie van door de Gemeen schap en de Lid-Staten uitgevoerde proefprojecten betreffende besmettelijke ziekten;

- de middelen, eventuele, uit de specifieke situatie van de Lid-Staten voortvloeiende extra kosten inbegrepen, die nodig zijn om eventuele voorstellen uit te voeren, de te verwachten voordelen en het gebruik van proefprojecten voordat voorstellen ten uitvoer worden gelegd;

- zo nodig, de voorstellen die voorrang moeten krijgen, onder andere in het licht van de geraamde kosten en baten van voorstellen;

- het nut en de frequentie van geregelde toetsingen van dit type in de toekomst;

3. overleg te plegen met deskundigen - afkomstig uit en voorgedragen door de Lid-Staten - die ervaring hebben met het beheer van bestaande intergouvernementele netwerken inzake besmettelijke ziekten, en die haar kunnen assisteren bij het opstellen van haar verslag.