Home

Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 24 mei 2005, over de balans van de in het kader van de Europese samenwerking in jeugdzaken uitgevoerde acties

Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 24 mei 2005, over de balans van de in het kader van de Europese samenwerking in jeugdzaken uitgevoerde acties

10.6.2005

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 141/1


Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 24 mei 2005, over de balans van de in het kader van de Europese samenwerking in jeugdzaken uitgevoerde acties

(2005/C 141/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

Overwegende hetgeen volgt:

1.

In het op 21 november 2001 ingediende witboek van de Europese Commissie, getiteld „Een nieuw elan voor Europa's jeugd”(1) werd een nieuw kader aangereikt voor de Europese samenwerking in jeugdzaken.

2.

De Raad heeft in zijn conclusies van 14 februari 2002(2) het witboek aangemerkt als de basis voor het opzetten van een samenwerkingskader voor jeugdzaken.

3.

In zijn resolutie van 27 juni 2002(3) heeft de Raad

a)

de open coördinatiemethode gekozen als nieuw samenwerkingskader voor jeugdzaken, en vier thematische prioriteiten goedgekeurd: participatie, informatie, vrijwilligersactiviteiten door jongeren, en beter begrip en meer kennis van jongeren;

b)

de Commissie verzocht om, in samenwerking met de lidstaten, uiterlijk aan het einde van de eerste fase van uitvoering van de vier thematische prioriteiten, een evaluatieverslag over het samenwerkingskader op te stellen met een evaluatie van de open coördinatiemethode en, in voorkomend geval, voorstellen voor wijzigingen van deze methode.

4.

In zijn resolutie van 25 november 2003(4) heeft de Raad gememoreerd dat de uitvoering flexibel, geleidelijk en op jongeren afgestemd dient te geschieden, en dat daarbij de bevoegdheden van de lidstaten en het subsidiariteitsbeginsel in acht dienen te worden genomen.

5.

De Commissie heeft op 15 november 2004 een mededeling aan de Raad voorgelegd over de balans van de in het kader van de Europese samenwerking in jeugdzaken uitgevoerde acties(5).

6.

Op 21 februari 2005 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan een bijdrage voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad op basis van een mededeling van de Commissie („Samenwerken aan groei en werkgelegenheid. Een nieuwe impuls voor de strategie van Lissabon”) over de tussentijdse evaluatie van de strategie van Lissabon waarin verklaard wordt dat „we nog steeds een maatschappelijke visie moeten ontwikkelen waarin de vergrijzing en jeugd geïntegreerd zijn”.

7.

De Europese Raad heeft in de voorjaarsbijeenkomst van 22 en 23 maart 2005 een Europees pact voor de jeugd aangenomen, als een van de instrumenten voor de verwezenlijking van de doelstellingen van Lissabon.

BEKLEMTONEN dat trends onder jongeren constant veranderen zodat de prioriteiten van het jeugdbeleid regelmatig moeten worden aangepast.

NEMEN MET VOLDOENING NOTA van de balans die de Commissie opmaakt in haar mededeling, getiteld „Follow-up van het Witboek” Een nieuw elan voor Europa's jeugd: „balans van de in het kader van de Europese samenwerking in jeugdzaken uitgevoerde acties”, waaruit blijkt dat de politieke samenwerking het volgende heeft opgeleverd:

jongeren en jongerenorganisaties worden vaker geraadpleegd, en nemen vaker deel aan politieke debatten op alle niveaus,

er ontwikkelt zich een stelselmatige, gestructureerde dialoog tussen jongeren en jongerenorganisaties, overheidsdiensten en beleidsmakers,

jongeren en jongerenorganisaties zijn rechtstreeks betrokken bij de debatten over de Europese grondwet,

ten behoeve van jongeren ondernomen acties worden meer voor het voetlicht gebracht,

er worden voorbeelden van goede praktijken uitgewisseld,

het Europees jongerenportaal is gelanceerd.

DELEN DE VISIE van de Commissie die er, in haar mededeling van 27 oktober 2004, op wijst dat de volgende punten bijzondere aandacht behoeven:

prioriteiten in het kader van de Europese samenwerking in jeugdzaken,

de doeltreffendheid van de open coördinatiemethode in jeugdzaken,

de herevaluatie van het evenwicht tussen flexibiliteit en doeltreffendheid van de open coördinatiemethode in jeugdzaken,

de raadpleging van jongeren en jongerenorganisaties, die permanent en gestructureerd dient te zijn, zowel op nationaal als op Europees niveau,

een beter inzicht in de situatie van jongeren teneinde in ander beleid rekening te houden met het aspect jeugd en dat beleid te beïnvloeden,

mobilisatie van alle actoren (beleidsmakers, jongerenorganisaties) op alle niveaus (plaatselijk, nationaal en Europees) om een reëel effect te bewerkstelligen.

KOMEN OVEREEN

verder uitwerking te geven aan de wijze waarop de open coördinatiemethode wordt toegepast, zodra voor een bepaalde prioriteit de gemeenschappelijke doelstellingen zijn bepaald; dit zou kunnen geschieden door:

de nationale situatie aan die doelstellingen te toetsen, volgens een door elke lidstaat te bepalen methode,

prioritaire actiegebieden te bepalen,

de vooruitgang ten opzichte van het uitgangspunt te beoordelen,

jongeren in de verschillende fasen van de procedure op adequate wijze te raadplegen,

te zorgen voor samenhang tussen de open coördinatiemethode en het Europees pact voor de jeugd.

VERZOEKEN DE COMMISSIE,

met inachtneming van de bovenvermelde overeengekomen beginselen, procedures voor te stellen met het oog op toekomstige uitvoering door de lidstaten, indachtig de conclusies van de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad, de nationale verslagen over de gemeenschappelijke doelstellingen inzake participatie en informatie, en rekening houdend met de standpunten van de jongeren en jongerenorganisaties.