Home

Gemeenschappelijk standpunt (EG) nr. 45/94 van 13 december 1994, vastgesteld door de Raad, volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1576/89 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken en van Verordening (EEG) nr. 1601/91 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwprodukten, naar aanleiding van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde

Gemeenschappelijk standpunt (EG) nr. 45/94 van 13 december 1994, vastgesteld door de Raad, volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1576/89 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken en van Verordening (EEG) nr. 1601/91 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwprodukten, naar aanleiding van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde

Gemeenschappelijk standpunt (EG) nr. 45/94 van 13 december 1994, vastgesteld door de Raad, volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1576/89 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken en van Verordening (EEG) nr. 1601/91 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwprodukten, naar aanleiding van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde

Publicatieblad Nr. C 369 van 24/12/1994 blz. 0001


Gemeenschappelijk standpunt (EG) nr. 45/94 van 13 december 1994, vastgesteld door de Raad, volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1576/89 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken en van Verordening (EEG) nr. 1601/91 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwprodukten, naar aanleiding van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde (94/C 369/01)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 43 en 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (1),

Volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag (2),

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 1576/89 (3) en Verordening (EEG) nr. 1601/91 (4) de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken, en van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwprodukten zijn vastgesteld; dat, teneinde genoemde verordeningen in overeenstemming te brengen met de verplichtingen op grond van met name de artikelen 23 en 24 van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, die een integrerend onderdeel vormt van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), in die verordeningen dient te worden bepaald dat de belanghebbende partijen, onder bepaalde voorwaarden, het recht hebben om te beletten dat geografische aanduidingen die zijn beschermd door een derde land dat lid is van de WTO onrechtmatig worden gebruikt,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. In Verordening (EEG) nr. 1576/89 wordt na artikel 11 het volgende artikel ingevoegd:

"Artikel 11 bis

1. De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om de belanghebbende partijen, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 23 en 24 van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, in staat te stellen te beletten dat in de Gemeenschap een geografische aanduiding ter benoeming van de onder deze verordening vallende produkten wordt gebruikt voor produkten die niet van oorsprong zijn uit de met de betrokken geografische aanduiding aangegeven plaats, zelfs wanneer de werkelijke oorsprong van het produkt is vermeld of de geografische aanduiding wordt gebruikt in vertaling of vergezeld gaat van uitdrukkingen als 'soort`, 'type`, 'stijl`, 'imitatie` en dergelijke.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder 'geografische aanduiding` verstaan een aanduiding om aan te geven dat een produkt van oorsprong is uit het grondgebied van een derde land dat lid is van de Wereldhandelsorganisatie of uit een gebied of plaats binnen dat grondgebied, wanneer een kwaliteit, reputatie of een ander bepaald kenmerk van het produkt hoofdzakelijk kan worden toegeschreven aan die geografische oorsprong.

2. Het bepaalde in lid 1 geldt ongeacht het bepaalde in artikel 11 of andere bepalingen van de communautaire regelgeving inzake voorschriften voor de aanduiding en de aanbiedingsvorm van de onder deze verordening vallende produkten.

3. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden zo nodig vastgesteld volgens de procedure van artikel 15.".

2. In Verordening (EEG) nr. 1601/91 wordt na artikel 10 het volgende artikel ingevoegd:

"Artikel 10 bis

1. De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om de belanghebbende partijen, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 23 en 24 van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, in staat te stellen te beletten dat in de Gemeenschap een geografische aanduiding ter benoeming van de onder deze verordening vallende produkten wordt gebruikt voor produkten die niet van oorsprong zijn uit de met de betrokken geografische aanduiding aangegeven plaats, zelfs wanneer de werkelijke oorsprong van het produkt is vermeld of de geografische aanduiding wordt gebruikt in vertaling of vergezeld gaat van uitdrukkingen als 'soort`, 'type`, 'stijl`, 'imitatie` en dergelijke.

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder 'geografische aanduiding` verstaan een aanduiding om aan te geven dat een produkt van oorsprong is uit het grondgebied van een derde land dat lid is van de Wereldhandelsorganisatie of uit een gebied of plaats binnen dat grondgebied, wanneer een kwaliteit, reputatie of een ander bepaald kenmerk van het produkt hoofdzakelijk kan worden toegeschreven aan die geografische oorsprong.

2. Het bepaalde in lid 1 geldt ongeacht het bepaalde in artikel 10 of andere bepalingen van de communautaire regelgeving inzake voorschriften voor de aanduiding en de aanbiedingsvorm van de onder deze verordening vallende produkten.

3. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden zo nodig vastgesteld volgens de procedure van artikel 14."

Artikel 2

De Commissie dient elk jaar bij het Europees Parlement en de Raad met een passende statistische gegevens gestaafd verslag in over de toepassing van de geldende besluiten.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1995.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1996.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te . . .

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter

(1) Advies uitgebracht op 24 november 1994.

(2) Advies van het Europees Parlement van 13 oktober 1994 (nog niet verschenen in het Publikatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van . . . (nog niet verschenen in het Publikatieblad) en besluit van het Europees Parlement van . . . (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(3) PB nr. L 160 van 12. 6. 1989, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3280/92 (PB nr. L 327 van 13. 11. 1992, blz. 3).

(4) PB nr. L 149 van 14. 6. 1991, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3279/92 (PB nr. L 327 van 13. 11. 1992, blz. 1).

MOTIVERING VAN DE RAAD

Inleiding

1. De Commissie heeft op 13 oktober 1994 in het kader van haar mededeling over de uitvoering van de resultaten van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel ingediend, gebaseerd op de artikelen 43 en 100 A van het Verdrag, voor een verordening houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken en van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad tot vaststelling van de algmene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwprodukten.

2. Het Europees Parlement heeft op 13 december 1994 en het Economisch en Sociaal Comité op 24 november 1994 advies over dit voorstel uitgebracht.

3. Op 13 december 1994 heeft de Raad overeenkomstig artikel 189 B van het Verdrag zijn gemeenschappelijk standpunt vastgesteld.

Analyse van het gemeenschappelijk standpunt

4. Het Parlement had in zijn advies voorgesteld het Commissievoorstel te wijzigen, enerzijds door een nieuw artikel op te nemen met als inhoud dat de Commissie een verslag over de toepassing van de beoogde maatregelen voorlegt aan het Europees Parlement en de Raad, en anderzijds wat de datum van inwerkingtreding in artikel 2 betreft; de Raad heeft die twee amendementen in zijn gemeenschappelijk standpunt opgenomen.

5. Voor het overige heeft de Raad in zijn gemeenschappelijk standpunt de bewoordingen van het oorspronkelijke voorstel overgenomen, op één uitzondering na. Het betreft de procedure voor de vaststelling van eventuele toepassingsregelingen voor de bepalingen die met de nieuwe artikelen worden ingevoerd en die betrekking hebben op de bescherming in de Gemeenschap van geografische aanduidingen op produkten van oorsprong uit derde landen.

In dat geval lijkt het de Raad beter de zogenaamde procedure IIIa te volgen, die reeds is opgenomen in de verordeningen die met dit voorstel worden gewijzigd en die momenteel wordt gebruikt om bij voorbeeld te bepalen voor welke gedistilleerde dranken aanduiding van de plaats van fabricage of de herkomst verplicht is, welke termen, afkortingen of tekens naast de verkoopaanduiding moeten worden gebruikt en welke ingevoerde gearomatiseerde wijnen met een geografische aanduiding onder bepaalde voorwaarden bescherming in de Gemeenschap genieten.