Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de Lid-Staten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften
Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de Lid-Staten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften
Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de Lid-Staten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (94/C 80/08) (Voor de EER relevante tekst) COM(94) 34 def. - COD 450
(Door de Commissie overeenkomstig artikel 189 A, lid 2, van het EG-Verdrag ingediend op 17 februari 1994)
Naar aanleiding van het op 15 december 1993 uitgebrachte advies van het Europees Parlement inzake het gewijzigde voorstel voor een verordening van de Raad betreffende wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de Lid-Staten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (1), en overeenkomstig artikel 189 A, lid 2, van het EG-Verdrag, heeft de Commissie besloten het genoemde voorstel als volgt te wijzigen:
1. De tweede overweging wordt vervangen door de volgende tekst:
"Overwegende dat het derhalve dienstig is de regels vast te stellen volgens welke de administratieve autoriteiten van de Lid-Staten elkaar bijstand dienen te verlenen en met de Commissie dienen samen te werken om de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften en de juridische bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap te verzekeren, met name door het voorkomen en opsporen van inbreuken op deze voorschriften en van iedere handelwijze die daarmee in strijd is of lijkt te zijn; dat, ten einde de doeltreffendheid van dit systeem en de uniforme toepassing ervan te waarborgen, deze regels op communautair niveau moeten worden vastgesteld;".
2. De vierde overweging wordt vervangen door de volgende tekst:
"Overwegende niettemin dat, gezien de wijzigingen die de interne markt teweeg heeft gebracht en met name de afschaffing van de douanecontroles aan de binnengrenzen van de Gemeenschap, de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1468/81 in het licht van de opgedane ervaring dienen te worden gewijzigd ter versterking van de samenwerking tussen zowel de administratieve autoriteiten die in de onderscheiden Lid-Staten met de uitvoering van de op het gebied van de douane-unie en het gemeenschappelijk landbouwbeleid vastgestelde bepalingen zijn belast als tussen deze autoriteiten en de Commissie; dat het, om redenen van duidelijkheid, dienstig is Verordening (EEG) nr. 1468/81 integraal te vervangen;".
3. De tiende overweging wordt vervangen door de volgende tekst:
"Overwegende dat de toepassing van nationale voorschriften betreffende de strafrechtelijke procedure de wederzijdse administratieve bijstand niet mogen vertragen of beletten; dat het derhalve noodzakelijk is maatregelen vast te stellen die de goede werking van dit systeem garanderen;".
4. Artikel 3, laatste alinea, wordt vervangen door de volgende tekst:
"De bevoegde rechterlijke autoriteit die te dien einde voor elk afzonderlijk geval geraadpleegd wordt, kan zich daartegen verzetten. Een dergelijk verzet tot mededeling wordt met redenen omkleed.".
5. Aan artikel 8, eerste alinea, wordt de volgende tekst toegevoegd:
", alsook, eventueel, met de resultaten van het in de zin van artikel 7 uitgeoefende toezicht.".
6. Artikel 18, leden 4 en 5, worden vervangen door de volgende tekst:
"4. Wanneer de Commissie van oordeel is dat in een of meer Lid-Staten onregelmatigheden zijn begaan, brengt zij de betrokken Lid-Staat, onderscheidenlijk Lid-Staten, op de hoogte, die dan zo spoedig mogelijk een onderzoek instelt, onderscheidenlijk instellen, waaraan ambtenaren van de Commissie kunnen deelnemen onder de voorwaarden van artikel 9, lid 2, tweede en derde alinea, en artikel 11.
De Lid-Staat stelt de Commissie onverwijld van de bevindingen van het onderzoek in kennis.
5. De in artikel 10 bedoelde gegevens kunnen onder in onderlinge overeenstemming vastgestelde voorwaarden door vertegenwoordigers van de Commissie worden verzameld.".
7. In artikel 19, eerste alinea, wordt de tekst ", en, indien nodig, met toestemming van de betrokken persoon, voor zover dat het welslagen van het onderzoek niet in gevaar dreigt te brengen" geschrapt.
8. Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
i) lid 2, eerste alinea, wordt vervangen door de volgende tekst:
"2. De in lid 1 bedoelde communautaire missies in derde landen vinden plaats onder de volgende voorwaarden:";
ii) lid 2, onder a), wordt vervangen door de volgende tekst:
"a) de missie kan worden ondernomen op initiatief van de Commissie, in voorkomend geval op grond van elementen medegedeeld door het Europees Parlement, of op verzoek van een of meer Lid-Staten;";
iii) lid 3 wordt vervangen door de volgende tekst:
"3. De Commissie geeft de Lid-Staten en het Europees Parlement kennis van de resultaten van de op grond van dit artikel uitgevoerde missies.".
9. Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
i) Aan de eerste alinea wordt de volgende tekst toegevoegd:
"ix) een code die aangeeft of het om personen met een strafregister gaat;
x) een code die aangeeft dat het gaat om personen die zich schuldig hebben gemaakt aan ongeoorloofde administratieve handelingen en waarbij voorschriften van financiële aard zijn overtreden;
xi) adres;
xii) soort van geval;
xiii) kruisverwijzingen naar de in het douane-informatiesysteem opgenomen gegevens betreffende personen, onderneming, goederen of vervoermiddelen die in verband kunnen worden gebracht met de verdachte;
xiv) reisroute;
xv) geïnformeerde douanekantoren;
xvi) modus operandi;
xvii) identiteit van de te contacteren douaneautoriteiten.";
ii) in de tweede alinea wordt de laatste zin geschrapt.
10. Artikel 48, lid 1, wordt vervangen door de volgende tekst:
"1. Deze verordening verplicht de administratieve autoriteiten van de Lid-Staten niet elkaar bijstand te verlenen wanneer deze bijstand de openbare orde zou kunnen verstoren.".
11. De tekst van artikel 51 wordt vervangen door de volgende tekst:
"Onverminderd het bepaalde in artikel 2, lid 1, vierde streepje, en artikel 3, laat deze verordening de toepassing in de Lid-Staten van de regels betreffende de wederzijdse hulp in strafzaken onverlet.".
(1) PB nr. C 262 van 28. 9. 1993, blz. 8.