Home

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD BETREFFENDE FINANCIELE BIJDRAGEN VAN DE GEMEENSCHAP VOOR HET INTERNATIONAAL FONDS VOOR IERLAND

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD BETREFFENDE FINANCIELE BIJDRAGEN VAN DE GEMEENSCHAP VOOR HET INTERNATIONAAL FONDS VOOR IERLAND

Voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD BETREFFENDE FINANCIELE BIJDRAGEN VAN DE GEMEENSCHAP VOOR HET INTERNATIONAAL FONDS VOOR IERLAND /* COM/94/60DEF - CNS 94/0064 */

Publicatieblad Nr. C 089 van 26/03/1994 blz. 0006


Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap voor het Internationaal Fonds voor Ierland (94/C 89/05) COM(94) 60 def. - 94/0064(CNS)

(Door de Commissie ingediend op 3 maart 1994)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement,

Overwegende dat in artikel 10, onder a), van de Engels-Ierse overeenkomst van 15 november 1985 wordt bepaald dat de twee Regeringen zullen samenwerken om de economische en sociale ontwikkeling te bevorderen van die gebieden van beide delen van Ierland die het meest hebben geleden onder de gevolgen van de instabiliteit van de jongste jaren en dat zij zullen nagaan of hiervoor internationale steun kan worden verkregen;

Overwegende dat, ten einde bij te dragen tot de in artikel 10, onder a), van de Engels-Ierse overeenkomst overwogen werkzaamheden, het Internationaal Fonds voor Ierland werd opgericht om de economische en sociale vooruitgang te bevorderen en contact, dialoog en verzoening tussen nationalisten en unionisten in geheel Ierland aan te moedigen;

Overwegende dat de gezamenlijke verklaring van de Taoiseach Albert Reynolds en Eerste Minister John Major van 14 december 1993 een kader verstrekt voor het vredesproces in dit deel van de Europese Unie;

Overwegende dat de Commissie in haar verklaring van 16 december 1993 heeft gesteld dat zij dit proces daadwerkelijk wenst te ondersteunen;

Overwegende dat de Raad "Algemene Zaken" in zijn verklaring van 20 december 1993 heeft gesteld dat de beëindiging van het verscheurend conflict in Noord-Ierland talrijke sociale en economische voordelen met zich zou brengen voor de regio, de betrokken Lid-Staten en de Europese Unie in haar geheel;

Overwegende dat de Regeringen van het Verenigd Koninkrijk en Ierland in 1988 de Gemeenschap hebben verzocht bij te dragen tot het Internationaal Fonds voor Ierland;

Overwegende dat sedert 1989 per jaar uit de communautaire begroting 15 miljoen ecu wordt uitgetrokken ter ondersteuning van projecten van het Internationaal Fonds voor Ierland die een werkelijk additioneel effect hebben in de betrokken gebieden;

Overwegende dat de programma's van het Internationaal Fonds voor Ierland grensoverschrijdende samenwerking aanmoedigen die beide gemeenschappen betreft, zodat dialoog en verzoening tussen nationalisten en unionisten wordt bevorderd;

Overwegende dat het International Fonds voor Ierland sedert zijn oprichting steun heeft verleend aan meer dan 3 000 projecten die beide gemeenschappen ten goede zijn gekomen;

Overwegende dat het Internationaal Fonds voor Ierland de bewoners van de meest achtergestelde streken aanmoedigt om deel te nemen aan en verantwoordelijkheid te dragen voor het economisch herstel van hun eigen gebieden;

Overwegende dat het Internationaal Fonds voor Ierland een voorbeeld is van succesvolle Engels-Ierse samenwerking bij het bevorderen van verzoening tussen beide gemeenschappen en van hun economische en sociale vooruitgang;

Overwegende dat een kader noodzakelijk is voor verdere communautaire steunverlening aan het Internationaal Fonds voor Ierland;

Overwegende dat een dergelijke steun moet worden verstrekt in de vorm van financiële bijdragen voor een periode van drie jaren en te zijner tijd opnieuw moet worden geëvalueerd;

Overwegende dat deze steun zal bijdragen tot een grotere solidariteit tussen de Lid-Staten en hun volkeren onderling;

Overwegende dat het Verdrag voor de goedkeuring van deze verordening geen andere bevoegdheden verstrekt dan die bedoeld in artikel 235,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor 1995, 1996 en 1997 wordt telkens een jaarlijkse bijdrage geleverd aan het Internationaal Fonds voor Ierland, hierna het "Fonds" genoemd.

Artikel 2

Het Fonds gebruikt de bijdrage in de eerste plaats voor projecten die grensoverschrijdend zijn en beide gemeenschappen betreffen.

De bijdrage wordt op zodanige wijze gebruikt dat zij een werkelijk additioneel effect heeft in de betrokken gebieden, en mag derhalve niet in de plaats komen van andere overheids- en particuliere uitgaven.

Een vertegenwoordiger van de Commissie kan verder als waarnemer deelnemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur van het Fonds.

Artikel 3

De Commissie verstrekt de in artikel 1 bedoelde bijdrage.

Artikel 4

De jaarlijkse bijdrage wordt in twee delen uitbetaald overeenkomstig de volgende bepalingen:

- een voorschot van 80 % wordt betaald nadat de voorzitter van de raad van bestuur van het Fonds de standaardverbintenis voor steunverlening van de Commissie heeft ondertekend en heeft toegezegd de bijdrage te gebruiken overeenkomstig het bepaalde in artikel 2;

- de overblijvende 20 % wordt uitgekeerd nadat de Commissie het jaarverslag van de begunstigde en de gecontroleerde rekeningen heeft ontvangen en goedgekeurd.

Artikel 5

Vóór eind 1996 stelt de Commissie een evaluatieverslag ten behoeve van het Europees Parlement en de Raad op waarin wordt nagegaan in hoeverre na 1997 verdere bijdragen noodzakelijk zijn.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1995.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.