ADVIES VAN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE over het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte produkten op basis van groenten en fruit
ADVIES VAN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE over het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte produkten op basis van groenten en fruit
ADVIES VAN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE over het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte produkten op basis van groenten en fruit
Publicatieblad Nr. C 082 van 19/03/1996 blz. 0030
Advies over het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte produkten op basis van groenten en fruit
(96/C 82/07)
De Raad heeft op 17 november 1995 besloten, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 43 en 198 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over het voornoemde voorstel.
De Afdeling voor landbouw en visserij, die met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 30 november 1995 goedgekeurd. Rapporteur was de heer Bento Gonçalves.
Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 331e Zitting van 20 en 21 december 1995 (vergadering van 20 december 1995) het volgende advies uitgebracht, dat met ruime meerderheid van stemmen voor, 22 stemmen tegen bij 15 onthoudingen is goedgekeurd.
1. Volgens het Comité wordt het vraagstuk van verwerkte produkten op basis van groenten en fruit in het Commissievoorstel op tweeslachtige wijze aangepakt. Voor produkten waarvoor steun wordt verleend, worden nl. drie verschillende regelingen voorgesteld: voor de industrie geldende quota voor tomaten, een garantiedrempel voor peren en perziken, oppervlaktesteun voor krenten en rozijnen.
2. Bovendien vindt het Comité het jammer dat er geen specifiek voorstel voor de verwerking van citrusvruchten werd opgesteld en is het van mening dat de Commissie zo snel mogelijk met een dergelijk voorstel zou moeten komen.
3. Gezien de ontwikkeling van de produktie in de Europese Unie alsook de concurrentiesituatie op de wereldmarkt lijkt het het Comité een goede zaak om ook abrikozen en asperges op te nemen in de lijst van produkten die als bijlage I bij het voorstel voor een verordening is gevoegd.
4. Het Comité is van oordeel dat alle plafonds en quota moeten worden verhoogd met een hoeveelheid die rekening houdt met zowel de consumptie in de drie nieuwe lid-staten als de stijging van de wereldconsumptie.
5. Gelet op de verschillende problemen tussen de lid-staten en de Commissie en de wederzijdse irritaties, alsook op de meningsverschillen over de quotaregeling voor verwerkte produkten op basis van tomaten, vindt het Comité dat een compromis moet worden gezocht om ervoor te zorgen dat:
- het totale verwerkingsquotum in de Europese Unie niet wordt verlaagd;
- geen enkele lid-staat schade ondervindt bij de verdeling van de quota.
6. Gezien het bovenstaande zou het Comité het op prijs stellen indien de Raad en de Commissie rekening zouden houden met de volgende voorstellen en mogelijkheden:
6.1. Het huidige quotum voor verwerkte produkten op basis van tomaten moet worden verhoogd met een hoeveelheid die minstens gelijk is aan de consumptie in de drie nieuwe lid-staten en de stijging van de wereldconsumptie. De uiteindelijke hoeveelheid verwerkte produkten zou dan overeenkomen met ongeveer 7 600 000 ton verse tomaten.
6.2. Dit aldus verhoogde quotum moet in een communautair plafond worden omgezet, waarbij in geval van overschrijding sancties genomen kunnen worden die uitsluitend tegen de verantwoordelijke lid-staat gericht zijn.
6.3. Er moet een andere regeling komen om lid-staten die de hun toegewezen hoeveelheden niet halen, de mogelijkheid te bieden het desbetreffende restant over te hevelen naar een andere lid-staat. Om de in het eerste streepje van paragraaf 5 genoemde doelstelling te kunnen bereiken, moet het mogelijk zijn de niet opgebruikte quota naar het volgende oogstjaar over te hevelen en te verdelen over de lid-staten in verhouding tot hun oorspronkelijke quotum.
6.3.1. De totale voor de Gemeenschap vastgestelde hoeveelheid moet op basis van de gemiddelde produktie in de afgelopen drie jaar over de lid-staten worden verdeeld, mits in deze periode geen sprake was van uitzonderlijke omstandigheden.
6.3.1.1. In weerwil van het bovenstaande en mede gezien de ernstige schade die sommige lid-staten van dit systeem kunnen ondervinden doordat hun quota worden verlaagd, vindt het Comité dat deze landen hun huidige quota voorlopig en bij wijze van overgangsregeling moeten kunnen behouden. Na deze overgangsperiode, waarvan de duur nog moet worden vastgesteld, dient de Commissie aan de hand van objectieve en adequate criteria een voorstel uit te werken om de quota aan te passen aan de situatie van produktie en industrie in de betrokken lid-staat. Deze quota dienen op de in paragraaf 6.3.1 van dit advies beschreven wijze te worden berekend.
7. Het Comité wijst erop dat de EU-produktie moet worden beschermd bij het sluiten van handelsovereenkomsten met derde landen om te voorkomen dat deze overeenkomsten desastreuze gevolgen hebben voor de Europese landbouw.
Brussel, 20 december 1995.
De voorzitter
van het Economisch en Sociaal Comité
C. FERRER
BIJLAGE bij het advies van het Economisch en Sociaal Comité
De volgende wijzigingsvoorstellen zijn tijdens het debat verworpen:
Bladzijde 1, paragraaf 3
Te schrappen.
Motivering
Nog meer produkten toevoegen aan de lijst van door de EU gesubsidieerde produkten is in strijd met de doelstellingen van de GLB-hervorming. De Commissie heeft herhaaldelijk uitgelegd waarom er niet nog méér produkten kunnen noch mogen worden gesubsidieerd.
Uitslag van de stemming
Vóór: 41, tegen: 66, onthoudingen: 7.
Bladzijde 2, paragraaf 6.1
Te schrappen.
Motivering
Deze paragraaf is gebaseerd op een misverstand. De quota in kwestie hebben niets te maken met de consumptie in de nieuwe lid-staten. Deze quota geven nl. extra produktiesubsidies aan de betrokken producenten, maar de nieuwe lid-staten produceren helemaal geen tomaten voor verwerking. De nieuwe lid-staten hebben dus geen baat bij hogere quota, integendeel, zij moeten meebetalen aan de hogere uitgaven die hiermee gemoeid zijn.
Uitslag van de stemming
Vóór: 46, tegen: 63, onthoudingen: 10.