Resolutie houdende de aanbevelingen van het Parlement aan de Commissie en de Raad over de tenuitvoerlegging van het Verdrag inzake biologische diversiteit
Resolutie houdende de aanbevelingen van het Parlement aan de Commissie en de Raad over de tenuitvoerlegging van het Verdrag inzake biologische diversiteit
Resolutie houdende de aanbevelingen van het Parlement aan de Commissie en de Raad over de tenuitvoerlegging van het Verdrag inzake biologische diversiteit
Publicatieblad Nr. C 249 van 25/09/1995 blz. 0205
A4-0167/95
Resolutie houdende de aanbevelingen van het Parlement aan de Commissie en de Raad over de tenuitvoerlegging van het Verdrag inzake biologische diversiteit
Het Europees Parlement,
- gelet op artikel 90, lid 5, van zijn Reglement,
- gezien de instelling van een ad hoc werkgroep van deskundigen die tot taak hebben na te denken over de modaliteiten van een protocol inzake biologische veiligheid,
- gezien zijn advies van 25 juni 1993 ((PB C 194 van 19.7.1993, blz. 401.)) over het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende de sluiting van het Verdrag inzake biologische diversiteit (COM(92)0509 - C3-0046/93),
- gezien de beschikking van de Raad van 25 oktober 1993 ((PB L 309 van 13.12.1993, blz. 1.)) betreffende de sluiting van het Verdrag inzake biologische diversiteit,
- gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbescherming (A4-0167/95),
A. overwegende dat de Europese Unie en de meerderheid van haar lid-staten zijn overgegaan tot ratificering van het Verdrag inzake biologische diversiteit, dat voor ondertekening was opengesteld bij de VN-Conferentie over milieu en ontwikkeling die in juni 1992 te Rio de Janeiro werd gehouden,
B. overwegende dat de verdragsluitende partijen op grond van artikel 19, lid 3, van het Verdrag inzake biologische diversiteit zijn gehouden de noodzaak te bestuderen van een protocol, en de uitvoeringsbepalingen daarvan, dat passende procedures bevat op het gebied van de veilige overdracht, het veilige beheer en het veilige gebruik van veranderde levende organismen voortgekomen uit de biotechnologie die nadelige gevolgen kunnen hebben voor het behoud en het duurzame gebruik van de biologische diversiteit,
C. overwegende dat het VN-milieuprogramma een speciale instantie (Panel 4) heeft ingesteld om dit punt te onderzoeken en dat Panel 4 in maart 1993 tot de slotsom kwam dat er inderdaad behoefte bestond aan een dergelijk internationaal juridisch bindend Bioveiligheidsprotocol bij het Verdrag inzake biologische diversiteit,
D. overwegende dat het in zijn bovengenoemd advies inzake het ratificeringsbesluit van de Europese Gemeenschap de conclusies van Panel 4 ondersteunde,
E. overwegende dat de vertegenwoordigers van de Europese Unie niettemin volgens berichten geen steun zouden hebben gegeven aan de aanneming van een dergelijk Protocol tijdens de eerste Conferentie van de Partijen in het kader van het Verdrag inzake biologische diversiteit en de daaraan voorafgaande voorbereidende vergadering en in plaats daarvan een systeem van vrijwillige richtsnoeren zouden hebben bepleit,
F. overwegende dat een door de regeringen benoemde "open-eind ad hoc groep deskundigen" is ingesteld die van 24-28 juli 1995 te Madrid, Spanje, bijeen zal komen om zich verder te buigen over de behoefte aan en uitvoeringsbepalingen voor een Bioveiligheidsprotocol bij het Verdrag inzake biologische diversiteit teneinde een aanbeveling te doen aan de tweede Conferentie van de Partijen die in november 1995 in Indonesië zal worden gehouden,
G. overwegende dat uit recente rapporten is gebleken dat er een uitgebreide internationale handel bestaat in genetisch gemodificeerde organismen die aan geen enkele regeling is onderworpen, en dat er sprake is van de opzettelijke introductie in het milieu van dergelijke organismen in een groot aantal ontwikkelingslanden die niet over de wetgeving of infrastructuur ter garantie van een veilig gebruik beschikken, waardoor de gehele biosfeer van onze planeet in gevaar wordt gebracht,
I. doet de Commissie en de Raad de volgende aanbevelingen:
1. herhaalt dat het er ten sterkste van overtuigd is dat een juridisch bindend internationaal Bioveiligheidsprotocol noodzakelijk is, ten spoedigste moet worden opgesteld en dat hierover onverwijld onderhandelingen moeten worden geopend door de verdragsluitende partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit,
2. verzoekt de Raad de vertegenwoordigers van de Europese Unie bij de tweede Conferentie van de Partijen en in elke voorbereidende vergadering waarbij de Europese Unie vertegenwoordigd is, zoals de vergadering te Madrid in juli 1995, het mandaat te geven zich op het standpunt te stellen dat een juridisch bindend Bioveiligheidsprotocol ten spoedigste vereist is,
3. is van mening dat het Bioveiligheidsprotocol een regeling dient te omvatten voor de gehele levenscyclus van genetisch gemanipuleerde organismen (GEO's) en de produkten daarvan, en alle aspecten dient te bestrijken op het gebied van onderzoek, ontwikkeling, hantering, gebruik, veilig vervoer en veilige verwijdering na gebruik, zowel ingeperkt als in het milieu; aangezien het moeilijk is voorspellingen te doen over de potentiële milieu-effecten van introductie van GEO's in het milieu, moet het protocol uitgaan van het behoedzaamheidsbeginsel dat van geval tot geval en in elke fase moet worden toegepast;
4. is van mening dat het Bioveiligheidsprotocol ten minste betrekking dient te hebben op de volgende onderwerpen:
a) de gevolgen van verplaatsing en gebruik van GEO's in andere milieus dan die waarin ze ontwikkeld en getest zijn;
b) het cumulatieve effect op natuurlijke ecosystemen in de loop der tijd van steeds grotere aantallen genetisch gemanipuleerde organismen;
c) procedures voor alomvattende milieurisicoanalyses, inclusief beoordeling van de effecten en interacties van GEO's met andere soorten, waaronder microörganismen, alsmede de betrouwbaarheid van die beoordeling;
d) beoordeling van de volksgezondheidseffecten van GEO's en de produkten daarvan;
e) beoordeling van de sociaal-economische effecten van GEO's en de produkten daarvan, inclusief beoordeling van de gevolgen van vervanging van biologische hulpbronnen die van oudsher door inheemse en plaatselijke gemeenschappen worden gebruikt, alsmede de algemene gevolgen voor traditionele kennis en technologie;
f) beginselen en werkingssfeer van procedures voor instemming vooraf na kennisgeving, inclusief bepalingen inzake verplichte etikettering van GEO's en de produkten daarvan op nationaal en internationaal niveau terwille van informatieverstrekking over de desbetreffende artikelen;
g) specificatie van de aangewezen risicobeheersingsmaatregelen, inclusief maatregelen voor de fasen na de introductie en na het in de handel brengen, alsmede plannen voor noodsituaties;
h) inspraak in vergunningsbeslissingen en openbaarheid van informatie;
i) opgave van opleidingseisen voor risicobeheerders en aanwijzing van risicobeheerslichamen, waaronder wetenschapsmensen van uiteenlopende vakgebieden;
5. verzoekt de Commissie en de Raad het op de hoogte te stellen van de voortgang van deze onderhandelingen, dan wel het ontbreken van onderhandelingen, en het Parlement de ontwerp-overeenkomst ter fine van advies of instemming voor te leggen voordat zij namens de Europese Unie wordt ondertekend,
6. beveelt de Conferentie van de Partijen aan, een moratorium af te kondigen op de overbrenging van GEO's naar en vanuit landen die geen bioveiligheidswetgeving kennen zolang er geen juridisch bindend internationaal Bioveiligheidsprotocol aan het Verdrag inzake biologische diversiteit is gehecht;
7. doet een dringend beroep op de lid-staten als individuele partijen bij de overeenkomst, de spoedige aanneming van een juridisch bindend Bioveiligheidsprotocol te bevorderen;
8. doet een dringend beroep op de Raad en de Commissie, teneinde een effectieve uitvoering van het Biodiversiteitsverdrag en zijn protocollen te garanderen, in het kader van de begroting van de Europese Unie voldoende fondsen ter beschikking te stellen;
II. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen van de lid-staten.