Resolutie over de visserijovereenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko
Resolutie over de visserijovereenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko
Resolutie over de visserijovereenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko
Publicatieblad Nr. C 249 van 25/09/1995 blz. 0141
B4-0988, 1000, 1001, 1046 en 1049/95
Resolutie over de visserijovereenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko
Het Europees Parlement,
A. kennis nemend van sedert enkele maanden lopende onderhandelingen over de verlenging van de visserij-overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko,
B. overwegende dat er nog geen compromis tussen de partijen is bereikt, die het mogelijk maakt de onderhandelingen binnenkort af te sluiten,
C. overwegende dat de Commissie zich tot op heden grote inspanningen heeft getroost in het kader van haar onderhandelingsmandaat waarbij de Gemeenschap o.a. erin heeft toegestemd de vorige overeenkomst een jaar eerder te laten aflopen, terwijl Marokko zich niet gehouden heeft aan de toezegging de onderhandelingen over een nieuwe visserij-overeenkomst zo spoedig mogelijk tot een goed einde te brengen,
D. overwegende dat de Europese Unie de verwezenlijking wil stimuleren van een goede overeenkomst die beantwoordt aan haar huidige wens een nieuw krachtig beleid te voeren ten aanzien van de associatie met het Koninkrijk Marokko, en dat de visserij-overeenkomst dient te worden gezien vanuit het oogpunt van de algemene betrekkingen van de Europese Unie met Marokko,
E. overwegende dat de overeenkomsten van de Europese Raad van Cannes over de verhoging van de financiering voor de derde landen in het Middellandse- Zeegebied enkele zeer gunstige vooruitzichten bieden voor verbeteringen in de toekomstige akkoorden,
F. overwegende dat de te sluiten overeenkomst voor de communautaire vissersvloot van groot belang is wegens het aantal hierbij betrokken schepen, vooral Spaanse en Portugese, en aldus voor de werkgelegenheid in deze sector,
G. overwegende dat deze overeenkomst sociaal-economisch gezien van groot belang is, omdat naast 8.000 vissers er nog eens 20.000 mensen werkzaam zijn in de visverwerkende industrie die direct afhankelijk is van deze activiteit, in regio's die sterk afhankelijk zijn van de visserijsector,
H. overwegende dat Marokko in zijn uitgangsstandpunt beperkingen van de vangstmogelijkheden voorstelt, met name voor de koppotigenvloot en voor vaartuigen met sleepnetten en beugen, alsmede de afschaffing van de zegenvisserij, van de visserij op heek en demersale vissoorten, het verplicht aan land brengen van 100% van de schaal- en schelpdieren, koppotigen en een deel van de beugvangst in Marokkaanse havens, alsmede een stijging van 35% van het aantal aangemonsterde Marokkaanse zeelieden en verdubbeling van de vergoedingen voor visserijrechten,
I. overwegende dat de desbetreffende visgronden niet alleen worden bevist door de communautaire vloot, maar ook die van andere derde landen met ernstige gevolgen voor de mediterrane visbestanden, zoals Japan en Korea,
J. overwegende dat de visserij-overeenkomsten, zoals het Parlement reeds meermaals heeft verklaard, elementen voor een rationeel beheer van de visbestanden en hun milieu-evenwicht, en maatregelen voor de ontwikkeling van het onderzoek en de aquacultuur moeten omvatten en de ontwikkeling van ambachtelijke activiteiten en de verwerking die de sector integreren of aanvullen, moeten steunen met behulp van partenariaatsacties en de oprichting van gemengde ondernemingen,
K. overwegende bovendien dat de mediterrane gebieden die onder de overeenkomst vallen, ook moeten worden beschouwd in het licht van de toekomstige ontwikkeling van een specifiek visserijbeleid in het Middellandse-Zeegebied,
L. overwegende dat de betrekkingen van de Europese Unie met Marokko veel meer omvatten dan alleen de visserijbetrekkingen, zoals blijkt uit de samenwerkingsovereenkomst, de toekomstige associatie-overeenkomst, alsmede de recente overeenkomst voor financiële samenwerking met de mediterrane derde landen, waar in totaal 4.685 miljoen ecu voor de periode 1995-1999 mee gemoeid is, en dat die betrekkingen, derhalve, een geheel vormen dat ook in zijn geheel zou moeten worden geëvalueerd,
Het Europees Parlement,
1. maakt zich ernstig zorgen over de door de opstelling van Marokko vastgelopen onderhandelingen en, dientengevolge, over de communautaire vloot die al meer dan twee maanden stilligt;
2. acht het noodzakelijk dat een vertrouwensklimaat met Marokko tot stand wordt gebracht en dat dit land zijn standpunt versoepelt zodat de voorwaarden door de Europese Unie en haar vloten kunnen worden aanvaard;
3. dringt erop aan dat er een termijn van maximaal vier maanden wordt vastgesteld voor het vinden van een definitieve oplossing, in de vorm van hetzij een nieuwe visserij-overeenkomst, hetzij een noodprogramma van de Commissie voor steunverlening aan de herstructurering van de desbetreffende sector;
4. verzoekt de Commissie de mogelijkheid na te gaan buitengewone structurele, sociale en financiële steunmaatregelen toe te passen, rekening houdend met de hachelijke situatie waarin de vissers verkeren;
5. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie en de Raad.