Home

Resolutie over de bilaterale onderhandelingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten over vliegtuigen voor de burgerluchtvaart

Resolutie over de bilaterale onderhandelingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten over vliegtuigen voor de burgerluchtvaart

Resolutie over de bilaterale onderhandelingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten over vliegtuigen voor de burgerluchtvaart

Publicatieblad Nr. C 249 van 25/09/1995 blz. 0230


B4-1062/95

Resolutie over de bilaterale onderhandelingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten over vliegtuigen voor de burgerluchtvaart

Het Europees Parlement,

A. overwegende dat met de in 1979 in Tokio in het kader van de GATT-ronde gesloten overeenkomst inzake vliegtuigen voor de burgerluchtvaart de meeste traditionele belemmeringen voor de handel in vliegtuigen voor de burgerluchtvaart en produkten voor de luchtvaartsector met succes uit de weg werden geruimd,

B. overwegende dat in de overeenkomst uit 1979 de speciale positie van de ruimtevaartindustrie werd erkend, maar dat er geen specifieke afspraken over toegestane niveaus van directe en indirecte overheidssteun werden gemaakt,

C. gezien het in 1992 tussen de Europese Unie en de VS gesloten bilaterale akkoord over steunmaatregelen van de overheid in de sector vliegtuigen voor de burgerluchtvaart,

D. overwegende dat de Europese Unie en de VS in deze overeenkomst op biliaterale basis plafonds hebben vastgesteld voor zowel directe als indirecte overheidssteun voor grote vliegtuigen voor de burgerluchtvaart met meer dan 100 plaatsen,

E. overwegende dat in het kader van de Uruguay-ronde voorstellen zijn gedaan voor een nieuwe GATT-overeenkomst inzake de handel in vliegtuigen voor de burgerluchtvaart die betrekking hebben op alle luchtvaartprodukten (niet alleen grote passagiersvliegtuigen) en die gelden voor alle leden van de WHO (niet alleen de EU en de VS),

F. overwegende dat deze onderhandelingen gedurende de Uruguay-ronde niet met succes werden afgerond en dat de onderhandelaars nog eens 12 maanden de tijd kregen om tot overeenstemming te komen, terwijl bij de gesprekken tussen de EU en de VS evenmin vooruitgang werd geboekt,

G. overwegende dat de Unie exclusieve bevoegdheid bezit voor het gemeenschappelijk handelsbeleid en op het gebied van subsidies van de overheid,

H. onderstrepend dat de recente schommelingen van de wisselkoers tussen de Europese munten en de Amerikaanse dollar aanzienlijke gevolgen hebben gehad voor de concurrentiepositie van de Europese luchtvaartindustrie,

Het Europees Parlement,

1. erkent het belang van het behoud van een gezonde Europese industrie van lucht- en ruimtevaartprodukten voor de werkgelegenheid en het concurrentievermogen van de Europese industrie;

2. erkent dat de grote bedragen die de regering van de VS aan defensiedoeleinden besteedt, de industrie van vliegtuigen voor de burgerluchtvaart in de VS onmiskenbaar voordeel verschaffen, een voordeel waarover de industrie in de EU niet beschikt;

3. betreurt dat het tot dusver onmogelijk is geweest om op multilateraal niveau een rechtvaardige overeenkomst te sluiten over beperkende regels voor steunmaatregelen van de overheid in de sector van de civiele luchtvaartindustrie;

4. is bezorgd over het feit dat het bilaterale akkoord tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten niet altijd even soepel functioneert omdat de Amerikaanse overheid niet altijd voldoende informatie verstrekt over directe en indirecte steunmaatregelen aan de Amerikaanse sector van de civiele luchtvaartindustrie;

5. verzoekt de Verenigde Staten het bilaterale akkoord, dat voorziet in de verplichting tot wederzijdse informatieverstrekking, naar letter en geest te eerbiedigen;

6. wijst erop dat er nog gewerkt moet worden aan de verbetering van de doorzichtigheid van de indirecte steunmaatregelen in de ruimtevaartindustrie van de VS en van de wijze waarop de voordelen van civiele toepassingen van produkten of technieken uit de defensiesector in de VS worden verantwoord, en dat er overeenstemming moet worden bereikt over een methode ter identificatie van zowel directe als indirecte voordelen die wegens deze subsidiëring naar de luchtvaartindustrie worden doorgesluisd;

7. ziet de noodzaak tot instelling van effectieve mechanismen ter controle van overheidssteun die algemeen van toepassing zijn zonder dat daaruit eenzijdige concurrentievoordelen voortvloeien;

8. onderstreept dat een handelsconflict in deze sector noch in het belang van Europa, noch in dat van de Verenigde Staten is;

9. doet een beroep op alle deelnemers aan de multilaterale onderhandelingen in het kader van de WHO alles in het werk te stellen om uit de impasse te geraken en snel te komen tot sluiting van een dergelijk akkoord, dat de wederzijdse erkenning moet inhouden van de methoden welke alle WHO-leden hebben gekozen ter ondersteuning van de ruimtevaartindustrie en dat dient te voorzien in evenwichtige en doeltreffende mechanismen ter controle van het niveau van de overheidssteun in alle WHO-lid-staten, waaronder de nieuwe producenten;

10. onderstreept dat dit multilaterale akoord duidelijke bepalingen moet bevatten over wederzijdse informatieverstrekking en raadpleging, alsmede een doeltreffend mechanisme voor het oplossen van geschillen;

11. verzoekt de fabrikanten van toestellen voor de burgerluchtvaart aan beide zijden van de Atlantische Oceaan tot nauwere samenwerking te komen, vooral in pre-concurrentiestadia zoals de ontwikkeling van nieuwe modellen en van straalmotoren die het milieu minder belasten;

12. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen van de lid-staten en van de Verenigde Staten.