Home

Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD tot instelling van bijzondere tijdelijke maatregelen betreffende de aanwerving van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden

Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD tot instelling van bijzondere tijdelijke maatregelen betreffende de aanwerving van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden

Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD tot instelling van bijzondere tijdelijke maatregelen betreffende de aanwerving van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden /* COM/95/22DEF - CNS 94/0259 */

Publicatieblad Nr. C 046 van 23/02/1995 blz. 0008


Gewijzigd voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van bijzondere tijdelijke maatregelen betreffende de aanwerving van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden (1)

(95/C 46/08)

COM(95) 22 def. - 94/0259(CNS)

(Door de Commissie overeenkomstig artikel 189 A, lid 2, van het EG-Verdrag ingediend op 10 februari 1995)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben, inzonderheid op artikel 24,

Gezien het voorstel van de Commissie, gedaan na advies van het Comité voor het Statuut,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Hof van Justitie,

Gezien het advies van de Rekenkamer,

Overwegende dat, naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden, tijdelijk bijzondere maatregelen moeten worden vastgesteld welke afwijken van de bepalingen van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen enerzijds en dat de Commissie zich ertoe heeft verbonden een voorstel voor een verordening in te dienen tot instelling van bijzondere maatregelen betreffende de definitieve beëindiging van de dienst door ambtenaren en tijdelijke functionarissen van de Europese Gemeenschappen voor de instellingen die zulks wensen en dat het Parlement verzocht heeft om bij hoogdringendheid een dergelijk voorstel voor een verordening voor zijn personeel in te dienen anderzijds,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Tot 31 december 1999 kan, in afwijking van artikel 4, tweede en derde alinea, artikel 5, lid 3, artikel 7, lid 1, artikel 27, derde alinea, artikel 29, lid 1, a), b) en c), en artikel 31 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, in vacatures worden voorzien door de aanstelling van Oostenrijkse, Finse en Zweedse onderdanen, voor zover het om ambten gaat die in het kader van de beraadslagingen over de begroting door de bevoegde instellingen te dien einde zijn toegewezen.

2. Tot aanstelling in ambten van de rangen A 3, A 4, A 5, A 6, A 7, A 8, LA 3, LA 4, LA 5, LA 6, LA 7, LA 8, B 1, B 2, B 3, B 4, B 5, C 1, C 2 tot en met C 5 en D 1 tot en met D 4 wordt overgegaan na een vergelijkend onderzoek aan de hand van bewijsstukken en een examen, dat wordt georganiseerd overeenkomstig het bepaalde in bijlage III van het Statuut.

3. De vacatures worden op passende wijze binnen en buiten de Instellingen van de Gemeenschap bekendgemaakt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

(1) PB nr. C 345 van 7. 12. 1994, blz. 5.