Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake het behoud van nationale wetgeving voor een verbod op het gebruik van bepaalde additieven bij de produktie van bepaalde levensmiddelen
Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake het behoud van nationale wetgeving voor een verbod op het gebruik van bepaalde additieven bij de produktie van bepaalde levensmiddelen
Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad inzake het behoud van nationale wetgeving voor een verbod op het gebruik van bepaalde additieven bij de produktie van bepaalde levensmiddelen
(95/C 134/10)
COM(95) 126 def. - 95/0085(COD)
(Door de Commissie ingediend op 19 april 1995)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,
Gelet op Richtlijn 89/107/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake levensmiddelenadditieven die in voor menselijke voeding bestemde waren worden gebruikt (1), gewijzigd bij Richtlijn 94/34/EG (2), inzonderheid op artikel 3 bis,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,
Volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag,
Overwegende dat de harmonisatieregels inzake additieven geen afbreuk mogen doen aan de toepassing van de bepalingen van de Lid-Staten die op 1 januari 1992 van kracht waren en waarbij het gebruik van bepaalde additieven in bepaalde specifieke levensmiddelen die als traditioneel worden beschouwd en op hun grondgebied worden vervaardigd, wordt verboden;
Overwegende dat de lijst met levensmiddelen die als traditioneel worden beschouwd, moet worden opgesteld op basis van de kennisgevingen die de Commissie vóór 1 juli 1994 van de Lid-Staten heeft ontvangen; dat hierbij echter rekening dient te worden gehouden met de kennisgevingen van de nieuwe Lid-Staten die na deze datum zijn verzonden;
Overwegende dat dit besluit echter in algemene zin niet bedoeld is om het traditionele karakter van levensmiddelen vast te leggen; dat met name een verbod op het gebruik van additieven in deze levensmiddelen zeker niet alleen bepalend is voor dit traditionele karakter;
Overwegende dat echter rekening dient te worden gehouden met het belang van nationale wetgeving die op 1 januari 1992 bestond en waarin het gebruik van bepaalde categorieën additieven in alle produktieprocédés voor levensmiddelen wordt verboden; dat het bijzondere karakter van een dergelijke produktiewijze dient te worden behouden; dat rekening dient te worden gehouden met de goede gebruiken bij handelstransacties voor deze levensmiddelen en ten opzichte van de gebruikers daarvan, teneinde toestemming te kunnen geven voor het behoud van een verbod op het gebruik van bepaalde categorieën additieven;
Overwegende dat de aanwijzing van een produkt als een traditioneel produkt waarvoor een Lid-Staat zijn nationale wetgeving behoudt, geen afbreuk mag doen aan de bepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 2081/92 (1) en (EEG) 2082/92 (2) van de Raad inzake respectievelijk de oorsprongsbenamingen en de specificiteitscertificering van levensmiddelen;
Overwegende dat in Richtlijn 89/107/EEG en de toepassingsrichtlijnen daarvan slechts additieven worden toegelaten die geen schade toebrengen aan de volksgezondheid; dat de bescherming van de volksgezondheid derhalve niet kan worden gehanteerd als argument voor een verbod op het gebruik van bepaalde additieven in bepaalde specifieke levensmiddelen die als traditioneel worden beschouwd;
Overwegende dat een verbod op het gebruik van bepaalde additieven niet mag leiden tot een ongelijke behandeling ten opzichte van de andere additieven die tot dezelfde categorie behoren, zoals vermeld in bijlage I van Richtlijn 89/107/EEG, teneinde nadelige gevolgen voor de harmonisatie in de Gemeenschap te voorkomen;
Overwegende dat met het oog op de doorzichtigheid dient te worden gespecificeerd in welke gevallen een verbod op het gebruik van bepaalde categorieën additieven in bepaalde categorieën levensmiddelen in afwijking van de bepalingen van Richtlijn 89/107/EEG en de specifieke Richtlijnen 94/35/EG (3), en 94/36/EG (4), en Richtlijn 95/. . ./EG door de Lid-Staten mag worden gehandhaafd;
Overwegende dat de zo verkregen toestemming om nationale wetgeving te behouden of de eventuele regelgeving inzake etikettering die het mogelijk maakt deze produkten van andere soortgelijke levensmiddelen te onderscheiden, geen bedreiging mogen vormen voor de vrijheid van vestiging en het vrije verkeer van goederen; dat het vrije verkeer, het in de handel brengen en de fabricage in alle Lid-Staten van soortgelijke levensmiddelen die al dan niet als traditioneel worden beschouwd, derhalve overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag mogelijk moeten blijven,
BESLUITEN:
Artikel 1
Krachtens artikel 3 bis van Richtlijn 89/107/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 94/34/EG, en onder de daarin gespecificeerde voorwaarden wordt het de in de bijlage vermelde Lid-Staten toegestaan in hun wetgeving een verbod op het gebruik van categorieën additieven bij de produktie van de desbetreffende in genoemde bijlage vermelde levensmiddelen te handhaven.
Dit besluit wordt toegepast zonder afbreuk te doen aan de Verordeningen (EEG) nr. 2081/92 en (EEG) nr. 2082/92.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de Lid-Staten.
(1) PB nr. L 40 van 11. 2. 1989, blz. 27.
(2) PB nr. L 237 van 10. 9. 1994, blz. 1.
(1) PB nr. L 208 van 24. 7. 1992, blz. 1.
(2) PB nr. L 208 van 24. 7. 1992, blz. 9.
(3) PB nr. L 237 van 10. 9. 1994, blz. 3.
(4) PB nr. L 237 van 10. 9. 1994, blz. 13.
BIJLAGE
Produkten waarvoor de betrokken Lid-Staten een verbod op bepaalde categorieën additieven mogen handhaven
>RUIMTE VOOR DE TABEL>