Home

Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD TOT INVOERING VAN EEN COMMUNAUTAIR ACTIEPROGRAMMA VOOR CIVIELE BESCHERMING

Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD TOT INVOERING VAN EEN COMMUNAUTAIR ACTIEPROGRAMMA VOOR CIVIELE BESCHERMING

Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD TOT INVOERING VAN EEN COMMUNAUTAIR ACTIEPROGRAMMA VOOR CIVIELE BESCHERMING /* COM/95/155DEF - CNS 95/0098 */

Publicatieblad Nr. C 142 van 08/06/1995 blz. 0019


Voorstel voor een beschikking van de Raad tot invoering van een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (95/C 142/13) (Voor de EER relevante tekst) COM(95) 155 def. - 95/0098(CNS)

(Door de Commissie ingediend op 3 mei 1995)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,

Gezien het advies van het Comité van de regio's,

Overwegende dat het dank zij de sedert 1985 op dit gebied genomen communautaire maatregelen geleidelijk aan tot een samenwerking tussen de Lid-Staten is gekomen en dat de sedert 1987 (1) goedgekeurde resoluties de grondslag voor deze samenwerking vormen;

Overwegende dat de communautaire samenwerking op het gebied van civiele bescherming (waaronder ook ecologische noodsituaties vallen) bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het Verdrag, met name door de solidariteit tussen de Lid-Staten te bevorderen, alsmede door behoud en bescherming van het milieu te bevorderen, dat, teneinde deze doelstellingen te realiseren, artikel 3 t) van het Verdrag de Gemeenschap ertoe oproept, geschikte maatregelen op het gebied van civiele bescherming goed te keuren;

Overwegende, bovendien, dat in het communautaire beleidsplan en actieprogramma op het gebied van het milieu en duurzame ontwikkeling, met inachtneming van het milieu (2) civiele bescherming en ecologische noodsituaties genoemd worden als gebied waaraan de Gemeenschap een belangrijkere plaats zal toekennen, en dat in dit programma wordt gevraagd, bij de te nemen maatregelen ook met de stand van het wetenschappelijk onderzoek en het technologisch ontwikkelingspeil rekening te houden;

Overwegende dat met de invoering van een communautair actieprogramma zal worden bijgedragen tot een nog doeltreffender samenwerking op dit gebied, en dat een dergelijk programma voor een groot deel met behulp van de op dit gebied opgedane ervaring opgebouwd moet worden;

Overwegende hoe belangrijk maatregelen ter voorbereiding van de voor civiele bescherming en bij spoedeisende milieuproblemen verantwoordelijke instanties in de Lid-Staten zijn om te bereiken dat deze beter op hun taak zijn berekend;

Overwegende dat het eveneens belangrijk is het nodige voor de Europese burger te doen, met name om te bereiken dat deze zichzelf beter gaat beschermen;

Overwegende dat de Commissie bij het beheer van de actieprogramma's door een raadgevend comité voor civiele bescherming zal worden bijgestaan; dat de Commissie dit comité bovendien over alle andere civiele-beschermingskwesties kan raadplegen;

Overwegende dat de communautaire samenwerking, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, een aanvulling vormt op de nationale beleidsmaatregelen inzake civiele bescherming en spoedeisende milieuproblemen teneinde deze doeltreffender te maken, en dat er met een uitwisseling van ervaringen en onderlinge bijstand toe kan worden bijgedragen dat er minder mensenlevens verloren gaan en dat de in de gehele Gemeenschap geleden economische en milieuschade beperkt kan blijven;

Overwegende dat in het Verdrag alleen artikel 235 de voor de goedkeuring van deze beschikking vereiste bevoegdheden biedt,

BESLUIT:

Artikel 1

Er wordt een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (met ingebrip van spoedeisende milieuproblemen) vastgesteld. De uit dit programma voortvloeiende maatregelen, alsmede de wijze van financiële steunverlening door de Unie worden in de bijlage aangegeven.

Artikel 2

De Commissie legt het actieprogramma ten uitvoer. Zij kan ter uitvoering van het programma in andere maatregelen voorzien dan die welke in de bijlage worden genoemd, wanneer incidenteel aanvullende maatregelen vereist zijn. Deze aanvullende maatregelen worden dan, uitgaande van de prioriteiten en de beschikbare middelen, geëvalueerd.

Artikel 3

1. Iedere in het kader van het actieprogramma genomen specifieke maatregel moet tot doel hebben de civiele-beschermingsinspanningen van de Lid-Staten te steunen, te begeleiden en aan te vullen.

2. De maatregelen worden met name aan de hand van de volgende criteria geselecteerd:

a) bijdrage tot een betere voorbereiding van de civiele-beschermingsinstanties in de Lid-Staten om deze slagvaardiger te maken;

b) bijdrage tot een verbetering van de bij het ingrijpen gehanteerde technieken en methoden: proefprojecten;

c) bijdrage tot voorlichting, onderwijs en bewustmaking van de burgers, met name om te bereiken dat deze zichzelf beter gaan beschermen.

3. Elke specifieke maatregel wordt in nauwe samenwerking met de betrokken nationale, regionale of plaatselijke overheden uitgevoerd.

4. Bij iedere maatregel zal met de stand van het communautair en nationaal onderzoek op de gebieden in kwestie rekening worden gehouden.

5. De Commissie en de Lid-Staten doen het nodige om te bevorderen dat dit programma en het actieprogramma voor de tenuitvoerlegging van een beroepsopleidingsbeleid van de Europese Gemeenschap elkaar in de praktijk aanvullen.

Artikel 4

Voor de tenuitvoerlegging van het programma wordt de Commissie bijgestaan door een raadgevend comité voor civiele bescherming, dat uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten bestaat en door de vertegenwoordiger van de Commissie wordt voorgezeten.

De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité voorstellen voor maatregelen voor. Het comité brengt over deze voorstellen advies uit en wel binnen een termijn die de voorzitter op basis van de urgentie van het vraagstuk in kwestie kan vaststellen, waarbij in voorkomend geval een stemming kan worden gehouden.

Het advies wordt in de notulen vermeld; bovendien heeft elke Lid-Staat het recht te verlangen dat zijn standpunt eveneens in deze notulen wordt opgenomen.

De Commissie houdt zoveel mogelijk met het door het comité uitgebrachte advies rekening. Zij deelt het comité mede op welke wijze zij met dit advies rekening heeft gehouden.

Bovendien kan de Commissie het raadgevend comité voor civiele bescherming over iedere andere civiele-beschermingskwestie raadplegen.

Artikel 5

De Commissie evalueert om de drie jaar hoe het met de tenuitvoerlegging van het actieprogramma staat en stelt het in artikel 4 bedoelde comité van haar bevindingen in kennis.

(1) PB nr. C 176 van 4. 7. 1987, blz. 1;

PB nr. C 44 van 23. 2. 1989, blz. 3;

PB nr. C 315 van 14. 12. 1990, blz. 1;

PB nr. C 315 van 14. 12. 1990, blz. 3;

PB nr. C 198 van 27. 7. 1991, blz. 1;

PB nr. C 313 van 10. 11. 1994, blz. 1.

(2) PB nr. C 138 van 17. 5. 1993, blz. 5.

BIJLAGE (1)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

(1) Onderzoek en technologische ontwikkeling vallen niet onder de in het kader van dit programma genomen maatregelen.