Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende een geheel van richtsnoeren voor transeuropese telecommunicatienetwerken (door de Commissie ingediend)
Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende een geheel van richtsnoeren voor transeuropese telecommunicatienetwerken (door de Commissie ingediend)
Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende een geheel van richtsnoeren voor transeuropese telecommunicatienetwerken (95/C 302/07) (Voor de EER relevante tekst) COM(95) 224 def. - 95/0124(COD)
(Door de Commissie ingediend op 7 juni 1995)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 129 D, lid 1,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité,
Gezien het advies van het Comité van de Regio's,
Overwegende dat de invoering en ontwikkeling van transeuropese telecommunicatienetwerken beoogt het verkeer en de uitwisseling van informatie in heel de Unie mogelijk te maken; dat dit een noodzakelijke voorwaarde is voor de totstandkoming van de "informatiemaatschappij", die inhoudt dat elke burger, elk bedrijf of elke overheid, waar dan ook in de Unie gevestigd, naar behoefte kan beschikken over elke soort en hoeveelheid van gewenste informatie;
Overwegende dat de Commissie in haar Witboek "Groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid" met nadruk heeft gewezen op het belang van de totstandbrenging van de informatiemaatschappij die, door de invoering van nieuwe vormen van economische, politieke en sociale verhoudingen, de Unie zal helpen de uitdagingen van de komende eeuw aan te gaan; dat dit door de Europese Raad te Brussel van december 1993 is erkend;
Overwegende dat door de interne markt een gebied zonder grenzen tot stand wordt gebracht, waarbinnen het vrije verkeer van goederen, personen, kapitaal en diensten moet worden gewaarborgd, en dat de reeds goedgekeurde en nog goed te keuren maatregelen van de Gemeenschap een significante uitwisseling van informatie tussen individuen, organisaties en overheden tot gevolg hebben; dat efficiënte middelen voor het uitwisselen van informatie van levensbelang zijn voor de verbetering van het concurrentievermogen van de industrie; dat deze uitwisseling van informatie kan worden verzorgd door transeuropese telecommunicatienetwerken; dat de beschikbaarheid van transeuropese netwerken de sociale samenhang in heel de Unie zal versterken;
Overwegende dat dankzij de aanleg en ontwikkeling van transeuropese telecommunicatienetwerken de vrije uitwisseling van informatie tussen individuen, organisaties en overheden kan worden gewaarborgd terwijl het recht op privacy van het individu en de intellectuele en industriële eigendomsrechten worden geëerbiedigd;
Overwegende dat in juni 1994, in hun verslag "Europa en de wereldwijde informatiemaatschappij" (1), de leden van een groep vooraanstaande vertegenwoordigers van de industrie de Raad hebben aanbevolen transeuropese telecommunicatienetwerken in te voeren en hun interconnectiviteit met alle andere Europese netwerken te garanderen; dat de Europese Raad van Korfoe in juni 1994 deze aanbeveling globaal heeft goedgekeurd;
Overwegende dat de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement "Op weg naar de informatiemaatschappij: een actieplan" (2), deze aanbevelingen opvolgt; dat in de conclusies van de Raad Industrie-Telecommunicatie van 28 september 1994 betreffende dit actieplan de nadruk wordt gelegd op de wezenlijke rol van de snelle ontwikkeling van krachtige informatie-infrastructuren (netwerken, diensten en toepassingen) voor Europa op basis van een samenhangende en evenwichtige totaalaanpak;
Overwegende dat artikel 129 C van het Verdrag voorschrijft dat de Gemeenschap een geheel van richtsnoeren opstelt voor de doelstellingen, prioriteiten en algemene beleidslijnen voor de maatregelen die ten uitvoer moeten worden gelegd inzake transeuropese netwerken; dat in deze richtsnoeren projecten van gemeenschappelijk belang moeten worden vastgesteld;
Overwegende dat de informatiemaatschappij niet tot ontwikkeling kan komen wanneer er geen toepassingen, en met name toepassingen van algemeen belang, beschikbaar zijn die optimaal beantwoorden aan de behoeften van de gebruikers, waar nodig rekening houdend met de behoeften van ouderen en gehandicapten; dat toepassingen dus een belangrijk deel van de projecten van gemeenschappelijk belang zullen uitmaken;
Overwegende dat projecten van gemeenschappelijk belang in veel gevallen reeds kunnen worden uitgevoerd via de bestaande telecommunicatienetwerken zodat transeuropese toepassingen reeds kunnen worden aangeboden; dat richtsnoeren moeten worden opgesteld om deze projecten van gemeenschappelijk belang te kunnen selecteren;
Overwegende dat bij de selectie en uitvoering van dergelijke projecten rekening moet worden gehouden zowel met de infrastructuur waarover de telecommunicatie-organisaties beschikken als met door andere leveranciers aangeboden infrastructuren;
Overwegende dat de Commissie de Raad een geheel van richtsnoeren betreffende de ontwikkeling van het digitale netwerk voor geïntegreerde diensten (ISDN) als een transeuropees netwerk heeft doen toekomen (3); dat de Raad over dit voorstel een gemeenschappelijk standpunt heeft ingenomen;
Overwegende dat de bestaande netwerken, waaronder het ISDN, zich aan het ontwikkelen zijn tot geavanceerde netwerken die een variabele capaciteit mogelijk maken tot aan breedband toe, en die aanpasbaar zijn aan verschillende behoeften, in het bijzonder voor het aanbieden van multimediadiensten en -toepassingen; dat de aanleg van geïntegreerde breedbandcommunicatienetwerken (IBC) het resultaat van deze ontwikkeling zal zijn; dat IBC het optimale platform zal zijn om de toepassingen van de informatiemaatschappij op te bouwen;
Overwegende dat de resultaten van het specifieke programma voor onderzoek- en technologische ontwikkeling (4) op het gebied van communicatietechnologie (RACE) een voorbereiding vormen op en de technische grondslag hebben gelegd voor de invoering van IBC-netwerken in Europa;
Overwegende dat de resultaten van het specifieke programma voor onderzoek- en technologische ontwikkeling op het gebied van de informatietechnologie (ESPRIT) een voorbereiding vormen op en de technische grondslag hebben gelegd voor de invoering van toepassingen van de informatietechnologie;
Overwegende dat de resultaten van de specifieke programma's voor onderzoek- en technologische ontwikkeling op het gebied van telematicasystemen van algemeen belang (1991-1994) (5) en telematicatoepassingen van algemeen belang (1994-1998) (6) de grondslag hebben gelegd voor de invoering van interoperabele toepassingen van gemeenschappelijk belang in heel Europa;
Overwegende dat voor een effectieve cooerdinatie moet worden gezorgd tussen de verschillende communautaire programma's, met name, wanneer van toepassing, met programma's ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf (7), op de informatie-inhoud gerichte programma's (zoals INFO 2000 en MEDIA 2) en andere activiteiten voor de informatiemaatschappij;
Overwegende dat in haar mededeling betreffende voorbereidende acties op het gebied van transeuropese netwerken - geïntegreerde breedbandcommunicatie (TEN-IBC) (8), de Commissie heeft gewezen op de noodzaak voorbereidende acties uit te voeren met de betrokkenen uit de sector om passende richtsnoeren op te stellen; dat het resultaat van deze acties de basis vormt voor de richtsnoeren met betrekking tot IBC-netwerken in deze beschikking;
Overwegende dat de telecommunicatiesector geleidelijk wordt geliberaliseerd; dat de ontwikkeling van transeuropese toepassingen, diensten en netwerken voornamelijk afhangt van het particuliere initiatief; dat deze transeuropese ontwikkelingen moeten plaatsvinden op basis van marktbehoeften; dat, hiermee rekening houdende, de betrokken actoren uit de sector zal worden gevraagd, door middel van geëigende procedures die aan allen gelijke kansen zullen bieden, specifieke projecten van gemeenschappelijk belang op bepaalde, geselecteerde gebieden voor te stellen; dat deze procedures moeten worden vastgesteld en een lijst van de gekozen gebieden moet worden goedgekeurd; dat een comité de Commissie zal bijstaan bij de selectie van de specifieke projecten van gemeenschappelijk belang;
Overwegende dat de communautaire financiële steun voor de uitvoering van projecten van gemeenschappelijk belang die bij deze beschikking worden vastgesteld, moet worden beschouwd in het kader van de verordening tot vaststelling van algemene procedureregels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van transeuropese netwerken; dat deze verordening voorschrijft dat de betrokken Lid-Staten een zekere mate van ondersteuning geven aan de projecten van gemeenschappelijk belang;
Overwegende dat de Commissie actie dient te ondernemen teneinde de interoperabiliteit van de netwerken te garanderen en om de activiteiten van de Lid-Staten die zijn gericht op de invoering van transeuropese telecommunicatienetwerken, te cooerdineren;
Overwegende dat het voor een optimale ontwikkeling van de informatiemaatschappij van belang is te zorgen voor een efficiënte uitwisseling van informatie tussen de Gemeenschap en derde landen, in het bijzonder de Lid-Staten van de Europese Economische Ruimte; dat het derhalve nodig is interconnectie en interoperabiliteit van netwerken op Europese schaal te bevorderen;
Overwegende dat in de context van deze richtsnoeren activiteiten echter volledig onderworpen zijn aan de mededingingsregels van het Verdrag en de uitvoeringswetgeving,
HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
In deze beschikking worden richtsnoeren vastgesteld betreffende de doelstellingen, de prioriteiten en de grote lijnen van de op het gebied van transeuropese netwerken overwogen maatregelen. In deze richtsnoeren worden de gebieden aangegeven voor projecten van gemeenschappelijk belang, alsmede een procedure voor de selectie van specifieke projecten van gemeenschappelijk belang op deze gebieden.
Artikel 2
De Gemeenschap verleent steun aan de interconnectie van telecommunicatienetwerken, in het bijzonder geïntegreerde breedbandcommunicatienetwerken (IBC), het aanleggen en ontwikkelen van interoperabele diensten en toepassingen, de toegang daartoe en het aanleggen van de benodigde infrastructuur, met de volgende algemene doelstellingen:
- bevorderen van een vloeiende overgang naar de informatiemaatschappij, met name om te helpen voorzien in maatschappelijke behoeften en bij te dragen tot een verbetering van de kwaliteit van het leven;
- verbeteren van het concurrentievermogen van de Europese industrie en versterken van de interne markt;
- versterken van de economische en sociale samenhang;
- versnellen van de ontwikkeling van nieuwe activiteiten in groeisectoren waardoor de werkgelegenheid kan worden gestimuleerd.
Artikel 3
De prioriteiten voor de totstandbrenging van de in artikel 2 genoemde doelstellingen zijn:
- vaststellen van de haalbaarheid, gevolgd door de invoering van toepassingen die de ontwikkeling van een Europese informatiemaatschappij bevorderen, in het bijzonder toepassingen van gemeenschappelijk belang;
- vaststellen van de haalbaarheid, gevolgd door de invoering van toepassingen die bijdragen aan de economische en sociale samenhang, door de toegang tot informatie in heel de Unie te verbeteren, voortbouwend op de Europese culturele diversiteit;
- voeren van acties die op het stimuleren van interregionale initiatieven zijn gericht, waardoor minder ontwikkelde regio's bij de lancering van transeuropese telecommunicatiediensten en toepassingen kunnen worden betrokken;
- vaststellen van de haalbaarheid, gevolgd door de invoering van toepassingen en diensten die bijdragen aan de versterking van de interne markt en het scheppen van werkgelegenheid, in het bijzonder wanneer zij het midden- en kleinbedrijf in staat stellen hun concurrentievermogen binnen de Europese Unie en op wereldschaal te verbeteren;
- aanwijzen, onderzoeken van de haalbaarheid, gevolgd door invoeren van transeuropese algemene diensten die zorgen voor een naadloze toegang tot allerlei soorten informatie, ook in platelands- en perifere gebieden, en die interoperabel zijn met equivalente diensten op wereldniveau;
- vaststellen van de haalbaarheid van nieuwe breedband-ruggegraatnetwerken van glasvezel, wanneer die voor dergelijke toepassingen en diensten vereist zijn, en bevordering van de interconnectiviteit van die netwerken;
- vaststellen en aanvullen van leemten en ontbrekende schakels voor een effectieve interconnectie en interoperabiliteit van alle componenten van telecommunicatienetwerken in Europa en op wereldschaal, met bijzondere nadruk op IBC-netwerken.
Artikel 4
De grote lijnen voor de maatregelen die ten uitvoer moeten worden gelegd om te voldoen aan de in artikel 2 genoemde doelstellingen zijn:
- selectie van projecten van gemeenschappelijk belang;
- uitvoeren van acties gericht op het verhogen van de bekendheid bij burgers, economische actoren en overheden van de voordelen die kunnen worden behaald uit de nieuwe geavanceerde transeuropese telecommunicatiediensten- en toepassingen;
- uitvoeren van acties gericht op het stimuleren van gecombineerde initiatieven van gebruikers en leveranciers voor het lanceren van projecten op het gebied van transeuropese telecommunicatienetwerken, in het bijzonder IBC-netwerken;
- ondersteuning verlenen, in het kader van de middelen die daar door het Verdrag aan worden toegewezen, aan het onderzoeken van de haalbaarheid, gevolgd door de invoering van toepassingen, in het bijzonder toepassingen van gemeenschappelijk belang, en aanmoedigen van de totstandbrenging van particulier/openbare samenwerkingsverbanden;
- stimuleren van het aanbod en het gebruik van diensten en toepassingen voor het midden- en kleinbedrijf en professionele gebruikers, die immers een bron van werkgelegenheid en groei zijn;
- bevorderen van de interconnectiviteit van netwerken, van de interoperabiliteit van breedbanddiensten- en toepassingen en de daarvoor vereiste infrastructuur, in het bijzonder voor multimediatoepassingen, en van de interworking tussen bestaande en breedbanddiensten en -toepassingen.
Artikel 5
De ontwikkeling van transeuropese telecommunicatienetwerken krachtens deze beschikking vindt plaats door de uitvoering van projecten van gemeenschappelijk belang. De gebieden waarop projecten van gemeenschappelijk belang worden geselecteerd, worden opgesomd in bijlage I.
Artikel 6
In de artikelen 7 tot en met 9 wordt de procedure gegeven voor de selectie van specifieke projecten van gemeenschappelijk belang op de in bijlage I aangegeven gebieden, gebruik makend van de in bijlage II genoemde criteria. De geselecteerde projecten kunnen steun ontvangen van de Gemeenschap in overeenstemming met de verordening van de Raad tot vaststelling van algemene procedureregels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van transeuropese netwerken.
Artikel 7
1. De Commissie stelt in overleg met de betrokkenen uit de sector en in overeenstemming met het beleid ten aanzien van andere transeuropese netwerken een werkprogramma op voor de selectie van de deelgebieden waarop specifieke projecten van gemeenschappelijk belang kunnen worden voorgesteld, en wel binnen de in bijlage I vermelde gebieden voor projecten van gemeenschappelijk belang. Dit werkprogramma wordt zonodig bijgewerkt.
2. Het werkprogramma vormt de basis voor uitnodigingen van de Commissie tot het indienen van voorstellen voor projecten van gemeenschappelijk belang.
Artikel 8
1. De Commissie is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de in de artikelen 7 tot en met 9 vastgestelde procedure.
2. Voor de in artikel 9, lid 1, genoemde gevallen, wordt de Commissie bijgestaan door een comité bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.
De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.
De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het comité.
Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité of indien geen advies werd uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
Indien de Raad één maand na de indiening van het voorstel bij de Raad geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld.
Artikel 9
1. De procedure van artikel 8 is van toepassing op:
- het voorbereiden en bijwerken van het in artikel 7 genoemde werkprogramma;
- het vaststellen van projecten van gemeenschappelijk belang naar aanleiding van een uitnodiging tot het indienen van voorstellen;
- het vaststellen van aanvullende ondersteunende en cooerdinerende acties;
- de te nemen maatregelen ter beoordeling van de tenuitvoerlegging van het werkprogramma.
2. Voor het specifieke geval van projecten van gemeenschappelijk belang op het gebied van ISDN (zie bijlage I, punt 3, eerste streepje) zijn de richtsnoeren van toepassing die door de Raad zijn vastgesteld (9).
3. De Commissie brengt het comité bij elk van zijn vergaderingen op de hoogte van de voortgang van de tenuitvoerlegging van het werkprogramma.
Artikel 10
De Lid-Staten nemen alle nodige maatregelen op nationaal, regionaal of lokaal niveau voor het bevorderen en versnellen van de invoering van de projecten van gemeenschappelijk belang, onder inachtneming van de communautaire regelgeving. Eventueel noodzakelijke vergunningsprocedures worden zo snel mogelijk afgerond.
Artikel 11
Deze beschikking loopt niet vooruit op enige financiële verplichting van de Lid-Staten of van de Gemeenschap.
Artikel 12
Deelneming door derde landen die partij zijn bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte of die een associatie-overeenkomst met de Gemeenschap hebben ondertekend, kan door de Raad per geval worden toegestaan volgens de procedure van artikel 228 van het Verdrag, teneinde deze landen in staat te stellen een bijdrage te leveren aan de tenuitvoerlegging van de projecten van gemeenschappelijk belang en de interconnectie en de interoperabiliteit van de telecommunicatienetwerken te bevorderen.
Artikel 13
De Commissie legt om de twee jaar een verslag over de tenuitvoerlegging van deze beschikking voor aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.
Dit verslag bevat een evaluatie, in het licht van de algemene doelstellingen, van de resultaten van de met communautaire steun op de verschillende gebieden uitgevoerde projecten.
Artikel 14
Deze beschikking wordt van kracht op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 15
Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.
(1) Verslag opgesteld voor de vergadering van de Raad van 24 en 25 juni 1994 te Korfoe: "Europa en de wereldwijde informatiemaatschappij - Aanbevelingen aan de Europese Raad".
(2) COM(94) 347 van 19 juli 1994.
(3) COM(93) 347 van 1 september 1993.
(4) Besluit 91/352/EEG van de Raad (PB nr. L 192 van 16. 7. 1991, blz. 8).
(5) Besluit 91/353/EEG van de Raad (PB nr. L 192 van 16. 7. 1991, blz. 18).
(6) Besluit 94/801/EG van de Raad (PB nr. L 334 van 22. 12. 1994, blz. 1).
(7) Mededeling van de Commissie: "Het geïntegreerd programma ten behoeve van het MKB en de ambachtelijke sector", COM(94) 207 def. van 3 juni 1994.
(8) COM(93) 372 van 22 juli 1993 (PB nr. C 200 van 24. 7. 1993, blz. 22).
(9) Gemeenschappelijk standpunt (EG) nr. 47/94 van 22 december 1994, vastgesteld door de Raad, met het oog op de aanneming van de ontwerpbeschikking (PB nr. C 384 van 31. 12. 1994, blz. 29).
BIJLAGE I
GEBIEDEN VOOR PROJECTEN VAN GEMEENSCHAPPELIJK BELANG
De transeuropese telecommunicatienetwerken zullen de Europese markt openstellen voor de nieuwe toepassingen en diensten die de basis zijn waarop de informatiemaatschappij zich dient te ontwikkelen. Ze zijn van wezenlijk belang voor het behoud en de bevordering van Europa's toekomstige welvaart en voor het scheppen van nieuwe werkgelegenheid, evenals voor het verbeteren van de economische en sociale samenhang.
Voor het beschrijven van de transeuropese telecommunicatienetwerken wordt vaak gebruik gemaakt van een drielaags-model, dat algemeen wordt beschouwd als het meest geëigende kader daarvoor. De drie lagen zijn:
- de laag toepassingen door middel waarvan de verbruikers in interactie treden met algemene diensten en basisnetwerken voor professionele, onderwijs- en sociale behoeften. De toepassingen moeten onderling interoperabel zijn om van maximaal nut te zijn voor de gebruikers in heel de Gemeenschap;
- de laag algemene diensten, bestaande uit compatibele algemene diensten en het beheer daarvan. Door hun ondersteuning van de gemeenschappelijke eisen van toepassingen, vullen deze diensten de toepassingen aan en dragen bij aan hun interoperabiliteit;
- de laag basisnetwerken, die voorziet in de fysieke toegangs-, transport- en schakelelementen van de netwerken, met inbegrip van hun beheer en van de signaleringsfuncties. Deze elementen zorgen voor de transeuropese netwerkinterconnectiviteit.
Deze drie lagen vormen een consistente structuur waarin toepassingen worden ondersteund door de twee onderste lagen: algemene diensten en basisnetwerken. Zo geldt met name dat toepassingen niet kunnen worden aangeboden wanneer één of beide andere lagen afwezig zijn; elke laag dient echter voldoende open te zijn om alle elementen van de onmiddellijk daarboven gelegen laag te ondersteunen. In deze context dienen de projecten van gemeenschappelijk belang te worden geselecteerd op basis van hun operationele capaciteit om te voldoen aan de doelstellingen die worden uiteengezet in deze beschikking.
Deze beschikking beoogt een lijst van projecten van gemeenschappelijk belang vast te stellen waaruit projecten zullen worden gekozen waarvoor communautair financiële steun krachtens artikel 129 C, lid 1, derde streepje, van het Verdrag kan worden verleend. De selectie vindt plaats in het kader van de "verordening tot vaststelling van algemene procedureregels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van transeuropese netwerken".
Voor alle geselecteerde projecten van gemeenschappelijk belang blijft het ook mogelijk gebruik te maken van de andere bronnen (1) van communautaire financiering, binnen de regels die voor elk van die instrumenten gelden. Financiële steun van de Gemeenschap wordt verleend overeenkomstig de regels van het concurrentiebeleid, met name die welke betrekking hebben op de financiële steun aan O& O en op overheidssteun.
In de volgende paragrafen worden de gebieden beschreven waarop projecten van gemeenschappelijk belang zullen worden vastgesteld:
1. Toepassingen
Op de volgende gebieden zullen toepassingsprojecten worden geselecteerd:
- Een netwerk voor universiteiten en onderzoekcentra: er dient een geavanceerd transeuropees netwerk voor het transport van multimediatoepassingen tot stand te worden gebracht waarmee universiteiten en onderzoekcentra in heel Europa met elkaar worden verbonden en dat zorgt voor een open toegang tot hun bibliotheken.
- Afstandsonderwijs en -opleiding: geavanceerde afstandsonderwijs- en opleidingsdiensten moeten toegankelijk worden gemaakt voor scholen en instellingen voor hoger onderwijs en voor het bedrijfsleven. Er moeten centra worden opgezet en op afstand toegankelijk gemaakt in heel Europa, teneinde te voorzien in courseware en opleidingsdiensten voor het midden- en kleinbedrijf, grote bedrijven, onderwijsstelsels en openbare overheden. Er moet een nieuwe aanpak voor de beroepsopleiding voor de informatiemaatschappij worden bevorderd en ontwikkeld.
- Telematica voor de gezondheidszorg: er dienen transeuropese netwerken en toepassingen op basis van gemeenschappelijke normen te worden ingevoerd, waarmee op Europese schaal alle partners binnen de gezondheidszorg, met name huisartsen, ziekenhuizen en sociale centra met elkaar worden verbonden.
- Telematica voor het vervoer: er dient optimaal gebruik te worden gemaakt van transeuropese telecommunicatienetwerken ter verbetering van het transportnetwerkbeheer en de logistieke steun voor de transportindustrie en ter bevordering van diensten met toegevoegde waarde. Telematicasystemen en -diensten kunnen ook worden gebruikt als hulpmiddelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk vervoerbeleid. Er zal worden gezorgd voor de vereiste complementariteit met en de interoperabiliteit van het transeuropese transportnetwerk.
- Telematica voor het milieu: transeuropese netwerken kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het bewaken en beheren van het milieu, met inbegrip van het beheer van noodsituaties.
- Telewerken: gesteund op geavanceerde communicatiesystemen kan telewerken (thuis en in satellietkantoren) worden ontwikkeld, wat zal bijdragen tot nieuwe vormen van flexibiliteit qua werkplaats en -organisatie. Doordat beroepswerkzaamheden dankzij telewerken kunnen worden gedecentraliseerd kunnen de milieu-effecten van het dagelijks pendelverkeer worden verminderd.
- Telematicadiensten voor het midden- en kleinbedrijf: projecten van gemeenschappelijk belang zullen ondersteuning leveren voor het gebruik van transeuropese telecommunicatietoepassingen en -diensten door het Europese midden- en kleinbedrijf met koppelingen naar de overheden, vakverenigingen, klanten en leveranciers, toegang tot informatiediensten en elektronische handel. Het midden- en kleinbedrijf moet beter bekend worden gemaakt met op telematica gebaseerde oplossingen.
- Transeuropese netwerken voor overheidsdiensten: er dienen onderling gekoppelde netwerken tussen de overheidsnetwerken in Europa tot stand te worden gebracht, met het oog op een vlottere en goedkopere uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten, voornamelijk bij de tenuitvoerlegging van de regelgeving van de Europese Unie. Dit dient verder te worden uitgebreid om de overheden en de burgers in Europa met elkaar te verbinden.
- Elektronisch inschrijven op aanbestedingen: oprichting van een transeuropees elektronisch netwerk voor het inschrijven op aanbestedingen, gebaseerd op elektronische procedures voor overheidsopdrachten aan leveranciers in Europa.
- Stedelijke informatiesnelwegen: bevordering van netwerken en diensten waarmee gezinnen, ondernemingen, sociale organisaties en administraties onderling worden verbonden en toegang kunnen krijgen tot online multimedia-informatie, educatieve, culturele en amusementsdiensten, op lokale, regionale, nationale en Europese basis. Bevordering van de koppeling van stedelijke en regionale netwerken.
- Bibliotheekdiensten: er moeten geavanceerde transeuropese netwerkgeïntegreerde bibliotheekdiensten worden opgezet, waarbij alle types bibliotheken zijn betrokken (nationale, openbare en universiteitsbibliotheken, bibliotheken van onderzoekcentra, enz.), zodat de in de bibliotheken van heel Europa verzamelde kenis effectief toegankelijk wordt gemaakt en het economische, sociale, educatieve en culturele leven van de Europese Unie kan ondersteunen.
- Telematicadiensten voor de arbeidsmarkt: ontwikkeling van netwerkgeïntegreerde diensten, zoals gegevensbanken met informatie over banen, ter ondersteuning van de zich wijzigende arbeidsmarkt in Europa en de strijd tegen de werkloosheid.
- Cultureel en taalkundig erfgoed: lancering van initiatieven ter bescherming en vergemakkelijking van de toegang tot het Europese culturele erfgoed en ter illustratie van het vermogen van de informatie-infrastructuur om bij te dragen tot de ontwikkeling van de plaatselijke cultuur in de eigen taal.
- Toegang van de burger tot diensten: opzetten van toepassingen die de toegang van burgers tot diensten van algemeen belang demonstreren, bij voorbeeld infokiosken en toegangsinterfaces op openbare plaatsen, chipkaarten en elektronische portemonnees.
2. Algemene diensten
Op de volgende gebieden zullen projecten van gemeenschappelijk belang voor algemene dienstennetwerken worden geselecteerd.
- Invoering van operationele transeuropese algemene diensten, waaronder met name elektronische post, bestandsoverdrachtsystemen, online-toegang tot elektronische databases en videodiensten vallen. Aangezien er dringend behoefte bestaat aan deze transeuropese algemene diensten, zullen zij gebruik maken van bestaande geschakelde basisnetwerken en gebruikerstoegang. Zij dienen dienstenelementen op Europese schaal te bevatten, zoals authentisering, gegevensbescherming, transeuropese kioskdiensten, netwerknavigatiediensten, enz.
- Geleidelijke uitbreiding van de algemene diensten naar een multimediaomgeving, zodra geschakelde breedband-basisnetwerken en -toegang commercieel beschikbaar zullen zijn. Deze diensten zullen de eindgebruiker voorzien van toegang tot multimediale diensten en kunnen onder andere, maar niet alleen, de volgende elementen omvatten: multimedia, post, hoge-snelheidsbestandsoverdracht en videodiensten, met inbegrip van video op aanvraag. Het gebruik van deze multimediadiensten door zakelijke en thuisgebruikers dient te worden aangemoedigd, evenals de integratie van nieuwe dienstenelementen zoals automatische vertaling, spraakherkenning, grafische gebruikersinterfaces.
- Invoering van niet-merkgebonden digitale handtekeningen als basis voor een open dienstverlening en gebruikersmobiliteit: algemene diensten zullen gebruik maken van een groot aantal aanvullende en met elkaar in concurrentie tredende dienstverleners. Open dienstverlening en mobiliteit van de gebruiker zullen van groot belang zijn en elektronische namen (digitale handtekeningen) zullen algemeen beschikbaar moeten zijn en worden ondersteund.
3. Basisnetwerken
Op de volgende gebieden zullen projecten van gemeenschappelijk belang voor basisnetwerken worden geselecteerd:
- Euro-ISDN: aangezien ISDN (Digitaal Netwerk voor geïntegreerde diensten) nu al onmiddellijk commercieel en technisch in heel Europa beschikbaar is, is dit thans het meest geëigende en efficiënte geschakelde basisnetwerk voor het transport van nieuwe diensten en toepassingen. Dankzij de huidige stand van de ontwikkeling van ISDN heeft Europa een zekere voorsprong en de marktgroei en geografische uitbreiding ervan zal worden gerechtvaardigd door de invoering van deze nieuwe diensten en toepassingen op paneuropese schaal. Men mag echter niet uit het oog verliezen dat ISDN slechts een eerste stap is en dat het zich zal ontwikkelen tot niet meer dan een gebruikerstoegang tot breedband-basisdiensten.
- Commerciële invoering van beheerd ATM (Asynchronous Transfer Mode) en andere breedbandnetwerken: dit gebied moet als van het grootste gemeenschappelijke belang voor Europa worden beschouwd.
- Interoperabiliteit van bestaande en breedbandcommunicatienetwerken: bestaande netwerken (voor vaste, mobiele en satellietdiensten) moeten onderling worden verbonden en interoperabel zijn, met de op ATM gebaseerde hoge-snelheidsnetwerken en onderling, teneinde de meest geëigende economische oplossingen te bieden voor de verschillende situaties die zich zullen voordoen gedurende de totstandbrenging van de informatiemaatschappij. Dit onderwerp vormt de kern van de ontwikkeling van het geïntegreerde breedbandcommunicatienetwerk (IBC) en is met name van belang voor het midden- en kleinbedrijf en voor beroepsmatige en thuisgebruikers.
4. Ondersteunende en cooerdinerende acties
Naast ondersteuning van de projecten van gemeenschappelijk belang dient de Gemeenschap acties te initiëren die erop gericht zijn een geschikte omgeving te bieden. Zij zullen bijdragen tot de totstandkoming van een consensus en overleg tussen de initiatiefnemers van nationale en regionale activiteiten voor het stimuleren en bevorderen van nieuwe toepassingen en diensten, alsmede tot de ontwikkeling van breedbandbasisnetwerken. Daarbij zal overleg nodig zijn met Europese normalisatie-instellingen en organisaties die zich bezig houden met strategische planning (2), evenals cooerdinatie met acties die worden gefinancierd door de verschillende communautaire financiële instrumenten. Dit betreft onder andere:
- Ontwikkeling van richtspecificaties en overgang naar die specificaties. Deze specificaties zullen de betrokkenen uit de sector helpen economisch verantwoorde investeringsbeslissingen te nemen. Dit zal worden gedaan in overleg met alle betrokkenen uit de sector, met inbegrip van de telecommunicatie-exploitanten, kabelexploitanten, nieuwe exploitanten, dienstverleners, vakverenigingen en consumentenverenigingen, teneinde:
- vast te stellen welke de ontbrekende elementen en knelpunten zijn in de transeuropese telecommunicatienetwerken,
- de richtspecificaties uit te werken voor de drie reeds besproken netwerklagen. Hieronder vallen terrestrische, satelliet- en mobiele communicatie, en beheer en exploitatie op Europese schaal. De betrokkenen uit de sector zullen voortbouwen op de gemeenschappelijke functionele specificaties van de RACE- en telematicaprogramma's, de werkzaamheden van Eurescom en andere technische instanties die zijn opgezet door de betrokkenen uit de sector, en op de resultaten van de lopende breedbandproeven en van de Esprit- en IT-programma's,
- het netwerk tot de uiteindelijk gewenste omvang te ontwikkelen, en
- de ontwikkeling van open, interoperabele en gebruikersvriendelijke systemen te bevorderen.
- Vaststellen van toegangsmethoden voor breedbandnetwerken voor de drie genoemde lagen.
- Opstellen van gemeenschappelijke specificaties gebaseerd op Europese en wereldnormen.
- Bevorderen van de samenwerking tussen de betrokkenen in de sector, met name met opkomende en geïsoleerd opererende exploitanten, zoals kabel- en televisienetwerken, alsook met gebruikers.
- Samenwerking en cooerdinatie met nationale, Europese en communautaire programma's.
(1) Deze andere bronnen zijn: vierde OTO-kaderprogramma, Structuurfondsen, Cohesiefonds, Europese Investeringsbank, Europees Investeringsfonds. Deze instrumenten worden nader omschreven in bijlage I van het document "Methodologie voor de totstandbrenging van toepassingen voor de informatiemaatschappij".
(2) ETSI, CEN/Cenelec, Eurescom en ETNO.
BIJLAGE II
SELECTIECRITERIA
De selectie van projecten van gemeenschappelijk belang uit de projecten die door geïnteresseerde betrokkenen worden ingediend in antwoord op een uitnodiging tot het indienen van voorstellen, zoals vermeld in artikel 7, gebeurt op basis van hun overeenstemming met de doelstellingen en prioriteiten zoals vastgelegd in respectievelijk de artikelen 2 en 3. De projecten moeten transnationaal en liefst interregionaal van aard zijn.
Daarnast moet rekening worden gehouden met de economische en financiële criteria die zijn vastgelegd in de "verordening van de Raad tot vaststelling van algemene procedureregels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van transeuropese netwerken". Deze criteria, die in het kader van deze verordening zullen worden gebruikt om vast te stellen of een specifiek project in aanmerking komt voor financiële steun, zijn:
- de potentiële economische haalbaarheid van het project, die gegarandeerd moet zijn;
- de rijpheid van het project;
- het stimulerende effect van de communautaire interventie op openbare en particuliere financiering;
- de effectiviteit van de financiële afspraken;
- de directe of indirecte sociaal-economische gevolgen, met name voor de werkgelegenheid;
- de gevolgen voor het milieu;
- met name voor grensoverschrijdende projecten, de cooerdinatie van de timing van de verschillende onderdelen van een project.