Gewijzigd voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douanediensten van de Gemeenschap ("Douane 2000")
Gewijzigd voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douanediensten van de Gemeenschap ("Douane 2000")
Gewijzigd voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douanediensten van de Gemeenschap ("Douane 2000") /* COM/95/576 DEF - COD 95/0087 */
Publicatieblad Nr. C 023 van 27/01/1996 blz. 0007
Gewijzigd voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douanediensten van de Gemeenschap ("Douane 2000") (1)
(96/C 23/08)
(Voor de EER relevante tekst)
COM(95) 576 def. - 95/0087(COD)
(Door de Commissie overeenkomstig artikel 189 A, lid 2, van het EG-Verdrag ingediend op 21 november 1995)
Als gevolg van de aanvaarding van het advies van het Europees Parlement op 25 oktober 1995, bij de eerste lezing, aangaande het voorstel van de Commissie voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douanediensten van de Gemeenschap ("Douane 2000"), en in overeenstemming met artikel 189 A van het Verdrag, wordt het oorspronkelijke voorstel van de Commissie dat vervat is in document COM(95) 119 final en gewijzigd is door COM(95) 451 def. als volgt gewijzigd:
1. Eerste overweging
"Overwegende dat de voltooiing van de interne markt op 1 januari 1993, de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de uitbreiding van de Unie met nieuwe Lid-Staten, de geplande uitbreiding van de gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer tot de Visegradlanden en de snelle ontwikkeling van het handelsverkeer van de Unie met de rest van de wereld die het resultaat is van, onder meer, de overeenkomsten die in april 1994 in het kader van de GATT werden ondertekend en goedgekeurd door de Raad op 19 december 1994, het noodzakelijk maken dat een duidelijke strategie wordt vastgesteld en uitgevoerd zodat de taak die de douane in de Europese Unie moet vervullen beter omschreven kan worden;".
2. Tweede overweging (nieuw)
"Overwegende dat met de totstandbrenging van de interne markt weliswaar de controles op goederen aan alle binnengrenzen van de Unie kwamen te vervallen, maar dat toch tussen de thuismarkten van de Europese landen en de Europese interne markt aanzienlijke verschillen blijven bestaan; dat de verdere ontwikkeling van de Europese interne markt tot een thuismarkt met open binnengrenzen en een gemeenschappelijke buitengrens vóór het eind van dit decennium daarom prioriteit heeft;".
3. Derde overweging (nieuw)
"Overwegende dat voor de totstandbrenging van de Europese thuismarkt een gemeenschappelijke bescherming van de buitengrenzen nodig is; dat dit besluit een essentieel instrument is voor het scheppen van een dergelijke gemeenschappelijke bescherming; dat tegelijkertijd de resterende barrières in de interne markt dienen te verdwijnen; dat dit inhoudt: totstandbrenging van het vrije verkeer van personen, invoering van één enkele munt, communautaire rechtsbepalingen ter bescherming van de intellectuele eigendom, BTW gebaseerd op het beginsel van het land van oorsprong, wederzijdse erkenning van technische normen en standaards, ontwikkeling van transeuropese netwerken en totstandbrenging van het statuut van de Europese vennootschap; dat deze doelstellingen voor het jaar 2000 moeten worden verwezenlijkt;".
4. Vierde overweging (nieuw)
"Overwegende dat, om nadruk te leggen op de verantwoordelijkheid van de ambtenaren van de douane-administraties in de Lid-Staten voor de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsrecht en de gemeenschappelijke beleidsmaatregelen, ze op hun uniform duidelijk zichtbaar het symbool met de twaalf sterren van de Europese Gemeenschap dienen te dragen;".
5. De tiende overweging wordt als volgt gewijzigd:
"Overwegende dat een eerste initiatief op dit gebied werd genomen in de vorm van het communautair actieprogramma voor de beroepsopleiding van douaneambtenaren (Matthaeus-programma) (²), dat de Commissie in de in het licht van dit besluit vereiste tussentijdse en eindverslagen onderzoekt, of het voor een betere opleiding van de douane-ambtenaren van de Lid-Staten op het vlak van het communautaire recht dienstig is dat een Douaneschool van de Gemeenschap wordt opgericht en waarvan de wijze van financiering nog vast te stellen is;".
6. De twaalfde overweging wordt als volgt gewijzigd:
"Overwegende dat het actieprogramma door de Gemeenschap en de Lid-Staten gezamenlijk zal worden gefinancierd en dat de bijdrage die ten laste van de begroting van de Gemeenschap komt in afdeling III (Commissie) zal worden opgenomen; dat deze beschikking, voor de volledige duur van het programma, een financiële toewijzing vaststelt die de bevoorrechte verwijzing, in de zin van punt 1 van de verklaring van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie van 6 maart 1995, voor de begrotingsautoriteit in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure, uitmaakt;
(²) Beschikking 91/341/EEG van 20 juni 1991 (PB nr. L 187 van 13. 7. 1991, blz. 41).
".
7. De veertiende overweging wordt als volgt gewijzigd:
"Overwegende dat dit actieprogramma gebaseerd is op de ervaringen die met het in 1994 door de Commissie op gang gebrachte proefproject zijn opgedaan en rekening houdt met de in haar mededeling 'Fraude in de regeling voor douanevervoer, voorgestelde oplossingen en toekomstperspectieven` van 29 maart 1995 (1) vervatte bevindingen;".
8. Artikel 1, lid 4, wordt als volgt vervolledigd:
"4. De in artikel 15 bedoelde procedure voor de voortgangscontrole en de evaluatie heeft ten doel de verkregen resultaten te analyseren en daaruit lering te trekken voor het verdere optreden van de Gemeenschap en voor de verdere ontwikkeling van het Gemeenschapsrecht.".
9. Een (nieuw) artikel 2 wordt toegevoegd:
"Artikel 2
Onderscheidingstekens voor douaneambtenaren
De Commissie formuleert voorstellen om te verzekeren dat de douaneambtenaren van de Lid-Staten het symbool met twaalf sterren van de Europese Gemeenschap zichtbaar op hun uniform dragen".
10. Artikel 2 van het oorspronkelijke voorstel wordt artikel 3 en wordt als volgt vervolledigd:
"8. De voorbereiding van geassocieerde derde landen die tot de Europese Unie willen toetreden."
11. De artikelen 3 en 4 van het oorspronkelijke voorstel worden hernummerd naar respectievelijk 4 en 5
12. Artikel 5 van het oorspronkelijke voorstel wordt naar 6 hernummerd en punt 3 wordt als volgt gewijzigd:
"De Commissie stelt, om deze objectieven te bereiken, de meest bruikbare nieuwe werkmethoden, uitrusting en materialen voor, om te komen tot doeltreffender controles aan de buitengrenzen. Als het omwille van de doeltreffendheid noodzakelijk is, doet de Commissie voorstellen ter harmonisering van de controles in tweeërlei opzicht:
- in kwantitatieve zin door gelijktrekking van het aantal controles,
- in kwalitatieve zin door steun aan de ontwikkeling van technieken voor doelgerichte controle en risicoanalyse.
De Commissie stelt een kader vast ter cooerdinatie van de controles na inklaring door de douanediensten van de Lid-Staten, met name door het ontwikkelen, in samenwerking met deze diensten, van een beleid van gezamenlijk georganiseerde controles achteraf op ondernemingen die in meer dan één Lid-Staat gevestigd zijn.".
13. Een nieuw artikel 7 wordt toegevoegd:
"Artikel 7
Invordering en zekerheidstelling
Om verbetering te brengen in de resultaten bij de navordering van onbetaalde rechten of ten onrechte uitgekeerde bedragen neemt de Commissie in haar verslag, zoals voorzien in artikel 17, haar bevindingen op over de rechtsregels van de Lid-Staten en de problemen die hun douanediensten ondervinden. Zij stelt alles in het werk om de activiteiten van de Lid-Staten op deze gebieden te cooerdineren. Ook brengt zij met medewerking van de Lid-Staten verslag uit over gevallen waarin de zekerheden zoals voorzien in de communautaire wetgeving onvoldoende zijn om de gelopen risico's te dekken, en stelt zij wijzigingen voor die wenselijk zijn om de financiële belangen van de Gemeenschap te beschermen.".
14. Artikel 6 van het oorspronkelijke voorstel wordt naar 8 hernummerd en punt 2 wordt als volgt vervolledigd:
"Deze opvolging heeft ten doel te verzekeren dat de communautaire wetgeving en procedures toereikend zijn voor de bescherming van de legitieme belangen van de Unie en van haar leden, zonder daarbij de behoeften van de deelnemers aan het internationale handelsverkeer uit het oog te verliezen. Dit doel dient vooral bereikt te worden door een vereenvoudiging van de genoemde wetgeving en procedures en door er voor te zorgen dat de gemeenschappelijke douanevoorschriften worden toegepast met inachtneming van het economisch leven en op dusdanige wijze dat buitenmatig hoge administratieve kosten vermeden worden.".
15. Artikel 7 wordt naar 9 hernummerd en het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
"Dit beleid beoogt met name:
- een maximale toepassing van de bestaande wetgeving en, indien nodig, de wijziging daarvan,
- een verbetering wat het verzamelen, de analyse, de verspreiding en de exploitatie van informatie op het niveau van de Gemeenschap betreft door zoveel mogelijk gebruik te maken van systemen voor automatische gegevensverwerking en een zo vlug mogelijke uitbouw van de automatisering van de douanediensten,
- het verwijderen van de belemmeringen voor een doeltreffend optreden en samenwerking inzake de bestrijding van de fraude, en meer bepaald wat betreft de onderzoeksbevoegdheden van de douane-ambtenaren
- de toepassing van doeltreffende sancties
- de voortzetting en ontwikkeling van gecooerdineerde acties en met name van communautaire onderzoek- of controlemissies in derde landen,
- het ontwikkelen van de samenwerking met derde landen, in het bijzonder de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa, met de bevoegde internationale organisaties evenals met de betrokken kringen van het bedrijfsleven,
- een meer intensief beroep, ten gunste van de gehele Gemeenschap, op het personeel van de Commissie en van de Lid-Staten in derde landen,
- de financiële opvolging van onregelmatigheden.".
16. Artikel 8 van het oorspronkelijke voorstel wordt artikel 10
17. Artikel 9 van het oorspronkelijke voorstel wordt artikel 11 en wordt als volgt gewijzigd:
"Artikel 11
Verbetering van de werkmethoden
De Commissie steunt initiatieven die erop gericht zijn de werkmethoden van de douanediensten te verbeteren. In samenwerking met de Lid-Staten en voorrang gevend aan de vaststelling van gevallen waarin de controles moeten worden uitgevoerd voor de vrijgave, moedigt zij de ontwikkeling en de toepassing van nieuwe werkmethoden aan, met name op de hierna volgende gebieden:
1. de risicoanalyse, om vast te stellen of de goederen die aan douanecontrole worden onderworpen het voorwerp moeten uitmaken van een fysieke controle of van een controle van de documenten alvorens te worden vrijgegeven;
2. het beroep op de boekhoudkundige controle van ondernemingen (audit);
3. de vereenvoudigde procedures voor het brengen van goederen onder een douanebestemming en voor het aanzuiveren;
4. de gecooerdineerde ontwikkeling van het gebruik van automatische gegevensverwerking van douaneprocedures, rekening houdende met de huidige stand van de automatisering bij de nationale douanediensten en met de belangen van de deelnemers aan het economisch verkeer in de Unie evenals met de internationale ontwikkelingen op dit gebied. Om het optreden van de met controle belaste diensten te vergemakkelijken, stelt de Commissie maatregelen voor om deze diensten zo nodig toegang te geven tot informatie in de databanken van de andere Lid-Staten over transacties waarvoor het communautair douanewetboek geldt,
5. het sluiten van overeenkomsten ('memoranda of understanding`) met de deelnemers aan het handelsverkeer om gepaste systemen in te voeren voor de controle, verificatie en uitwisseling van informatie of gegevens allerhande die kunnen bijdragen tot de bescherming van de belangen van de Gemeenschap.".
18. De artikelen 10 en 11 van het oorspronkelijke voorstel worden respectievelijk de artikelen 12 en 13
19. Artikel 12 van het oorspronkelijke voorstel wordt artikel 14 en wordt als volgt gewijzigd:
"De Commissie stelt de begrotingsautoriteit in kennis van de inhoud van de maatregelen die zij genomen heeft.".
20. Artikel 13 van het oorspronkelijke voorstel wordt artikel 15 en lid 3, tweede alinea wordt als volgt vervolledigd:
"In overeenstemming met de beginselen van een goed financieel beheer en een gunstige kosten/batenverhouding die zij onderschreven heeft, verzekert de Commissie, bij het financieren van activiteiten en het organiseren van seminars, dat de beste prijs-kwaliteit verhouding bereikt wordt.";
Een (nieuw) vierde lid wordt toegevoegd:
"4. De Commissie onderzoekt, in de rapporten vermeld in artikel 17, punt 4, de wenselijkheid en de mogelijke operationele maatregelen om te komen tot een permanente Douaneschool van de Europese Gemeenschap die erop gericht is de opleiding in Gemeenschapsrecht van de douane-ambtenaren van de Lid-Staten te verbeteren.";
Lid 4 wordt lid 5;
Een (nieuw) lid 6 wordt toegevoegd:
"6. De opleiding van de douaneambtenaren van de Gemeenschap zoals vastgesteld in het Matthaeusprogramma zal uitgebreid worden naar de ambtenaren van de geassociëerde landen van Midden- en Oost-Europa, die sedert kort actief deelnemen aan de vrije internationale handel.".
21. Artikel 14 van het oorspronkelijke voorstel wordt artikel 16 en lid 1 wordt als volgt vervolledigd:
"1. Voor de tenuitvoerlegging van punt 7 van artikel 2 voert de Commissie programma's uit of steunt zij initiatieven van de Lid-Staten die erop gericht zijn de betrekkingen tussen de douanediensten van de Unie en de deelnemers aan de buitenlandse handel te verbeteren en te versterken. Daarbij houdt zij terdege rekening met inzichten en informatie van de zijde van de deelnemers aan de buitenlandse handel.".(1) PB nr. C 346 van 23. 12. 1995, blz. 4.
(1) COM(95) 0108 final, 29. 3. 1995.