Home

Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie en apparatuur voor satellietgrondstations alsmede inzake de onderlinge erkenning van de conformiteit van die apparatuur"

Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie en apparatuur voor satellietgrondstations alsmede inzake de onderlinge erkenning van de conformiteit van die apparatuur"

Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie en apparatuur voor satellietgrondstations alsmede inzake de onderlinge erkenning van de conformiteit van die apparatuur"

Publicatieblad Nr. C 204 van 15/07/1996 blz. 0003


Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie en apparatuur voor satellietgrondstations alsmede inzake de onderlinge erkenning van de conformiteit van die apparatuur"

(96/C 204/02)

De Raad heeft op 14 maart 1996 besloten, overeenkomstig de bepalingen van artikel 100 A van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap het Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over voornoemd voorstel.

De Afdeling voor industrie, handel, ambacht en diensten, die met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 3 april 1996 goedgekeurd. Rapporteur was de heer Mobbs.

Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 335e Zitting (vergadering van 24 april 1996) het volgende advies uitgebracht, dat met 100 stemmen vóór, met 1 stem tegen bij 4 onthoudingen is goedgekeurd.

1. Inleiding

De Commissie heeft in 1987 besloten dat moet worden overgegaan tot codificatie van besluiten uiterlijk nadat zij voor de tiende maal zijn gewijzigd. Zij wees erop dat dit een minimumregel is, en dat moet worden getracht met kortere tussenpozen te codificeren.

In december 1994 zijn Raad, Parlement en Commissie het eens geworden over een versnelde werkwijze voor de officiële codificatie van wetteksten, aangezien hierbij geen inhoudelijke wijzigingen in de betrokken wetteksten worden aangebracht.

Met het huidige Commissievoorstel, dat gebaseerd is op bovenvermelde werkwijze, worden twee richtlijnen in één tekst samengevoegd. Het gaat om

"Richtlijn 91/263/EEG van de Raad van 29 april 1991 betreffende eindapparatuur voor telecommunicatie en de onderlinge erkenning van de conformiteit van de apparatuur", en

"Richtlijn 93/97/EEG van de Raad van 29 oktober 1993 houdende aanvulling van Richtlijn 91/263/EEG wat de apparatuur voor satellietgrondstations betreft."

2. Algemene opmerkingen

Het Comité steunt alle maatregelen die bedoeld zijn om communautaire teksten en wetgeving duidelijker en begrijpelijker te maken.

Volgens de Commissie zijn enkel wijzigingen aangebracht die noodzakelijkerwijs uit de codificatie voortvloeien. Na lezing is evenwel gebleken dat de betekenis van de tekst hier en daar ingrijpend gewijzigd is omdat ten gevolge van vertaalproblemen, drukfouten, en/of pogingen tot verduidelijking een aantal woorden veranderd werd. Het Comité heeft dit probleem aangekaart bij de Commissie, die het in grote lijnen eens is met de opmerkingen. Daarom vindt het Comité dat de Commissie de tekst opnieuw dient te bekijken.

3. Bijzondere opmerkingen

3.1. Artikel 7

3.1.1. In een aantal lid-staten is Richtlijn 91/263/EEG al omgezet in nationale wetgeving, waarbij artikel 6 zonder meer werd overgenomen. Deze landen gaan er bijgevolg van uit dat de in artikel 11 vermelde CE-markering enkel mag worden toegepast op eindapparatuur die een typegoedkeuring heeft verkregen op grond van gemeenschappelijke technische voorschriften. Dit houdt in dat op geen enkele andere manier kan worden voldaan aan de fundamentele vereisten van artikel 4 (punt c t/m g).

3.1.2. In een volgend stadium heeft de Commissie haar interpretatie van artikel 6 verduidelijkt: de in artikel 11 vastgelegde markering mag worden aangebracht op eindapparatuur die voldoet aan bepaalde geharmoniseerde normen, nog vóór deze worden omgezet in gemeenschappelijke technische voorschriften (of zelfs als ze niet worden omgezet).

3.1.3. Deze situatie heeft tot gevolg dat de lid-staten waar de omzetting van de richtlijn al heeft plaatsgevonden (en door de Commissie werd aanvaard), benadeeld zijn ten opzichte van de landen waar pas tot omzetting werd overgegaan na de verduidelijking van de Commissie. In sommige lid-staten kan de "Europese" goedkeuring in het kader van de richtlijn dus eerder worden verleend dan in andere (waar de nationale wetgeving deze mogelijkheid uitsluit).

3.1.3.1. De Commissie zal hierover een verklaring laten opnemen in het Publikatieblad.

3.1.4. Aangezien een dergelijke verklaring niet bindend is, pleit het Comité ervoor dat de Commissie zo snel mogelijk de nodige maatregelen neemt zodat de benadeelde lid-staten hun nationale wetgeving kunnen aanpassen.

3.2. Artikel 31

3.2.1. Het Comité wijst erop dat het aanbeveling verdient zo snel mogelijk een nieuwe versie van Richtlijn 89/336/EEG inzake elektromagnetische compatibiliteit te publiceren, zodat geen verwarring ontstaat over het schrappen van artikel 10, lid 4, waarnaar wordt verwezen in artikel 9, lid 4, van Richtlijn 91/263/EEG.

Brussel, 24 april 1996.

De voorzitter

van het Economisch en Sociaal Comité

C. FERRER