Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1101/89 betreffende de structurele sanering van de binnenvaart (COM(95)0199 - C4-0446/95 - 95/0122(SYN)) Samenwerkingsprocedure: eerste lezing)
Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1101/89 betreffende de structurele sanering van de binnenvaart (COM(95)0199 - C4-0446/95 - 95/0122(SYN)) Samenwerkingsprocedure: eerste lezing)
Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1101/89 betreffende de structurele sanering van de binnenvaart (COM(95)0199 - C4-0446/95 - 95/0122(SYN)) Samenwerkingsprocedure: eerste lezing)
Publicatieblad Nr. C 065 van 04/03/1996 blz. 0030
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1101/89 betreffende de structurele sanering van de binnenvaart (COM(95)0199 - C4-0446/95 - 95/0122(SYN))
Dit voorstel wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:
(Amendement 11)
Tweede overweging
>Oorspronkelijke tekst>
overwegende dat verordening (EEG) nr. 1101/89 voor de jaren 1995 tot en met 1998 in de mogelijkheid van communautaire financiering voorziet en dat de modaliteiten voor de jaren 1996 tot en met 1998 nog moeten worden vastgesteld,
>Tekst na stemming van het EP>
overwegende dat verordening (EEG) nr. 1101/89 voor het jaar 1995 in de mogelijkheid van communautaire financiering voorziet en dat in de aansluitende jaren tot en met 1999 eveneens communautaire financiering mogelijk dient te zijn,
(Amendement 12)
Vierde overweging
>Oorspronkelijke tekst>
overwegende dat de overheidsbijdragen jaarlijks moeten worden toegekend in samenhang met de door het bedrijfsleven in de betrokken sector verstrekte bijdragen; dat de actie gepland is voor drie jaar, namelijk van 1996 tot en met 1998, en dat zij jaarlijks moet worden beoordeeld,
>Tekst na stemming van het EP>
overwegende dat de overheidsbijdragen jaarlijks moeten worden toegekend in samenhang met de door het bedrijfsleven in de betrokken sector verstrekte bijdragen; dat de actie gepland is voor vier jaar, namelijk van 1996 tot en met 1999, en dat zij jaarlijks moet worden beoordeeld,
(Amendement 13)
ARTIKEL 1
(Artikel 4 bis (verordening (EEG) nr. 1101/89)
>Tekst na stemming van het EP>
Artikel 4 bis, lid 1 van verordening (EEG) nr. 1101/89 luidt als volgt:
"1. Voor de jaren 1996, 1997, 1998 en 1999 kunnen de in artikel 3 bedoelde fondsen van middelen worden voorzien door financiële bijdragen van de Gemeenschap.»
>Oorspronkelijke tekst>
Aan artikel 4 bis van verordening (EEG) nr 1101/89 worden de volgende leden toegevoegd:
"4. Het bedrag aan financiële bijdragen van de Gemeenschap voor de jaren 1996, 1997 en 1998 mogen niet meer bedragen dan het dubbele van de bijdragen van het bedrijfsleven.
>Tekst na stemming van het EP>
Aan artikel 4 bis van verordening (EEG) nr 1101/89 worden de volgende leden toegevoegd:
"4. Het bedrag aan financiële bijdragen van de Gemeenschap voor de jaren 1996, 1997, 1998 en 1999 mag jaarlijks niet meer bedragen dan het dubbele van de bijdragen van het bedrijfsleven.
>Oorspronkelijke tekst>
5. De betrokken lid-staten stellen gedurende de in lid 4 genoemde jaren gezamenlijk bedragen ter beschikking van hun fondsen die aan de bijdragen van de Gemeenschap gelijkstaan. De bijdrage van iedere betrokken lid-staat wordt berekend op basis van de verhouding tussen de grootte van zijn actieve vloot en die van de andere lid-staten. De bedragen worden vastgesteld door de Commissie, in samenwerking met de autoriteiten van de verschillende sloopfondsen.
>Tekst na stemming van het EP>
5. De betrokken lid-staten stellen gedurende de in lid 4 genoemde periode bedragen ter beschikking van hun fondsen die voldoende zijn om gezamenlijk met de bijdragen van de Gemeenschap de beoogde structurele sanering te verwezenlijken. De bijdrage van iedere betrokken lid-staat wordt berekend op basis van de verhouding tussen de grootte van zijn actieve vloot en die van de andere lid-staten. De bedragen worden vastgesteld door de Commissie, in samenwerking met de autoriteiten van de verschillende sloopfondsen.
>Oorspronkelijke tekst>
6. Tijdens de sloopactie van 1996 tot en met 1998 bepaalt de Commissie in het kader van deze verordening aan het begin van ieder jaar aan de hand van de financiële mogelijkheden, de ontwikkeling van de markt en de ten uitvoer gelegde liberaliseringsmaatregelen de modaliteiten van de sloopacties van het betrokken jaar.»
>Tekst na stemming van het EP>
6. Tijdens de sloopactie van de in lid 4 genoemde periode bepaalt de Commissie in het kader van deze verordening aan het begin van ieder jaar aan de hand van de financiële mogelijkheden, de ontwikkeling van de markt en de ten uitvoer gelegde liberaliseringsmaatregelen de modaliteiten van de sloopacties van het betrokken jaar.»
(Amendement 14)
ARTIKEL 2, EERSTE ALINEA
>Oorspronkelijke tekst>
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
>Tekst na stemming van het EP>
Deze verordening treedt in werking op de dag zelf van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
(Amendement 15)
Financieel Memorandum
Punt 1 bis (nieuw)
>Tekst na stemming van het EP>
1 bis. DUUR VAN DE MAATREGEL
In dit Financieel Memorandum is er van uitgegaan dat de structurele sanering van de binnenvaart wordt uitgevoerd in een periode van drie jaar: 1996-1997-1998. Naar verwachting zal de inwerkingtreding van de Commissieverordening echter niet eerder dan in de tweede helft van 1996 kunnen plaatsvinden. In 1996 zal daarom met het slopen slechts een klein begin worden gemaakt. Als gevolg daarvan zal de sanering zich uitstrekken over een periode van vier jaar: 1996-1997-1998- 1999. Het programma is dan voltooid op dezelfde datum waarop de liberalisering van de markt is voltooid: 1 januari 2000.
(Amendement 16)
Financieel Memorandum
Paragraaf 4.1., alinea bis en ter (nieuw)
>Tekst na stemming van het EP>
In de voorafgaande alinea en in het vervolg van dit Financieel Memorandum is ervan uitgegaan dat de structurele overcapaciteit aan scheepsruimte zowel in de droge-ladingsector als in de tankersector ongeveer 15% bedraagt.
>Tekst na stemming van het EP>
Voor de droge vaart is dit percentage juist, maar de ontwikkelingen in de tankvaart wijzen er op dat de overcapaciteit in deze sector minstens 20% bedraagt. Om in de daar heersende situatie van ernstige marktverstoring snel verbetering aan te brengen, dient in aanvulling op bovengenoemde doelstelling een extra sloopactie in de tankervaart te worden uitgevoerd, waarmee in het eerste jaar minstens 5% extra van de capaciteit uit de markt wordt genomen. De betrokken lid-staten richten hiertoe ieder een afzonderlijk sloopfonds op. Deze fondsen worden door de lid-staten voorgefinancierd naar rato van de grootte van hun tankervloot in de vorm van renteloze leningen tot een totaal van ongeveer 20 mln ecu. Deze fondsen, die onderling solidair dienen te zijn, betalen de leningen terug met de jaarlijks te betalen bijdragen van de vervoerders. De huidige bijdragen dienen in verband hiermee verhoogd te worden. Op deze wijze wordt een versnelde en substantiële extra reductie van de tankervloot mogelijk gemaakt.
Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1101/89 betreffende de structurele sanering van de binnenvaart (COM(95)0199 - C4-0446/95 - 95/0122(SYN))
(Samenwerkingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
- gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(95)0199 - 95/0122(SYN)) (( PB C 318 van 29.11.1995, blz. 11.)),
- geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 189 C en artikel 75 van het EG-Verdrag (C4-0446/95),
- gelet op artikel 58 van zijn Reglement,
- gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme en het advies van de Begrotingscommissie (A4-0012/96),
1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel zoals gewijzigd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 189 A, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad de door het Parlement aangenomen wijzigingen op te nemen in zijn krachtens artikel 189 C, sub a) van het EG-Verdrag vast te stellen gemeenschappelijk standpunt;
4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
5. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.