Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/629/EEG tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (COM(96)0021 - C4-0133/96 - 96/0029(CNS)) (Raadplegingsprocedure)
Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/629/EEG tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (COM(96)0021 - C4-0133/96 - 96/0029(CNS)) (Raadplegingsprocedure)
Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/629/EEG tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (COM(96)0021 - C4-0133/96 - 96/0029(CNS)) (Raadplegingsprocedure)
Publicatieblad Nr. C 320 van 28/10/1996 blz. 0257
A4-0261/96
Voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van richtlijn 91/629/EEG tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (COM(96)0021 - C4-0133/96 - 96/0029(CNS))
Dit voorstel wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:
(Amendement 1)
Derde overweging
>Oorspronkelijke tekst>
Overwegende dat de voorschriften voor de kalverhouderij in het kader van de gemeenschappelijke ordening der markten moeten worden geharmoniseerd met het oog op een rationele ontwikkeling van de produktie onder bevredigende mededingingsvoorwaarden; dat uit wetenschappelijk oogpunt algemeen wordt aanvaard dat kalveren moeten worden gehouden onder omstandigheden die in overeenstemming zijn met de behoeften van de soort, die bestaat uit kuddedieren; dat zij bijgevolg bij voorkeur in een groep moeten worden gehouden, dat kalveren, ongeacht of zij in een groep dan wel individueel worden gehouden over voldoende bewegingsruimte moeten beschikken, contact met soortgenoten moeten kunnen hebben en voldoende ruimte moeten hebben om te gaan staan en te gaan liggen;
>Tekst na stemming van het EP>
Overwegende dat de voorschriften voor de kalverhouderij in het kader van de gemeenschappelijke ordening der markten moeten worden geharmoniseerd met het oog op een rationele ontwikkeling van de produktie onder bevredigende mededingingsvoorwaarden; dat uit wetenschappelijk oogpunt algemeen wordt aanvaard dat kalveren moeten worden gehouden onder omstandigheden die in overeenstemming zijn met de behoeften van de soort, die bestaat uit kuddedieren; dat zij bijgevolg bij voorkeur in een groep moeten worden gehouden, dat echter uit een oogpunt van gezondheid en welzijn in sommige gevallen het de voorkeur verdient kalveren individueel te houden, dat kalveren, ongeacht of zij in een groep dan wel individueel worden gehouden over voldoende bewegingsruimte moeten beschikken, contact met soortgenoten moeten kunnen hebben en voldoende ruimte moeten hebben om te gaan staan en te gaan liggen;
(Amendement 2)
Derde overweging bis (nieuw)
>Tekst na stemming van het EP>
Overwegende dat in Verklaring nr. 24 van het Verdrag betreffende de Europese Unie er bij de Europese instellingen en de lid-staten op wordt aangedrongen bij de opstelling en de tenuitvoerlegging van de communautaire wetgeving ten volle rekening te houden met de vereisten inzake het welzijn van dieren;
(Amendement 28)
Vijfde overweging bis (nieuw)
>Tekst na stemming van het EP>
Overwegende dat wijzigingen op de
voorschriften van de bijlage bij richtlijn 91/629/EEG en met name wijzigingen die grote economische gevolgen hebben voor de betreffende sector, zoals bijvoorbeeld van voedingsvoorschriften of verplichting tot permanente drinkwatervoorziening, niet uitsluitend via het Permanent Veterinair Comité beoordeeld mogen worden;
(Amendementen 4 en 22)
ARTIKEL 1, PUNT 1
Artikel 3, lid 3, eerste alinea, sub a) (richtlijn 91/629/EEG)
>Oorspronkelijke tekst>
a) kalveren van meer dan acht weken mogen niet in een individueel hok worden opgesloten tenzij een dierenarts heeft verklaard dat het dier in verband met zijn gezondheid of zijn gedrag moet worden geïsoleerd om te worden behandeld. De breedte van een individueel hok moet ten minste gelijk zijn aan de schofthoogte van het kalf, gemeten terwijl het dier rechtop staat, en de lengte moet ten minste gelijk zijn aan de lengte van het kalf, gemeten van de neuspunt tot aan de achterkant van de zitbeenknobbel (tuber ischii) en vermenigvuldigd met 1,1.
>Tekst na stemming van het EP>
a) kalveren van meer dan zes weken in een groep van meer dan tien kalveren mogen niet individueel worden gehuisvest; ook na de volledige aanpassing van de stal voor de verplichte groepshuisvesting kan echter bij uitzondering en onder verklaring van een dierenarts een aantal dieren met het oog op diergezondheid of dierenwelzijn individueel worden gehuisvest. De breedte van een individueel hok moet ten minste gelijk zijn aan de schofthoogte van het kalf, gemeten terwijl het dier rechtop staat, en de lengte moet ten minste gelijk zijn aan de lengte van het kalf, gemeten van de neuspunt tot aan de achterkant van de zitbeenknobbel (tuber ischii) en vermenigvuldigd met 1,1.
(Amendement 5)
ARTIKEL 1, PUNT 1
Artikel 3, lid 3, eerste alinea, sub b bis) (nieuw) (richtlijn 91/629/EEG)
>Tekst na stemming van het EP>
b bis) De kalveren moeten toegang hebben tot een droge ruimte om te kunnen gaan liggen.
(Amendementen 6 en 12)
ARTIKEL 1, PUNT 1
Artikel 3, lid 3, tweede alinea (richtlijn 91/629/EEG)
>Oorspronkelijke tekst>
Vanaf 1 januari 2008 geldt de eerste alinea voor alle bedrijven.
>Tekst na stemming van het EP>
Vanaf 1 januari 2005 geldt de eerste alinea voor alle bedrijven. Evenwel bedrijven die voor 1 juli 1996 tot stalaanpassing ten behoeve van groepshuisvesting zijn overgegaan en waarvan de beschikbare vloeroppervlakte van de reeds aangepaste bedrijfsgebouwen minimaal 1,5 m2 per dier bedraagt, moeten uiterlijk op 1 januari 2013 aan de onder punt b. genoemde oppervlaktenorm voldoen.
De Europese Unie verleent passende financiële steun om de aanpassing van de structuur van de bedrijven te bevorderen.
(Amendement 7)
ARTIKEL 1, PUNT 1 BIS (nieuw)
Artikel 3, leden 3 bis en 3 ter (nieuw) (richtlijn 91/629/EEG)
>Tekst na stemming van het EP>
1 bis. In artikel 3 van Richtlijn 91/629/EEG moeten de volgende leden worden toegevoegd:
>Tekst na stemming van het EP>
"3 bis. De kalveren moeten comfortabel strooisel krijgen, bij voorkeur stro.
3 ter. De individuele hokken mogen (behalve voor het isoleren van zieke dieren) geen dichte wanden hebben maar moeten geperforeerde zijden hebben zodat visueel en tactiel contact tussen de kalveren mogelijk is.»
(Amendement 8)
ARTIKEL 2, LID 1, EERSTE ALINEA
>Oorspronkelijke tekst>
1. De lid-staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, inclusief eventuele sancties, in werking treden om uiterlijk op 1 januari 1997 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
>Tekst na stemming van het EP>
1. De lid-staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, inclusief eventuele sancties, in werking treden om uiterlijk op 1 januari 1997 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Tevens dienen zij de Commissie te rapporteren omtrent de controle- inspanningen en de bevindingen van deze controle m.b.t. deze richtlijn. Aansluitend zal de Commissie d.m.v. reguliere missies toezicht uitoefenen op de effectiviteit van deze controles.
Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/629/EEG tot vaststelling van minimumnormen ter bescherming van kalveren (COM(96)0021 - C4-0133/96 - 96/0029(CNS))
(Raadplegingsprocedure)
Het Europees Parlement,
- gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad COM(96)0021 - 96/0029(CNS) ((PB C 85 van 22.3.1996, blz. 19.)),
- geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 43 van het EG-Verdrag (C4- 0133/96),
- gelet op artikel 58 van zijn Reglement,
- gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbescherming (A4-0261/96),
1. hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie zoals gewijzigd door het Parlement;
2. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;
3. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
4. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.