Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot binnenlands personenvervoer over de weg in een lid-staat waar zij niet gevestigd zijn (COM(95)0729 - C4-0113/96 - 96/0002(SYN)) (Samenwerkingsprocedure: eerste lezing)
Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot binnenlands personenvervoer over de weg in een lid-staat waar zij niet gevestigd zijn (COM(95)0729 - C4-0113/96 - 96/0002(SYN)) (Samenwerkingsprocedure: eerste lezing)
Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot binnenlands personenvervoer over de weg in een lid-staat waar zij niet gevestigd zijn (COM(95)0729 - C4-0113/96 - 96/0002(SYN)) (Samenwerkingsprocedure: eerste lezing)
Publicatieblad Nr. C 380 van 16/12/1996 blz. 0035
A4-0291/96
Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot binnenlands personenvervoer over de weg in een lid-staat waar zij niet gevestigd zijn (COM(95)0729 - C4-0113/96 - 96/0002(SYN))
Dit voorstel wordt goedgekeurd met de volgende wijzigingen:
(Amendement 1)
Vijfde overweging bis (nieuw)
>Tekst na stemming van het EP>
overwegende dat deze dienstverleners onder vergelijkbare regelingen moeten vallen, teneinde ongelijke concurrentievoorwaarden uit hoofde van hun nationaliteit en hun lid-staat van vestiging te vermijden en aldus de geleidelijke harmonisatie van de nationale wetgevingen te bevorderen;
(Amendement 2)
Vijfde overweging ter (nieuw)
>Tekst na stemming van het EP>
overwegende dat het in stand houden van vijftien verschillende systemen voor cabotagevervoer zich niet verdraagt met de verdragsbepalingen betreffende de Interne Markt;
(Amendement 3)
Zesde overweging
>Oorspronkelijke tekst>
overwegende dat de totstandbrenging van de interne markt de verdwijning van grenscontroles en bijgevolg een toename van het intracommunautaire verkeer met zich meebrengt;
>Tekst na stemming van het EP>
overwegende dat de interne markt in het kader van de Europese Unie wordt gekenmerkt als een ruimte waarin goederen, personen, diensten en kapitalen zich vrij kunnen bewegen en dat het anderzijds nodig is dat de diensten voor het personenvervoer door middel van touringcars en autobussen worden geliberaliseerd tegelijkertijd met de geleidelijke harmonisatie van de sociaal-economische, fiscale en technische voorschriften voor het binnenlandse personenvervoer over de weg in de lid-staten, waarbij de vervoerders bovendien niet-discriminerende voorwaarden moeten worden gewaarborgd;
(Amendement 4)
Zesde overweging bis (nieuw)
>Tekst na stemming van het EP>
overwegende dat het vanuit milieuoogpunt gewenst is vervoersondernemers door verbeterde regelgeving de mogelijkheid te bieden de bezettingsgraad van hun voertuigen te optimaliseren,
(Amendement 5)
Zesde overweging ter (nieuw)
>Tekst na stemming van het EP>
overwegende dat een van de principes van het gemeenschappelijke vervoersbeleid afname van het communautaire verkeer over de weg is, onder eerbiediging van het recht van de gebruiker de wijze van vervoer te kiezen;
(Amendement 6)
Zesde overweging quater (nieuw)
>Tekst na stemming van het EP>
overwegende dat volgens het actieprogramma 1995-2000 betreffende het gemeenschappelijk vervoersbeleid (COM(95)0302 de toegankelijkheid van de vervoerssystemen een van de doelstellingen van dit beleid is en dat bovendien het Europees Parlement
in zijn resolutie van 16 september 1987 over het vervoer van gehandicapten en bejaarden (1) reeds verzocht om volledige toegankelijkheid van de lijnbussen die de steden met elkaar verbinden, met name op afstanden op Europese schaal;
(1) PB C 281 van 19.10.1987, blz. 85.
(Amendement 7)
Zesde overweging quinquies (nieuw)
>Tekst na stemming van het EP>
overwegende dat de Commissie overeenkomstig wat in het Witboek (COM(92)0494) als prioriteit voor het gemeenschappelijke vervoersbeleid is vastgesteld, vóór 30 juni 1997 voorstellen doet voor de uitbreiding van de cabotage tot het personenvervoer voor eigen rekening, alsmede voor de liberalisatie van het verhuren van voertuigen zonder chauffeur voor het passagiersvervoer in andere lid-staten en ten slotte voor het cabotagevervoer met voertuigen die bedoeld zijn om minder dan negen personen te vervoeren;
(Amendement 8)
Zevende overweging
>Oorspronkelijke tekst>
overwegende dat het daarom nodig is de cabotageregeling op alle vormen van touringscar- en autobusvervoer toe te passen;
>Tekst na stemming van het EP>
overwegende dat het daarom nodig is de cabotageregeling op alle vormen van touringcar- en autobusvervoer toe te passen, hetzij dat de dienst daadwerkelijk door een in de lid-staat van ontvangst gevestigd of door een niet aldaar gevestigd bedrijf wordt verricht;
(Amendement 9)
Achtste overweging
>Oorspronkelijke tekst>
overwegende dat moet worden bepaald welke voorschriften van de lid-staat van ontvangst van toepassing dienen te zijn op cabotagevervoer;
>Tekst na stemming van het EP>
overwegende dat moet worden bepaald welke voorschriften van de lid-staat van ontvangst van toepassing dienen te zijn op cabotagevervoer, opdat dit vervoer plaatsvindt in het kader van vergelijkbare vergunningsregelingen en reglementaire voorwaarden, hetzij dat deze regelmatige diensten van uitsluitend nationale aard zijn of dat zij een onderdeel vormen van een internationale dienst;
(Amendement 10)
Achtste overweging bis (nieuw)
>Tekst na stemming van het EP>
overwegende dat het wenselijk zou zijn dat de onderneming die diensten voor het cabotagevervoer verricht, op het grondgebied van de lid-staat waar zij deze diensten verricht, een verantwoordelijke mag hebben, waartoe de gebruikers zich zo nodig kunnen wenden;
(Amendement 11)
Artikel 1, eerste alinea, eerste streepje
>Oorspronkelijke tekst>
- gevestigd zijn in een lid-staat, hierna te noemen «lid-staat van vestiging», overeenkomstig de aldaar geldende wetgeving
>Tekst na stemming van het EP>
- gevestigd zijn in een lid-staat van de Gemeenschap waar zich hun belangrijkste centrum van activiteiten of sociale zetel bevindt, te noemen «lid-staat van vestiging», overeenkomstig de aldaar geldende wetgeving
(Amendement 12)
Artikel 2, punt 3, tweede alinea sub c)
>Oorspronkelijke tekst>
c) vervoer van militairen en hun gezinnen tussen hun plaats van oorsprong en hun plaats van legering;
>Tekst na stemming van het EP>
c) vervoer van militairen en van andere mobiele eenheden en hun gezinnen tussen hun plaats van oorsprong en hun plaats van legering;
(Amendement 13)
Artikel 3, punten 2 en 3
>Oorspronkelijke tekst>
2. het in artikel 2, lid 1, gedefinieerde geregelde vervoer, mits dit wordt verzorgd door een niet in de lid-staat van ontvangst gevestigde onderneming, in het kader van een internationale geregelde dienst, overeenkomstig het bepaalde in verordening 684/92 van de Raad;
>Tekst na stemming van het EP>
2. het in artikel 2, lid 1, gedefinieerde geregelde vervoer, met uitzondering van binnenlandse trajecten in gebieden waarvoor reeds EU-regelingen gelden overeenkomstig richtlijn 93/38/EEG van de Raad, mits dit wordt verzorgd door een niet in de lid-staat van ontvangst gevestigde onderneming, in het kader van een internationale geregelde dienst, overeenkomstig het bepaalde in verordening 684/92 van de Raad en mits dit is toegestaan overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 5 t/m 10 ervan;
>Oorspronkelijke tekst>
3. ander geregeld vervoer.
>Tekst na stemming van het EP>
Totdat de Raad een verordening aanneemt inzake vergunningen voor vervoersdiensten op basis van de verplichting tot openbare dienstverlening, is geregeld stedelijk, suburbaan en streekvervoer van deze verordening uitgesloten; voorts is ander geregeld vervoer uitgesloten in gebieden waar het vervoer is aangeboden via EU-inschrijvingen of voor 2002 aldus zal worden aangeboden.
(Amendement 14)
Artikel 4
>Oorspronkelijke tekst>
1. Voor in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3, lid 2 verricht cabotagevervoer moet door de bevoegde autoriteiten van de lid-staat van ontvangst een vergunning worden verleend.
>Tekst na stemming van het EP>
Schrappen
>Oorspronkelijke tekst>
2. Een vergunning kan worden geweigerd:
>Oorspronkelijke tekst>
a) indien de bevoegde autoriteiten van de lid-staat van ontvangst kunnen aantonen dat de geregelde dienst waarvoor een cabotagevergunning is aangevraagd, een rechtstreekse bedreiging zou vormen voor reeds toegelaten geregelde diensten, behalve in het geval waarin de betrokken geregelde diensten slechts door één enkele vervoersondernemer of groep van vervoersondernemers worden geëxploiteerd;
>Oorspronkelijke tekst>
b) indien de bevoegde autoriteiten van de lid-staat van ontvangst kunnen aantonen dat het bij deze aanvraag voor een cabotagevergunning voor het uitoefenen van een geregelde dienst uitsluitend begonnen is om de meest winstgevende van alle op de betrokken trajecten bestaande geregelde vervoersdiensten.
>Oorspronkelijke tekst>
Dat een vervoersondernemer zijn diensten tegen lagere prijzen dan andere wegvervoerders aanbiedt of dat de verbinding in kwestie reeds door andere wegvervoerders geëxploiteerd wordt, mag op zich geen reden zijn om de aanvraag af te wijzen.
>Oorspronkelijke tekst>
Artikel 7, lid 4, sub a) van verordening 684/92 is, mutatis mutandis, van toepassing op aanvragen voor cabotagevergunningen geregeld vervoer.
>Oorspronkelijke tekst>
Een afwijzing dient met redenen omkleed te worden.
>Oorspronkelijke tekst>
De bevoegde autoriteiten kunnen vergunningsaanvragen slechts op met deze verordening verenigbare gronden van de hand wijzen.
>Oorspronkelijke tekst>
3. De lid-staten garanderen de vervoersondernemers dat zij, bij afwijzing van hun vergunningsaanvraag, de gelegenheid zullen krijgen uiteen te zetten welke belangen er voor hen op het spel staan.
>Oorspronkelijke tekst>
4. De vergunning wordt op naam van de vervoersondernemer gesteld: zij mag door deze niet aan derden worden overgedragen. Wel kan de houder van de vergunning, met instemming van de bevoegde autoriteit van de lid-staat van ontvangst, de dienst laten verrichten door de onderaannemer die als enige gemachtigd is de in artikel 2, lid 1.1 van verordening 684/92 bedoelde internationale vervoersdienst te verrichten. In dit geval worden naam en rol van de onderaannemer op de vergunning vermeld. De onderaannemer dient aan de in artikel 1 genoemde voorwaarden te voldoen.
>Oorspronkelijke tekst>
In het geval van een associatie van ondernemingen voor het verrichten van cabotagediensten voor geregeld vervoer, wordt de voor de cabotagedienst verleende vergunning op naam van alle ondernemingen gesteld. Zij wordt afgegeven aan de hoofdonderneming en de overige ondernemingen ontvangen een afschrift. Op de voor de cabotagedienst verleende vergunning worden de namen van alle exploitanten vermeld.
>Oorspronkelijke tekst>
5. De maximale geldigheidsduur van de vergunning bedraagt vijf jaar en kan, in elk geval, niet langer zijn dan die van de internationale dienst in het kader waarvan het cabotagevervoer plaatsvindt.
>Oorspronkelijke tekst>
6. Behoudens overmacht, is de exploitant van geregelde cabotagediensten gehouden, tot het tijdstip waarop de vergunning afloopt, alle nodige maatregelen te treffen om een vervoersdienst te waarborgen die, qua continuïteit, regelmaat en capaciteit, met de ter zake geldende normen in overeenstemming is, alsmede voldoet aan de door de bevoegde autoriteit van de lid-staat van ontvangst gestelde voorwaarden met betrekking tot routes, haltes, dienstregeling en geldigheidsduur van de vergunning. Deze voorwaarden mogen niet minder gunstig zijn dan die welke van toepassing zijn op de door in het land van ontvangst gevestigde vervoersondernemers verzorgde geregelde vervoersdiensten.
>Oorspronkelijke tekst>
7. De vergunning of een voor eensluidend afschrift gewaarmerkte kopie dienen aan boord van het voertuig bewaard te blijven.
>Oorspronkelijke tekst>
8. De Commissie stelt, na overleg met de lid-staten, een model vast voor de aanvraag van een vergunning tot het verrichten van geregelde cabotagediensten, alsmede voor de vergunning zelf en bepaalt hoe deze documenten gebruikt moeten worden.
(Amendement 15)
Artikel 8, lid 3
>Oorspronkelijke tekst>
3. De Commissie zendt de lid-staten zo spoedig mogelijk overzichten toe van de gegevens die haar uit hoofde van lid 1 worden meegedeeld.
>Tekst na stemming van het EP>
3. De Commissie zendt de lid-staten en het Europees Parlement zo spoedig mogelijk overzichten toe van de gegevens die haar uit hoofde van de leden 1 en 2 worden meegedeeld.
(Amendement 16)
Artikel 13
>Oorspronkelijke tekst>
De Commissie brengt de Raad vóór 31 december 1999 verslag uit over de toepassing van deze verordening en met name over de gevolgen van cabotagevervoer voor de binnenlandse vervoermarkt.
>Tekst na stemming van het EP>
1. De Commissie brengt vóór 31 december 1996 het Europees Parlement en de Raad verslag uit over zowel de resultaten van de toepassing van verordening (EEG) nr. 2454/92, als over het functioneren van de geregelde diensten in de lid- staten.
>Tekst na stemming van het EP>
2. De Commissie brengt vóór 31 december 1999 het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de toepassing van deze verordening en met name over de gevolgen van cabotagevervoer voor de binnenlandse vervoermarkt, alsmede over de wenselijkheid van uitbreiding van het toepassingsgebied van deze verordening. Zij legt de Raad eventueel en op grond van de conclusies van het verslag een voorstel voor een verordening voor.
Wetgevingsresolutie houdende advies van het Europees Parlement inzake het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot binnenlands personenvervoer over de weg in een lid-staat waar zij niet gevestigd zijn (COM(95)0729 - C4-0113/96 - 96/0002(SYN))
(Samenwerkingsprocedure: eerste lezing)
Het Europees Parlement,
- gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad COM(95)0729 - 96/0002(SYN) (( PB C 60 van 29.2.1996, blz. 10.)),
- geraadpleegd door de Raad overeenkomstig de artikelen 189 C en 75 van het EG- Verdrag (C4-0113/96),
- gelet op artikel 58 van zijn Reglement,
- gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme en het advies van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid (A4-0291/96),
1. hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie zoals gewijzigd door het Parlement;
2. verzoekt de Commissie haar voorstel overeenkomstig artikel 189 A, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;
3. verzoekt de Raad de door het Parlement aangenomen wijzigingen op te nemen in zijn krachtens artikel 189 C, sub a) van het EG-Verdrag vast te stellen gemeenschappelijk standpunt;
4. wenst dat de overlegprocedure wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;
5. wenst opnieuw geraadpleegd te worden ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;
6. verzoekt zijn Voorzitter dit advies te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.