Home

Besluit betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van de Raad 96/.../EG inzake uitrusting van zeeschepen (C4-0370/96 - 95/0163 (SYN)) (Samenwerkingsprocedure: tweede lezing)

Besluit betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van de Raad 96/.../EG inzake uitrusting van zeeschepen (C4-0370/96 - 95/0163 (SYN)) (Samenwerkingsprocedure: tweede lezing)

Besluit betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van de Raad 96/.../EG inzake uitrusting van zeeschepen (C4-0370/96 - 95/0163 (SYN)) (Samenwerkingsprocedure: tweede lezing)

Publicatieblad Nr. C 347 van 18/11/1996 blz. 0142


A4-0294/96

Besluit betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van de Raad 96/.../EG inzake uitrusting van zeeschepen (C4-0370/96 - 95/0163 (SYN))

(Samenwerkingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

- gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad ((PB C 248 van 26.8.1996, blz. 10.)) (C4-0370/96 - 95/0163(SYN)),

- gezien zijn in eerste lezing uitgebrachte advies ((PB C 339 van 18.12.1995, blz. 21.)) inzake het voorstel van de Commissie aan de Raad COM(95)0269 ((PB C 218 van 23.8.1995, blz. 9.)),

- geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 189 C van het EG-Verdrag,

- gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

- gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie vervoer en toerisme(A4-0294/96),

1. wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

(Amendement 1)

Artikel 3, lid 3

>Oorspronkelijke tekst>

3. Onverminderd het feit dat wat betreft het vrij verkeer andere richtlijnen dan de onderhavige en met name richtlijnen 89/336/EEG van de Raad van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lid-staten inzake elektromagnetische comptabiliteit en 89/686/EEG van de Raad van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lid-staten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen, van toepassing kunnen zijn op de in lid 1 bedoelde uitrusting, is bedoelde uitrusting wat het vrij verkeer betreft uitsluitend onderworpen aan de bepalingen van de onderhavige richtlijn en niet die van andere richtlijnen. De bepaling van dit lid is niet van toepassing op radiocommunicatieapparatuur.

>Tekst na stemming van het EP>

3. Onverminderd het feit dat wat betreft het vrij verkeer andere richtlijnen dan de onderhavige en met name richtlijnen 89/336/EEG van de Raad van 3 mei 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lid-staten inzake elektromagnetische comptabiliteit en 89/686/EEG van de Raad van 21 december 1989 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lid-staten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen, van toepassing kunnen zijn op de in lid 1 bedoelde uitrusting, is bedoelde uitrusting wat het vrij verkeer betreft uitsluitend onderworpen aan de bepalingen van de onderhavige richtlijn en niet die van andere richtlijnen.

(Amendement 2)

Artikel 9, lid 3 bis (nieuw)

>Tekst na stemming van het EP>

3 bis. De lid-staten zorgen ervoor dat de instanties die zij als aangemelde instanties aanwijzen alle garanties bieden dat zij (onder meer in financieel en bestuurlijk opzicht) geen bindingen hebben met de fabrikanten of leveranciers van de uitrusting waarvan zij de overeenstemming beoordelen.

(Amendement 3)

Artikel 18

>Oorspronkelijke tekst>

1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 12 van richtlijn 93/75/EG van de Raad van 13 september 1993 betreffende de minimumeisen voor schepen die gevaarlijke of verontreinigende goederen vervoeren en die naar of uit de zeehavens van de Gemeenschap varen (1) opgerichte comité, volgens de procedure van de hierna volgende leden 2 en 3.

>Tekst na stemming van het EP>

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité van raadgevende aard, bestaande uit vertegenwoordigers van de lid-staten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

>Oorspronkelijke tekst>

2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt advies uit over dit onderwerp binnen een termijn die de Voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich ut met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij de stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de lid- staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De Voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

_____________

(1) PB L 247 van 5.10.1993, blz. 19.

>Tekst na stemming van het EP>

2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt advies uit over dit onderwerp binnen een termijn die de Voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie, zo nodig door middel van een stemming.

>Tekst na stemming van het EP>

2 bis. Het advies wordt in de notulen opgenomen; voorts heeft iedere lid-staat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.

De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het comité uitgebrachte advies. Zij brengt het comité op de hoogte van de wijze waarop zij rekening heeft gehouden met zijn advies.

>Tekst na stemming van het EP>

2 ter. De vergaderingen van het comité zijn openbaar. Het comité publiceert zijn agenda's twee weken vóór zijn vergaderingen. Het legt een openbaar register aan van de verklaringen omtrent de belangen van zijn leden.